• No results found

1REACTIE KPN OP CONSULTATIEDOCUMENT “COLLOCATIE EN EENMALIGE KOSTEN METBETREKKING TOT TOEGANG TOT DE AANSLUITLIJN”30 OKTOBER 2000

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "1REACTIE KPN OP CONSULTATIEDOCUMENT “COLLOCATIE EN EENMALIGE KOSTEN METBETREKKING TOT TOEGANG TOT DE AANSLUITLIJN”30 OKTOBER 2000"

Copied!
23
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

REACTIE KPN OP CONSULTATIEDOCUMENT “COLLOCATIE EN EENMALIGE KOSTEN MET BETREKKING TOT TOEGANG TOT DE AANSLUITLIJN”

(2)

VOORWOORD

In dit document leggen Koninklijke KPN NV en KPN Telecom BV –hierna tezamen ook KPN- hun reactie neer ter zake van de vragen die door OPTA in het “Consultatiedocument collocatie en

eenmalige kosten met betrekking tot toegang tot de aansluitlijn” zijn gesteld en de overwegingen die aan deze vragen ten grondslag liggen.

Deze reactie begint met een algemeen gedeelte (Deel I), waarin KPN een aantal algemene onderwerpen aan de orde stelt. Achtereenvolgens zal KPN ingaan op (1) het wettelijk kader waarbinnen de door haar geleverde collocatiedienst moet worden beoordeeld, (2) het

collocatieaanbod van KPN in het licht van de op dit moment geldende en de in de toekomst te verwachten wettelijke regels en (3) het tijdstip van de consultatie in het licht van enerzijds de huidige collocatiepraktijk en anderzijds de toekomstige regelgeving.

(3)
(4)

1. TOETSINGSKADER

1.1 Collocatie

Collocatie is een ondersteunende dienst die door KPN wordt aangeboden aan wholesaleklanten ten behoeve van en noodzakelijk voor het afnemen door die klanten van (a) interconnectie met en/of bijzondere toegang tot het vaste telefoonnetwerk van KPN, en/of (b) ontbundelde toegang tot de aansluitlijnen in het vaste openbare telefoonnetwerk van KPN (MDF Access Services), en/of (c) directe toegang tot door de klant verworven capaciteit in een zeekabel die “aan land” komt in een

zeekabelaanlandingsstation van KPN.

Uitgangspunt is dat er een directe koppeling is tussen de geboden collocatie en de dienst waarvoor collocatie wordt gevraagd; collocatie kan niet zelfstandig worden afgenomen, maar alleen in het kader van een van de hiervoor genoemde diensten en de collocatiedienst dient essentieel te zijn voor het uitvoeren van de dienst waarvoor collocatie wordt gevraagd. Deze koppeling is ingegeven door de beperkte ruimte in KPN centrales, die efficiënt gebruik noodzakelijk maakt. KPN wil voorkomen dat zij in de situatie zou komen te verkeren dat voor een partij die voor een van de hiervoor genoemde diensten collocatie vraagt geen ruimte beschikbaar is doordat collocatie door marktpartijen wordt afgenomen voor andere doeleinden waarvoor collocatie niet essentieel is.

In of bij haar gebouwen waar bovengenoemde diensten worden aangeboden biedt KPN aan de afnemers van die diensten de mogelijkheid om gebruik te maken van collocatiefaciliteiten bestemd voor de plaatsing van die netwerkapparatuur, die benodigd is om de interconnectie, bijzondere toegang, MDF access of directe zeekabeltoegang mogelijk te maken. Deze locatiebeperking is ingegeven door de doelbeperking van collocatie; de vereiste samenhang met en noodzaak voor de levering van de dienst waarvoor collocatie wordt gevraagd maakt dat collocatie beperkt zal zijn tot de genoemde ruimten en niet bijvoorbeeld in een Primafoonwinkel of een kantoorgebouw van KPN. Uitgangspunt is daarbij dat collocatiefaciliteiten alleen worden geboden indien er in of bij het desbetreffende gebouw van KPN ruimte beschikbaar is die geschikt is voor de hierboven genoemde bestemming. (het “op is op”-principe)

Daarbij staat voorop dat de KPN bedrijfsgebouwen in de eerste plaats zijn gebouwd en ingericht voor de eigen bedrijfsactiviteiten van KPN. Terbeschikkingstelling van ruimten in of bij centrales van KPN aan derden mag niet ten koste gaan van de bedrijfsactiviteiten van KPN. Door de

terbeschikkingstelling van ruimten in centrales aan derden mag de netwerkintegriteit niet in gevaar komen. Bovendien is van belang dat de in de centrale werkzame personen in die centrale op een normale wijze hun werkzaamheden kunnen blijven uitvoeren.

1.2. Juridische status collocatie 1.2.1. Specifieke bepalingen

De Nederlandse wetgeving bevat geen specifieke bepaling met betrekking tot collocatie.

Een dergelijke specifieke bepaling is wel opgenomen in de ONP-richtlijn Interconnectie (Richtlijn 97/33/EG van 30 juni 1997, PbEG L 199/37, 27 juli 1997). In artikel 11 van deze richtlijn is bepaald dat de nationaal regelgevende instanties van de Lid-staten collocatie en gedeeld gebruik van faciliteiten moeten bevorderen, in het bijzonder als op grond van essentiële vereisten geen toegang tot bruikbare alternatieven bestaan. De bepaling stelt verder dat overeenkomsten betreffende

collocatie of gedeeld gebruik van faciliteiten normaal gesproken dienen te worden bereikt door middel van commerciële en technische overeenkomsten tussen de betrokken partijen. De nationale

regelgevende instantie kan optreden om geschillen te beslechten. De Lid-staten kunnen een

(5)

Artikel 11 van de richtlijn is voor zover het betreft collocatie echter niet geïmplementeerd in de Nederlandse wetgeving.

Een praktische leidraad voor de omgang met verzoeken tot collocatie wordt gegeven in de Richtsnoeren Interconnectie van de Minister van Verkeer en Waterstaat (29 mei 1997).

De Richtsnoeren hebben betrekking op verzoeken tot collocatie met een specifiek karakter (namelijk in verband met interconnectie). Hierin valt te lezen: “Een andere kwestie is collocatie. Collocatie houdt in dat een aanbieder de interconnecterende partij toegang geeft tot de huisvesting waarin de centrales zich bevinden. Indien collocatie (fysiek of virtueel) tussen partijen tot een geschil leidt, zal ik in beginsel niet afwijzend staan ten opzichte van verzoeken om collocatie. KPN kan een redelijk verzoek niet weigeren. Maar de redelijkheid kan niet te ver gaan: bijvoorbeeld is van belang of, indien vele vragende partijen vergelijkbare voorzieningen zouden vragen, het praktisch nog mogelijk zou zijn voor KPN om al deze partijen op dezelfde wijze te bedienen”.

Tenslotte bevatten de OPTA Richtsnoeren met betrekking tot ontbundelde toegang tot de aansluitlijn (MDF-access) van 12 maart en 8 november 1999 een bepaling met betrekking tot de tarifering van collocatie geleverd in het kader van ontbundelde toegang tot de aansluitlijn. Hierover is bepaald: “De vergoeding voor eenmalige kosten, alsmede de kosten voor collocatie die in rekening worden gebracht aan aanbieders die een redelijk verzoek om bijzondere toegang tot de aansluitlijn indienen, dienen onderdeel uit te maken van de jaarlijkse procedure voor het vaststellen van de tarieven voor interconnectie- en bijzondere toegangsdiensten. KPN Telecom dient, met andere woorden, een standaardaanbod voor collocatie in het kader van toegang tot haar aansluitlijnen te definiëren.”. 1.2.2. Algemene regels

a. Artikel 6.9. Tw., bijzondere toegang

Artikel 6.9 van de Telecommunicatiewet bepaalt dat aanbieders aangewezen door het College krachtens artikel 6.4, eerste lid, voldoen aan alle redelijke verzoeken tot bijzondere toegang.

De vraag kan gesteld worden of collocatie ten behoeve van bijzondere toegang daarmee het karakter van een bijzondere toegangsdienst verkrijgt. Uit het verzoek van OPTA van 29 september 2000 om deponering van de in het kader van toegang tot de aansluitlijn gesloten collocatieovereenkomsten conform de “ Beleidsregels inzake depot en openbaarmaking van interconnectie-overeenkomsten en overeenkomsten inzake bijzondere toegang” volgt dat OPTA van mening is dat dit het geval is. KPN deelt deze mening niet.

KPN wijst in dit kader op de definitie van bijzondere toegang zoals deze wordt gegeven in de Telecommunicatiewet. Bijzondere toegang is in de Telecommunicatiewet gedefinieerd als “ toegang tot een telecommunicatienetwerk op andere punten dan de netwerkaansluitpunten die aan de meeste eindgebruikers worden geboden” . Een telecommunicatienetwerk is gedefinieerd als “de

overdrachtsapparatuur en, waar van toepassing, de routeringsapparatuur en andere technische middelen die de overdracht mogelijk maken van signalen tussen netwerkaansluitpunten via kabels, radiogolven, optische middelen of andere elektromagnetische middelen”.

Gebouwen van KPN vallen daar niet onder, zodat van een vorm van bijzondere toegang geen sprake kan zijn; de regels die gelden voor bijzondere toegang zijn derhalve niet van toepassing.

(6)

De door KPN in het kader van MDF-access aangeboden collocatie is geen vorm van bijzondere toegang en is geen collocatie aangeboden in het kader van een bijzondere toegangsdienst.

b. Artikel 24 Mededingingswet (misbruik van machtspositie, essential facility-doctrine) Collocatieafspraken dienen vanzelfsprekend wel te voldoen aan de beginselen van het

mededingingsrecht.

In dat verband is met name artikel 24 Mw. (misbruik van machtspositie) van belang, in het bijzonder de “essential facilities” doctrine. Deze doctrine behelst dat een onderneming met een machtspositie ten aanzien van een faciliteit die essentieel is voor concurrenten om hun (concurrerende) activiteiten te verrichten, een dergelijke faciliteit tegen non-discriminatoire voorwaarden moet aanbieden. Met essentiële faciliteit wordt wel bedoeld “een essentiële faciliteit of infrastructuur die essentieel is voor het bereiken van klanten en/of voor de mogelijkheid van concurrenten om hun bedrijf te voeren, en die niet kan worden vervangen door enig redelijk alternatief” (zie punt 68 van de Bekendmaking betreffende de toepassing van mededingingsregels op overeenkomsten inzake toegang in de

telecommunicatiesector van de Europese Commissie, 98/C 265/02, hierna: “de Bekendmaking”). Een onderneming die een essentiële faciliteit beheerst, moet onder bepaalde omstandigheden toegang tot de faciliteit verschaffen. Zo’n omstandigheid doet zich voor indien “toegang tot de betrokken faciliteit in het algemeen noodzakelijk is voor ondernemingen om te kunnen concurreren op de verwante markt”. Voor het vaststellen van die noodzakelijkheid volstaat het niet “dat de positie van de onderneming die om toegang verzoekt gunstiger zou zijn indien toegang zou worden verleend – de weigering van toegang moet ertoe leiden dat de voorgenomen activiteiten onmogelijk of in

aanzienlijke mate en onvermijdelijk oneconomisch worden”(zie punt 91, onder a, van de Bekendmaking).

Uit de (Europese) rechtspraak en de beschikkingspraktijk kan worden opgemaakt dat de toets of een faciliteit als essentieel aangemerkt moet worden, zeer stringent is (zie bijvoorbeeld MvJEG 26

november 1998, zaak C-7/97, Oscar Bronner/Mediaprint).

Indien en voor zover aan de voorwaarden voor het aannemen van een “essentiële faciliteit” zou zijn voldaan, dan zou KPN in het algemeen kunnen worden verweten dat zij misbruik maakt van haar machtspositie, indien zij (a) derden de toegang tot de “essentiële faciliteit” weigert, en (b) de “essentiële faciliteit” aan derden onder ongunstiger voorwaarden stelt dan aan haar eigen diensten/bedrijfsonderdelen. De voorwaarden voor toegang tot de “essentiële faciliteit” zullen

objectief, non-discriminatoir en transparant moeten zijn en de gevraagde vergoedingen zullen redelijk moeten zijn.

Indien er sprake is van een “essentiële faciliteit” kan de eigenaar/beheerder daarvan onder omstandigheden een reden hebben om toegang tot die “essentiële faciliteit” te weigeren. De reden dient evenwel objectief gerechtvaardigd te zijn. Schaarste kan als een dergelijke grond worden gezien, evenals de bescherming van de integriteit van het netwerk van de onderneming aan wie toegang tot de “essentiële faciliteit” verzocht wordt.

1.2.3 Toekomstige regelgeving

In februari heeft de Europese Commissie het Werkdocument over ontbundelde toegang tot de aansluitlijn (9 februari 2000) gepubliceerd. Hierin wordt aangegeven dat Lidstaten regels in verband met volledige ontbundelde toegang mogen stellen voor zover die regels in lijn zijn met het

(7)

Ten aanzien van collocatie wordt gesteld: “To be effective, providing rights for unbundled access to the local loop must be accompanied by provision of rights for collocation. Access to buildings for collocation is covered by Article 11 of the Interconnection Directive (97/33/EC[...]”

De hiervoor genoemde principes worden herhaald in de op het werkdocument gebaseerde Aanbeveling van 25 mei 2000 (Rec. 2000/417/EC) en de Mededeling van 26 april 2000 (COM (2000)237). Ten aanzien van collocatie wordt daar nog aan toegevoegd: “To be effective, providing rights for unbundled access to the local loop must be accompanied by provision of rights for collocation. National regulatory authorities need to take steps to ensure that third parties that are granted unbundled access to local loops are also able to collocate equipment on the premises of the local loop operator” en “It is recommended that national regulatory authorities ensure that collocation space is offered to competitors in a way that is transparant, fair and non-discriminatory”

Naar KPN heeft vernomen komt de huidige positie van de Commissie, die naar alle waarschijnlijkheid zal worden neergelegd in een Verordening over ontbundelde toegang tot het aansluitnet en die zal zijn bedoeld om de Lidstaten een juridische basis voor het afdwingen van ontbundelde toegang tot de aansluitlijn te geven neer op het volgende:

- op grond van artikel 6.4 Tw. aangewezen aanbieders van vaste openbare

telecommunicatienetwerken en –diensten moeten een referentieaanbieding voor toegang tot de aansluitlijn en gedeeld gebruik van faciliteiten publiceren.

- aangewezen aanbieders zullen vanaf 31 December 2000 voldoen aan redelijke verzoeken om toegang tot de aansluitlijn en gedeeld gebruik van aanverwante faciliteiten onder transparante, redelijke en non-discriminatoire voorwaarden.

- aangewezen aanbieders zullen voor toegang tot de aansluitlijn en gedeeld gebruik van faciliteiten kostengeoriënteerde tarieven in rekening brengen.

- verzoeken kunnen alleen worden geweigerd op basis van objectieve criteria betreffende technische haalbaarheid en de behoefte om netwerkintegriteit te bewaren.

- van een redelijk verzoek tot toegang tot de aansluitlijn is sprake als de toegang noodzakelijk is voor de verlening van diensten door de afnemer en de weigering van het verzoek concurrentie in de sector zou verhinderen, beperken of verstoren.

1.2.4. Conclusie

KPN is van mening dat artikel 11 van de interconnectierichtlijn en de richtsnoeren interconnectie van de Minister van Verkeer en Waterstaat geen verplichting kunnen scheppen tot het leveren van collocatie in het kader van MDF-access. Artikel 11, dat gericht is tot de lidstaten en dat aan de lidstaten een opdracht geeft om een regeling voor collocatie in nationale wetgeving op te nemen, is voor wat betreft collocatie niet geïmplementeerd. De richtsnoeren interconnectie zien slechts op interconnectie.

KPN is van mening dat collocatie -en collocatie in het kader van MDF-access in het bijzonder- geen vorm van bijzondere toegang is als bedoeld in artikel 6.9. van de Telecommunicatiewet. De voor bijzondere toegang geldende regels zijn op collocatie daarom niet van toepassing. Met name geldt op dit moment voor KPN niet de verplichting van kostenoriëntatie en van het bekend maken van een referentieaanbieding.

KPN is van mening dat, onder de huidige regelgeving, op haar aanbod voor collocatie in het kader van MDF-access, slechts de regels van het mededingingsrecht (artikel 24) van toepassing kunnen zijn. Op grond daarvan geldt dat steeds eerst per centrale beoordeeld zal moeten worden of sprake is van een essential facility. In die beoordeling zal in ieder geval betrokken moeten worden de vraag of op een bepaalde locatie alternatieven beschikbaar zijn voor de door KPN te leveren collocatie.

Is in een specifiek geval sprake van een essential facility, dan zal het collocatieaanbod van KPN aan de volgende vereisten moeten voldoen:

- non-discriminatie

(8)

Na inwerkingtreding van de Verordening (in de voorgestelde vorm) zal de door KPN te leveren collocatiedienst in het kader van MDF-access wel gereguleerd zijn. Alsdan zal, naast de mogelijk op grond van het mededingingsrecht geldende vereisten, bovendien moeten worden voldoen aan de volgende vereisten:

- kostenoriëntatie van het tarief en - publicatie van een referentieaanbieding.

2. HET COLLOCATIEAANBOD VAN KPN

KPN is van mening dat haar aanbod voor collocatie aan de, op grond van zowel de huidige als de in de nabije toekomst te verwachten regelgeving, geldende vereisten voldoet.

2.1 Geen leveringsweigering, voldoen aan redelijke verzoeken

KPN voldoet aan alle redelijke verzoeken om collocatie in het kader van MDF-access.

Wat betreft de redelijkheid van een verzoek om collocatie wijst KPN op het daaromtrent in de Richtsnoeren Interconnectie bepaalde, nl. dat de grenzen van de redelijkheid kunnen worden bereikt indien veel vragende partijen vergelijkbare voorzieningen vragen. In een dergelijk geval is het van belang of het praktisch nog mogelijk zou zijn voor KPN om al deze partijen op dezelfde wijze te bedienen.

KPN hanteert bij de uitrol van haar MDF-access dienstverlening een uitrolplanning waarbij gewerkt wordt met tranches. De reden dat voor introductie in tranches is gekozen is gelegen in het feit dat om een centrale gereed te maken voor MDF-dienstverlening (inclusief de in het kader daarvan geleverde collocatiedienst) een groot aantal werkzaamheden moet worden verricht. Gelet op het feit dat KPN beschikt over circa 1400 MDF-locaties en gelet op het grote aantal verzoeken om MDF-access en in het kader daarvan geleverde collocatie dat bij KPN is ingediend, is het voor KPN, op dit moment in het kader van de uitrol van MDF-dienstverlening, fysiek onmogelijk om op ieder individueel verzoek van een marktpartij om MDF-access en collocatie op een bepaalde centrale apart in te gaan. Vanuit het oogpunt van efficiëntie is daarom gekozen voor introductie van de MDF-dienstverlening in tranches, waarbij per tranche de binnen KPN beschikbare capaciteit wordt ingezet om de in die tranche opgenomen locaties in een grote arbeidsslag gereed te maken voor MDF-dienstverlening. 2.2 Non-discriminatie

KPN levert collocatie in het kader van MDF-access onder non-discriminatoire voorwaarden aan alle marktpartijen.

Dat KPN retail als aanbieder van breedbanddienstverlening feitelijk geen gebruik maakt van dezelfde ruimten doet hieraan niet af. Het verbod van discriminatie ziet er immers op dat afnemers geen nadeel wordt berokkend bij de mededinging. Daarvan is hier geen sprake; de basisvoorzieningen zijn voor alle partijen - inclusief KPN - gelijk. KPN zal in haar reactie op de door OPTA gestelde vragen nog nader op dit punt ingaan.

2.3 Redelijke voorwaarden

Wat betreft de leveringsvoorwaarden geldt dat KPN in het kader van interconnectie en bijzondere toegangsdiensten reeds jaren collocatie aanbiedt aan marktpartijen onder vrijwel dezelfde juridische voorwaarden zonder dat dit ooit heeft geleid tot een geschil.

(9)

Voor de door KPN aangeboden collocatie in het kader van access geldt, evenals voor MDF-access, dat het overleg met de marktpartijen in het FIST de basis vormt voor afspraken omtrent het aanbod. Ook geldt dat OPTA steeds op de hoogte is gehouden van de voortgang binnen het FIST en de ideeën van KPN ten aanzien van collocatie.

Met de marktpartijen is sinds juni 1999 in FIST-verband overleg gevoerd over de

Produktwensenbeschrijving (PWB) voor collocatie. KPN heeft er alles aan gedaan om duidelijkheid over de voorwaarden te creëren en een redelijke termijn tot het moment van implementatie van de dienst in acht te nemen.

Ook overigens heeft KPN zich ingespannen om zoveel mogelijk aan de wensen van marktpartijen tegemoet te komen; op verzoek van marktpartijen heeft KPN verschillende (ingrijpende) wijzigingen in de ten behoeve van MDF-access te leveren collocatiedienst ingevoerd. Zo is KPN naar aanleiding van verzoeken van marktpartijen overgegaan van een “ kooienconstructie” naar een “ kooiloze” constructie en is KPN overgegaan van een standaardconfiguratie van 5 footprints naar een standaardconfiguratie van 2,5 footprints.

KPN is van mening dat zij hiermee ruimschoots heeft voldaan aan het redelijkheidsvereiste. 2.4 Redelijke tarieven, kostenoriëntatie

De tarieven voor de in het kader van MDF-access verleende collocatiedienst staan vermeld in de Raamovereenkomst collocatie. De tarieven zijn, in het licht van de onderliggende kosten die KPN heeft moeten maken voor de inrichting van de collocatieruimten, zonder meer redelijk te noemen. Op de berekening van de tarieven wordt in de reactie op hoofdstuk 7 van het consultatiedocument nader ingegaan.

2.5 Transparantie, referentieaanbieding

KPN heeft haar aanbod voor collocatie gepubliceerd op haar website:

www.kpn-telecom.nl/carrierservices/. Deze website is voor een ieder toegankelijk. 2.6 Conclusie

KPN is van mening dat uit het voorgaande blijkt dat de door haar in het kader van MDF-access aangeboden collocatiedienst voldoet aan zowel de huidige als de in de toekomst te verwachten wettelijke vereisten.

3. TIJDSTIP VAN DE CONSULTATIE 3.1. Algemeen

KPN plaatst enige kanttekeningen bij de timing van het consultatiedocument, met name in het licht van de huidige collocatiepraktijk en de ontwikkelingen op het gebied van regelgeving.

3.2 De huidige collocatiepraktijk

Het consultatiedocument lijkt voor een belangrijk deel ingegeven te zijn door de vooronderstelling dat sprake zou zijn van een enorme schaarste aan collocatieruimte.

De schaarsteproblematiek rond de in het kader van MDF te leveren collocatie is het afgelopen jaar veelvuldig aan de orde geweest. Nadat marktpartijen rond de jaarwisseling hun eerste orders hadden geplaatst bleek al snel dat de vraag naar collocatie het aanbod vele malen overtrof. KPN is hierop met marktpartijen in overleg getreden om te komen tot methoden om enerzijds te komen tot een

(10)

Sindsdien hebben zich belangrijke ontwikkelingen voorgedaan:

I. KPN heeft naar aanleiding van het overleg met marktpartijen een aantal wijzigingen aangebracht in haar collocatieaanbod; zoals hiervoor al aangegeven is KPN naar aanleiding van verzoeken van marktpartijen overgegaan van een “ kooienconstructie” naar een “ kooiloze” constructie en is KPN overgegaan van een standaardconfiguratie van 5 footprints naar een standaardconfiguratie van 2,5 footprints

II. Inmiddels heeft een aantal marktpartijen die collocatie hadden georderd, en waarvoor door KPN ook collocatievoorzieningen gebouwd zijn, te kennen gegeven zich terug te trekken

Een en ander heeft er toe geleid dat KPN op dit moment vrijwel aan alle verzoeken om collocatie heeft kunnen voldoen. Voor de enkele gevallen waarin dit niet mogelijk was is KPN met marktpartijen in overleg om een tot een oplossing te komen.

Hoe de vraag naar collocatieruimte ten behoeve van MDF-access zich in de toekomst zal ontwikkelen valt op dit moment niet te voorspellen. De conclusie dat deze vraag in de toekomst een enorme vlucht zou nemen lijkt op dit moment echter te voorbarig. Op dit moment heeft al een aantal marktpartijen, voor wie KPN al collocatievoorzieningen had gebouwd zich teruggetrokken. Enerzijds is hierdoor ruimte vrij gekomen die aan andere marktpartijen ter beschikking kan worden gesteld. Anderzijds roept dit de vraag op in hoeverre bij alle geplaatste orders sprake is van reële orders.

Daarnaast geldt dat in de toekomst nieuwe vormen van toegang en nieuwe diensten te verwachten zijn, die aan marktpartijen de mogelijkheid bieden om snelle internetdiensten aan hun eindgebruikers te bieden, zonder dat zij daarvoor een vorm van collocatie nodig zullen hebben. Gedacht kan worden aan diensten als wireless local loop en bitstream access.

(11)
(12)

1 Toegang tot de aansluitlijn en collocatie Vraag 1 Vormen van toegang tot de aansluitlijn

In hoofdstuk 3 van het Consultatiedocument onderscheidt het College drie vormen van toegang tot de aansluitlijn en informeert naar de mening van marktpartijen ter zake.

KPN kan zich vinden in de eerste onderscheiden vorm van toegang; de volledige ontbundeling van de aansluitlijn. Deze beschrijving komt overeen met de wholesaledienst “MDF-access” zoals thans door KPN aan haar klanten aangeboden wordt.

Met betrekking tot de tweede onderscheiden vorm van toegang medegebruik van de aansluitlijn -geldt dat KPN het eens is met het principe van een mogelijk medegebruik van de aansluitlijn zoals beschreven in 3.1.2. KPN beschouwt de grafische weergave van dit principe als één van de mogelijkheden om het medegebruik vorm te geven (zie schema “Vormen van toegang tot de aansluitlijn”.) Er zijn ook andere technische uitvoeringen denkbaar. KPN bespreekt op dit moment in het FIST de verschillende technische uitvoeringen. Het FIST heeft vastgesteld dat de leidende

principes bij de keuze voor de uitvoering van medegebruik zijn: waarborging van bestaande universele dienstverlening, efficiency, beheersbaarheid, future proof, implementeerbaarheid en schaalbaarheid. [KPN; Bedrijfsvertrouwelijk]

[…]

KPN kan zich ook vinden in de omschrijving van de derde onderscheiden vorm van toegang (bitstream)

Vraag 2 Vormen van collocatie (1)

KPN kan zich vinden in de in het Consultatiedocument gehanteerde beschrijvingen van fysieke collocatie. De omschrijving van aanpalende collocatie is echter niet geheel juist: voor het faciliteren van “aanpalende collocatie “ gebruikt KPN een voorziening dat buiten of aan de buitenmuur van het gebouw wordt geplaatst. Het realiseren van een dergelijk aansluitpunt in de centrale lijkt niet logisch gezien de beperkingen in ruimte. Het gebruik van een portocabin is evenmin voor de hand liggend (zie antwoord op vraag15).

KPN ondersteunt tenslotte - hoewel de omschrijving van virtuele collocatie wellicht juist is - virtuele collocatie niet. Voor deze vorm van collocatie is nieuwe dienstontwikkeling noodzakelijk. Dat betekent dat nieuwe Service & Instandhoudingsprocessen dienen te worden ontworpen, inclusief de systemen die dat proces ondersteunen. Aangezien het hier om een mogelijke oplossing gedurende een beperkte periode (zie deel 1, hoofdstuk 3) gaat, acht KPN de introductie van virtuele collocatie vanwege de hoge kosten, korte terugverdientijd en lange dienstontwikkelingstermijn niet in verhouding tot het beoogde doel en daarmee een eventuele verplichting onredelijk.

(13)

Vraag 4 Voorkeur (3) NVT

2 Basisvoorzieningen

Op 8 mei 2000 heeft KPN na overleg met marktpartijen die MDF-dienstverlening willen afnemen een raamovereenkomst collocatie opgesteld. In deze raamovereenkomst zijn de basisvoorzieningen voor de beide vormen van collocatie ten behoeve van de specifieke diensten opgenomen

Vraag 5 Basisvoorzieningen

De keuze van de basisvoorzieningen van fysieke en aanpalende collocatie voor ontbundelde toegang tot de aansluitlijn is afgestemd met marktpartijen

Als basisvoorzieningen voor fysieke collocatie dienen tenminste te worden beschouwd: • ruimte • brandalarmering • licht • 230 V AC • aarding • klimaatbeheersing • kabelgoten • toegangsbeveiliging en -verlening

Voor aanpalende collocatie zijn de volgende basisvoorzieningen opgenomen: • ruimte

• toegangsverlening.

Vraag 6 Specificaties basisvoorzieningen

De ten behoeve van collocatie aangebrachte basisvoorzieningen voldoen aan de specificaties die ook gelden voor betreffende voorzieningen in KPN-ruimten.

Vraag 7 Aanbod KPN

De selectie van voorzieningen is uitgevoerd na overleg met marktpartijen. Als basisvoorzieningen zijn opgenomen de voorzieningen die een marktpartij nodig heeft voor een normale bedrijfsvoering en die door KPN zelf ook worden gebruikt. .

Vraag 8 en 9 Gebruikmaken basisvoorzieningen (1)

Zoals hierboven aangegeven, heeft KPN bij het samenstellen van het basisaanbod een pakket van op de behoefte van marktpartijen toegesneden basisvoorzieningen samengesteld. Een aantal optionele voorzieningen zijn mogelijk, maar niet op elke locatie en zeker niet alle denkbare voorzieningen (zoals kooien). Het toestaan van dergelijke variaties leidt tot inefficiency en hoge belasting van resources. KPN kan zich daarom ook niet vinden in het standpunt met betrekking tot de vrijheid van de collocerende partij om tot een keuze voor en invulling van de benodigde ruimte te komen.

KPN ondersteunt in beginsel het delen van ruimte in een centrale wel (zo blijkt ook uit het huidige collocatie-aanbod), maar het delen van faciliteiten in die ruimte niet omdat:

• het leidt tot ondoorzichtige situaties, zowel in juridische zin (wie is verantwoordelijk/aansprakelijk) als in praktische zin (waar treedt een storing op/door wie wordt die storing veroorzaakt) een storing;

• het kan leiden tot misbruik (ontwikkelen van aanpalende commerciële activiteiten, uitbaten KPN-ruimten).

Op basis van deze principes, komt KPN tot de volgende standpunten:

• het delen van collocatieconfiguraties is niet toegestaan omdat dat een splitsing van afnemer van dienst en afnemer van de bijbehorende collocatie tot gevolg heeft, hetgeen in strijd is met de overeenkomst en leidt tot bovengenoemde onduidelijkheden;

• het delen van kasten is om dezelfde reden niet toegestaan;

(14)

3 Redenen voor toegangsweigering

OPTA stelt in verband met de redelijkheid van verzoeken om collocatie ten behoeve van toegang tot de aansluitlijn onder meer dat er voldoende toegangscapaciteit beschikbaar moet zijn. Om te kunnen bepalen of er sprake is van “voldoende toegangscapaciteit”, dienen de volgende vragen beantwoord te worden:

• is er ruimte op de hoofdverdeler?

• is er, rekening houdend met reserveringen, ruimte in (fysiek) of bij (adjacent) de gebouwen van KPN waar de diensten ten behoeve waarvan collocatie wordt gevraagd, worden aangeboden? • voldoen de ruimten aan de eisen voor een collocatie-ruimte (bouw- en veiligheidsvoorschriften) of

kunnen ze redelijkerwijs geschikt worden gemaakt?

Ten aanzien van beide typen ruimte hanteert KPN het “op is op “-principe. Om vervolgens vast te kunnen stellen hoeveel capaciteit er ter verdeling aan derden resteert voordat in een concreet geval sprake is van “op”, is, onder meer, inzicht in KPN’s eigen daadwerkelijk gebruik en toekomstige gebruiksbehoeften (reserveringen) nodig. Dat inzicht wordt verkregen door het uitvoeren van een onderzoek van de specifieke locatie naar aanleiding van een reservering van een partij (Site Report, zie Operations & Maintenance Manual). In dat onderzoek worden alle ruimten in het betreffende gebouw betrokken en wordt tevens vastgesteld of de ruimten voldoen aan de eisen voor een collocatie-ruimte. Deze eisen zijn gelijk aan de eisen die worden gesteld aan de technische ruimten van KPN

Vraag 10 Reserveringen

Zoals hierboven aangegeven, worden naar aanleiding van een reservering van een partij, de door de partij gewenste locaties onderzocht op toegangscapaciteit door KPN. Deze toekomstige

gebruiksbehoefte wordt vastgesteld aan de hand van meerjarenplannen. Deze meerjarenplannen zijn opgesteld op basis van 3 soorten ruimtevoorraden per locatie, te weten:

geplande ruimte: bestemd voor de reguliere plannen;

tactische voorraad: bestemd voor introductie nieuwe diensten en

netwerkelementvernieuwingen alsmede onvoorziene (explosieve) groei in bestaande diensten en netwerkcapaciteit (inclusief de HVD-ruimte); deze tactische voorraad is gebaseerd op de

levertijden van de benodigde voorzieningen;

voorraad t.b.v. reguliere groei: ruimte om groei van bestaande diensten in de komende 5 jaar af te dekken;

Bovenstaande ruimtevoorraden worden afhankelijk van de marktontwikkelingen periodiek bijgesteld. Door de sterke dynamiek van de telecommunicatiemarkt blijven de marktontwikkelingen zeer moeilijk voorspelbaar. Een zekere mate van flexibele omgang met de reserveringen is dan ook absoluut noodzakelijk om KPN niet te belemmeren in haar bedrijfsvoering.

Vraag 11 Inefficient gebruik

KPN steunt het standpunt van OPTA dat inefficient gebruik van voorzieningen voorkomen dient te worden. Zoals al aangegeven in antwoord op vraag 8, leidt het toestaan van variaties op het

basisaanbod op zich al tot inefficient gebruik van mensen en middelen. Het basisaanbod is binnen de randvoorwaarde dat het zoveel mogelijk op de behoeften van marktpartijen toegesneden moet zijn, het meest efficiente aanbod. Het feit dat vooraf een deel geïnvesteerd dient te worden, de

uitbreidingsprocedure, de mogelijkheid van herconfiguratie en de beschikbaarheid van halve footprints zijn daar voorbeelden van. Aansluiten op dit aanbod is dan ook de manier waarop inefficient gebruik voorkomen kan worden.

Beschikbaarheid voorzieningen

(15)

Automatenzalen bijvoorbeeld vallen af omdat zij niet geschikt te maken zijn voor toegang voor andere aanbieders (beveiliging in verband met netwerkintegriteit). In die gevallen waarin een af te scheiden ruimte te maken is, zal dat blijken uit het Site Report

Vraag 12 Sanering en vraag 14 termijn

KPN ondersteunt een generieke saneringsplicht niet. Dit is vanwege de grote variëteit in het netwerk redelijkerwijs ook niet mogelijk. In de site surveys wordt overigens steeds de mogelijkheid/noodzaak tot sanering meegenomen indien het gaat om een centrale met beperkingen. Gezien de daaraan verbonden kosten, de termijnen die met saneringen gemoeid zijn (drie maanden is in ieder geval voor eventuele saneringen aan de zijde van KPN geen redelijke termijn) en de timing ervan, acht KPN het echter niet waarschijnlijk dat eventuele sanering een oplossing kan bieden. Er zal slechts in overleg met marktpartijen – die immers de kosten moeten dragen – tot sanering overgegaan kunnen worden Vraag 13 Inefficient gebruik

Zoals eerder aangegeven, acht KPN bewust “inefficient gebruik”, door welke marktpartij dan ook, vanzelfsprekend onwenselijk. In antwoord op vraag 12 bleek reeds dat KPN de mogelijkheid tot sanering standaard onderzoekt. Wat het gedrag van andere marktpartijen betreft, wil KPN graag voorop stellen dat KPN op basis van de huidige collocatie-overeenkomsten niet gerechtigd is om aan eventueel ineffcient gebruik rechtsgevolgen te verbinden. Zolang een marktpartij aan de contractuele verplichtingen jegens KPN voldoet, zal die partij van de dienstverlening van KPN inzake collocatie gebruik mogen maken zonder aanvullende verplichtingen. KPN gaat ervan uit dat indien een partij het basisaanbod en eventuele optionele faciliteiten afneemt tegen de voorwaarden zoals in de

overeenkomst vastgelegd, er in principe geen sprake kan zijn van inefficient gebruik. Is er naar de mening van andere marktpartijen toch reden om in een concreet geval te twijfelen aan de effciency van de voorzieningen van éen van de concurrenten, dan staat het deze marktpartijen vanzelfsprekend vrij om een oordeel van OPTA over die voorzieningen te vragen.

Vraag 15 Portocabins

Zoals eerder aangegeven, onderzoekt KPN de door partijen gereserveerde locaties aan de hand van een aantal criteria (eigen gebruik, toekomstige gebruiksbehoeften, eisen aan collocatie-ruimten). Indien uit dat onderzoek blijkt dat er in een specifieke locatie geen ruimte is, dan geldt het principe “vol is vol”; de eventuele mogelijkheden voor portocabins worden niet betrokken in het onderzoek, ook niet indien er een ruimtebeperking blijkt.

KPN meent dat de redelijkheid niet eist dat fysieke collocatie eventueel met behulp van portocabins op het terrein van KPN wordt gerealiseerd. Het kunnen plaatsen van portocabins is afhankelijk van ruimte en vergunningen, deze vergunningen zijn per definitie – als ze al verleend worden – tijdelijk zodat de continuïteit van de bedrijfsvoering van een partij die collocatievoorzieningen in een portocabin heeft ondergebracht, niet gegarandeerd kan worden. Marktpartijen die dergelijke onzekerheid niet bezwaarlijk achten, staat het overigens vrij om zelf een vergunning voor een portocabin op gemeentegrond aan te vragen.

Op dit moment overweegt KPN voor een aantal locaties de plaatsing van portocabins. Het gaat hier echter om incidenten: voor de betreffende locaties heeft KPN in het verleden fysieke collocatie-mogelijkheden toegezegd die – na een locatie-onderzoek – niet leverbaar bleken te zijn. Aan een definitieve oplossing wordt gewerkt. Inmiddels is de bestelprocedure zodanig verfijnd dat dergelijke verschillen in aangeboden en daadwerkelijk realiseerbare mogelijkheden niet meer voor kunnen komen.

Zoals gesteld meent KPN dat de redelijkheid haar grens kent bij het onderzoeken van de

mogelijkheden binnen de bestaande bebouwing; indien er geen ruimte gevonden kan worden, biedt KPN als alternatief de mogelijkheid van aanpalende collocatie.

(16)

Vraag 18 Aanpalende collocatie

De mening van het College voor wat betreft de waarschijnlijkheid van ruimte voor aanpalende

collocatie komt niet geheel overeen met de werkelijkheid al is de stelling dat in het overgrote deel van de locaties mogelijkheden zijn voor “aanpalende collocatie” wel te verdedigen.

Vraag 19 Portocabins

Ten aanzien van het inzetten van portocabins verwijst KPN naar het antwoord op vraag 15: het onderzoeken van de mogelijkheden voor portocabins behoort niet tot de verplichting tot het voldoen aan een redelijk verzoek om collocatie. Bovendien geldt overigens dat daar waar geen ruimte zou zijn voor de voorziening waarmee aanpalende collocatie wordt gerealiseerd, er zeker geen ruimte zal zijn voor een nog omvangrijkere portocabin.

Vraag 20 Ruimte op de hoofdverdeler (1)

KPN wil in verband met eventuele uitbreidingen van de hoofdverdelers opmerken dat dergelijke uitbreidingen niet in alle gevallen mogelijk zullen zijn.

Vraag 21 Ruimte op de hoofdverdeler (2)

Indien een uitbreiding aan de orde zou zijn, steunt KPN het principe dat partijen de kosten dragen van een uitbreiding, zij het dat deze niet ten laste van het collocatietarief dienen te worden gebracht, maar binnen de MDF-dienstverlening zullen worden verhaald.

Vraag 22 Andere benodigde faciliteiten Nee.

4 Transparantie en non-discriminatie Vraag 23 Het belang van non-discriminatie

KPN maakt, zoals het College aangeeft, ten behoeve van de eigen MDF-dienstverlening gebruik van fysiek andere ruimten in een centrale dan de ruimten die zijn ingericht voor collocatie ten behoeve van MDF-dienstverlening door derden. Hier is voor gekozen teneinde zoveel mogelijk derden te kunnen toelaten in de daarvoor speciaal ingerichte ruimten. Deze keuze om de MDF-dienstverlening van KPN onder te brengen in een andere ruimte dan de speciaal ingerichte derden-ruimten was er omdat er geen speciale veiligheidsmaatregelen genomen dienen te worden voor het toelaten van KPN-personeel bij de ten behoeve van ADSL gebruikte apparatuur. De voorzieningen in de betreffende ruimte zijn voor het overige gelijk aan de voorzieningen in de ruimten voor derden.

KPN acht de oplossing die gekozen is geen “bijzondere positie”. Allereerst is in de Richtsnoeren Interconnectie van de Minister van Verkeer en Waterstaat (zie 3.1) is reeds aangegeven dat

verschillende oplossingen zijn toegestaan […] de redelijkheid kan niet te ver gaan: bijvoorbeeld is van belang of, indien vele vragende partijen vergelijkbare voorzieningen zouden vragen, het praktisch nog mogelijk zou zijn voor KPN om al deze partijen op dezelfde wijze te bedienen…. Daarbij komt dat er pas sprake zou zijn van strijd met het non-discriminatie beginsel indien een der partijen een

concurrentievoordeel zou behalen bij de verschillen in oplossing. Hiervan is geen sprake: de

basisvoorzieningen zijn voor alle partijen – inclusief KPN – gelijk. In dit verband verwijst KPN ook naar de beperkingen op het gebied van marktintroductie die zij aan de eigen ADSL-dienstverlening heeft opgelegd teneinde een verschil in startpositie te voorkomen. Tenslotte geldt ook dat de

uitbreidingsmogelijkheden gelijk zullen zijn.

Aangezien er geen sprake is van een “bijzondere positie” noch van strijd met het discriminatie-beginsel, acht KPN additionele eisen c.q. verplichtingen niet aan de orde.

Vraag 24-27 Informatievoorziening

In het Consultatiedocument maakt het College een onderscheid tussen drie typen informatie waarover een partij voorafgaand aan een eventueel verzoek om toegang tot de aansluitlijn zou moeten kunnen beschikken:

• de algemene voorwaarden en condities voor collocatie

(17)

• de beschikbaarheid c.q. realiseerbaarheid van collocatiefaciliteiten in de verschillende centralegebouwen.

Op basis van deze informatie zou een aanbieder dan – zo stelt het College voor – eventueel tot bestelling van de basisvoorzieningen overgaan

KPN stelt vast dat de eerste twee typen informatie reeds verkregen c.q. vanaf januari (aantal lijnen binnen verzorgingsgebied en aantal breedbandgeschikte lijnen binnen verzorgingsgebied) verkregen kunnen worden. De algemene voorwaarden en condities voor collocatie zijn beschikbaar op de website van KPN Carrier Services en de lijsten met centrales, aantal lijnen dat per hoofdverdeler bediend wordt alsmede postcodegebieden zijn (binnenkort) opvraagbaar. Ten aanzien van het derde type informatie – algemene informatie over de beschikbaarheid c.q.realiseerbaarheid van

collocatiefaciliteiten in de verschillende centralegebouwen – wil KPN graag het volgende opmerken. KPN onderschrijft ook deze behoefte aan informatievoorziening van partijen. Een algemeen onderzoek naar de status van alle centrales is echter weinig zinvol: het is belastend voor de resources (mensen en middelen), het heeft beperkte informatiewaarde (weinig details mogelijk, specifieke

omstandigheden veranderen), de looptijd van dergelijke onderzoeken is aanzienlijk en de procedure sluit niet aan op het huidige proces van initiële toewijzing per tranches. Om partijen toch voldoende te informeren, is in de raamovereenkomst een proces van reservering, onderzoek en bestelling

beschreven dat ervan uitgaat dat partijen over de beschikbaarheid c.q. realiseerbaarheid van specifieke locaties worden geïnformeerd naar aanleiding van reserveringen. Nadat de informatie is verkregen, kunnen de reserveringen al dan niet worden omgezet in bestellingen. Op deze wijze kan actuele en specifieke informatie over locaties worden verstrekt binnen korte termijn, zodat partijen geïnformeerd een bestelling kunnen plaatsen.

Naar de mening van KPN kunnen partijen over alle relevante informatie beschikken voordat een bestelling geplaatst wordt. Zoals aangegeven, zijn algemene voorwaarden en bovengenoemde lijsten beschikbaar. De keuze voor een specifiek en gedetailleerd onderzoek naar een aantal gewenste locaties is naar de mening van KPN te prefereren boven een algemeen en daarmee per definitie meer globaal onderzoek naar alle locaties om redenen van efficiency, actualiteit en snelheid.

Vraag 28-30 Het haalbaarheidsonderzoek

Naast het ter beschikking stellen van de drie bovengenoemde typen informatie ten behoeve van de bestelling van basisvoorzieningen, stelt het College voor om partijen de mogelijkheid te geven om om haalbaarheidsonderzoeken te verzoeken in geval bestelling van optionele voorzieningen wordt

overwogen.

KPN acht het niet realistisch om aan partijen een niet aan nadere voorwaarden verbonden

mogelijkheid tot het indienen van verzoeken om haalbaarheidsonderzoeken toe te kennen. Hieraan zijn twee principiële bezwaren verbonden:

• de vrijblijvendheid van een verzoek: indien partijen op elk moment voor elke locatie een verzoek tot een haalbaarheidsonderzoek in zouden kunnen dienen, wordt de efficiency die bereikt is met het vaststellen van een basisaanbod en het stroomlijnen van het traject van initiële levering volledig teniet gedaan. De vrijblijvendheid van dergelijke verzoeken zal tot gevolg hebben dat er een ongecontroleerd beroep op mensen en middelen zal worden gedaan. Dit maakt het

onmogelijk om een uitspraak over termijnen voor dergelijke onderzoeken te doen. Het is zelfs zeer waarschijnlijk dat een dergelijke vrijblijvende inrichting van een onderzoeksproces gevolgen zal hebben voor de leveringstermijn van de basisvoorzieningen.

• het feit dat de optionele faciliteiten niet limitatief zijn: het College gaat ervan uit dat partijen vrij zijn in de keuze van optionele faciliteiten. Ook hiervoor geldt weer dat een beperking van het soort optionele faciliteiten in beginsel nodig is om efficiency en snelheid van levering te kunnen waarborgen; maatwerk brengt inefficiency en langere doorlooptijden met zich mee (zie

vergelijkbare overwegingen in de beschrijving van de vaststelling van het basisaanbod, vragen 8 en 9). In combinatie met het bezwaar van de vrijblijvendheid van verzoeken, is het niet mogelijk om indicaties over leveringstermijnen van optionele voorzieningen te geven.

(18)

geschiedt in principe op basis van vooraanleg of – indien de voorzieningen niet in vooraanleg aanwezig zijn – op basis van een offerte. In de huidige raamovereenkomst wordt voorzien in twee typen optionele voorzieningen voor fysieke collocatie, te weten 48V DC no break power supply en 230 V AC monitored supply. Voor aanpalende collocatie worden op dit moment geen optionele

voorzieningen aangeboden. De overgang naar een systeem zoals door het College voorgesteld is op dit moment niet haalbaar. Een proces met meer keuzemogelijkheden voor optionele faciliteiten zou in de toekomst wellicht wel realiseerbaar zijn, Echter, de noodzaak van clausulering van

haalbaarheidsonderzoeken en opsomming van mogelijke optionele faciliteiten zal in verband met de beheersbaarheid noodzakelijk blijven.

Vraag 31-33 Verificatie

In verband met de verplichting tot transparantie, acht het College het wenselijk dat de

informatieverstrekking door KPN kan worden geverifieerd. Zoals is gebleken, is KPN volledig bereid om haar medewerking te verlenen aan verificatie-onderzoeken. De vorm die het College daarbij voor ogen heeft, acht KPN echter niet realistisch, met name vanwege de volgende principes:

• onbeheersbaarheid: in het voorstel van het College zouden partijen op en door hen te kiezen moment, met een door hen vast te stellen frequentie en door hen vast te stellen locaties kunnen bezoeken. KPN is niet in staat om een dergelijk ongecontroleerd beroep op mensen en middelen te honoreren. Verificatie door een onafhankelijke derde, zoals in het verleden uitgevoerd, kent deze nadelen niet.

• disproportionaliteit: KPN acht het uitvoeren van verificaties door haar concurrenten

disproportioneel in relatie tot het beoogde doel; in het verleden is gebleken dat op basis van verficaties uitgevoerd door een onafhankelijke derde het beoogde doel bereikt kan worden. Gezien die ervaring, is het toestaan van concurrenten in de KPN-centrales een onevenredig middel om het doel van een onafhankelijke en betrouwbare verificatie te bereiken.

KPN acht de in het verleden beproefde methodiek – verificatie van bepaalde locaties, namelijk probleemlocaties door een onafhankelijke derde op verzoek van een groep aanbieders op basis van vooraf vastgestelde toetsingscriteria– acceptabel wat betreft belasting van mensen en middelen en inbreuk op de eigen bedrijfsvoering. De resultaten van de in het verleden op deze manier uitgevoerde verificatie bleken werkbaar. Indien er onenigheid over de uitvoering van de resultaten van de

verificatie ontstaat, staat vanzelfsprekend de weg naar OPTA open.

In verband met de ervaringen uit het verleden, ontgaat KPN overigens waarom een overgang naar een procedureel onbeheersbaar en disproportionele methode wordt overwogen. KPN meent bovendien dat een dergelijke methode veel minder effectief zal zijn dan de reeds beproefde methode. Het is aan te bevelen de aandacht te besteden aan het verfijnen van de huidige methode.

Vraag 34-35 Het bestel- en leveringsproces

Het College beschrijft een bestel- en leveringsproces dat niet overeenkomt met de huidige praktijk van collocatiebestelling en leveringen op basis van de raamovereenkomst collocatie die gepubliceerd is op de website van KPN carrier services (zie vraag 24-27). De bestelling vindt plaats op basis van een reservering, de reservering vindt – doorgaans - plaats op basis van informatie over algemene voorwaarden alsmede de eerder genoemde “lijsten” en de reservering is basis voor specifiek locatie-onderzoek. Voor de bestelling van optionele faciliteiten is geen aanvullend

informatievoorzieningsproces noodzakelijk omdat de aanbieding van KPN volledig transparant is. Alleen in het geval de optionele voorzieningen niet in vooraanleg aanwezig zijn, zal een offerte worden uitgebracht.

Na de bestelling neemt de leveringstermijn een aanvang. Zoals het College ook opmerkt in paragraaf 85, is er een grote mate van diversiteit in locaties zodat ook de mate waarin aanpassingen gepleegd moeten worden ten behoeve van collocatie sterk uiteen loopt. Van algemene leveringstermijnen kan dan ook nog niet gesproken worden. De leveringstermijnen variëren op dit moment – afhankelijk van het type aanpassingen dat nodig is – van 3 maanden (minimale aanpassingen) tot 1,5 jaar (grote verbouwingen).

(19)

Zoals vastgesteld in het algemene deel van deze reactie, bestaat er op dit moment voor collocatie geen verplichting tot kostenoriëntatie. Voor de hierna volgende antwoorden geldt dan ook dat zij, voor zover betrekking hebbend op kostenoriëntatie, de eventuele toekomstige standpunten van KPN verwoorden in geval er voor de toekomst een verplichting tot kostenoriëntatie gaat gelden. Vraag 36 Toepassing van het non-discriminatie beginsel

Het College baseert haar standpunt ten aanzien van non-discriminatie op een tweetal observaties, te weten de omstandigheid dat KPN tot nu toe gebruik maakt van andere faciliteiten dan nieuwe aanbieders en de aanname dat deze faciliteiten geen aanpassingen behoefden voor het plaatsen van de voor MDF-dienstverlening benodigde apparatuur. Beide observaties zijn niet juist.

Ten aanzien van de eerste observatie geldt dat er geen sprake is van het gebruik van andere faciliteiten. Zoals ook in antwoord op vraag 23 is aangegeven, gaat het om het gebruik van fysiek andere ruimten en niet om andere faciliteiten. De faciliteiten in beide type ruimten zijn gelijk. Een verschil in ruimten is geoorloofd op grond van het mededingingsrecht zolang er geen sprake is van concurrentievoordelen. Dergelijke voordelen zijn niet aan de orde

De tweede observatie is evenmin juist. Ook de ruimten die KPN voor zichzelf heeft ingericht

behoefden aanpassing, zij waren in die zin niet anders dan de derden-ruimten. Wel is het op zichzelf juist dat de kosten voor de inrichting niet exact overeen hoeven te komen met de kosten voor het inrichten Van de derden-ruimte. Dit omdat onder meer speciale voorzieningen ten behoeve van de andere marktpartijen diende te worden aangebracht (toegangsverleningsmaatregelen bijvoorbeeld) of omdat de wijze van inrichting – meerdere marktpartijen - tot andere kosten leidt.

In lijn met de beginselen van kostenoriëntatie – waarbij specifiek ten behoeve van de wholesale-dienstverlening gemaakt kosten ook aan de wholesale-dienst doorgerekend mogen worden -, heeft KPN haar tarieven voor collocatie voor derden geënt op de kosten die ten behoeve van die

dienstverlening worden gemaakt.

Overigens is er geen reden om – zoals het College voorstelt – eventuele kostenverschillen (voor- of nadelen) door te geven aan de aanbieders die collocatie afnemen. Het tarief dat KPN hanteert voor de eigen dienstverlening dekt de kosten van collocatie die derden in rekening worden gebracht. De eindgebruikerstarieven dragen derhalve dezelfde kosten als de kosten die derden voor collocatie in rekening gebracht krijgen.

Vraag 37 Kosten verbonden met het realiseren van de basisvoorzieningen Zoals hierboven aangegeven is, KPN van mening dat zij in het geheel geen verplichting tot kostenoriëntatie kent voor de genoemde dienst. Voor zover KPN al gedwongen zou zijn tot het in rekening brengen van kostengeoriënteerde tarieven dan deelt zij de visie van het College dat zij naast de directe kosten in staat gesteld dient te worden tot het in rekening brengen van het toerekenbare deel van de gemeenschappelijke kosten, gezamenlijke kosten alsmede een redelijk rendement. Vraag 38 Het niveau van kostenbepaling

Ten principale is KPN van mening dat zij vrijheid dient te hebben in het vaststellen van de wijze waarop zij haar tarieven bij haar klanten in rekening brengt. Dit omdat de verrekening niet kan worden losgezien van enerzijds de dienst en de daaraan gekoppelde parameters en anderzijds de kosten die KPN dient te maken. Dit laatste geldt ook voor wat betreft de verrekening zelf. Zo heeft KPN in casu gekozen voor de door OPTA in paragraaf 87 omschreven methodiek van het vaststellen van een standaard tarief per dienst. Dit heeft een aantal belangrijke voordelen die hierna worden besproken:

• grote mate van voorspelbaarheid: partijen weten van te voren wat inrichting van een locatie kost; • evenredige lastenverdeling: immers marktpartijen hebben zelf geen invloed op de

omstandigheden per locatie en zouden daardoor sterk in het nadeel kunnen zijn indien bijvoorbeeld juist in het eigen verzorgingsgebied de kosten hoog zouden uitvallen;

(20)

zou van KPN de inrichting van een zeer gedetailleerd en strak proces tot verrekening van de kosten vereisen.

Naar de mening van KPN stuit het per marktpartij in rekening brengen van de werkelijke kosten voor de door haar gewenste collocatie op grote praktische bezwaren. Wat bijvoorbeeld te doen indien een marktpartij als eerste (en voorlopig enige) geïnteresseerd is in een locatie. Dient zij dan de volledige kosten voor haar rekening te nemen van de inrichting van een volledige ruimte, die ook voor anderen geschikt gemaakt moet worden? Indien dat zo zou zijn, dan zou de drempel mogelijk veel groter worden, met name op in eerste instantie minder aantrekkelijke locaties. Dit zou er op termijn toe kunnen leiden dat de uitrol van breedbanddiensten vertraagd wordt.

Naast de eenmalige vergoeding is overigens ook een terugkerende vergoeding gerechtvaardigd. Niet alleen voor het gebruik van het gebouw, schoonmaak, verlichting, gemeenschappelijke ruimten etc., maar tevens voor de vervanging en onderhoud van bijvoorbeeld defecte koelinstallatie. Deze kosten immers worden gedurende de duur van de overeenkomst gemaakt en worden logischerwijze ook periodiek in rekening gebracht.

Vraag 39 De wijze van tarifering (1)

KPN is voorstander van een eenmalige tarifering van de installatiekosten. KPN onderschrijft daarbij de visie van het College dat deze methode eenvoudig, transparant en voorspelbaar is, alsmede de observatie dat de huidige voorwaarden geenszins een obstakel zijn gebleken voor marktpartijen. Overigens zou een systeem waarbij de kosten periodiek in rekening zouden worden gebracht tot zeer grote investeringsrisico’s bij KPN en onduidelijkheid bij marktpartijen leiden omdat de tarifering van locaties uiteen zou gaan lopen (afdekken risico’s).

Vraag 40 De wijze van tarifering (2)

KPN heeft een voorstel voor verrekening ontwikkeld en aan marktpartijen voorgelegd. Dit voorstel gaat ervan uit dat als een partij de dienstverlening staakt en er zich een andere partij aandient die de betreffende ruimte wil overnemen, de eerste partij een restitutie ontvangt voor een met het gebruik evenredig deel van de kosten op basis van een bepaalde verrekensleutel.

Nu dit voorstel voorligt, ondersteunt KPN een onderlinge verhaalsmogelijkheid niet. Het staat partijen natuurlijk vrij om onderling kosten te verhalen, maar KPN zal aan de afnemers van de dienst het bedrag in rekening brengen dat volgt uit de overeenkomst en de verrekeningsvoorziening. Vraag 41 Leegstandskosten (1)

KPN ondersteunt het standpunt van het College dat de door het College genoemde ‘leegstandskosten’ verhaald moeten kunnen worden op afnemers van de collocatiedienst.

Vraag 42 en 43 Leegstandskosten (2)

Leegstandskosten dienen in het standaardtarief tot uitdrukking te komen. Hiervoor zullen dus aannames gedaan dienen te worden, op basis van op het moment van vaststelling van het tarief beschikbare informatie. Hiertoe zouden de volgende methoden overwogen kunnen worden: 1. Verrekening achteraf

2. Verrekening het volgende jaar 3. Verrekening over meerdere jaren

4. Verrekening middels de recurring tarieven (huurtarieven) 5. Verrekening per locatie (suggestie OPTA)

KPN gaat hierbij uit van de situatie waarin de verrekening plaatsvindt middels een eenmalig bedrag ten behoeve van de installatie en middels terugkerende bedragen voor gebruik van de ruimte, onderhoud etc. (zo is het ook in het huidige standaardaanbod verwerkt).

Ad 1)

KPN deelt de observatie van het College dat een systeem van verrekening achteraf de

(21)

Ad 2)

Verrekening van het verschil (hoger of lager) zou ook in het volgende jaar kunnen plaatsvinden in de eenmalige tarieven. Belangrijk nadeel hiervan is dat indien de kosten veel lager blijken te zijn, een vroeg utgerolde partij een later uitrollende partij op die wijze zou subsidiëren. Mogelijk nog minder wenselijk is de situatie waarbij de kosten hoger blijken te zijn. Later uitrollende partijen zouden dan met een drempel worden geconfronteerd om tot de markt toe te treden. Deze methode lijkt derhalve niet wenselijk.

Ad 3)

Hiervoor geldt eigenlijk hetzelfde als voor ad 2. KPN acht ook dit niet wenselijk. Ad 4)

Deze methode biedt een goede oplossing. Partijen zouden op deze wijze het eventueel teveel of te weinig betaalde het volgende jaar terug zien in hogere of lagere ‘huurkosten’. Deze methodiek kent ook geen grote praktische bezwaren, zij is relatief eenvoudig uitvoerbaar en is bovendien consistent met een landelijk gemiddeld tarief.

Ad 5)

De door het College gesuggereerde methodiek verhoudt zich geenszins met het principe van een gemiddeld landelijk tarief. Daarnaast zou dit in praktische zin tot enorme problemen en extra inspanning leiden (zie ook antwoord op vragen 38 en 39). Tenslotte zou de methode leiden tot een hoge drempel (en grote onzekerheid en onvoorspelbaarheid) voor de eerst collocerende marktpartij (hetgeen steeds minder wordt naarmate er meer partijen op een locatie komen te zitten).

Vraag 44 Versleutelingsgrondslag

Alles wat ten behoeve van de marktpartij geïnstalleerd wordt, basis- dan wel optionele voorzieningen dient in een eenmalig tarief tot uitdrukking te komen (zie vraag 39). Voor zover het College refereert aan de over de contractsduur terugkerende kosten (onderhoud, schoonmaak, vervanging etc); deze komen logischerwijze tot uitdrukking in een terugkerend tarief.

Vraag 45-47 Eenmalige kosten

De door KPN gepresenteerde eenmalige tarieven zijn gerelateerd aan diensten die steeds eenmalig geleverd worden. Een andere dan de door KPN hiertoe in haar contract opgenomen versleuteling is volstrekt onlogisch en zou geen enkel recht doen aan de karakteristieken van de geleverde diensten. Vraag 48 Kosten verbonden met het realiseren van extra faciliteiten

In antwoord op vraag 28-30 is reeds aangegeven onder welke voorwaarden KPN optionele

voorzieningen aanbiedt. Indien onenigheid ontstaat over de prijs van de optionele faciliteiten die op basis van een offerte worden geleverd (het andere deel wordt op basis van standaardprijzen zoals opgenomen in de overeenkomst geleverd), dan staan er reeds voldoende wegen open om de rechtspositie van beide partijen te beoordelen. Het instellen van een nieuwe methode van geschillenbeslechting lijkt in dit verband niet nodig,

Overigens zij opgemerkt dat de in paragraaf 100 voorgestelde eigendomsovergang in de huidige raamovereenkomst is geregeld met een iets grotere graad van vrijheid voor beide partijen (keuzemogelijkheid en afspraken over verwijdering).

Vraag 49 De huur van de ten behoeve van collocatie benodigde ruimte (1)

De ‘huurkosten’ die KPN in rekening brengt bij de afnemers van de collocatiedienst worden slechts in beperkte mate bepaald door de kosten van het ‘kale’ gebouw. Belangrijke componenten zijn zaken als vervanging, onderhoud, schoonmaak, bewaking etc. Deze posten – die het tarief voor het een groot deel bepalen – zijn niet op de door het College omschreven wijze in een boek- dan wel

marktwaardebegrip te vatten. Daar waar gekeken wordt naar de kosten van het gebouw zelf is het op zichzelf juist om naar de marktwaarde te kijken. Hier gaat immers de juiste prikkel van uit ten

(22)

praktische problemen in casu (hoe bepaal je de marktwaarde van een specifieke locatie?) kan KPN zich echter indenken dat deze benadering niet wordt gekozen.

Vraag 50 en 51 De huur van de ten behoeve van collocatie benodigde ruimte (2) NVT

Vraag 52 De huur van de ten behoeve van collocatie benodigde ruimte (4)

Alle relevante kosten dienen in beschouwing te worden genomen. Daarbij valt onder meer te denken aan:

• Schoonmaak • Onderhoud • Vervanging

• Gedeeld gebruik gemeenschappelijke ruimten (wc’s, gangen, kabelkelder, ruimte waar stroomvoorziening staat etc)

• Toegang • Service

De genoemde kosten dienen naar rato van gebruik in rekening gebracht te worden. Dat wil zeggen dat de kosten uiteindelijk dienen te worden versleuteld naar ‘kostendragende’ vierkante meters. Vraag 53 Elektriciteit

Gezien de opbouw van het document en het ontbreken van vraag 53, gaat KPN ervan uit dat het de intentie was van het College onder om paragraaf 105 te infomeren naar de mening van marktpartijen over het standpunt ten aanzien van de kosten voor elektriciteit.

KPN meent dat de door het College in paragraaf 105 genoemde methodiek van verrekening van de energiekosten niet voor alle voorzieningen zinnig is. Naast een standaard stroomvoorziening (“stopcontact”), is er ook de mogelijkheid om een 48 Volt voorziening af te nemen. In zijn meest minimale variant (waarbij geen noodstroom of no-break voorzieningen worden geleverd) moeten omvormers worden geïnstalleerd. De installatie van dit soort dure apparatuur geschiedt niet door het energiebedrijf, maar moet door KPN zelf in de centrale worden gedaan. De kosten hiervoor (dan wel voor de eventueel andere voorzieningen die geïnstalleerd zouden kunnen worden, voor zover KPN dit levert) dienen in rekening gebracht te worden.

Vraag 54 Kosten verbonden met het verstrekken van informatie

KPN deelt de mening van het College niet dat zij de onder paragraaf 66) tot en met 70) genoemde informatie – KPN veronderstelt dat het College hierbij doelt op de informatietypen 1 en 2 zoals onderscheiden bij het antwoord op vraag.24-27 - om niet zou dienen te verstrekken. KPN meent dat er een onderscheid moet worden gemaakt tussen informatie die noodzakelijk is voor marktpartijen om een businesscase op te kunnen stellen en overige informatie. Onder het eerste type informatie schaart KPN de lijst met centrales, het aantal lijnen binnen het verzorgingsgebeid en het aantal voor

breedband geschikte lijnen binnen het verzorgingsgebied. Voor het genereren/ontsluiten en ter beschikking stellen van de betreffende informatie worden kosten gemaakt. Deze kosten dient KPN in rekening te kunnen brengen.

De overige informatie – postcodegegevens, lengte lijnen – beschouwt KPN als commerciële informatie die ook tegen commerciële tarieven zal worden aangeboden. De informatie wordt immers door de afnemers voor commerciële doeleinden gebruikt (mailings). KPN ziet dan ook de redelijkheid van de door het College geponeerde stelling inzake de informatieverstrekking wat dit type informatie betreft niet in.

(23)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Omdat deze kostentoerekeningssystematiek op dit moment nog niet voorhanden is, gelden het lopende jaar, dat wil zeggen vanaf 1 juli 2000 tot 1 juli 2001, terminating access tarieven

Koppelkabels, bestaande uit metalen aderparen, dienen verschaft te worden om de hoofdverdeler te verbinden met de tussenverdeler. Wanneer de om toegang tot de aansluitlijn

gericht, lijkt ons niet zo groot (althans voor andere partijen dan KPN; KPN kan dit middel wel gebruiken). Het doelbewust inefficiënt gebruiken van faciliteiten is voor andere

48) Het college vraagt uw reactie op uw de door het college ingenomen voorlopige standpunten met betrekking tot de verrekening van de kosten voor extra faciliteiten..

ontbundelde toegang tot het lokale aansluitnet, COM (2000)394, die binnenkort naar alle waarschijnlijkheid door de Raad en het Europees Parlement zal worden aangenomen, bevestigt

39) Naar welk systeem van doorberekening zou uw voorkeur uitgaan: naar een systeem op basis van periodieke tarifering of naar een systeem van eenmalige tarifering?.. Zoals het

UPC Nederland is van mening dat high speed bit stream access wel degelijk dient te worden beschouwd als een vorm van collocatie, aangezien voor het beheer van apparatuur ten

Ter voorkoming van inefficiënt gebruik denkt VersaPoint aan de volgende maatregelen. • Verzoeken van marktpartijen zouden niet zondermeer moeten worden gehonoreerd indien de