• No results found

Stad LOKEREN. RUP Dranken Van Eetvelde. Stedenbouwkundige voorschriften

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Stad LOKEREN. RUP Dranken Van Eetvelde. Stedenbouwkundige voorschriften"

Copied!
54
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Stad LOKEREN

RUP Dranken Van Eetvelde

Stad Lokeren

Dienst Ruimtelijke Ordening Groentemarkt 1

9160 Lokeren

Stedenbouwkundige voorschriften

V. A: 05/06/2014: opmaak

V. B 19/01/2015: aanvullingen nav verrzoek tot raadpleging

(2)

Stad Lokeren – RUP Dranken Van Eetvelde

Stedenbouwkundige voorschriften – V. B Blz. 2/16

(3)

Stad Lokeren – RUP Dranken Van Eetvelde

Stedenbouwkundige voorschriften – V. B Blz. 3/16

Gezien en voorlopig aangenomen door de gemeenteraad van Lokeren in zitting van _ _ _ _ _ _ Bij bevel : De Gemeentesecretaris, wn. De Burgemeester

Dhr. S. Verbeke Dhr. F. Anthuenis

Het College van Burgemeester en Schepenen van de stad Lokeren bevestigt dat onderhavig plan ter inzage van het publiek op het stadhuis werd neergelegd van _ _ _ _ _ _ tot _ _ _ _ _ _

Bij bevel : De Gemeentesecretaris, wn. De Burgemeester

Dhr. S. Verbeke Dhr. F. Anthuenis

Gezien en definitief goedgekeurd door de gemeenteraad van Lokeren in zitting van _ _ _ _ _ _ Bij bevel : De Gemeentesecretaris, wn. De Burgemeester

Dhr. S. Verbeke Dhr. F. Anthuenis

Verantwoordelijk ruimtelijk planner:

Katrijn Colman Stad Lokeren

Dienst ruimtelijke ordening Groentemarkt 1

9160 Lokeren 09/340.94.58

(4)

Stad Lokeren – RUP Dranken Van Eetvelde

Stedenbouwkundige voorschriften – V. B Blz. 4/16

Revisiestatus

Versie Datum Revisies

A 05/06/2014 Opmaak document

B 19/01/2015 Aanvullingen naar aanleiding van verzoek tot raadpleging

Dossierverloop

Datum Locatie Agendapunten

De wijzigingen/aanvullingen naar aanleiding van het verzoek tot raadpleging bij de verschillende adviesinstanties werden aangeduid in blauw.

Tevens werden de stedenbouwkundige voorschriften gewijzigd op basis van de opmerkingen die voortkwamen uit het verzoek tot raadpleging. Deze zijn eveneens aangeduid in het blauw.

(5)

Stad Lokeren – Ontwikkeling woonuitbreidingsgebieden

Stedenbouwkundige voorschriften – V. B Blz. 5/16

Verordenende stedenbouwkundige voorschriften

Verordenende stedenbouwkundige voorschriften Toelichting

Art. 1: Zone voor KMO – bebouwing toegestaan (categorie van gebiedsaanduiding “bedrijvigheid”)

1.1 Bestemming

Deze zone is bestemd voor handel en ambachtelijke bedrijvigheid.

Deze zone is bestemd voor :

 Bedrijfsgebouwen (bv. burelen, opslagplaatsen, magazijnen, handelsruimte, …)

 Bedienings- en brandweerwegen,

 Verhardingen, parkeerplaatsen

 Toegangen tot achterliggende percelen

Volgende activiteiten worden niet toegelaten:

 Milieubelastende bedrijven en Seveso-bedrijven (Inrichtingen zoals bedoeld in art. 3 van het Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende de beheersing van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen betrokken zijn),

 Logistieke bedrijven

 Sterk verkeersgenererende bedrijven

 Regionale bedrijven

 Complementaire dienstverlenende bedrijven.

 Geluidsproducerende recreatie en overdekte recreatieve bedrijven

 Discotheken

De draagkracht van de omgeving mag niet overschreden worden.

1

(6)

Stad Lokeren – Ontwikkeling woonuitbreidingsgebieden

Stedenbouwkundige voorschriften – V. B Blz. 6/16

 Autonome kantoren

 Agrarische productie,

 Opslag, productie en verwerking in open lucht.

 Bedrijven met belangrijke geuremissies

1.2 Inrichting

Inplanting gebouwen:

 De inplanting dient te gebeuren binnen de aangeduide zone

 Een eventuele uitbreiding van het bedrijfsgebouw dient gekoppeld te worden aan het bestaande bedrijfsgebouw.

 Deze zone mag voor maximaal 100 % bebouwd worden, bestaande gebouwen inbegrepen.

Bouwhoogte:

 De maximale kroonlijsthoogte bedraagt 6m en de maximale nokhoogte op 8m.

 Schouwen en luchtfilters zijn niet inbegrepen.

Dakvorm:

 Plat dak, zadeldak of hellend dak

 Dakhelling maximaal 35°

Groenplan - buffering:

 Het groenplan, bedoeld om de buffer te realiseren, maakt deel uit van de stedenbouwkundige vergunning en is verplicht te realiseren in het plantseizoen dat vooraf gaat aan het opstarten van de uitbreidingswerken en of verbouwingswerken. Sommige delen van de buffer kunnen in overleg met de vergunningverlenende instanties later worden gerealiseerd, indien ze aangeduid werden op de vergunningsaanvraag.

 Het groenplan voorziet op deskundige wijze voldoende beplanting zoals voorzien op het bestemmingsplan en in de desbetreffende voorschriften.

 Instandhoudings- en/of verbouwingswerken aan de bestaande vergunde gebouwen kunnen aanvaard worden zonder dat hiervoor de realisatie van de buffer gebeurd is.

(7)

Stad Lokeren – Ontwikkeling woonuitbreidingsgebieden

Stedenbouwkundige voorschriften – V. B Blz. 7/16

 Materialen:

– De kleuren en materialen van gevels en daken moeten harmonisch aansluiten en zijn uitgevoerd in esthetisch verantwoorde materialen die kunnen geïntegreerd worden in de omgeving en het omliggende landschap.

– Tussen de bouwdelen onderling dient een eenheid in materiaalkeuze te bestaan.

– Wat betreft de vormgeving en de aangewende materialen, dienen alle constructies uit architectonisch oogpunt verantwoord te zijn. Dit eigen architecturaal karakter zal veruitwendigd worden door accentuering van het gevelritme en de combinatie van kleuren en/of materialen.

– Constructies waarbij kleine betonnen platen geplaatst worden tussen zichtbaar blijvende kolommen zijn verboden.

– Koepelloodsen en containerloodsen zijn verboden.

 Afwatering:

– Om het onvervuild regenwater maximaal in de bodem te laten dringen, moet er rekening gehouden worden met de afwatering of afvoer naar de bufferzone.

– Het overtollige water kan afgevoerd worden naar open grachten op de randen van het perceel, naar de bufferstrook of naar een groenzone.

– Vervuild water dient afgevoerd te worden via een gescheiden riolering of naar een eigen zuiveringsinstallatie.

– Dit alles dient te gebeuren overeenkomstig de geldende verordening inzake hemelwater.

 Publiciteit wordt toegelaten onder de volgende voorwaarden:

– Lichtreclames dienen voorwerp te zijn van een specifieke vergunning.

– Publiciteit eigen aan de zone

– Onder bestemming van een zone die aanmerking komt voor de publiciteit worden commerciële terreinen en gebouwen zoals bedrijfsgebouwen, nijverheids- en industriële gebouwen ed.

begrepen.

– De publiciteit kan gebeuren aan de gebouwen of los ervan op het terrein. De maximum toelaatbare totale oppervlakte is 6m2.

– Het bedekken van gevelopeningen is altijd verboden.

– Afstanden:

• Aan de gevel bevestigd: op min. 1m van de zijdelingse hoek of grens van het gebouw

• Los van de gevel: op min.2m van de perceelsgrens en min. 2m achter de rooilijn voor zover

(8)

Stad Lokeren – Ontwikkeling woonuitbreidingsgebieden

Stedenbouwkundige voorschriften – V. B Blz. 8/16

de zichtbaarheid van het verkeer niet gehinderd wordt.

– Hoogten:

• De max. hoogte wordt bepaald door de nokhoogte van het aanpalend gebouw

• Bij gebrek aan een gebouw of indien het paneel meer dan 5m van het aanpalend gebouw verwijderd is, mag het paneel niet hoger reiken dan 3m.

Art. 2: Zone voor KMO – geen bebouwing toegestaan (categorie van gebiedsaanduiding “bedrijvigheid”)

2.1 Bestemming

Deze zone is bestemd voor :

 bedienings- en brandweerwegen,

 verhardingen,

 toegangen tot achterliggende percelen

 rijstroken, opritten

 private parkeerplaatsen

 laad- en losplaatsen,

 stapelplaatsen in open lucht.

Bebouwing is niet toegelaten

2.2 Inrichting

 Binnen de aangeduide zone. Stapelplaatsen op minstens 4m van de perceelsgrens.

 Stapelplaatsen in open lucht hebben een max. hoogte van 3m.

 Verhardingen:

– De oppervlakte van deze zone mag voor max. 100% verhard worden

– Beton- en asfaltverhardingen zijn enkel toegelaten indien zij noodzakelijk zijn voor de exploitatie 2

(9)

Stad Lokeren – Ontwikkeling woonuitbreidingsgebieden

Stedenbouwkundige voorschriften – V. B Blz. 9/16

van het bedrijf, met verharding naar de van toepassing zijnde Vlarem-wetgeving.

 Publiciteit wordt toegelaten onder de volgende voorwaarden:

– Lichtreclames dienen voorwerp te zijn van een specifieke vergunning – Publiciteit eigen aan de zone

– Onder bestemming van een zone die aanmerking komt voor de publiciteit worden commerciële terreinen en gebouwen zoals bedrijfsgebouwen, nijverheids- en industriële gebouwen ed.

begrepen.

– De publiciteit kan gebeuren aan de gebouwen of los ervan op het terrein. De maximum toelaatbare totale oppervlakte is 6m2.

– Het bedekken van gevelopeningen is altijd verboden.

– Afstanden:

• Aan de gevel bevestigd: op min. 1m van de zijdelingse hoek of grens van het gebouw

• Los van de gevel: op min.2m van de perceelsgrens en min. 2m achter de rooilijn voor zover de zichtbaarheid van het verkeer niet gehinderd wordt.

– Hoogten:

• De max. hoogte wordt bepaald door de nokhoogte van het aanpalend gebouw

• Bij gebrek aan een gebouw of indien het paneel meer dan 5m van het aanpalend gebouw verwijderd is, mag het paneel niet hoger reiken dan 3m.

 Boscompensatie:

De huidige en actuele regelgeving rond boscompensatie dient gevolgd te worden zodat er geen aanzienlijke negatieve effecten voor fauna en flora zijn.

(10)

Stad Lokeren – Ontwikkeling woonuitbreidingsgebieden

Stedenbouwkundige voorschriften – V. B Blz. 10/16

Art. 3: Bufferzone (categorie van gebiedsaanduiding “bedrijvigheid”)

3.1 Bestemming

Bestemd voor beplanting met streekeigen (bij voorkeur autochtone), dichte en gesloten beplanting (volgens bijgevoegde lijst).

Zijn verboden:

 Het stapelen van materialen, grondstoffen, afgewerkte producten, afvalstoffen, verpakkingen, …

 Alle vormen van verhardingen en opritten voor verkeer

 Alle soorten bebouwing

 Publiciteit

3.2 Inrichting

 Deze zone dient te bestaan uit hoogstammen (minstens 10/12) aangevuld met heesters (minstens 60/100) à ratio van 1 plant per 2m2.

 De zones dienen aangeplant te zijn in het plantseizoen dat voorafgaat aan het opstarten van de uitbreidingswerken en/of verbouwingswerken.

 Sommige delen van de buffer kunnen in overleg met de vergunningverlenende overheid later worden gerealiseerd, indien ze aangeduid werden op de vergunningsaanvraag.

 De bufferzone is enkel betreedbaar voor het onderhoud van de buffer en als toegang tot eventuele aanpalende terreinen. Deze toegang kan een max. breedte hebben van 4m.

 Na de aanplant dient men eveneens in te staan voor het onderhoud en de instandhouding van de buffer.

3

(11)

Stad Lokeren – Ontwikkeling woonuitbreidingsgebieden

Stedenbouwkundige voorschriften – V. B Blz. 11/16

Art. 4: Woonzone (categorie van gebiedsaanduiding “wonen”)

4.1 Inrichting

Deze zone is bestemd voor wonen. Naast de woonfunctie zijn volgende nevenfuncties eveneens toegelaten (maximaal 40% van de totale vloeroppervlakte) voor zover ze de draagkracht van de omgeving niet overschrijden:

 Vrije beroepen

 Dienstverlening

 Verhardingen, parkeerplaatsen

De onbebouwde ruimte dient verplicht ingericht te worden als tuinzone. De onbebouwde ruimte tussen de openbare weg en de voorgevel van het hoofdgebouw wordt aanzien als voortuin. De inrichting van de voortuin dient een kwalitatieve bijdrage te leveren aan het straatbeeld.

4.2 Inrichting

 Ten opzichte van de rooilijn moet er een bouwvrije voortuinstrook van 6 m gerealiseerd worden.

 De woningen dienen volledig opgericht te worden binnen een zone van 30m gemeten vanaf de rooilijn.

 Ten opzichte van de zijdelingse perceelsgrenzen moet een bouwvrije zijdelingse strook van 3m gehandhaafd worden.

 Voor halfopen bebouwing is de voorgevelbouwlijn van de woning waartegen gebouwd moet worden bindend.

 Ten opzichte van de achterste perceelsgrens moeten volgende afstanden gerespecteerd worden voor de realisatie van een tuin:

– Er moet ten minste 8 m tuin voorzien worden bij een perceelsdiepte ≥ 25m ten opzichte van de achterste perceelsgrens).

– Bij een perceelsdiepte < 25m moet minstens 1/3 van de perceelsdiepte (ten opzichte van de achterste perceelsgrens) ingericht worden als tuin.

De rooilijn is de grens tussen de verschillende bestemmingen enerzijds, en de zone voor openbare infrastructuur anderzijds

Het dwarsprofiel van de woning waartegen gebouwd moet worden moet gevolgd worden, maar mag wel parallel verschoven worden.

4

(12)

Stad Lokeren – Ontwikkeling woonuitbreidingsgebieden

Stedenbouwkundige voorschriften – V. B Blz. 12/16

 De maximale bouwdiepte bedraagt 20 m. De bouwdiepte op de eerste verdieping mag maximaal 15 m bedragen.

Het maximaal toegelaten aantal bouwlagen bedraagt 2. De max. kroonlijsthoogte bedraagt 3m30 per toegestaan aantal bouwlagen. De ruimte binnen het dakvolume mag ingericht worden als maximaal 1 bouwlaag.

Bouwmaterialen : dienen esthetisch verantwoord te zijn, met aard en kleur in harmonie met de omgeving.

Dakvorm :

 Open bebouwing : vrij

 Halfopen bebouwing :

– zadeldak verplicht waarbij de nok evenwijdig aan de rooilijn voorzien moet worden

– Platte daken zijn mogelijk vanaf 10m achter de voorbouwlijn, of bij bestaande gebouwen vanaf de achtergevel.

– Afwijkende dakvormen kunnen enkel toegestaan worden indien ze in de bestaande toestand aanwezig zijn, of indien de woning waartegen aangebouwd moet worden ook een afwijkende dakvorm heeft.

– Bij een aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning voor meerdere projectwoningen in één bouwvolume is de dakvorm vrij.

Vloerpeil : max. 0,35 m boven de pas van de as van de weg. Het vloerpeil moet hoger liggen dan de kruin van de weg.

Binnen de tuinzone zijn gebouwen niet toegelaten met uitzondering van bijgebouwen volgens onderstaande voorwaarden:

 Afzonderlijke bijgebouwen (fysiek gescheiden van het hoofdgebouw) in de tuinzone mogen gezamenlijk maximaal 30% van de totale oppervlakte tuinzone bedragen met een maximum van 60 m2. Als tuinzone wordt beschouwd de onbebouwde delen van het perceel achter de woning met uitzondering van de bouwvrije zijdelingse perceelsstroken en met uitzondering van de bouwvrije voortuinstrook.

 Zij dienen op 1 m van de perceelsgrens voorzien te worden. Mits akkoord van de aanpalende eigenaar kan er tot tegen de perceelsgrens gebouwd worden.

2 bouwlagen = gelijkvloers + eerste verdieping, plat dak of 1 bouwlaag en een hellend dak

Niet-overdekte constructies (= constructies zonder bouwvolume, waarvan de hoogte beperkt is tot 1m50 boven het maaiveld.

Bijvoorbeeld terrassen, siervijvers, verhardingen en openluchtzwembaden, …). In de vrijstelling voor de 80m2 niet- overdekte constructies zijn tuinpaden in de zij- en achtertuin en de noodzakelijke toegangen en opritten naar de woning niet inbegrepen (= definitie van het vrijstellingsbesluit).

(13)

Stad Lokeren – Ontwikkeling woonuitbreidingsgebieden

Stedenbouwkundige voorschriften – V. B Blz. 13/16

 De maximaal toegelaten kroonlijsthoogte bedraagt 3m30.

Niet-overdekte constructies in de tuinen mogen max. 80 m2 oppervlakte innemen. Zij dienen op 1 meter van de perceelsgrens voorzien te worden.

Algemene voorschriften

Gebouwen en infrastructuur voor openbaar nut kunnen, ongeacht de bestemming, toegelaten worden in alle zones. De inplanting ervan mag de bestemming van de desbetreffende zone niet hinderen.

De op het ogenblik van de inwerkingtreding van dit RUP vergunde of vergund geachte gebouwen die gelegen zijn buiten de daarvoor geëigende bestemmingen of die strijdig zijn met de voorschriften, kunnen behouden blijven of verbouwd worden binnen het bestaande bouwvolume mits behoud van de bestaande functie.

Alle nieuwe ontwikkelingen dienen te worden getoetst aan de principes van het integraal waterbeheer.

Eventuele noodzakelijke infrastructuur om aan deze principes te voldoen dient geïntegreerd te worden in de omgeving.

 Het plangebied ligt in een infiltratiegevoelige zone. De projectzone bestaat volgens de bodemkaart ui Zc/Zd (vochtig zand). Infiltratie is hier technisch mogelijk. Het is noodzakelijk om op deze locatie met deze bodemtextuur een infiltratievoorziening te realiseren met volgende dimensies:

– De infiltratieoppervlakte moet minstens 400 m2/ha verharde oppervlakte zijn;

– Het volume van deze voorziening moet minstens 330 m3/ha verharde oppervlakte zijn;

– De infiltratievoorziening mag niet aangelegd worden onder het maximale niveau van de grondwatertafel, voor een drainageklasse d niet dieper dan 50 cm onder het maaiveld.

 Voor de in rekening te brengen verharde oppervlakte voor de dimensionering van de infiltratievoorziening wordt verwezen naar de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake

Indien een aanvraag wordt gedaan voor herbouw of nieuwbouw moet de nieuwe bebouwing beantwoorden aan de stedenbouwkundige voorschriften van dit RUP. Nieuwe activiteiten dienen te voldoen aan de stedenbouwkundige voorschriften van dit RUP.

Er dient gestreefd te worden naar maximaal herbruik van het hemelwater en vervolgens naar maximale infiltratie.

Binnen alle zoneringen is het Besluit van de Vlaamse Regering tot bepaling van handelingen waarvoor geen stedenbouwkundige vergunning nodig is, dd. 16/7/2010 (B.S.

10/9/2010 en latere wijzigingen) van toepassing. Alle in het besluit voorziene vrijgestelde ingrepen zijn binnen het plangebied van dit RUP eveneens vrijgesteld van vergunning.

(14)

Stad Lokeren – Ontwikkeling woonuitbreidingsgebieden

Stedenbouwkundige voorschriften – V. B Blz. 14/16

hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.

 Mochten er nog wijzigingen aan gebouwen of verhardingen optreden, als gevolg van lokale nieuwbouw ter vervanging van de bestaande toestand, zijn ook volgende richtlijnen belangrijk:

– De verharde grondoppervlakten zoals voetpaden, parkings en inritten ongeacht de afmeting, moeten maximaal, afwateren naar een voldoende brede infiltreerbare randzone (minstens 25%

van de betrokken verharde oppervlakte) en aangelegd worden zonder boordstenen of afvoerkolken.

– Indien dit niet mogelijk is dienen de verharde oppervlakken aangelegd te worden in waterdoorlatende materialen. Belangrijk hierbij is dat de waterdoorlatende materialen geplaatst worden op een waterdoorlatend funderingsmateriaal en dat de infiltratie mogelijk gemaakt wordt door opstaande randen te voorzien en deze verhardingen zonder gelling of afvoergoten aan te leggen.

– Indien dit op zijn beurt niet mogelijk is, dient de verharde oppervlakte aangesloten te worden op een infiltratievoorziening met de hoger vermelde dimensies.

 Bovengrondse infiltratievoorzieningen (wadi’s of grachten) hebben de voorkeur boven ondergrondse infiltratievoorzieningen (infiltratieput, infiltratiebuizen) omdat deze beter te onderhouden en te controleren zijn.

Ondergrondse parkeergarages zijn niet toegelaten.

Voor de zones waar een verwijzing is naar de beplanting moet er een beplantingsplan opgemaakt worden.

De soorten die in aanmerking komen voor een opmaak van een beplantingsplan moeten streekeigen zijn, en worden volgens gebruik in de beplantingslijst weergegeven (verder in de stedenbouwkundige voorschriften).

(15)

Stad Lokeren – Ontwikkeling woonuitbreidingsgebieden

Stedenbouwkundige voorschriften – V. B

Beplantingslijst

 Bomen

 Struiken

Botanische naam Nederlandse benaming Acer campestre Veldesdoorn (Spaanse aak) Alnus glutinosa Zwarte Els

Carpinus betulus Haagbeuk Fraxinus excelsior Gewone es Populus canescens Grauwe abeel Populus tremula Ratelpopulier Populus variëteit Ghoy Populier

Prunus avum Boskers (zoete kers)

Quercus robur Zomereik

Salix Alba Schietwilg

Tilia Cordata Winterlinde

Ulmus minor Gladde Iep

Botanische naam Nederlandse benaming Alnus glutinosa Zwarte Els

Carpinus betulus Haagbeuk Cornus sanguinea Rode kornoelje Corylus avellana Hazelaar

Crataegus monogyna Eenstijlige meidoorn Euonymus europaeus Wilde kardinaalsmuts Ilex aquifolium Hulst

Ligustrum vulgare Wilde liguster Prunus padus Vogelkers (Europese) Prunus Spinosa Sleedoorn

Rhamnus frangula Sporkehout (vuilboom)

Ribes nigrum Zwarte bes

Rosa canina Hondsroos

Salix caprea Boswilg

Sambucus nigra Gewone vlier Sorbus aucuparia Lijsterbes Viburnum opulus Gelderse Roos

(16)

Stad Lokeren – Ontwikkeling woonuitbreidingsgebieden

Stedenbouwkundige voorschriften – V. B

 Hagen

Botanische naam Nederlandse benaming Acer campestre Veldesdoorn (Spaanse aak) Carpinus betulus Haagbeuk

Corylus avellana Hazelaar

Crataegus monogyna Eenstijlige meidoorn Fagys sylvatica Groene beuk Ilex aquifolium Hulst Ligustrum vulgare Wilde liguster Prunus Spinosa Sleedoorn

Quercus robur Zomereik

Taxus baccata Taxus (wintergroen)

Ulmus minor Gladde Iep

(17)

Stad Lokeren – RUP Dranken Van Eetvelde

F

Stad LOKEREN

Stad Lokeren

Dienst Ruimtelijke Ordening Groentemarkt 1

9160 Lokeren

RUP Dranken Van Eetvelde

Plan-MER screening

V. A: 09/09/2014: Opmaak

V. B: 21/10/2014: Aanvullingen op verzoek van dienst MER V. C: 19/01/2015: Aanvullingen nav verzoek tot raadpleging

(18)

Stad Lokeren – RUP Dranken Van Eetvelde

Plan-MER screening – V. C Blz. 2/38

Revisiestatus

Versie Datum Revisies

A 09/09/2014 Opmaak document

B 21/10/2014 Aanvullingen op verzoek van dienst MER C 19/01/2015 Aanvullingen nav verzoek tot raadpleging

De wijzigingen/aanvullingen naar aanleiding van het verzoek tot raadpleging bij de verschillende adviesinstanties werden aangeduid in blauw.

Tevens werden de stedenbouwkundige voorschriften gewijzigd op basis van de opmerkingen die voortkwamen uit het verzoek tot raadpleging. Deze zijn eveneens aangeduid in het blauw.

(19)

Stad Lokeren – RUP Dranken Van Eetvelde

Plan-MER screening – V. C Blz. 3/38

(20)

Stad Lokeren – RUP Dranken Van Eetvelde

Plan-MER screening – V. C Blz. 4/38

1. 1 . Inhoudsopgave

1.1. Inhoudsopgave 4

2

2.. Lijst van figuren 5

3.3. Inlichting en coördinaten van de initiatiefnemer 6

4.4. Beschrijving en verduidelijking van het voorgenomen plan 7 4.1. Inleiding _________________________________________________________________________ 7 4.2. Situering plangebied ______________________________________________________________ 7 4.3. Doelstellingen van het plan _______________________________________________________ 8 4.4. Juridische en beleidsmatige context _______________________________________________ 9 4.4.1. Gewestplan ___________________________________________________________________ 9 4.4.2. BPA’s ________________________________________________________________________ 9 4.4.3. Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen en Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan ____ 11 4.4.4. Gemeentelijk ruimtelijk Structuurplan__________________________________________ 11 4.5. Bestaande toestand _____________________________________________________________ 11 4.6. Geplande toestand ______________________________________________________________ 13 4.7. Alternatieven ____________________________________________________________________ 14 4.7.1. Nulalternatief ________________________________________________________________ 14 4.7.2. Uitvoeringsalternatieven ______________________________________________________ 14 4.7.3. Locatiealternatieven __________________________________________________________ 14 4.7.4. Conclusie alternatievenonderzoek ____________________________________________ 14 5

5.. Toetsing plan-MER plicht 15

5.1. Definitie van het plan of programma ______________________________________________ 15 5.2. Toepassingsgebied ______________________________________________________________ 15 5.3. Bepaling van de plicht tot opmaak van een plan-MER _____________________________ 15 5.3.1. Voortoets passende beoordeling ______________________________________________ 15 5.4. Conclusie _______________________________________________________________________ 16

6.6. Grens- of gewestgrensoverschrijdende effecten 17

7.7. Beschrijving en beoordeling van de milieueffecten 18

7.1. Werkwijze _______________________________________________________________________ 18 7.2. Mens, gezondheid en veiligheid __________________________________________________ 18 7.2.1. Referentiesituatie ____________________________________________________________ 18 7.2.2. Mogelijke effecten ___________________________________________________________ 19 7.2.3. Besluit_______________________________________________________________________ 19 7.3. Ruimtelijke ordening _____________________________________________________________ 19 7.3.1. Referentiesituatie ____________________________________________________________ 19 7.3.2. Mogelijke effecten ___________________________________________________________ 20 7.3.3. Besluit_______________________________________________________________________ 20 7.4. Biodiversiteit, fauna en flora ______________________________________________________ 20 7.4.1. Referentiesituatie ____________________________________________________________ 20 7.4.2. Mogelijke effecten ___________________________________________________________ 22 7.4.3. Besluit_______________________________________________________________________ 22 7.5. Landschappelijk en cultureel erfgoed _____________________________________________ 22 7.5.1. Referentiesituatie ____________________________________________________________ 22 7.5.2. Mogelijke effecten ___________________________________________________________ 22 7.5.3. Besluit_______________________________________________________________________ 23 7.6. Bodem en grondwater ___________________________________________________________ 23

(21)

Stad Lokeren – RUP Dranken Van Eetvelde

Plan-MER screening – V. C Blz. 5/38

7.6.1. Referentiesituatie ____________________________________________________________ 23 7.6.2. Mogelijke effecten ___________________________________________________________ 24 7.6.3. Besluit_______________________________________________________________________ 24 7.7. Water ___________________________________________________________________________ 24 7.7.1. Referentiesituatie ____________________________________________________________ 24 7.7.2. Mogelijke effecten ___________________________________________________________ 26 7.7.3. Besluit_______________________________________________________________________ 26 7.8. Mobiliteit ________________________________________________________________________ 27 7.8.1. Referentiesituatie ____________________________________________________________ 27 7.8.2. Mogelijke effecten ___________________________________________________________ 27 7.8.3. Besluit_______________________________________________________________________ 27 7.9. Geluid en licht ___________________________________________________________________ 27 7.9.1. Referentiesituatie ____________________________________________________________ 27 7.9.2. Mogelijke effecten ___________________________________________________________ 27 7.9.3. Besluit_______________________________________________________________________ 27 7.10. Atmosfeer en klimaat ___________________________________________________________ 28 7.10.1. Mogelijke effecten __________________________________________________________ 28 7.10.2. Besluit _____________________________________________________________________ 28 7.11. Energie en grondstofvoorraden _________________________________________________ 28 7.11.1. Referentiesituatie ___________________________________________________________ 28 7.11.2. Mogelijke effecten __________________________________________________________ 28 7.11.3. Besluit _____________________________________________________________________ 28 8

8.. Globale beoordeling 29

9.9. Verzoek tot raadpleging 30

9.1. Verzoek tot advies _______________________________________________________________ 30

1010.. Bijlagen 35

2 2 . . Lijst van figuren

Figuur 1: Situering op topografische kaart ... 8

Figuur 2: Situering op luchtfoto ... 8

Figuur 3: Situering op het gewestplan ... 9

Figuur 4: BPA 35/1 – E17/3 Everslaar : gedeeltelijke herziening en uitbreiding (MB 10/05/2004). ... 10

Figuur 5: Oorspronkelijke BP35 : Everslaar (MB 29/06/1992) ... 10

Figuur 6: Bestaande toestand ... 12

Figuur 7: Situering van het plangebied t.o.v. speciale beschermingsgebieden (GEO- Vlaanderen) ... 16

Figuur 8: Ven en IVON (bron: AGIV) ... 21

Figuur 9: Biologische waarderingskaart (bron: eigen kaartmateriaal) ... 21

Figuur 11 : Bodemkaart (bron: dov.vlaanderen.be) ... 23

Figuur 12 : Grondwaterstromingsgevoeligheidskaart (bron: AGIV) ... 23

Figuur 13: Situering waterlopen (eigen kaartmateriaal) ... 25

Figuur 14: Overstromingsgevoelige gebieden (bron: AGIV) ... 25

Figuur 15 : Van nature overstroombare gebieden (bron: AGIV) ... 26

Figuur 16: Infiltratiekaart (bron: AGIV)... 26

(22)

Stad Lokeren – RUP Dranken Van Eetvelde

Plan-MER screening – V. C Blz. 6/38

3 3 . . Inlichting en coördinaten van de initiatiefnemer

Initiatiefnemer:

Stad Lokeren

Dienst Ruimtelijke Ordening Groentemarkt 1

9160 Lokeren 09/340.94.58

Opdrachthouder:

Stad Lokeren

Dienst Ruimtelijke Ordening Groentemarkt 1

9160 Lokeren 09/340.94.58

(23)

Stad Lokeren – RUP Dranken Van Eetvelde

Plan-MER screening – V. C Blz. 7/38

4. 4 . Beschrijving en verduidelijking van het voorgenomen plan

4.1. Inleiding

Deze plan-MER-screening wordt opgemaakt naar aanleiding van de opmaak van het ruimtelijk uitvoeringsplan Dranken Van Eetvelde te Lokeren.

Bij MB dd. 10/05/2004 werd de gedeeltelijke herziening en uitbreiding van het bestaande BPA nr. 35/1 E17/3- Everslaar (MB 29/06/1982) goedgekeurd. Hierbij werd een herziening en uitbreiding goedgekeurd waardoor het bedrijf Dranken Van Eetvelde niet meer zonevreemd was. Het bedrijf was immers volgens het oorspronkelijke BPA deels gelegen in reservegebied voor industriële uitbreiding en deels gelegen in de bufferzone rondom E17/3.

In het kader van het sectoraal BPA Zonevreemde bedrijven werd onderzocht of dit bedrijf mee opgenomen kon worden, hetgeen niet mogelijk was aangezien de bedrijfsactiviteiten hoofdzakelijk uit groothandelsactiviteiten bestaan. Bijgevolg werd er beslist om het oorspronkelijk BPA te herzien en uit te breiden. Het bedrijf was hierdoor niet meer zonevreemd, zodat alsnog vergunningen afgeleverd konden worden om te kunnen voldoen aan de bepalingen van het A.R.A.B (refter, kleedkamer en sanitair). Het was tevens wenselijk om een deel van de stock, die toen nog buiten werd opgeslagen, binnen te stockeren.

De verharding aan de achterzijde van het bedrijfsperceel werd echter niet aangelegd in overeenstemming met het bestemmingsplan van het BPA. Als gevolg hiervan werd in 2008 een overtreding vastgesteld. De verharding zoals aangelegd is echter noodzakelijk om de bedrijfsactiviteiten te kunnen uitvoeren (vrachtverkeer moet kunnen circuleren rondom het gebouw + opslag in open lucht is noodzakelijk). Een aanpassing van de verharding zoals toegelaten was in het BPA is bijgevolg noodzakelijk. Aangezien de stad beschikt over een goedgekeurd GRS, is het wenselijk om het BPA te wijzigen door een RUP.

Ook de bufferzone zoals voorzien in het BPA is niet gerealiseerd omdat de verharding tot tegen de oostelijke en de westelijke perceelsgrenzen gelegen is. De uitbaters hebben onderhandeld met de aanpalende eigenaars om een stuk grond aan te kopen, zodat de zijdelingse buffers wel gerealiseerd zullen kunnen worden, weliswaar met de inname van de (deels aangekochte) aanpalende percelen 1372A en 1329F. Het plangebied van het RUP is bijgevolg iets ruimer dan het plangebied van het BPA. Ook aan de achterzijde van het bedrijfsgebouw is de buffer niet gerealiseerd conform het BPA. Aangezien de verharding noodzakelijk is voor het functioneren van het bedrijf, is het niet mogelijk de verharding aan te passen en de buffer te realiseren zoals voorzien. Dit zal eveneens aangepast worden in het RUP.

Dit RUP wordt bijgevolg opgemaakt ter vervanging van het bestaande BPA 35/1 : E17/3: Everslaar Herziening en uitbreiding.

Het decreet van 5 april 1995 houdende de algemene bepalingen inzake milieubeleid (DABM) is van toepassing voor een plan dat kader vormt voor vergunningen, doch het RUP is niet van rechtswege plan-MER-plichtig.

In deze screeningsnota zal aangetoond worden of er aanzienlijke milieueffecten te verwachten zijn bij de uitvoering van het RUP. Tevens wordt aangetoond waarom de opmaak van een plan-MER niet noodzakelijk is.

4.2. Situering plangebied

Dranken Van Eetvelde is sedert 1964 gelegen aan de Bokslaarstraat. Het bedrijfsperceel sluit aan de achterzijde aan bij het Everslaarbos wat de buffer vormt rond het bestaande bedrijventerrein E17/3. Dit bedrijventerrein is ondertussen helemaal ontwikkeld tot aan de Nieuwestraat. Er werd ondertussen ook een nieuw PRUP goedgekeurd waarbij de herbestemming van agrarisch gebied naar regionaal bedrijventerrein plaatsvond.

Hiermee wordt het mogelijk om op korte termijn E17/4 te realiseren in het verlengde van E17/3 (in westelijke richting).

(24)

Stad Lokeren – RUP Dranken Van Eetvelde

Plan-MER screening – V. C Blz. 8/38

Het plangebied van dit RUP is ca. 1.5 ha groot en is volledig gerealiseerd.

Figuur 1: Situering op topografische kaart

Figuur 2: Situering op luchtfoto

4.3. Doelstellingen van het plan

Er wordt een ruimtelijk uitvoeringsplan opgemaakt ter vervanging van het bestaande BPA 35/1 : E17/3 : Everslaar Herziening en uitbreiding. In dit RUP wordt de ligging van de verharding gewijzigd ten opzichte van het BPA waardoor de juridische toestand in overeenstemming gebracht wordt met de bestaande toestand. De verharding zoals aangelegd is noodzakelijk voor de bedrijfsuitbating. Voor de regularisering van de verharding is een bestemmingswijziging nodig van bufferzone naar zone KMO geen bebouwing toegelaten (deze bestemmingswijziging behelst ca. 850 m2). Als gevolg van het rechttrekken van de lijn van de verharding

(25)

Stad Lokeren – RUP Dranken Van Eetvelde

Plan-MER screening – V. C Blz. 9/38

evenwijdig met het bedrijfsgebouw, vindt er ook een bestemmingswijziging plaats van zone geen KMO- bebouwing toegelaten naar buffer met een oppervlakte van ca. 180m2.

Tevens werden er overeenkomsten gemaakt met de eigenaars van de naburige percelen, zodat ook de zijdelingse bufferzones gerealiseerd kunnen worden. Specifiek wordt de buffer aangelegd op de naburige zijdelingse percelen. De oppervlakte van deze bestemmingswijzigingen bedraagt samen ca. 550 m2.

Er worden in dit RUP beperkte wijzigingen gecreëerd voor de bedrijfsgebouwen. Het gaat in de eerste plaats om de regularisatie van een bestaande toestand.

Tevens wordt het RUP aangepast volgens de algemene stedenbouwkundige voorschriften die reeds in de vele RUP’s binnen het grondgebied van toepassing zijn. Het RUP wordt tevens opgemaakt met het GRB als digitale achtergrond, waardoor eveneens kleine verschillen waar te nemen zijn in de oppervlaktes.

4.4. Juridische en beleidsmatige context 4.4.1. Gewestplan

Op het gewestplan is het plangebied deels gelegen in de bufferzone en deels in het reservegebied voor industriële uitbreiding met agrarische nevenbestemming. Aan de straatzijde is nog een stuk woongebied gelegen.

Het industriegebied E17/3 is ondertussen ontwikkeld.

Figuur 3: Situering op het gewestplan

4.4.2. BPA’s

Het plangebied is gelegen in het BPA 35/1 – Everslaar : gedeeltelijke herziening en uitbreiding. Dit BPA werd specifiek herzien en uitgebreid voor Dranken Van Eetvelde. Overeenkomstig dit BPA werden de bedrijfsgebouwen uitgebreid. De verharding werd echter aangelegd overeenkomstig de economische noden en niet overeenkomstig het BPA.

(26)

Stad Lokeren – RUP Dranken Van Eetvelde

Plan-MER screening – V. C Blz. 10/38

Figuur 4: BPA 35/1 – E17/3 Everslaar : gedeeltelijke herziening en uitbreiding (MB 10/05/2004).

Op perceel 1372A en 1329F is nog het oorspronkelijke BPA nr. 35 (MB 29/06/1992) van toepassing. Beide percelen zijn gelegen in bufferzone. Zoals eerder gemeld is dit BPA deels gewijzigd en uitgebreid voor Dranken van Eetvelde.

Figuur 5: Oorspronkelijke BP35 : Everslaar (MB 29/06/1992)

(27)

Stad Lokeren – RUP Dranken Van Eetvelde

Plan-MER screening – V. C Blz. 11/38

Binnen het plangebied van het RUP zijn er geen goedgekeurde gemeentelijke RUP’s gelegen.

In de onmiddellijke omgeving van het plangebied is wel het gemeentelijk RUP Spoele gelegen (MB 25/06/2009) (ter hoogte van de overkant van de Bokslaarstraat, dit RUP omvat ondermeer de schoolomgeving Spoele).

Het plangebied is tevens gelegen binnen het kleinstedelijk gebied Lokeren, zoals vastgelegd in het PRUP

”Afbakening kleinstedelijk gebied”. Hier is het deelRUP opgenomen E17/4 voor de herbestemming van agrarisch gebied naar regionaal bedrijventerrein om de realisatie van het bedrijventerrein E17/4 mogelijk te maken.

4.4.3. Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen en Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan

Het bedrijfsperceel is gelegen binnen het kleinstedelijk gebied Lokeren. In de ruime omgeving zijn de bedrijventerreinen E17/3 en het toekomstige E17/4 gelegen. Aan de voorzijde sluit het bedrijfsperceel met een bedrijfswoning aan bij het woonlint Bokslaarstraat. Enkele percelen verder is de Bokmolenhoeve gelegen, een pluimveekwekerij/ kinderboerderij met horecazaak. Er is bijgevolg sprake van verwevenheid van verschillende functies. Hiermee wordt aangesloten bij de doelstelling van de stedelijke gebieden van verweving en bundeling van functies en activiteiten, alsook het goed gebruik en beheer van de stedelijke voorzieningen en infrastructuur.

Het plangebied is gelegen binnen het kleinstedelijk gebied Lokeren, maar behoort niet tot een specifiek deelplan (PRUP Afbakening kleinstedelijk gebied Lokeren).

4.4.4. Gemeentelijk ruimtelijk Structuurplan

De opmaak van het RUP voor Dranken Van Eetvelde is niet concreet opgenomen binnen het GRS. Het bedrijf is gelegen binnen de stedelijke ruimte. Aldus kan het beleid voor bedrijvigheid binnen de stedelijke ruimte gehanteerd worden :

 Met de opmaak van het RUP worden er voor het bestaande bedrijf geen bijkomende ontwikkelingskansen geboden; er is bijgevolg geen bijkomende hinder voor de omgeving.

 Het RUP wordt opgemaakt om tegemoet te komen aan de reeds gerealiseerde toestand. Er werden ondertussen wel maatregelen genomen om de buffer te kunnen realiseren. Het bedrijf wordt hiertoe kwalitatiever ingepast in de omgeving (zowel naar het landelijk woonlint Bokslaarstraat als het achterliggende Everslaarbos).

 Het bedrijf is reeds lang gevestigd op deze locatie. Er is een verwevenheid met de woonfunctie. De bedrijfsactiviteiten bevinden zich bovendien aan de achterzijde van het perceel.

 Aansluitend op de wijziging en uitbreiding van het BPA 35/1 : Everslaar werden er uitbreidingen uitgevoerd op de bestaande locatie. Met deze wijziging en uitbreiding van het bestaand BPA werd er voor dit bedrijf en op deze locatie juridische zekerheid geboden. De verharding was absoluut noodzakelijk om de bedrijfsuitbating te kunnen verzekeren. Het is bijgevolg economisch niet mogelijk om te herlocaliseren.

 Het bedrijf is goed bereikbaar. Via de Bokslaarstraat- Driesstraat kan men vlot de N47 bereiken. Van hieruit kan men direct de E17 nemen.

 Het bedrijf heeft inspanningen geleverd om de zijdelingse bufferzones te kunnen realiseren op de naburige percelen. Ook ten aanzien van het bestaande Everslaarbos werd de bufferzone reeds gerealiseerd (weliswaar anders dan voorzien was in het bestemmingsplan van het BPA.

4.5. Bestaande toestand

Dranken Van Eetvelde werd opgericht in 1964. Ondertussen wordt het bedrijf verdergezet door de zonen. Het bedrijf is uitgegroeid tot een begrip in Lokeren en een partner in vele delen van Vlaanderen.

De bedrijfsactiviteiten bestaan uit het leveren van bieren, frisdranken, wijnen, aperitieven, sterke dranken, koffie en toebehoren. Er wordt geleverd aan meer dan 300 cafés, restaurants, grote en kleine evenementen, voetbalclubs en andere sportclubs, scholen, bedrijven, overheid, maar ook aan particulieren. Sinds juni 2007 is er ook een winkel geopend, waar je als particulier terecht kan.

(28)

Stad Lokeren – RUP Dranken Van Eetvelde

Plan-MER screening – V. C Blz. 12/38

Het bedrijf is toegankelijk via een verharde oprit vanaf de Bokslaarstraat. Aan de rechterkant van de oprit bevindt zich een woning (in het BPA ingetekend als bedrijfswoning) met bijhorende tuin. Aan de linkse kant van de oprit bevindt zich een bergplaats. Vervolgens bevindt zich een parking voor personeel aansluitend bij de tuin. Het bedrijfsgebouw bestaat uit burelen en verschillende magazijnen, die aansluitend voorzien zijn. De hoogte van de gebouwen bedraagt maximaal 6.04m. Ze zijn voorzien van een plat dak. Een deel van de magazijnen is open (overdekt buitenmagazijn). Er is een verharding voorzien rondom de magazijnen. Aan de achterzijde van het perceel wordt gestapeld in open lucht. Achteraan het perceel werden bomen aangeplant.

Figuur 6: Bestaande toestand

(29)

Stad Lokeren – RUP Dranken Van Eetvelde

Plan-MER screening – V. C Blz. 13/38

4.6. Geplande toestand

Het grafisch plan van het RUP bestaat uit een aangepast versie van het BPA 35/1 – E17/3 : Everslaar – gedeeltelijke herziening en uitbreiding.

Het grafisch plan voorziet in de aanpassing van de verharding aan de achterkant van het bedrijfsgebouw. Het grafisch plan wordt daarmee in overeenstemming gebracht met de bestaande toestand. De aangelegde verharding is immers noodzakelijk voor de circulatie rondom het gebouw en de stockeringsmogelijkheden in open lucht. Ze zijn bijgevolg noodzakelijk voor de bedrijfsexploitatie op deze locatie. De verharding werd aangelegd evenwijdig met het bedrijfsgebouw. Voor de regularisatie van de verharding is een bestemmingswijziging noodzakelijk van bufferzone naar een zone geen KMO-toegelaten (ca. 850m2) en een bestemmingswijziging van zone-geen KMO toegelaten naar bufferzone (180m2).

Het plangebied van het grafisch plan is iets ruimer ingetekend ten aanzien van het bestemmingsplan van het BPA. Ten opzichte van oostelijke en westelijke perceelsgrens wordt er immers ruimte voorzien op de naburige percelen om effectief een buffer aan te leggen. Deze oppervlakte bedraagt ca. 550 m2). De bedrijfsleiders hebben hiertoe overeenkomsten gemaakt met de eigenaars van de naburige percelen. Er worden geen uitbreidingsmogelijkheden voorzien voor de bedrijfsgebouwen.

De bestemmingen van het oorspronkelijke BPA blijven aangehouden. Dit wil zeggen:

 Een zone voor KMO – geen bebouwing toegelaten (voor de verharding, parkeerplaatsen en opslag in open lucht). De buffer wordt achter het bedrijfsperceel bepaald op 30m vanaf het bedrijfsgebouw. De toegang aan de straatzijde bedraagt 10 m. De ligging van de verharding aan de achterzijde van het perceel is gewijzigd ten opzichte van het BPA en vormt tevens de rechtstreekse reden tot wijziging van dit BPA. De bestemmingswijziging van bufferzone naar zone KMO geen bebouwing toegelaten bedraagt ca. 850 m2, de bestemmingswijziging van zone KMO geen bebouwing toegelaten naar buffer bedraagt ca. 180 m2.

 Een zone voor KMO - bebouwing toegelaten is ingetekend overeenkomstig het BPA. Er worden beperkte uitbreidingsmogelijkheden gecreëerd. Ook de voorschriften van het BPA werden aangehouden.

 Een bufferzone van 4m werd ingetekend op de oostelijke en westelijke perceelsgrens. Op de oostelijke perceelsgrens werd deze 4m integraal ingetekend op het naburig perceel. Op de westelijke perceelsgrens zal de buffer 2m gerealiseerd worden op het naburig perceel en 2m op het eigen terrein. Deze bestemmingswijzigingen bedragen respectievelijk ca. 471 m2 en ca. 82 m2. Aan de achterzijde van het bedrijfsperceel bevindt zich een ruime bufferzone, welke reeds aangeplant werd. De ligging van de buffer aan de achterzijde van het perceel is gewijzigd ten opzichte van het BPA. Zij werd aangepast op basis van de aangelegde verharding (evenwijdig aan bedrijfsgebouw in plaats van diagonaal over het perceel).

 Een woonzone. Deze zone omvat de tuinzone en de zone voor bedrijfswoning uit het BPA. Een bestemming als woonzone biedt later eventueel ruimere invullingsmogelijkheden. De opname van de tuinzone bij de woonzone is in overeenstemming met de andere RUP’s die reeds werden opgemaakt ter vervanging van een bestaand BPA. De voorschriften stemmen dan ook overeen met de algemene voorschriften die elders reeds van toepassing zijn. Binnen deze zone is eventueel ook verharding in het kader van het bedrijf toegelaten (bv opritten en parkeerplaatsen).

(30)

Stad Lokeren – RUP Dranken Van Eetvelde

Plan-MER screening – V. C Blz. 14/38

4.7. Alternatieven 4.7.1. Nulalternatief

Het nulalternatief bestaat uit het verderzetten van de bestaande toestand.

Als gevolg van het aanleggen van de verharding in strijd met de voorschriften van het BPA werd er in 2008 een bouwovertreding vastgesteld. Deze verharding zoals aangelegd is echter noodzakelijk om de bedrijfsactiviteiten te kunnen uitvoeren (vrachtverkeer moet kunnen circuleren rondom het gebouw + opslag in open lucht).

Een aanpassing van de verharding zoals toegelaten was in het BPA is bijgevolg noodzakelijk. Bijgevolg is het wenselijk om dit BPA te herzien; door middel van dit RUP.

Daarnaast werden ook de zijdelingse bufferstroken niet aangelegd, omwille van de verharding. Dit kan in huidige toestand niet gewijzigd worden.

4.7.2. Uitvoeringsalternatieven

Het gaat over een bestaand bebouwd gebied, waarvan de bestemmingen niet gewijzigd worden. Er worden ook geen bijkomende bebouwingsmogelijkheden voor in het RUP. De configuratie van het bedrijf zal niet wijzigen.

Het RUP wordt enkel opgemaakt om de juridische toestand in overeenstemming te brengen met de bestaande gerealiseerde toestand. Deze bestaande configuratie (gebouwen en verharding) is noodzakelijk voor het functioneren van het bedrijf. Bijgevolg zijn er geen uitvoeringsalternatieven mogelijk.

Door de bedrijfsleiders werden er overeenkomsten gemaakt met de eigenaars van de aanpalende percelen.

Hierdoor wordt het mogelijk dat de zijdelingse bufferstroken gerealiseerd worden op de aanpalende gronden.

4.7.3. Locatiealternatieven

Het gaat over een bestaande bedrijf conform een goedgekeurd BPA. Gezien de gedane investeringen en de goede bereikbaarheid kan dit bedrijf niet zomaar elders geplaatst worden. Bijgevolg worden er geen locatiealternatieven besproken.

4.7.4. Conclusie alternatievenonderzoek

Aangezien het over een regularisatie gaat van een bestaande toestand van het bestaand bedrijf Dranken van Eetvelde (gelegen in het goedgekeurd BPA 35/1 : E17/3 : gedeeltelijke herziening en uitbreiding) zijn er geen locatiealternatieven, noch uitvoeringsalternatieven voor handen. Het nulalternatief is gezien het vastgestelde misdrijf ook geen optie. Aangezien de verharding noodzakelijk is voor het functioneren van het bedrijf, is het wenselijk om het BPA te wijzigen, doch zonder grootschalige wijzigingen uit te voeren. De opmaak van het RUP biedt wel de mogelijkheid dat de zijdelingse bufferstroken alsnog gerealiseerd kunnen worden.

(31)

Stad Lokeren – RUP Dranken Van Eetvelde

Plan-MER screening – V. C Blz. 15/38

5. 5 . Toetsing plan-MER plicht

5.1. Definitie van het plan of programma

Het RUP wordt opgemaakt op initiatief van de stad Lokeren. Het gemeentelijk RUP zal worden vastgesteld door de gemeenteraad (overeenkomstig de nieuwe procedure voor de opmaak van een RUP). Bijgevolg valt het RUP Dranken Van Eetvelde onder de definitie van een plan.

5.2. Toepassingsgebied

Daarnaast valt het RUP Dranken Van Eetvelde onder toepassing van het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid (DABM). Het RUP vormt immers het kader voor het verlenen van verdere vergunningen. Er is geen passende beoordeling noodzakelijk aangezien er geen Vogelrichtlijn- of Habitatrichtlijngebieden gelegen zijn in de onmiddellijke omgeving van het plangebied.

5.3. Bepaling van de plicht tot opmaak van een plan-MER

Het RUP Dranken Van Eetvelde is niet van rechtswege onderworpen aan de plan-MER-plicht:

 Het RUP vormt geen kader voor de toekenning van een vergunning voor een project opgesomd in bijlage I van het Besluit van de Vlaamse Regering van 10/12/2004, houdende de vaststelling van de categorieën van projecten onderworpen aan milieueffectrapportage (Gewijzigd bij art. 18 B.Vl.Reg. 1 maart 2013, B.S. 29 april 2013).

 Het RUP vormt geen kader voor de toekenning van een vergunning voor een project opgesomd in bijlage II van het Besluit van de Vlaamse Regering van 10/12/2004 houdende de vaststelling van de categorieën van projecten onderworpen aan milieueffectrapportage (Gewijzigd bij art. 18 B.Vl.Reg. 1 maart 2013, B.S. 29 april 2013).

 Het plan vormt mogelijk het kader voor de toekenning van een vergunning voor een project opgesomd in bijlage III van het Besluit van de Vlaamse Regering van 10/12/2004 houdende de vaststelling van de categorieën van projecten onderworpen aan milieueffectrapportage (Gewijzigd bij art. 18 B.Vl.Reg. 1 maart 2013, B.S. 29 april 2013), namelijk voor een project opgesomd in onder andere rubriek 10b van bijlage III. Het RUP behandelt echter het gebruik van een bestaand bedrijf, waarvoor in dit RUP geen uitbreidingsmogelijkheden voorzien worden. Het gaat ook niet over een winkelcentrum, maar over een groot- en kleinhandel in dranken. Het RUP houdt slechts een beperkte wijziging in ten aanzien van het bestaande BPA omdat het plangebied bestaand is en bijgevolg reeds ingevuld is.

 Het RUP heeft geen invloed op bestaande Habitat- en vogelrichtlijngebieden, zodat een passende beoordeling niet noodzakelijk is.

Bijgevolg kan geoordeeld worden dat het RUP screeningsgerechtigd is.

5.3.1. Voortoets passende beoordeling

Artikel 36 ter van het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu bepaalt dat ieder plan dat- afzonderlijk of in combinatie met één of meerdere bestaande of voorgestelde activiteiten, plannen of programma’s- een betekenisvolle aantasting van de natuurlijke kenmerken van een als speciale beschermingszone te beschouwen gebied kan veroorzaken, dient onderworpen te worden aan een passende beoordeling. Het gaat om gebieden die door de Vlaamse Regering zijn voorgesteld of aangewezen zijn als speciale beschermingszone in toepassing van de Vogelrichtlijn (richtlijn 79/409/EEG van 02/05/1979) en de habitatrichtlijn (richtlijn 92/43/EEG van 21/05/1992).

Het voorgenomen RUP Dranken Van Eetvelde zal geen betekenisvolle effecten hebben op deze speciale beschermingszones. Het gaat immers over een bestaande invulling van het plangebied. De in het RUP voorgestelde bestemmingswijziging zal geen significant negatieve invloed hebben op de aangewezen habitats, soorten van het habitatrichtlijngebied ‘Schelde- en Durmeëstuarium van de Nederlandse grens tot Gent’ en de soorten van bijlage III van het decreet van het natuurbehoud.

(32)

Stad Lokeren – RUP Dranken Van Eetvelde

Plan-MER screening – V. C Blz. 16/38

Er is geen overlapping, noch interferentie van het voorgenomen RUP met het habitatrichtlijngebied of het Vogelrichtlijngebied. Het plangebied wordt van de habitatgebieden gescheiden door de N47 en de N70 en door de bestaande bebouwing langs deze weg.

Figuur 7: Situering van het plangebied t.o.v. speciale beschermingsgebieden (GEO-Vlaanderen)

 Afstand tot het Habitatrichtlijngebied Daknamse Meersen : ca 2,6 km = Schelde- en Durmeëstuarium van de nederlandse grens tot Gent (BE 2300006).

 Afstand tot het Habitatrichtlingebied Molsbroek : ca 1.5 km = Schelde- en Durmeëstuarium van de nederlandse grens tot Gent (BE 2300006)

 Afstand tot aan de dichtstbijzijnde Vogelrichtlijngebied : ca 1.5 km = Durme en de middenloop van de Schelde (BE2301235).

5.4. Conclusie

Het RUP is niet van rechtswege plan-MER plichtig, maar wel screeningsplichtig. Er dient nagegaan te worden of er aanzienlijke effecten op het milieu zullen optreden als gevolg van het voorgenomen plan. Het plangebied van het RUP is een klein gebied (ca. 1.5 ha), op lokaal niveau en voorziet in een aantal kleine wijzigingen ten opzichte van het bestaande BPA om tegemoet te komen aan een lokale problematiek inzake de reeds gerealiseerde verharding.

Plangebied

(33)

Stad Lokeren – RUP Dranken Van Eetvelde

Plan-MER screening – V. C Blz. 17/38

6. 6 . Grens- of gewestgrensoverschrijdende effecten

De uitvoering van dit RUP behelst de omvorming van een bestaand uitgevoerd BPA tot een RUP. Binnen dit RUP worden er geen bijkomende ontwikkelingsmogelijkheden gecreëerd. Er wordt enkel een wijziging doorgevoerd in de ligging van de verharding en de ligging van de zijdelingse bufferzones dan wat nu voorzien is in het BPA.

Het plangebied van het RUP is binnen Lokeren-Zuid, in het kleinstedelijk gebied. Het plangebied heeft een totale oppervlakte van ca. 1.5 ha, waarvan het overgrote deel is uitgevoerd conform het geldende BPA. Het gaat dan ook over een bestaand bedrijf. In dit RUP worden er geen uitbreidingsmogelijkheden voorzien voor de bedrijfsgebouwen. Het gaat enkel om het rechttrekken van een bestaande toestand.

De afstand tot de dichtstbijzijnde gemeentegrens bedraagt ca. 1.2 km (Zele) en 2.7 km (Waasmunster). De afstand tot de Nederlandse grens bedraagt ca. 15 km. De afstand tot Wallonië bedraagt meer dan 50 km. Er wordt bijgevolg verwacht dat er geen grens- of gewestgrensoverschrijdende effecten zullen optreden ten gevolge van het RUP Dranken Van Eetvelde.

(34)

Stad Lokeren – RUP Dranken Van Eetvelde

Plan-MER screening – V. C Blz. 18/38

7. 7 . Beschrijving en beoordeling van de milieueffecten

7.1. Werkwijze

In onderstaand hoofdstuk wordt per discipline een korte beschrijving opgenomen van het studiegebied. De mogelijke effecten welke bij de uitvoering van het RUP zouden kunnen ontstaan worden beschreven en vergeleken met het nulalternatief, zijnde het behoud van de bestaande situatie volgens het geldende BPA. Als referentiekader voor het onderzoek naar mogelijke milieueffecten wordt de huidige bestaande en planologische toestand genomen.

Volgende disciplines worden onderzocht:

 Mens, gezondheid en veiligheid

 Ruimtelijke ordening

 Biodiversiteit, fauna en flora

 Landschappelijk en cultureel erfgoed

 Bodem en grondwater

 Water

 Mobiliteit

 Geluid en licht

 Atmosfeer en klimaat

 Energie en grondstofvoorraden

7.2. Mens, gezondheid en veiligheid 7.2.1. Referentiesituatie

Als referentiesituatie wordt de bestaande toestand van het plangebied conform het goedgekeurde BPA 35/1:

E17/3: Everslaar : gedeeltelijke herziening en uitbreiding genomen. Deze gedeeltelijke herziening en uitbreiding van het oorspronkelijke BPA 35 : E17/3: Everslaar werd specifiek opgemaakt voor Dranken Van Eetvelde. Dit bedrijf werd immers onderzocht in het kader van het sectoraal BPA Zonevreemde bedrijven (het bedrijf bevond zich toen immers in de bufferzone). Gezien de zonevreemdheid volgens een bestaand BPA was het niet mogelijk om de zonevreemdheid op te lossen met een sectoraal BPA, zodat het nodig was om het oorspronkelijke BPA deels te herzien en uit te breiden. Op basis van dit uitgebreid en deels herziene BPA heeft het bedrijf de bestaande bedrijfsgebouwen kunnen uitbreiden.

Het bedrijf is aan de achterzijde van het perceel gelegen. Langs de straatzijde is een bedrijfswoning voorzien, zodat het bedrijf verenigbaar is met de omgeving langs de kant van de Bokslaarstraat.

Ten opzichte van het Everslaarbos werden er bomen aangeplant aan de achterkant van het bedrijf. Het gaat hier nog om een ruime buffer.

Er werden inspanningen gedaan om ook de zijdelingse perceelsgrenzen effectief te kunnen realiseren. Er werden afspraken gemaakt om de aanpalende zones deels te gebruiken (erfpachtovereenkomst), zodat de buffer gerealiseerd kan worden op deze aanpalende percelen.

Het gaat over een bestaande invulling, die reeds vele jaren geleden ontstaan is.

Het plangebied ligt in de onmiddellijke omgeving van E17/3.

In het plangebied bevinden zich geen kwetsbare locaties (d.w.z. ziekenhuizen en rusthuizen, scholen, …). In de onmiddellijke omgeving is wel school Spoele gelegen, alsook een gebedsplaats/polyvalente ruimte voor de getuigen van Jehova’s.

(35)

Stad Lokeren – RUP Dranken Van Eetvelde

Plan-MER screening – V. C Blz. 19/38

7.2.2. Mogelijke effecten

Er zullen geen milieueffecten veroorzaakt worden die een invloed hebben op de gezondheid en de veiligheid van de mens, aangezien het om een reeds bestaande invulling gaat. Het RUP laat geen nieuwe ontwikkelingen toe die niet eigen zijn binnen de bestaande toestand van het plangebied.

Het voorzien van ruimte voor de buffers biedt zekerheid voor de aanpalende eigenaars. Aangezien er ook geen bijkomende uitbreidingsmogelijkheden voorzien worden ten opzichte van het BPA, blijft de draagkracht voor de omgeving op hetzelfde niveau. Voor de bedrijfsleiders biedt de wijziging van de ligging van de verharding juridische zekerheid. Het bouwmisdrijf kan hiermee geregulariseerd worden.

Er zijn binnen het plangebied geen Seveso-bedrijven gelegen en deze worden ook niet toegelaten binnen de voorschriften van het RUP. Ook in de onmiddellijke omgeving is er geen Seveso-bedrijf aanwezig. Er bevindt zich wel een Seveso-bedrijf binnen een straal van 2 km van het plangebied, namelijk in de Brandstraat (bedrijventerrein E17/3). Er is echter geen enkele interferentie tussen dit bedrijf en het plangebied. Er zal vermoedelijk dan ook geen RVR opgemaakt moeten worden.

De uitvoering van het RUP zal de effecten naar leefbaarheid, verkeersveiligheid en mogelijke effecten op de mens binnen het plangebied niet aantasten, aangezien er op dat vlak geen wijzigingen worden doorgevoerd ten opzichte van de bestaande toestand in uitvoering van het BPA.

De aanleg van de verharding in strijd met het BPA heeft geen effecten op de discipline mens, aangezien de verharding aangelegd werd achter het bedrijfsgebouw en dus niet zichtbaar is vanuit het woonlint Bokslaarstraat.

Het feit dat de verhardingen aangelegd werden tot tegen de zijdelingse perceelsgrenzen, waardoor de aanleg van de zijdelingse buffer niet is gebeurd, wordt gecompenseerd door de aanplant van bomen op deze aanpalende percelen zelf in het kader van het Everslaarbos. De bomen creëren een scherm ten opzichte van het gebouw naar de woningen Boklaarstraat. De aanleg van de verharding veroorzaakt hier dus ook geen nadelige effecten.

7.2.3. Besluit

De uitvoering van het RUP zal geen nadelige effecten voor de gezondheid en de veiligheid van de omwonenden, gebruikers en bezoekers teweegbrengen.

7.3. Ruimtelijke ordening 7.3.1. Referentiesituatie

Als referentiesituatie wordt de bestaande toestand van het plangebied conform het goedgekeurde BPA 35/1:

E17/3: Everslaar : gedeeltelijke herziening en uitbreiding genomen. Deze gedeeltelijke herziening en uitbreiding van het oorspronkelijke BPA 35 : E17/3: Everslaar werd specifiek opgemaakt voor Dranken Van Eetvelde. Dit bedrijf werd immers onderzocht in het kader van het sectoraal BPA Zonevreemde bedrijven (het bedrijf bevond zich toen immers in de bufferzone). Gezien de zonevreemdheid volgens een bestaand BPA was het niet mogelijk om de zonevreemdheid op te lossen met een sectoraal BPA, zodat het nodig was om het oorspronkelijke BPA deels te herzien en uit te breiden. Op basis van dit uitgebreid en deels herziene BPA heeft het bedrijf de bestaande bedrijfsgebouwen uitgebreid.

In het BPA was de aanleg van de verharding toegelaten in de zone KMO geen bebouwing toegelaten. De toegelaten verharding werd echter quasi diagonaal over het perceel ingetekend, de resterende ruimte werd ingetekend als bufferzone, aansluitend bij het Everslaarbos. Doordat deze zone voor verharding en opslag diagonaal werd ingetekend, was de resterende ruimte voor circulatie rondom het gebouw beperkt, zeker als men ziet dat er vrachtwagens rondom het gebouw moeten kunnen rijden. Het RUP wijzigt de ligging van de zone KMO geen bebouwing toegelaten (feitelijk de verharding en opslagplaatsen). De bestemmingswijziging van de zone KMO- geen bebouwing toegelaten in het RUP ten opzichte van het BPA bedraagt ca. 800m2.

(36)

Stad Lokeren – RUP Dranken Van Eetvelde

Plan-MER screening – V. C Blz. 20/38

De verharding en de bufferzones werden echter niet gerealiseerd overeenkomstig het BPA. De verharding werd voorzien overeenkomstig de economische noden (vrachtwagens moeten kunnen manoeuvreren rond het gebouw en er is voldoende opslag noodzakelijk ook in open lucht). Aangezien de verharding niet aangelegd is overeenkomstig het bestemmingsplan werd een bouwmisdrijf vastgesteld.

7.3.2. Mogelijke effecten

De opmaak van dit RUP zal ten aanzien van het BPA geen grootschalige wijzigingen mogelijk maken. De bestemmingen die opgenomen zijn in het BPA blijven behouden in het RUP. Er worden ook geen bijkomende uitbreidingsmogelijkheden voor gebouwen voorzien.

Het RUP wordt bijgevolg opgemaakt om tegemoet te komen aan een bestaande problematiek inzake vergunningen. De verharding is immers noodzakelijk voor een rendabele bedrijfsuitbating.

De aanleg van de verharding in strijd met het BPA heeft op zich weinig gevolgen voor de buffer, aangezien er elders gecompenseerd werd (de diagonale scheidingslijn tussen zone KMO-bebouwing toegestaan en buffer werd gewijzigd in een verharding die evenwijdig loopt met het bedrijfsgebouw.

Doordat de verharding is aangelegd tot op de zijdelingse perceelsgrenzen is er ten opzichte van de aanpalende percelen geen buffer voorzien. Op deze aanpalende percelen is er echter een aanplant van bomen gebeurd in het kader van het in ontwikkeling zijnde Everslaarbos. Er bevinden zich tevens enkele bomen die het zicht op het bedrijfsgebouw vanuit het woonlint Bokslaarstraat enigszins beperken.

7.3.3. Besluit

Ten aanzien van de ruimtelijke ordening wordt er eerder een positief effect verwacht. De opmaak van het RUP komt immers tegemoet aan een bestaande vergunningsproblematiek, gekoppeld aan een bouwmisdrijf. De juridische toestand wordt hiermee in overeenstemming gebracht met de bestaande toestand, die noodzakelijk is voor het functioneren van bedrijf. De bestemmingen die opgenomen zijn in het RUP, zijn dezelfde als in het BPA.

De aanleg van de verharding was ook in het BPA mogelijk, doch werd omwille van economische redenen anders uitgevoerd.

7.4. Biodiversiteit, fauna en flora 7.4.1. Referentiesituatie

Het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijke milieu van 21/10/1997 bepaalt dat ieder plan dat een betekenisvolle aantasting van de natuurlijke kenmerken van een als speciale beschermingszone te beschouwen gebied kan veroorzaken, onderworpen moet worden aan een passende beoordeling. Onder speciale beschermingszones worden de habitatgebieden en de vogelrichtlijngebieden verstaan.

Binnen het plangebied zijn er geen speciale beschermingszones aanwezig, ook niet in de onmiddellijke omgeving. Het enige vogelrichtlijngebied op het grondgebied van Lokeren is gelegen ter hoogte van het Molsbroek. Voor de speciale beschermingszones wordt verwezen naar Figuur 7: Situering van het plangebied t.o.v. speciale beschermingsgebieden (GEO-Vlaanderen).

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

• Wanneer u voor commerciële doeleinden (verkoop in eigen restaurant, wijnhandel, …) alcoholhoudende dranken waarop reeds accijnzen zijn betaald in een andere lidstaat van de EU

Serranoham, meloen, tomaat, rode ui, olijven, komkommer, kappertjes, oude kaas &amp; pestodressing.

Mexicaanse Mexicaans gehakt, kidneybonen, mais, tortillachips, dipsaus en garnituur € 10,95 Florence Spinazie, geitenkaas, honing, pijnboompitten en garnituur

De inrichtingsstudie duidt onder meer aan hoe het gebied al dan niet gefaseerd ontwikkeld wordt, welke relaties gelegd worden, hoe de ontsluiting opgevat wordt en hoe de

fever tree mediterranean tonic • zoethout • citroen. Filliers pink dry

een plateau met wortel, komkommer, tomaat en paprika geserveerd met tzatziki. Kaasplankje: e

* al onze gerechten kunnen allergenen of sporen van allergenen beva&#34;en, voor meer informa e hier over kunt u terecht bij onze koks.. ‘Milanese’ €5,25 Waldkorn pistoletje

Boerenclub sandwich € 10.40 Getoast brood, sla, kipfilet, gebakken bacon en honing-mosterd dressing Italiaanse paddo-bol € 8.75 Gevulde italiaanse bol met gemengde sla,