BESLUIT
Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandsemededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.
Zaaknummer: 747/ Abilis Nederland B.V. - Stuyvers Groep B.V.
1. Op 15 mei 1998 heeft de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit een melding ontvangen waarin is medegedeeld dat de ondernemingen Abilis Nederland B.V. en Stuyvers Groep B.V. het voornemen hebben een concentratie als bedoeld in artikel 27 van de Mededingingswet aan te gaan. Van de melding is mededeling gedaan in Staatscourant 93 van 19 mei 1998. Naar aanleiding van de mededeling in de Staatscourant zijn geen zienswijzen van derden naar voren gebracht. Ambtshalve zijn vragen gesteld aan verschillende marktpartijen.
I. DE PARTIJEN
2. Abilis Nederland B.V. (hierna: Abilis) is een besloten vennootschap opgericht naar Nederlands recht. Zij maakt deel uit van de zogenoemde Vendex-groep. Vendex International N.V. staat aan het hoofd van de Vendex-groep, van welke groep Vedior N.V. thans nog deel uitmaakt. De activiteiten op het gebied van zakelijke dienstverlening van de Vendex-groep zijn ondergebracht in Vedior Holding B.V. waarin Vendex
International een meerderheidsdeelneming heeft. De resterende aandelen worden gehouden door Vedior NV, een afzonderlijke aan de beurs
genoteerde onderneming. Vedior Holding B.V. houdt, via haar
dochteronderneming Abilis International B.V alle geplaatste aandelen van Abilis Nederland B.V. Het voornemen bestaat om Vedior Holding B.V. uit hoofde van de per 1 februari 1998 in werking getreden splitsingswetgeving onder algemene titel af te splitsen naar Vedior N.V., onder toekenning van aandelen Vedior aan de aandeelhouders van Vendex International. Deze operatie zal naar verwachting haar beslag krijgen in juni 1998.
Naast de zakelijke dienstverlening is de Vendex-groep actief in de
levensmiddelengroot- en detailhandel via de Vendex Food Groep B.V en in de niet-levensmiddelengroot- en detailhandel, via Vroom & Dreesmann Warenhuizen en de Vendex Speciaalzaken Groep.
Abilis staat aan het hoofd van een groep van vennootschappen die actief is in de schoonmaakbranche. Daarnaast is Abilis in Nederland buiten de schoonmaaksector actief op het gebied van professionele bezetting van recepties, hygiëneboxen en organisatie-advies, interim- en facilitair-management.
3. Stuyvers Groep B.V. (hierna: Stuyvers) is een besloten vennootschap opgericht naar Nederlands recht. Stuyvers staat aan het hoofd van een groep van vennootschappen, actief op het gebied van
schoonmaakdiensten, uitzenddiensten, beveiligingsdiensten en het beheer van onroerend goed.
II. DE GEMELDE OPERATIE
pagina 1 van 4
bcm0747-9806
4. Abilis zal alle uitstaande aandelen in Stuyvers overnemen van de huidige aandeelhouders. De aandelen in de vennootschappen waarin de
uitzendactiviteiten, de beveiligingsactiviteiten en de onroerend goed-beheersactiviteiten van Stuyvers zijn ondergebracht, zullen direct na levering worden doorgeleverd aan Stuyvers Beheer B.V., één van de huidige aandeelhouders in Stuyvers. Laatstgenoemde transactie maakt geen onderdeel uit van de gemelde operatie. Voorzover het doorleveren van de andere hierboven genoemde aandelen aan Stuyvers Beheer B.V. kan worden aangemerkt als een concentratie in de zin van artikel 27 van de Mededingingswet, wordt een oordeel over die concentratie niet
meegenomen in dit besluit. Na de operatie zal Abilis derhalve alle aandelen houden in de vennootschappen waarin de schoonmaakactiviteiten van Stuyvers zijn ondergebracht.
III. TOEPASSELIJKHEID VAN HET CONCENTRATIETOEZICHT
5. De gemelde operatie is een concentratie in de zin van artikel 27, onder b, van de Mededingingswet. De hierboven, onder punt 4,
omschreven transactie leidt er toe dat Abilis, door middel van de verwerving van alle aandelen in de vennootschappen waarin de
schoonmaakactiviteiten van Stuyvers zijn ondergebracht, uitsluitende zeggenschap in die vennootschappen verwerft.
6. Uit de bij de melding ter beschikking gestelde omzetgegevens blijkt dat de gemelde concentratie binnen het toepassingsbereik van de
Mededingingswet valt.
IV. BEOORDELING
A. Relevante markten Relevante productmarkt
7. Volgens partijen is de markt die door de concentratie wordt beïnvloed de markt voor schoonmaakdiensten. Partijen hebben aangegeven dat binnen deze markt twee segmenten kunnen worden onderscheiden, te weten die van algemene schoonmaakactiviteiten en die van specialistische
reinigingsactiviteiten (industrieel, glas en calamiteiten). Partijen zijn echter van oordeel dat, gelet op het brede pakket van activiteiten die de diverse schoonmaakbedrijven over het algemeen aanbieden in combinatie met een hoge substitueerbaarheid aan de aanbodzijde, de hele markt voor
schoonmaakdiensten als een en dezelfde markt kan worden gezien. 8. Partijen hebben aangegeven dat, mochten de segmenten "algemene schoonmaakactiviteiten" en "specialistische reiniging" vanwege de aard van de werkzaamheden als verschillende productmarkten worden aangemerkt, voor de beoordeling van de aangemelde concentratie een nadere
afbakening niet nodig is. Abilis en Stuyvers zijn binnen het segment "specialistische reiniging" niet actief. Voor zover specialistische
reinigingsdiensten door beide ondernemingen worden aangeboden worden deze uitbesteed aan onderaannemers.
9. Voor de beoordeling van de gevolgen van de concentratie kan in het midden blijven of de relevante markt bestaat uit schoonmaakdiensten, dan wel dat er sprake is van twee aparte markten, te weten de markt voor "algemene schoonmaakactiviteiten" en die voor "specialistische reiniging". Zelfs wanneer de mededingingsanalyse zich beperkt tot de meest nauwe productmarkt die in aanmerking kan worden genomen waarop beide
pagina 2 van 4
bcm0747-9806
partijen actief zijn (de "algemene schoonmaakactiviteiten") zal de
concentratie niet tot gevolg hebben dat de daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze zal worden belemmerd (zie punt 12 e.v.)
Relevante geografische markt
10. Partijen stellen bij de melding dat schoonmaakbedrijven veelal op relatief korte afstand van de opdrachtgever gevestigd moeten zijn. Het "catchment area", het gebied waarbinnen een schoonmaakbedrijf zijn diensten aanbiedt, is derhalve lokaal, dan wel regionaal. Deze "catchment area's" overlappen elkaar grotendeels. Voorts stellen partijen dat het aandeel van de landelijk en regionaal opererende bedrijven relatief groot is in vergelijking met hun aantal. Het resultaat hiervan is, aldus partijen, dat de concurrentievoorwaarden in deze sector in de diverse delen van Nederland niet significant van elkaar afwijken. Partijen zijn daarom van mening dat de geografische markt Nederland is.
11. Dat Nederland inderdaad - gelet op de bovengenoemde kenmerken - de relevante geografische markt is, is bevestigd door andere marktpartijen. Dit oordeel van partijen wordt derhalve overgenomen.
B. Gevolgen van de concentratie
12. Partijen schatten de totale omvang van de markt voor
schoonmaakdiensten op fl 3,9 miljard. Andere marktpartijen hebben deze schatting bevestigd. Abilis had in 1997 op deze markt een omzet van fl 398,6 miljoen. Dit resulteert in een marktaandeel van ca. 10%. Stuyvers zette in 1997 op deze markt ca fl 70 miljoen om, hetgeen resulteert in een marktaandeel van ca 2%. Op de nationale markt voor schoonmaakdiensten is het gezamenlijke marktaandeel van de bij de concentratie betrokken partijen derhalve ca. 12%.
13. Als ervan zou worden uitgegaan dat de markt verder moet worden opgesplitst, zou, gebaseerd op de van partijen afkomstige informatie, het geschatte gezamenlijke marktaandeel van partijen op de kleinst mogelijke gezamenlijke markt, te weten de markt voor algemene
schoonmaakactiviteiten, ca 13% zijn. Er zijn geen redenen deze schatting in twijfel te trekken.
14. Op grond hiervan kan worden geconcludeerd dat de concentratie niet zal leiden tot het ontstaan van een economische machtspositie die tot gevolg heeft dat de daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze wordt belemmerd.
V. CONCLUSIE
15. Na onderzoek van deze melding, is de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit tot de slotsom gekomen dat de gemelde operatie binnen de werkingssfeer van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde concentratietoezicht valt. Hij heeft geen reden om aan te nemen dat als gevolg van die concentratie een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze wordt belemmerd.
16. Gelet op het bovenstaande deelt de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit mede dat voor het tot stand brengen van de concentratie waarop de melding betrekking heeft geen vergunning is vereist.
pagina 3 van 4
bcm0747-9806
Datum: 5 juni 1998
w.g. A.W. Kist
directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit
Tegen dit besluit kan degene, wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit een gemotiveerd beroepschrift indienen bij de arrondissementsrechtbank te Rotterdam, sector bestuursrecht, Postbus 50951, 3007 BM, Rotterdam.
terug
Aan de inhoud van deze pagina's kunt u geen rechten ontlenen.
