• No results found

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN RUP Fruitveiling-Zuid Stad Borgloon

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN RUP Fruitveiling-Zuid Stad Borgloon"

Copied!
37
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Voor Antea Group,

Marijke Gorissen, Projectleider Pieter-Jan Gommé,

Ruimtelijk planner

Gezien en voorlopig vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26/09/2017

DE SECRETARIS, DE VOORZITTER,

Het college van burgemeester en schepenen bevestigt dat onderhavig plan ter inzage van het publiek in het gemeentehuis werd neergelegd van 13/10/2017 tem 11/12/2017

DE SECRETARIS, DE BURGEMEESTER,

Gezien en definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van

DE SECRETARIS, DE VOORZITTER,

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN RUP Fruitveiling-Zuid

Stad Borgloon

(2)

COLOFON Opdracht:

RUP Fruitveiling-Zuid Stad Borgloon Opdrachtgever:

Stad Borgloon Speelveld 10 3840 Borgloon

Opdrachthouder:

Antea Belgium nv Corda Campus gebouw 6 Kempische steenweg 293 bus 32 3500 Hasselt

T : +32(0)11 89 77 00 F : +32(0)11 89 70 01 www.anteagroup.be BTW: BE 414.321.939 RPR Antwerpen 0414.321.939 IBAN: BE81 4062 0904 6124 BIC: KREDBEBB

Antea Group is gecertificeerd volgens ISO9001

Identificatienummer:

4212003030_sbv.doc/pgo

Datum: status / revisie:

April 2017 Voorontwerp

RUP

Mei 2017 Voorontwerp

RUP_rev01

Augustus 2017 Ontwerp RUP VV

Januari 2018 Ontwerp RUP DV

Vrijgave

Koen Janssens – Expert Ruimtelijk Planner

Projectleider

Marijke Gorissen - Accountmanager

Projectmedewerkers:

Pieter-Jan Gommé - Adviseur Stedenbouw Marijke Gorissen - Accountmanager

 Antea Belgium nv 2018

Zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van Antea Group mag geen enkel onderdeel of uittreksel uit deze tekst worden weergegeven of in een elektronische databank worden gevoegd, noch gefotokopieerd of op een andere manier vermenigvuldigd.

(3)

4212003030_sbv.doc - RUP Fruitveiling-Zuid – Borgloon 3

INHOUD

A

RT

. 0 A

LGEMENE BEPALINGEN

... 4

0.1 V

OORSCHRIFTEN

... 4

0.2 G

EBRUIK VAN DE GRONDEN

... 4

0.3 B

ESTAANDE CONSTRUCTIES EN INFRASTRUCTUREN

... 4

0.4 M

ATERIAALGEBRUIK EN ARCHITECTONISCH VOORKOMEN

... 5

0.5 B

EPALINGEN I

.

V

.

M

.

INTENSIEF RUIMTEGEBRUIK

... 6

0.6 I

NTEGRAAL WATERBEHEER

... 6

0.7 N

UTSLEIDINGEN

... 8

0.8 A

FSLUITINGEN

... 8

0.9 B

EGRIPPEN

... 9

A

RT

. 1 Z

ONE VOOR BEDRIJVENTERREIN

... 13

A

RT

. 1

BIS

Z

ONE VOOR UITBREIDING

(

OVERDRUK

) ... 19

A

RT

. 1

TER

Z

ONE VOOR TRANSPARANTE BUFFER

(

OVERDRUK

) ... 21

A

RT

. 2 Z

ONE VOOR BUFFER TEGEN TALUD

... 22

A

RT

. 2

BIS

Z

ONE VOOR UITBREIDING

(

OVERDRUK

) ... 24

A

RT

. 2

TER

Z

ONE VOOR TRANSPARANTE BUFFER

(

OVERDRUK

) ... 26

A

RT

. 3

Z

ONE VOOR BUFFER

... 27

A

RT

. 4

Z

ONE VOOR TRANSPARANTE BUFFER

... 29

A

RT

. 4

BIS

Z

ONE VOOR UITBREIDING

(

OVERDRUK

) ... 31

A

RT

. 5

Z

ONE VOOR WEGENIS

... 33

A

RT

. 6 O

NTSLUITING

(

INDICATIEF

) ... 34

A

RT

. 7

O

NTSLUITING VOOR LANGZAAM VERKEER

(

INDICATIEF

) ... 35

B

IJLAGE

1

B

EPLANTINGSLIJST GROENZONES

: T

OEGESTANE BEPLANTING

... 36

(4)

4212003030_sbv.doc - RUP Fruitveiling-Zuid – Borgloon 4

Art. 0 Algemene bepalingen

Richtinggevend Verordenend

Toelichting Essentiële aspecten Stedenbouwkundige voorschriften

0.1 Voorschriften

Het ruimtelijk uitvoeringsplan legt de bestemming, inrichting en/of het beheer vast van het gebied waarop het plan van toepassing is. De stedenbouwkundige voorschriften inzake de bestemming, de inrichting en/of het beheer en het grafische plan zijn gelijkwaardig. Bij tegenstrijdigheden primeren steeds de stedenbouwkundige voorschriften op het grafisch plan.

0.2 Gebruik van de gronden

Het is verboden de gronden in te richten of te gebruiken op een wijze die strijdig is met de bestemming.

0.3 Bestaande constructies en infrastructuren

Voor bestaande hoofdzakelijk vergunde of vergund geachte en niet-verkrotte constructies en infrastructuren vormen de stedenbouwkundige voorschriften van dit RUP op zichzelf geen weigeringsgrond bij de beoordeling van aanvragen tot het verkrijgen van een omgevingsvergunning voor zover de aanvraag betrekking heeft op:

o het uitvoeren van instandhoudings- en onderhoudswerken

o het uitvoeren van verbouwings- en renovatiewerken binnen het bestaande vergunde of vergund geachte bouwvolume

(5)

4212003030_sbv.doc - RUP Fruitveiling-Zuid – Borgloon 5

Richtinggevend Verordenend

Toelichting Essentiële aspecten Stedenbouwkundige voorschriften

0.4 Materiaalgebruik en architectonisch voorkomen

Men dient met een hedendaagse, kwalitatieve bedrijfsarchitectuur te streven naar een samenhangend geheel van gebouwen. Alle gebouwen dienen een positieve bijdrage te leveren aan het imago van het bedrijventerrein waarop ze zich bevinden.

De architectuur van alle nieuwbouw zal waardig en eenvoudig zijn, met bijzondere aandacht voor een duidelijke geleding, strakke lijnen, een verzorgde detaillering, kwaliteitsvolle en duurzame materialen zoals baksteen, natuursteen, bepleistering, hout, glas, metaal,… Iedere constructie dient op architecturaal vlak in harmonie te zijn met de omgeving en dient tevens op zichzelf een harmonisch geheel te vormen door onder meer een gepast gebruik van de aard en kleur der materialen.

Bij de materiaalkeuze van de bebouwing moet voldoende rekening worden gehouden met de landschappelijke integratie van de bebouwing ten opzichte van de open ruimte en van het openbaar domein. Het materiaal moet zowel qua textuur als kleur aanvaardbaar zijn in haar omgeving en de omliggende open ruimte. Alle open gevels moeten als volwaardige gevels beschouwd en gerealiseerd worden. De architectuur dient te voldoen aan de principes van duurzame, milieuvriendelijke energie volgens de beschikbare techniek.

Technische installaties en constructies worden geïntegreerd in de bedrijfsgebouwen of zijn niet zichtbaar van op de openbare weg. Vrijstelling van deze verplichting kan enkel verleend worden wanneer dit ruimtelijk niet inpasbaar is in het bedrijfsgebouw of de goede werking van dit bedrijf bezwaart. Dit moet blijken uit een daartoe opgemaakte motivatienota. Storende functies zoals ventilatoren, poorten, … waardoor geluid en stof kunnen doordringen zijn niet naar de woonzone gericht.

De verharding van de niet bebouwde delen dient te bestaan uit waterdoorlatend materiaal met uitzondering van het openbaar domein of indien dit om milieutechnische of functionele redenen niet haalbaar is of indien dit vereist is conform andere vigerende wetgeving. Het materiaalgebruik wordt omstandig gemotiveerd in de toelichtingsnota gevoegd bij een omgevingsvergunningsaanvraag.

(6)

4212003030_sbv.doc - RUP Fruitveiling-Zuid – Borgloon 6

Richtinggevend Verordenend

Toelichting Essentiële aspecten Stedenbouwkundige voorschriften

0.5 Bepalingen i.v.m. intensief ruimtegebruik

Op het bedrijventerrein wordt intensief ruimtegebruik nagestreefd. Wanneer bij een omgevingsvergunning een uitgebreide dossiersamenstelling vereist is, dient het intensief ruimtegebruik aangetoond te worden. Hieronder wordt niet-limitatief een aantal mogelijkheden om intensief en efficiënt ruimtegebruik na te streven aangehaald:

o In de hoogte bouwen o Aaneengeschakeld bouwen

o Verstandig omspringen met uitbreidingsreserves (geplande en wenselijke uitbreidingen op middellange en lange termijn kunnen indicatief aangeduid worden op plan)

o Integreren bedrijfswoning in bedrijfsgebouw o Bundelen van functies

De gewestelijke verordening inzake hemelwater blijft bij inwerkingtreding van het RUP onverminderd van toepassing. Oa. volgende maatregelen zijn daarbij van toepassing:

o Ingenomen ruimte voor water bergen op het terrein

o Verplicht ruimte voor water creëren bij de aanleg van verharding

o Aanleg van infiltratievoorzieningen voor afvoer hemelwater

0.6 Integraal waterbeheer

In alle bestemmingszones zijn handelingen toegelaten in functie van de retentie en infiltratie van hemelwater en gescheiden behandeling en afvoer van huishoudelijk afvalwater. Bij de uitvoering van nieuwe infiltratiemaatregelen moet steeds gekozen worden voor open waterstructuren zoals grachten of vijvers (wadi’s).

Omgevingsvergunningen kunnen enkel verleend worden wanneer uit de vergunningsaanvraag onvoorwaardelijk blijkt dat er geen negatieve impact bestaat voor het waterbeheer. Dit houdt in dat regenwaterafvoer zoveel mogelijk beperkt wordt door opvang en hergebruik en dat er voldoende mogelijkheden aangewend worden om het water in de grond te laten infiltreren.

Er moeten infiltratieproeven worden uitgevoerd op de locaties waar men regenwater wenst op te vangen om de infiltratiecapaciteit van de bodem en afgeleid daarvan de dimensionering van het infiltratiebekken(s) te kunnen bepalen. Hierbij moet uitgegaan worden van een terugkeerperiode van de overloop van minimaal 20 jaar, met een minimum van 250 m³/Ha verharde oppervlakte (los van de aanwezige

(7)

4212003030_sbv.doc - RUP Fruitveiling-Zuid – Borgloon 7

Richtinggevend Verordenend

Toelichting Essentiële aspecten Stedenbouwkundige voorschriften

Enkele percelen van het bedrijventerrein liggen in overstromingsgevoelig gebied. Voor het oprichten van nieuwe bebouwing in het overstromingsgevoelig gebied moet dan ook rekening gehouden worden met de principes van overstromingsvrij bouwen.

hemelwaterputten) en een infiltratieoppervlakte van minimaal 4% van de verharde oppervlakte. De bestaande, reeds uitgevoerde hemelwaterbuffering voor het noordelijke deel werd berekend aan een verstrengde buffernorm van 400m³/ha en moet als dusdanig behouden blijven. Het risico van overloop moet zo mogelijk op eigen terrein worden gehouden. Tevens moet een inschatting gemaakt worden van de hoogste grondwaterstand. De buffer of infiltratiemogelijkheid moet voor elke bouwaanvraag afzonderlijk bekeken worden.

De ruimte voor water die gecreëerd moet worden onder de vorm van open waterbergingszones is binnen elk van de voorgestelde zoneringen in dit GRUP mogelijk.

Voor nieuwe bebouwing in het plangebied gelden volgende constructievoorwaarden:

o Er mogen geen openingen in de constructie (buitenmuren, keldervloerplaat) voorzien worden onder het vloerpeil;

o Garages en kelders zijn enkel toegestaan onder het vloerpeil indien ze waterdicht worden uitgevoerd;

o Kruipkelders onder het vloerpeil dienen overstroombaar te zijn;

o Niet-waterdicht doorvoeren van nuts- en andere leidingen onder het vloerpeil zijn verboden;

o Inspectieputten op rioleringen of ontluchtingssystemen dienen waterdicht afgeschermd te worden of boven het vloerpeil te worden voorzien;

o Rioolaansluitingen dienen volledig waterdicht te worden afgewerkt en in geval van DWA- en RWA-afvoer voorzien zijn van terugslagkleppen met eventueel een eigen pompinstallatie;

o Stookolietanks moeten boven het grondwaterpeil/overstromingspeil gelegd worden;

o (Andere) ondergrondse tanks moeten verankerd worden tegen opwaartse druk, bijvoorbeeld d.m.v. een betonnen voetplaat of dekplaat;

o Elektrische installaties die niet waterdicht afgeschermd zijn dienen boven het vloerpeil te worden opgesteld;

o Alleen waterdoorlatende verhardingen zijn toegelaten tenzij ze om

(8)

4212003030_sbv.doc - RUP Fruitveiling-Zuid – Borgloon 8

Richtinggevend Verordenend

Toelichting Essentiële aspecten Stedenbouwkundige voorschriften

technische redenen niet anders uitgevoerd kunnen worden.

Ophoging is enkel toegelaten indien hierdoor de natuurlijke afwateringsrichting van het terrein niet gewijzigd wordt.

0.7 Nutsleidingen

Binnen het gehele plangebied is de aanleg van ondergrondse nutsleidingen zoals elektriciteit, gas, water, distributie, telefoon en riolering toegestaan.

Het oprichten van beperkte gebouwen en infrastructuur voor openbaar nut is toegelaten in alle zones, ongeacht de bestemming, maar wel rekening houdend met de bebouwingsvoorschriften van de desbetreffende zone. Hun noodzaak moet om technische of maatschappelijke redenen kunnen aangetoond worden door een omstandig verklarende en verantwoorde nota, die wordt toegevoegd bij de vergunningsaanvraag.

0.8 Afsluitingen

Afsluitingen en groenaanplantingen in aansluiting met het openbaar domein , in het bijzonder de gewestweg, dienen te voldoen aan de wettelijke regelingen inzake hoogte, afstand tot de rooilijn en transparantie.

Vegetatieve afsluitingen

Hagen, struiken en bomen dienen te voldoen aan de lijst van de toegelaten beplantingen die is toegevoegd in bijlage. Hagen worden geplaatst op de perceelsgrens met akkoord van de aanpalende eigenaar of op 0.50m van de perceelsgrens. Hoogstammige bomen kunnen op de perceelsgrens geplaatst worden mits akkoord van de aanpalende eigenaar, in de andere gevallen worden ze op minimum 2.00m van de grens geplaatst.

Niet-vegetatieve afsluitingen

Draad met palen al dan niet met begroeiing, muur in metselwerk, houten panelen zijn toegelaten. Betonplaten, metalen- en PVC-panelen zijn niet toegelaten.

Materialen

(9)

4212003030_sbv.doc - RUP Fruitveiling-Zuid – Borgloon 9

Richtinggevend Verordenend

Toelichting Essentiële aspecten Stedenbouwkundige voorschriften

Alle materialen, kleuren en vormen van de afsluitingen dienen in harmonie te zijn met de aanpalende gebouwen en/of de omgeving en met het straatbeeld.

Desbetreffend kan niet verwezen worden naar bestaande afsluitingen die door hun materiaal, kleur of vormgeving de harmonische samenhang van het straatbeeld in het gedrang brengen.

Afsluitingen langs het openbaar domein

Afsluitingen langs het openbaar domein kunnen op minimum 0.50m van de rooilijn geplaatst en mogen de maximum hoogte van 2.20m boven het peil van de as van de voorliggende weg niet overschrijden. Een muur in metselwerk of houten panelen is niet toegestaan.

Uitzonderingen

Bij specifieke ruimtelijke situaties of omwille van de verkeersveiligheid kunnen steeds beperkingen in hoogte worden opgelegd.

0.9 Begrippen

Afsluiting: Omheining, begrenzing van een perceel.

Bebouwingsindex (B/T): De bebouwingsindex is de verhouding van de bebouwbare oppervlakte (B) op de terreinoppervlakte (T) van een bedrijfsperceel.

Bedrijf en bedrijvigheid: Een 'bedrijf' kan gezien worden als de materiële uiting van een economische activiteit, of een bedrijf is het gebouw of de “inrichting” (cf. bvb.

milieudecreet) waarin een bepaalde economische activiteit wordt uitgeoefend.

'Bedrijvigheid' is dan het uitoefenen van een economische activiteit in een specifieke inrichting.

Bedrijfsperceel: Geheel van één of meerdere kadastrale percelen waarop een bedrijf gevestigd is.

Bedrijfswoning/conciërgewoning: Woning bij een bedrijf; deze woning wordt bewoond door de eigenaars van het bedrijf of een conciërge. De woning is steeds ondergeschikt aan de bedrijvigheid.

Bestemming: De bestemming duidt de functie aan die door het plan juridisch vastgelegd wordt.

(10)

4212003030_sbv.doc - RUP Fruitveiling-Zuid – Borgloon 10

Richtinggevend Verordenend

Toelichting Essentiële aspecten Stedenbouwkundige voorschriften

De hoofdbestemming moet steeds gerealiseerd worden en dit voor ten minste de helft van de bruto-vloeroppervlakte.

De nevenbestemmingen zijn steeds ondergeschikt aan de hoofdbestemming.

Alle toegelaten ondergeschikte bestemmingen samen mogen niet meer dan 50% van de bruto-vloeroppervlakte innemen. Wanneer de ondergeschikte functies niet aanleunen bij de hoofdfunctie kunnen zij niet gerealiseerd worden.

De procentuele berekening gebeurt op basis van de bruto-vloeroppervlakten.

Bouwhoogte: Totale hoogte van een gebouw gemeten tussen het bestaande wegpeil en het hoogste punt van het bouwwerk. Het wegpeil wordt gebaseerd op de voorliggende wegenis ter hoogte van de as van de weg en gemeten in het midden van het perceel (zie ook nevenstaande figuur). Uitzonderingen van ondergeschikte bouwonderdelen op het hoogste punt zijn schoorstenen, antennes, technische ruimtes, liftkokers, …

Bruto-vloeroppervlakte: De som van alle tot het gebouw behorende binnenruimten, andere dan de onbewoonbare kelders en onbewoonbare zolders. De bruto vloeroppervlakte wordt gemeten op vloerniveau langs de buitenomtrek van de (buitenste) opgaande scheidingconstructie, die de desbetreffende ruimte(n) omhullen. De oppervlakte van al dan niet gemeenschappelijke circulatieruimte met inbegrip van het trapgat, een liftschacht en/of leidingschacht is op elk vloerniveau tevens begrepen in de bruto vloeroppervlakte. De oppervlakte van niet-overdekte buitenruimten zoals loggia’s, balkons, niet opgesloten galerijen, dakterrassen en dergelijke worden niet tot de bruto vloeroppervlakte van een gebouw gerekend.

Constructie: Elk bouwwerk van hout, steen, beton, metaal of ander bouwmateriaal dat met de grond verbonden is of erop geplaatst is.

Dakrandhoogte: De dakrandhoogte van een gebouw is de hoogte vanaf het gelijkvloers peil tot aan de bovenzijde van de dakrand.

Gebouw: Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

Hoogstammig groen: Hogere, opgaande, houtige planten.

Inheemse bomen en struiken: Het betreft beplanting, of plantengroei, die van nature, spontaan, voorkomt bij de fysische omstandigheden die zich in deze streek

*

Referentiepunt I

Perceel

As van de weg

(11)

4212003030_sbv.doc - RUP Fruitveiling-Zuid – Borgloon 11

Richtinggevend Verordenend

Toelichting Essentiële aspecten Stedenbouwkundige voorschriften

en/of op deze specifieke plaats voordoen. Deze planten kunnen zowel van autochtone oorsprong zijn, dan wel in het verleden ingevoerd en inmiddels geïntegreerd in het natuurlijke milieu.

Lokaal bedrijf: Een be- en verwerkend bedrijf (inclusief tertiaire dienstverlening) dat een verzorgend karakter heeft ten aanzien van de omgeving, dat wat schaal betreft aansluit bij de omgeving (schaal van de kern, schaal van het stedelijk gebied,…) en dat beperkt is in omvang.

Opslagruimte: Deel van een bedrijfsgebouw waar goederen (tijdelijk) worden opgeslagen.

Perceelsgrens: Een grens van het (bouw)perceel. De op plan aangeduide perceelsgrenzen zijn deze van het bestemmingsplan. De perceelsgrenzen kunnen door middel van delingen steeds aangepast worden.

Plat dak: Dak dat een gebouw afdekt onder een helling die lager of gelijk is aan 10%, eventueel ook als dakterras uit te bouwen.

Regionaal bedrijf: Een regionaal bedrijf is een grootschalig bedrijf met belangrijke ruimtelijke impact op de omgeving op vlak van mobiliteit, uitzicht, omvangrijke ruimte-inname, of potentieel in te bufferen effecten. Regionaal verwijst niet naar de economische relaties of het verzorgingsgebied van het bedrijf. Op een regionaal bedrijventerrein kunnen bedrijven gevestigd en uitgebaat worden die om ruimtelijke of milieuredenen niet verweefbaar (meer) zijn met een multifunctionele stedelijke of residentiële omgeving.

Representatieve gevel: Zichtbare gevel van een bedrijfsgebouw op een zichtlocatie, waarvoor bij het ontwerp en de uitvoering speciaal aandacht besteed werd aan de architectuur: eigentijdse vormentaal, harmonische compositie van de gevelopeningen, duurzaam materiaalgebruik, doordachte weergave van reclame,…

Rooilijn: Deze lijn vormt de grens tussen de openbare weg en de aanpalende eigendommen hetzij overeenkomstig de actuele bezitstoestand, hetzij overeenkomstig hetgeen door de administratieve overheid is voorgeschreven voor de toekomst.

Tuinstroken: er wordt een onderscheid gemaakt tussen voor-, zij- en achtertuin.

Deze zijn weergegeven op nevenstaande figuur.

(12)

4212003030_sbv.doc - RUP Fruitveiling-Zuid – Borgloon 12

Richtinggevend Verordenend

Toelichting Essentiële aspecten Stedenbouwkundige voorschriften

Verharding: Behandelingen waarbij de bodem aangepast wordt aan een niet natuurlijk gebruik (weg, pad, terras, parking) en de waterdoorlaatbaarheid sterk beperkt wordt. Veelvuldig gebruikte verhardingen zijn (beton)klinkers, kasseien, beton, steenslag, asfalt, dolomiet enz. Waterdoorlatende verhardingen zijn verhardingen met waterdoorlatende ondergrond die de waterdoorlaatbaarheid slechts in beperkte mate beperken zoals betonrasterstenen, grindpaden en andere aangepaste materialen…

Voorbouwlijn: Locatie waarop verplicht de voorgevel van een hoofdgebouw wordt ingeplant.

Wonen: Verblijven van personen in één – of meergezinswoningen, of/en in de vorm van appartementen of studio’s.

Zone: Een op het grafisch plan aangegeven vlak met éénzelfde bestemming.

Zonegrens: Grens van een bestemmingszone.

Achtertuinstrook

Zijtuinstrook Voortuinstrook

(13)

4212003030_sbv.doc - RUP Fruitveiling-Zuid – Borgloon 13

Art. 1 Zone voor bedrijventerrein

Richtinggevend Verordenend

Toelichting Essentiële aspecten Stedenbouwkundige voorschriften

Gebiedscategorie: Bedrijvigheid

Bestemming De zone laat de inrichting toe van een regionaal

bedrijventerrein ten behoeve van bedrijven die wel of niet gerelateerd zijn met de fruitteelt en de herlocatie van lokale zonevreemde bedrijven.

Zoals in het verordenend gedeelte is opgenomen, is groothandel in functie van de fruitveiling toegelaten in deze bestemmingszone. Kleinhandel daarentegen is niet toegelaten, ook niet indien ze betrekking hebben tot complementaire activiteiten.

De bedrijfswoning zal deel uit maken van het bedrijfsgebouw, dit kan op het gelijkvloers geïntegreerd in het bedrijfsgebouw of er bovenop.

- Hoofdbestemming:

fruitgerelateerde bedrijvigheid - Bedrijf/bedrijvigheid

- Bruto-vloeroppervlakte:

max 250m²

De gronden zijn bestemd voor fruitgerelateerde bedrijvigheid met volgende hoofdactiviteiten:

o Productie, opslag, bewerking en verwerking van goederen;

o Op- en overslag, voorraadbeheer, groepage, fysieke distributie en groothandel;

De gronden zijn tevens bestemd voor de vestiging van de gemeentelijke technische dienst. De technische dienst kan zich enkel aansluitend aan de N76 (Kernielerweg) bevinden, zonder hierop een bijkomende ontsluiting te voorzien.

Volgende complementaire activiteiten die ondergeschikt zijn aan de hoofdactiviteiten zijn toegelaten:

o Complementaire diensten, kantoorruimten, handelsruimten en/of toonzalen voor zover deze gekoppeld zijn aan bedrijvigheid die gevestigd is binnen deze bestemmingszone en voor wat betreft de vloeroppervlakte ondergeschikt zijn aan deze bedrijfsactiviteit;

o Laad- en losruimte, parkeer- en manoeuvreerruimte, waterbufferingsinstallaties;

o Het inrichten van maximaal 3 woongelegenheden voor bedrijfsleiders, conciërges of bewakingspersoneel voor de gehele bestemmingszone is mogelijk, voor zover deze fysisch geïntegreerd zijn in het bedrijfsgebouw, en met een maximale bruto vloeroppervlakte van 250 m² per woongelegenheid.

(14)

4212003030_sbv.doc - RUP Fruitveiling-Zuid – Borgloon 14

Richtinggevend Verordenend

Toelichting Essentiële aspecten Stedenbouwkundige voorschriften

De inplanting van nieuwe inrichtingen zoals bedoeld in het Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende de beheersing van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken (Seveso-inichtingen), volgens de op het moment van inwerkingtreding van het RUP geldende regelgeving, zijn niet toegestaan.

De volgende activiteiten zijn niet toegelaten:

o Zuivere kleinhandel;

o Zuivere agrarische productie;

o Autonome kantoren;

o Verwerking en bewerking van mest of slib.

Het is toegelaten de ontwikkeling gefaseerd te laten verlopen.

Inrichting Algemeen

Elke aanvraag voor een omgevingsvergunning zal worden beoordeeld rekening houdend met de goede plaatselijke ruimtelijke ordening en nagestreefde omgevingskwaliteit, rekening houdend met onder meer:

o Zorgvuldig ruimtegebruik. Daarbij wordt tenminste aandacht besteed aan:

- Het bouwen in meerdere lagen daar waar de bedrijfsactiviteit dit toelaat;

- Het stapelen van bedrijven daar waar de bedrijfsactiviteit dit toelaat;

- Het maximaal groeperen van gebouwen waar de bedrijfsactiviteit dit toelaat en het aansluitend op bestaande gebouwen uitbreiden;

- De gemeenschappelijke organisatie van voorzieningen voor

(15)

4212003030_sbv.doc - RUP Fruitveiling-Zuid – Borgloon 15

Richtinggevend Verordenend

Toelichting Essentiële aspecten Stedenbouwkundige voorschriften

Het plaatsen van windmolens is niet wenselijk.

hemelwaterinfiltratie en –retentie;

- De mogelijkheid om bepaalde diensten onder te brengen in gemeenschappelijke gebouwen (bv. gemeenschappelijk bedrijfsrestaurant, gedeelde vrachtwagenwasplaats,…);

o Ruimtelijke samenhang van het hele gebied.

Om de ruimte zo efficiënt mogelijk te kunnen gebruiken is het enkel toegelaten zonnepanelen op de daken te plaatsen.

Ten behoeve van communicatieve doeleinden is het mogelijk één zendmast te installeren binnen deze bestemmingszone. Deze dient te voldoen aan volgende voorwaarden:

o Hoogte: max 40m;

o Enkel een buismast is toegelaten, masten met een vakwerkconstructie zijn niet toegelaten;

o De zendmast is niet hoger dan technisch strikt noodzakelijk is;

o De zendmast wordt op minimaal 50m van woongebieden ingeplant.

Inrichtingsschets en beplantingsplan

Alle werken, handelingen en wijzigingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming zijn toegelaten voor zover ze wat schaal en ruimtelijke impact verenigbaar zijn met de omgeving.

Een aanvraag voor een omgevingsvergunningen voor de ontwikkeling van (een deel van) de bestemmingszone moet vergezeld zijn van een samenhangende inrichtingsstudie en beplantingsplan die een voorstel bevat voor de ordening en inrichting van het gebied.

De inrichtingsstudie met beplantingsplan maakt deel uit van het dossier betreffende de aanvraag van omgevingsvergunning voor nieuwbouw en wordt als dusdanig meegestuurd aan de adviesverlenende instanties overeenkomstig de toepasselijke procedure voor de behandeling van deze aanvragen en hanteert plannen, schetsen, terreinprofielen en tekeningen om het voorkomen en de

(16)

4212003030_sbv.doc - RUP Fruitveiling-Zuid – Borgloon 16

Richtinggevend Verordenend

Toelichting Essentiële aspecten Stedenbouwkundige voorschriften

De gebouwen worden zo ingeplant dat het oorspronkelijke reliëf zoveel mogelijk behouden blijft.

Om de niveauverschillen op te vangen zullen de bestaande taluds aan de Kernielerweg en de Boeshoven behouden blijven. Ze zullen als lijnvormig groenelement worden behouden en versterkt. Rechtstreekse ontsluiting van bedrijven naar de N76 is niet toegelaten.

In het kader van zuinig ruimtegebruik wordt er per bedrijfsperceel een hoog bebouwingspercentage toegestaan. De bebouwingsindex van 0,9 geldt per bedrijfsperceel zonder de wegenis en de bufferzones.

De groene buffers rondom het terrein zorgen reeds voor een groene inkleding van het terrein.

- Constructie - Rooilijn

- B/T: max 0.9

- Bouwhoogte: max 12m

inrichting van de omgeving duidelijk weer te geven.

De inrichtingsstudie met beplantingsplan is een informatief document voor de vergunningverlenende overheid met het oog op het beoordelen van de vergunningsaanvraag in het licht van de goede ruimtelijke ordening en de stedenbouwkundige voorschriften. Dit document duidt aan op welke wijze de bestemmingszone ontwikkeld kan worden, waar bebouwing en verharding voorzien wordt, en hoe deze invulling kadert in de omgeving met oog op de ontsluiting, de gewenste bouwdichtheid en de ruimtelijke en architecturale kwaliteit. Ook de aanleg van de niet bebouwde en niet verharde ruimte dient hierbij te worden aangegeven, meer bepaald de situering van groene massa’s en ruimten, inrichting van verharde ruimten, situering bestaande te behouden hoogstambomen en voorziene hoogstambomen en heesters, enz.

De inrichtingsstudie met beplantingsplan beschrijft tevens de elementen van de aanvraag met betrekking tot duurzaam materiaal-, energie en watergebruik. Ook moet het streekeigen karakter van de beplanting blijken.

Inplanting gebouwen

o Zowel vrijstaande als gekoppelde bebouwing is toegestaan;

o De voorgevelbouwlijn is minimaal 5m gelegen vanaf de rooilijn.

Constructies en afsluitingen zijn niet toegestaan in de strook tussen de rooilijn en de voorgevelbouwlijn;

o Het oorspronkelijke reliëf wordt maximaal bewaard.

Bouwvolume

o De maximale bebouwingsindex bedraagt: 0,9 Bouwhoogte en dakvorm

o Bouwhoogte: max. 12 m, uitzonderingen kunnen toegestaan worden voor bijzondere constructies zoals silo’s, indien deze om technische redenen vereist zijn.

(17)

4212003030_sbv.doc - RUP Fruitveiling-Zuid – Borgloon 17

Richtinggevend Verordenend

Toelichting Essentiële aspecten Stedenbouwkundige voorschriften

Om een maximale integratie van het bedrijf in zijn omgeving te bevorderen zullen er geen afvalstoffen, noch grondstoffen, niet afgewerkte en afgewerkte producten mogen gestort of gestapeld worden in open lucht op deze delen die van het openbaar domein zichtbaar zijn en het esthetische aspect van de omgeving kunnen schaden. De vaste afvalstoffen mogen niet permanent op het terrein worden gestort maar zullen op reglementaire wijze worden verwijderd.

Het is toegelaten voor bijvoorbeeld de technische dienst om tijdelijk afvalstoffen op te slaan of te storten die later zullen worden afgevoerd. Dit wordt verder geregeld op bedrijfsniveau d.m.v. de milieuvergunningsplicht. Elke rommelige aanblik (schroot, puinhopen, wrakken, etc.) vanaf de grenzen van het perceel, dienen aan het oog te worden onttrokken door een aangepaste architectuur, beplanting en eventueel in een speciaal daartoe voorziene inrichting ondergebracht worden.

- Dakvorm: vrij o Dakvorm is vrij.

Onbebouwde delen

o De onbebouwde delen van deze zone dienen duurzaam en groen ingericht te worden. Verhardingen zijn enkel toegestaan in functie van ontsluiting, opslag, toegang tot de gebouwen, parkeren enz.

o De zone tussen de rooilijn en de bebouwing moet ingericht worden als een representatief voorgebied met circulatieruimte en beperkte parkeervoorzieningen aanvullend op de gemeenschappelijke parkeerruimte op openbaar domein. Hiertoe wordt het geheel ingekleed met een aangepaste beplanting bestaande uit hoogstammen en struiken.

Een lijst van de toegelaten beplantingen is toegevoegd in de bijlage.

o Rechtstreekse ontsluiting van de bedrijven naar de N76 is niet toegelaten.

o Opslag van grondstoffen, afgewerkt en niet afgewerkte materialen in open lucht is enkel toegelaten indien dit landschappelijk ingekleed wordt en onttrokken uit het zicht van het openbaar domein. Permanente opslag en storten van afvalstoffen is niet toegelaten. Tijdelijke opslag van afvalstoffen is mogelijk indien het landschappelijk ingekleed wordt en onttrokken uit het zicht van het openbaar domein

o De inrichting van interne ontsluitingswegen in de volledige zone zijn toegestaan. Een ontsluiting naar Boeshoven is niet toegestaan.

Parkeren, laden en lossen

Nieuwe bedrijven dienen t.b.v. de bedrijvigheid parkeerruimte te voorzien met een capaciteit die in verhouding staat tot de personeelsbezetting en het aantal te verwachten bezoekers. Binnen de zone voor bedrijvigheid wordt tevens een ruimte voorzien voor het laden en lossen.

Bij elke vergunningsaanvraag (van gebouwen en/of structurele reorganisaties) zullen, ter beoordeling van de verkeerscirculatie, de verkeersattractie en verkeersproductie, volgende elementen informatief worden toegevoegd:

(18)

4212003030_sbv.doc - RUP Fruitveiling-Zuid – Borgloon 18

Richtinggevend Verordenend

Toelichting Essentiële aspecten Stedenbouwkundige voorschriften

Parkeren, laden en lossen

Nieuwe bedrijven dienen in eigen parkeerbehoefte te voldoen, en aan te tonen via een afzonderlijke informatieve nota dat er voldoende parkeerplaatsen op eigen terrein of in de directe omgeving worden voorzien.

Om een wildgroei aan reclameborden tegen te gaan is er slechts één reclamezuil toegelaten langsheen de gewestweg. Deze reclamezuil doet dienst als baken voor het bedrijventerrein en wijst enkel de verschillende bedrijven aan die zich op het bedrijventerrein bevinden.

o Plan met verkeerscirculatie van de verschillende gebruikers, inclusief de nodige en realistische draaicirkels, met bijzondere aandacht voor het betreden en verlaten van het terrein (klanten, werknemers, leveringen) o Een overzicht van de verschillende gebruikers met name:

- De klanten: aantallen op weekdagen, zaterdagen, piekdagen, gemiddelde verblijfsduur, openingsuren, aantal te voorziene parkeerplaatsen voor klanten, het vervoersmiddel van de klant - Personeel en eigen wagenpark: aantal werknemers, aantal

parkeerplaatsen voor een eigen personeel, het eigen wagenpark en het aantal bewegingen/dag, eigen wagenpark (per type vervoersmiddel)

- Leveringen: aantal leveringen per week (per type vervoersmiddel), aantal op piekdagen, vervoersmiddel.

Dit zijn informatieve documenten voor de vergunningverlenende overheid met het oog op het beoordelen van de vergunningsaanvraag in het kader van de goede ruimtelijke ordening en de stedenbouwkundige voorschriften van het gebied.

Reclamevoorzieningen

o Publiciteit is toegelaten onder volgende voorwaarden:

- Gevelreclame op het bedrijfsgebouw waarbij de maximumhoogte voor reclame gelijk is aan de dakrandhoogte van de bedrijfsgebouwen met een maximale oppervlakte van 4m²;

- Er is één vrijstaande reclamezuil toegelaten langsheen de gewestweg bij de toegang naar het bedrijventerrein. Deze zuil heeft een maximale hoogte van 5m met een maximale oppervlakte van 8m².

Het aanbrengen van publiciteits- of uithangborden boven op de daken van de gebouwen is verboden, evenals het plaatsen van afzonderlijke reclameborden op palen of gelijkaardige steunen bij elk afzonderlijk bedrijf.

(19)

4212003030_sbv.doc - RUP Fruitveiling-Zuid – Borgloon 19

Art. 1bis Zone voor uitbreiding (overdruk)

Richtinggevend Verordenend

Toelichting Essentiële aspecten Stedenbouwkundige voorschriften

Gebiedscategorie: ///

Bestemming

Deze overdrukzone heeft dezelfde bestemmingsvoorschriften als beschreven in Art.

1 “Zone voor bedrijventerrein” behoudens de mogelijkheid voor de inrichting van de gemeentelijke technische dienst.

De bestemming Art. 1 “Zone voor bedrijvigheid” komt te vervallen voor de deelzone Art. 1bis “Zone voor uitbreiding” indien er voor 2025 geen vergunningsaanvraag is ingediend voor de realisatie van het bedrijventerrein en er binnen de geldigheid van de afgeleverde vergunning voor de realisatie van het bedrijventerrein niet gestart is met de werken. Indien de bestemming in overdruk komt te vervallen is de bestemming ‘agrarisch gebied’ van toepassing.

Inrichting Indien de bestemming van Art. 1 “Zone voor

bedrijvigheid” komt te vervallen voor dit deelgebied zal er worden teruggegrepen naar de typevoorschriften van agrarisch gebied uit het gewestplan zoals hierlangs beschreven.

Onder aan de landbouw verwante bedrijven worden verstaan: bedrijven die alleen aan de landbouwers producten toeleveren of van landbouwers afgenomen

De overdrukzone heeft dezelfde inrichtingsvoorschriften als beschreven in Art 1

“Zone voor bedrijvigheid”. Indien de bestemming in overdruk komt te vervallen zijn volgende inrichtingsvoorschriften van toepassing:

Alle werken, handelingen en wijzigingen die nodig of nuttig zijn voor de landbouwbedrijfsvoering van landbouwbedrijven zijn toegelaten.

Een landbouwbedrijfszetel mag alleen de noodzakelijke bedrijfsgebouwen en de woning van de exploitanten bevatten, alsook verblijfsgelegenheid, verwerkende en dienstverlenende activiteiten voor zover die een integrerend deel van het bedrijf uitmaken.

In het gebied zijn ook aan de landbouw verwante bedrijven toegelaten voor zover hun aanwezigheid in het agrarisch gebied nuttig of nodig is voor het goed functioneren van de landbouwbedrijven in de omgeving en ze gevestigd worden in

(20)

4212003030_sbv.doc - RUP Fruitveiling-Zuid – Borgloon 20

Richtinggevend Verordenend

Toelichting Essentiële aspecten Stedenbouwkundige voorschriften

producten stockeren, sorteren of verpakken in verse toestand, tuinaanlegbedrijven die planten of bomen kweken of conditioneren over een minimumoppervlakte van een halve hectare. Bij verwerking is alleen mestbehandeling of mestvergisting toegelaten.

Momenteel bevinden er zich geen landbouwbedrijfszetels binnen de overdrukzone. Moest dit in de toekomst wel zo zijn, dan blijft het mogelijk hier aan landbouw verwante bedrijven op te richten.

bestaande landbouwbedrijfzetels. Die bedrijven moeten een directe en uitsluitende relatie hebben met de aanwezige landbouwbedrijven door afname of toelevering van diensten of producten. Primaire bewerking of opslag van producten kan worden toegelaten. Verwerking van producten is uitgesloten, met uitzondering van mestbehandeling en mestvergisting. Er moet rekening gehouden worden met de schaal en de ruimtelijke impact van deze bedrijven. Daarbij wordt tenminste aandacht besteed aan:

o De relatie met de in de omgeving aanwezige functies;

o De invloed op de omgeving wat het aantal te verwachten gebruikers of bezoekers betreft;

o De invloed op de mobiliteit en de verkeersleefbaarheid;

o De relatie met de in de omgeving van het gebied vastgelegde bestemmingen.

(21)

4212003030_sbv.doc - RUP Fruitveiling-Zuid – Borgloon 21

Art. 1ter Zone voor transparante buffer (overdruk)

Richtinggevend Verordenend

Toelichting Essentiële aspecten Stedenbouwkundige voorschriften

Gebiedscategorie: ///

Bestemming

Deze overdrukzone heeft dezelfde bestemmingsvoorschriften zoals beschreven in Art. 4 “Zone voor transparante buffer”.

Deze bestemming treedt in werking indien er voor 2025 geen vergunningsaanvraag is ingediend voor de realisatie van het bedrijventerrein en er binnen de geldigheid van de afgeleverde vergunning voor de realisatie van het bedrijventerrein niet gestart is met de werken. In dit geval zal de onderliggende bestemming te vervallen komen.

Inrichting Indien de overdrukzone in werking treedt zal er een

buffer opgericht dienen te worden om het bedrijventerrein voldoende te bufferen naar de omgeving. De buffer is gebaseerd op deze in het voorgaand RUP waardoor een volledige bufferfunctie gegarandeerd zal zijn.

De overdrukzone heeft dezelfde inrichtingsvoorschriften als beschreven in Art 4

“Zone voor transparante buffer”.

(22)

4212003030_sbv.doc - RUP Fruitveiling-Zuid – Borgloon 22

Art. 2 Zone voor buffer tegen talud

Richtinggevend Verordenend

Toelichting Essentiële aspecten Stedenbouwkundige voorschriften

Gebiedscategorie: ///

Bestemming

De bestaande talud wordt behouden en versterkt. Deze zone dient enerzijds voor het behoud en de bescherming van de bestaande taluds. Anderzijds vormen deze taluds een groene buffering ten aanzien van het bedrijventerrein.

Het aanleggen van nutsleidingen en weggebonden infrastructuur is mogelijk in de strook langs de gewestweg, voor zover gerealiseerd in aansluiting met het openbaar domein.

Inrichting

Er wordt een minimale hoogte voor de beplanting opgelegd om de gebouwen die zich achter deze buffer

bevinden voldoende te bufferen van op de straat. - Buffer: min 8m breed

Binnen deze zone zijn alle handelingen en werken in functie van groenaanleg en het onderhoud van het groen toegelaten.

Binnen deze zone is het stapelen van materialen, grondstoffen, afgewerkte producten, afval(stoffen), verpakkingen, het stallen van voertuigen, enz. verboden.

De bufferzone is verplicht aan te leggen op de aangeduide plaatsen, met een minimale breedte zoals aangeduid op het grafisch plan. De buffer is 8m breed. De hoogte van de beplanting bedraagt minimaal 10m.

De buffer wordt uitgevoerd als een permanente en gelaagde brede houtkant met streekeigen opgaande en struweelvormige soorten. Ook worden er verplicht hoogstambomen voorzien op regelmatige afstanden (20m). De bestaande beplanting wordt behouden, indien dit niet mogelijk is wordt zij vervangen door gelijkaardige streekeigen soorten. Een lijst van de toegelaten beplantingen is toegevoegd in bijlage.

(23)

4212003030_sbv.doc - RUP Fruitveiling-Zuid – Borgloon 23

Richtinggevend Verordenend

Toelichting Essentiële aspecten Stedenbouwkundige voorschriften

Doorbrekingen van de groenbuffer worden niet toegestaan.

Het aanleggen van bufferbekkens voor de opvang van hemelwater is niet toegelaten.

Beheer

De groenbuffer moet als één ruimtelijk geheel aangelegd en beheerd worden, door één en dezelfde instantie.

(24)

4212003030_sbv.doc - RUP Fruitveiling-Zuid – Borgloon 24

Art. 2bis Zone voor uitbreiding (overdruk)

Richtinggevend Verordenend

Toelichting Essentiële aspecten Stedenbouwkundige voorschriften

Gebiedscategorie: ///

Bestemming

Deze overdrukzone heeft dezelfde bestemmingsvoorschriften als beschreven in Art.

2 “Zone voor buffer tegen talud”.

De bestemming Art. 2 “Zone voor buffer tegen talud” komt te vervallen voor de deelzone Art. 2bis “Zone voor uitbreiding” indien er voor 2025 geen vergunningsaanvraag is ingediend voor de realisatie van het bedrijventerrein en er binnen de geldigheid van de afgeleverde vergunning voor de realisatie van het bedrijventerrein niet gestart is met de werken. Indien de bestemming in overdruk komt te vervallen is de bestemming ‘agrarisch gebied’ van toepassing.

Inrichting Indien de bestemming van Art. 2 “Zone voor buffer tegen

talud” komt te vervallen voor dit deelgebied zal er worden teruggegrepen naar de typevoorschriften van agrarisch gebied uit het gewestplan zoals hierlangs beschreven.

Onder aan de landbouw verwante bedrijven worden verstaan: bedrijven die alleen aan de landbouwers producten toeleveren of van landbouwers afgenomen producten stockeren, sorteren of verpakken in verse

De overdrukzone heeft dezelfde inrichtingsvoorschriften als beschreven in Art 2

“Zone voor buffer tegen talud”. Indien de bestemming in overdruk komt te vervallen zijn volgende inrichtingsvoorschriften van toepassing:

Alle werken, handelingen en wijzigingen die nodig of nuttig zijn voor de landbouwbedrijfsvoering van landbouwbedrijven zijn toegelaten.

Een landbouwbedrijfszetel mag alleen de noodzakelijke bedrijfsgebouwen en de woning van de exploitanten bevatten, alsook verblijfsgelegenheid, verwerkende en dienstverlenende activiteiten voor zover die een integrerend deel van het bedrijf uitmaken.

In het gebied zijn ook aan de landbouw verwante bedrijven toegelaten voor zover hun aanwezigheid in het agrarisch gebied nuttig of nodig is voor het goed functioneren van de landbouwbedrijven in de omgeving en ze gevestigd worden in bestaande landbouwbedrijfzetels. Die bedrijven moeten een directe en uitsluitende

(25)

4212003030_sbv.doc - RUP Fruitveiling-Zuid – Borgloon 25

Richtinggevend Verordenend

Toelichting Essentiële aspecten Stedenbouwkundige voorschriften

toestand, tuinaanlegbedrijven die planten of bomen kweken of conditioneren over een minimumoppervlakte van een halve hectare. Bij verwerking is alleen mestbehandeling of mestvergisting toegelaten.

Momenteel bevinden er zich geen landbouwbedrijfszetels binnen de overdrukzone. Moest dit in de toekomst wel zo zijn, dan blijft het mogelijk hier aan landbouw verwante bedrijven op te richten.

relatie hebben met de aanwezige landbouwbedrijven door afname of toelevering van diensten of producten. Primaire bewerking of opslag van producten kan worden toegelaten. Verwerking van producten is uitgesloten, met uitzondering van mestbehandeling en mestvergisting. Er moet rekening gehouden worden met de schaal en de ruimtelijke impact van deze bedrijven. Daarbij wordt tenminste aandacht besteed aan:

o De relatie met de in de omgeving aanwezige functies;

o De invloed op de omgeving wat het aantal te verwachten gebruikers of bezoekers betreft;

o De invloed op de mobiliteit en de verkeersleefbaarheid;

o De relatie met de in de omgeving van het gebied vastgelegde bestemmingen.

(26)

4212003030_sbv.doc - RUP Fruitveiling-Zuid – Borgloon 26

Art. 2ter Zone voor transparante buffer (overdruk)

Richtinggevend Verordenend

Toelichting Essentiële aspecten Stedenbouwkundige voorschriften

Gebiedscategorie: ///

Bestemming

Deze overdrukzone heeft dezelfde bestemmingsvoorschriften zoals beschreven in Art. 4 “Zone voor transparante buffer”.

Deze bestemming treedt in werking indien er voor 2025 geen vergunningsaanvraag is ingediend voor de realisatie van het bedrijventerrein en er binnen de geldigheid van de afgeleverde vergunning voor de realisatie van het bedrijventerrein niet gestart is met de werken. In dit geval zal de onderliggende bestemming te vervallen komen.

Inrichting Indien de overdrukzone in werking treedt zal er een

buffer opgericht dienen te worden om het bedrijventerrein voldoende te bufferen naar de omgeving. De buffer is gebaseerd op deze in het voorgaand RUP waardoor een volledige bufferfunctie gegarandeerd zal zijn.

De overdrukzone heeft dezelfde inrichtingsvoorschriften als beschreven in Art 4

“Zone voor transparante buffer”.

(27)

4212003030_sbv.doc - RUP Fruitveiling-Zuid – Borgloon 27

Art. 3 Zone voor buffer

Richtinggevend Verordenend

Toelichting Essentiële aspecten Stedenbouwkundige voorschriften

Gebiedscategorie: Bedrijvigheid

Bestemming Om het bedrijventerrein op een kwalitatieve manier in te

passen in de omgeving en om het zicht vanaf het landelijk woongebied richting bedrijventerrein te filteren, wordt een dichte, groene bufferzone aangelegd.

- Deze zone dient voor het inrichten van een groenbuffer die de overgang vormt tussen de zone voor bedrijvigheid en het aangrenzende woongebied met landelijk karakter.

Het aanleggen van nutsleidingen en weggebonden infrastructuur is mogelijk in de strook langs de gewestweg, voor zover gerealiseerd in aansluiting met het openbaar domein.

Inrichting Om het bedrijventerrein voldoende te kunnen

afschermen moet de beplanting een dichte structuur hebben, de buffer vormt één geheel en is gelaagd.

Gelaagd in die zin dat er verschillende lagen in onderscheiden worden die overgaan in elkaar: een bodembedekkende kruidlaag, heestermassieven en hoogstammig groen. Permanent in die zin dat het een aaneengesloten geheel is.

Alle weggebonden aanpassingen in de achteruitbouwstrook langs de gewestweg dienen mogelijk te blijven.

- Breedte buffer: min.

15m

- Hoogstammig groen

Binnen deze zone zijn alle handelingen en werken in functie van groenaanleg en het onderhoud van het groen toegelaten.

Binnen deze zone is het stapelen van materialen, grondstoffen, afgewerkte producten, afval(stoffen), verpakkingen, enz. verboden alsook het oprichten van bebouwing.

De bufferzone is verplicht aan te leggen op de aangeduide plaatsen, met een minimale breedte zoals aangeduid op het grafisch plan. De buffer is minimaal 15m breed. De hoogte van de beplanting bedraagt minimaal 10m.

De buffer wordt uitgevoerd als een permanente en gelaagde brede houtkant met streekeigen opgaande en struweelvormige soorten in harmonie met de omringende begroeiing. Ook wordt er hoogstammig groen voorzien. Een lijst van de toegelaten beplantingen is toegevoegd in bijlage.

- dicht groenscherm De buffer dient een voldoende dicht groenscherm te creëren bestaande uit opgaande beplanting met voldoende verscheidenheid die de bufferfunctie en landschappelijke integratie ten volle en tijdens alle seizoenen vervult.

(28)

4212003030_sbv.doc - RUP Fruitveiling-Zuid – Borgloon 28

Richtinggevend Verordenend

Toelichting Essentiële aspecten Stedenbouwkundige voorschriften

- doorbrekingen Doorbrekingen van de groenbuffer zijn niet toegestaan. Het oprichten van een afsluiting is mogelijk onder de vorm van een draad- en/of haagafsluiting of een draad met klimplanten. De hoogte ervan is beperkt tot 2.20m.

- Bufferbekkens Het aanleggen van bufferbekkens voor de opvang van hemelwater is in deze zone niet toegelaten.

Beheer De bufferzone wordt eigendom van de gemeente. De

gemeente staat zelf in voor het beheer of zal het uitbesteden aan derde.

De groenbuffer moet als één ruimtelijk geheel aangelegd en beheerd worden, door één en dezelfde instantie.

(29)

4212003030_sbv.doc - RUP Fruitveiling-Zuid – Borgloon 29

Art. 4 Zone voor transparante buffer

Richtinggevend Verordenend

Toelichting Essentiële aspecten Stedenbouwkundige voorschriften

Gebiedscategorie: Bedrijvigheid

Bestemming

Deze zone dient voor het inrichten van een transparante groenbuffer die de overgang

vormt tussen de zone voor bedrijvigheid en het aangrenzende woongebied en agrarisch gebied. Ook wordt er een doorsteek voorzien voor langzaam verkeer in het zuidwesten.

Het aanleggen van nutsleidingen en weggebonden infrastructuur is mogelijk in de strook langs de gewestweg, voor zover gerealiseerd in aansluiting met het openbaar domein.

Inrichting Vermits een groot deel van het bedrijventerrein wordt

ingericht boven op het plateau is het belangrijk dat het geheel landschappelijk wordt ingekleed. Het is niet de bedoeling om “een groene muur” te voorzien, maar om een groene transparante zone te creëren die de gebouwen laat oplossen in het landschap. De aanleg van een aarden wal is niet toegelaten, het oorspronkelijke reliëf wordt gerespecteerd. De bestaande onverharde buurtweg en het pad ter hoogte van het bestaande riool worden in de zone geïntegreerd als fiets- en voetverbindingen. De bufferzone wordt eigendom van de gemeente. De gemeente staat ofwel zelf in voor het beheer of zal het uitbesteden aan derde. De gemeente zal er steeds zorg voor dragen dat de vooropgestelde doelstelling, namelijk de landschappelijke integratie van

- Afsluitingen

- Buffer: min 20m breed - Buffer: max 35m breed

- Hoogstam bomen

Binnen deze zone zijn alle handelingen en werken in functie van groenaanleg en het onderhoud van het groen toegelaten.

Binnen deze zone is het oprichten van gebouwen, reclame, afsluitingen, het stapelen van materialen, grondstoffen, afgewerkte producten, afval(stoffen), verpakkingen, het stallen van voertuigen, enz. verboden.

De bufferzone is verplicht aan te leggen op de aangeduide plaatsen, met een minimale breedte zoals aangeduid op het grafisch plan. De buffer is minimaal 20m breed met een maximale breedte van 35m ter hoogte van de zuidwestelijke grens van het plangebied. De hoogte van de beplanting bedraagt minimaal 10m.

De buffer wordt uitgevoerd als een brede houtkant met streekeigen hagen en hoogstam bomen, in harmonie met het aangrenzende landschap. Een lijst van de toegelaten beplantingen is toegevoegd in bijlage.

(30)

4212003030_sbv.doc - RUP Fruitveiling-Zuid – Borgloon 30

Richtinggevend Verordenend

Toelichting Essentiële aspecten Stedenbouwkundige voorschriften

de bedrijvenzone, wordt gegarandeerd.

De buffer dient een groenscherm te creëren bestaande uit opgaande beplanting met voldoende verscheidenheid die de bufferfunctie en landschappelijke integratie ten volle en tijdens alle seizoenen vervult.

Doorbrekingen van de groenbuffer worden enkel toegestaan i.f.v. de aanleg van een fiets- en voetgangersverbinding. De exacte ligging wordt bepaald door de inrichting van de zone.

Ingrijpende reliëfwijzigingen of de aanleg van een grondtalud zijn niet toegelaten.

Het aanleggen van bufferbekkens voor de opvang van hemelwater is toegelaten op voorwaarde dat de groene bufferfunctie behouden blijft.

Beheer

De groenbuffer moet als één ruimtelijk geheel beheerd worden.

De aanleg en het beheer van alle bufferzones gebeurt door één en dezelfde instantie zodat een continue en uniforme buffer gegarandeerd wordt.

(31)

4212003030_sbv.doc - RUP Fruitveiling-Zuid – Borgloon 31

Art. 4bis Zone voor uitbreiding (overdruk)

Richtinggevend Verordenend

Toelichting Essentiële aspecten Stedenbouwkundige voorschriften

Gebiedscategorie: ///

Bestemming

Deze overdrukzone heeft dezelfde bestemmingsvoorschriften als beschreven in Art.

4 “Zone voor transparante buffer”.

De bestemming Art. 4 “Zone voor transparante buffer” komt te vervallen voor de deelzone Art. 4bis “Zone voor uitbreiding” indien er voor 2025 geen vergunningsaanvraag is ingediend voor de realisatie van het bedrijventerrein en er binnen de geldigheid van de afgeleverde vergunning voor de realisatie van het bedrijventerrein niet gestart is met de werken. Indien de bestemming in overdruk komt te vervallen is de bestemming ‘agrarisch gebied’ van toepassing.

Inrichting Indien de bestemming van Art. 4 “Zone voor transparante

buffer” komt te vervallen voor dit deelgebied zal er worden teruggegrepen naar de typevoorschriften van agrarisch gebied uit het gewestplan zoals hierlangs beschreven.

Onder aan de landbouw verwante bedrijven worden verstaan: bedrijven die alleen aan de landbouwers producten toeleveren of van landbouwers afgenomen producten stockeren, sorteren of verpakken in verse

De overdrukzone heeft dezelfde inrichtingsvoorschriften als beschreven in Art 4

“Zone voor transparante buffer”. Indien de bestemming in overdruk komt te vervallen zijn volgende inrichtingsvoorschriften van toepassing:

Alle werken, handelingen en wijzigingen die nodig of nuttig zijn voor de landbouwbedrijfsvoering van landbouwbedrijven zijn toegelaten.

Een landbouwbedrijfszetel mag alleen de noodzakelijke bedrijfsgebouwen en de woning van de exploitanten bevatten, alsook verblijfsgelegenheid, verwerkende en dienstverlenende activiteiten voor zover die een integrerend deel van het bedrijf uitmaken.

In het gebied zijn ook aan de landbouw verwante bedrijven toegelaten voor zover hun aanwezigheid in het agrarisch gebied nuttig of nodig is voor het goed functioneren van de landbouwbedrijven in de omgeving en ze gevestigd worden in bestaande landbouwbedrijfzetels. Die bedrijven moeten een directe en uitsluitende

(32)

4212003030_sbv.doc - RUP Fruitveiling-Zuid – Borgloon 32

Richtinggevend Verordenend

Toelichting Essentiële aspecten Stedenbouwkundige voorschriften

toestand, tuinaanlegbedrijven die planten of bomen kweken of conditioneren over een minimumoppervlakte van een halve hectare. Bij verwerking is alleen mestbehandeling of mestvergisting toegelaten.

Momenteel bevinden er zich geen landbouwbedrijfszetels binnen de overdrukzone. Moest dit in de toekomst wel zo zijn, dan blijft het mogelijk hier aan landbouw verwante bedrijven op te richten.

relatie hebben met de aanwezige landbouwbedrijven door afname of toelevering van diensten of producten. Primaire bewerking of opslag van producten kan worden toegelaten. Verwerking van producten is uitgesloten, met uitzondering van mestbehandeling en mestvergisting. Er moet rekening gehouden worden met de schaal en de ruimtelijke impact van deze bedrijven. Daarbij wordt tenminste aandacht besteed aan:

o De relatie met de in de omgeving aanwezige functies;

o De invloed op de omgeving wat het aantal te verwachten gebruikers of bezoekers betreft;

o De invloed op de mobiliteit en de verkeersleefbaarheid;

o De relatie met de in de omgeving van het gebied vastgelegde bestemmingen.

(33)

4212003030_sbv.doc - RUP Fruitveiling-Zuid – Borgloon 33

Art. 5 Zone voor wegenis

Richtinggevend Verordenend

Toelichting Essentiële aspecten Stedenbouwkundige voorschriften

Gebiedscategorie: Lijninfrastructuur

Bestemming Deze zone is aangeduid voor de aanleg en het onderhoud

van openbare wegen. Er wordt aangesloten op de bestaande Kernielerweg ten noorden van de zone voor bedrijvigheid. De aansluiting met de N76 zal de enige ontsluiting van het gebied vormen.

Deze zone is bestemd voor wegeninfrastructuur en aanhorigheden.

Inrichting De zone voor wegenis vormt de basis van mogelijke

verdere vertakkingen van waaruit andere ontsluitingen worden aangesloten.

Alle handelingen, werken en constructies voor de aanleg, het functioneren of de aanpassing van de weginfrastructuur zijn toegelaten. Naast de aanleg van deze weginfrastructuur zijn ook nutsvoorzieningen en maatregelen met betrekking tot de ruimtelijke inpassing van de bedrijvenzone toegelaten.

De breedte moet het mogelijk maken om zowel een rijweg als een fietspad in te richten.

De inrichting van de weg is afgestemd op de functie als ontsluitingsweg van het bedrijventerrein.

(34)

4212003030_sbv.doc - RUP Fruitveiling-Zuid – Borgloon 34

Art. 6 Ontsluiting (indicatief)

Richtinggevend Verordenend

Toelichting Essentiële aspecten Stedenbouwkundige voorschriften

Gebiedscategorie: ///

Bestemming

De pijl duidt aan dat er aansluitend met de bestaande wegenis een lokale ontsluitingsstructuur voor het bedrijventerrein aangelegd, onderhouden en beheerd kan worden.

Inrichting

Het tracé van de ontsluitingsweg van het bedrijventerrein wordt indicatief weergegeven op het plan. De as van de ontsluitingsweg kan verschuiven binnen Art.

1.

Alle handelingen, werken en constructies voor de aanleg, het functioneren of de aanpassing van de weginfrastructuur zijn toegelaten. Naast de aanleg van deze weginfrastructuur zijn ook nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, hemelwaterinfiltratie en maatregelen met betrekking tot de ruimtelijke inpassing van de bedrijvenzone toegelaten.

De inrichting van de weg is afgestemd op de functie als lokale weg. De functie en het gebruik van de weg moeten herkenbaar zijn in de aanleg. De inrichting en het materiaalgebruik dient afgestemd te worden op de omgeving. Een dichte verharding is hier toegestaan.

(35)

4212003030_sbv.doc - RUP Fruitveiling-Zuid – Borgloon 35

Art. 7 Ontsluiting voor langzaam verkeer (indicatief)

Richtinggevend Verordenend

Toelichting Essentiële aspecten Stedenbouwkundige voorschriften

Gebiedscategorie: ////

Bestemming Om het bedrijventerrein en de omgeving toegankelijk te

maken voor langzaam verkeer wordt er op een strategische locatie tussen de Boeshovenweg en de Kernielerweg een verbinding voorzien. Het gaat om een bestaande verbinding die behouden blijft en een aantakking op de recent aangelegde wegenis. De pijlen duiden symbolisch aan welke plaatsen met elkaar verbonden moeten worden.

De zone dient om een verbinding voor langzaam verkeer te voorzien of in stand te houden.

Inrichting Om een goede doorgang mogelijk te maken hebben deze

verbindingen een minimale breedte van 2,50m.

- Minimale breedte: 2,5m

Alle handelingen, werken en constructies voor de aanleg en het functioneren van deze weginfrastructuur zijn toegelaten.

De inrichting en het materiaalgebruik van het pad wordt afgestemd op dat van de onmiddellijke omgeving. De verbinding is indicatief weergegeven op het grafisch plan en kan verplaatst worden binnen Art. 4. De verbinding tussen begin en eindpunt dient evenwel verplicht gerealiseerd te worden.

De minimale breedte van de verbindingen is 2,50m.

(36)

4212003030_sbv.doc - RUP Fruitveiling-Zuid – Borgloon 36

Bijlage 1 Beplantingslijst groenzones : Toegestane beplanting

Beplanting Kenmerken

Pyrus communis Peer

Geen probleem voor Drosophila Suzukii. Wel de vruchten plukken, aangezien rot en beschadigd fruit aangetast kan worden door fruitvliegen. Zeer gevoelig voor bacterievuur. Gevoelig voor schurft.

Malus sylvestris Appel

Geen probleem voor Drosophila Suzukii. Wel de vruchten plukken, aangezien rot en beschadigd fruit aangetast kan worden door fruitvliegen. Zeer gevoelig voor bacterievuur. Zeer gevoelig voor schurft.

Viburnum opulus Gelderse roos

Geen probleem voor Drosophila Suzukii. Er is wel eileg en zeer beperkte larvale ontwikkeling mogelijk, maar ontwikkeling tot adulten is niet mogelijk. Ook konden geen D. Suzukii gekweekt worden uit geplukte vruchten. Niet gevoelig voor bacterievuur. Niet gevoelig voor schurft.

Potentilla fruticosa ‘abbotswood’

Struikganzerik

Geen data gevonden in literatuur, maar op basis van het uiterlijk van de plant lijkt dit geen probleem voor D. Sukuzii. Niet gevoelig voor bacterievuur. Niet gevoelig voor schurft.

Corylus avellana Hazelaar

Geen data gevonden in literatuur, maar op basis van het uiterlijk van de plant lijkt dit geen probleem voor D. Sukuzii. Niet gevoelig voor bacterievuur. Niet gevoelig voor schurft.

Ajuga reptans Kruipend zenegroen

Geen data gevonden in literatuur, maar op basis van het uiterlijk van de plant lijkt dit geen probleem voor D. Sukuzii. Niet gevoelig voor bacterievuur. Niet gevoelig voor schurft.

Carpinus betulus Haagbeuk

Geen data gevonden in literatuur, maar op basis van het uiterlijk van de plant lijkt dit geen probleem voor D. Sukuzii. Niet gevoelig voor bacterievuur.

Tilia platyphyllos Zomerlinde

(37)

4212003030_sbv.doc - RUP Fruitveiling-Zuid – Borgloon 37

Beplanting Kenmerken

Betula pubescens Zachte Berk Castanea sativa Tamme kastanje

Referenties

Outline

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Aangezien het over een regularisatie gaat van een bestaande toestand van het bestaand bedrijf Dranken van Eetvelde (gelegen in het goedgekeurd BPA 35/1 : E17/3

In artikel 5 wordt de buffering van het bedrijf in zone 5 ten opzichte van de omgeving en dus ook ten opzichte van deze zone voor gemengd open ruimte gebied opgelegd. Vanuit

Indien het gebouw of delen ervan niet behouden dienen te worden, geldt de harmonieregel voor het bepalen van de bouwhoogte, de kroonlijsthoogte, de vrije hoogte, de terreinbezetting,

Waterdichte vlakken zijn enkel voor de verhardingen van de terrassen, aansluitend achter de woning, toegelaten (max. 30 m²) mits ze afwateren naar de tuin en mits een

Voorzieningen en infrastructuur die nodig zijn voor het vertragen van de afvoer, retentie, infiltratie en bergen van zuiver hemelwater en oppervlaktewater en onderhoud

Binnen alle bestemmingszones worden bovengrondse en ondergrondse constructies en inrichtingen voor hernieuwbare energie toegelaten, voor zover ze in hun uitbating en

De delen van het terrein ingericht als toegang, laden en lossen, parking (beperkt tot zone voor parking in overdruk voor deelzone B) en sport- en speelterrein kunnen, voor

De inrichtingsstudie duidt onder meer aan hoe het gebied al dan niet gefaseerd ontwikkeld wordt, welke relaties gelegd worden, hoe de ontsluiting opgevat wordt en hoe de