• No results found

_TOELICHTINGSNOTA. RUP Brouwersvliet Stedenbouwkundige voorschriften voorontwerp. September 2020

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "_TOELICHTINGSNOTA. RUP Brouwersvliet Stedenbouwkundige voorschriften voorontwerp. September 2020"

Copied!
16
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

RUP Brouwersvliet

(2)

COLOFON

Stad Antwerpen

Stadsontwikkeling, Omgeving, Ruimte Grote Markt 1, 2000 Antwerpen Tel +32 3 338 23 80

ruimtelijkeplanning@antwerpen.be Studiebureau

Sweco

(3)

INHOUDSOPGAVE

1 ALGEMENE VOORSCHRIFTEN ... 4

1.1 Afstemming categorieën van gebiedsaanduiding ... 4

1.2 Algemene ruimtelijke kwaliteit en milieukwaliteit ... 4

1.3 Archeologisch patrimonium ... 4

1.4 Draagkracht ... 4

1.5 Overgangsmaatregel ... 5

1.6 Parkeren en toegangen ... 5

1.7 Publiek domein ... 5

1.8 Vrije hoogte van het gelijkvloers... 5

1.9 Dakvorm ... 5

1.10 Ondergrondse ruimten ... 6

1.11 Materialen ... 6

2 BIJZONDERE VOORSCHRIFTEN ... 7

Artikel 1. Zone voor Centrumfuncties ... 7

Artikel 2. Overbouwing ... 8

3 TERMINOLOGIE... 9

(4)

1 ALGEMENE VOORSCHRIFTEN

1.1 Afstemming categorieën van gebiedsaanduiding

In volgende tabel wordt aangegeven in welke categorie de bestemmingszone uit voorliggend RUP valt.

Categorieën Vlaams gewest Bestemmingszone RUP Brouwersvliet Categorie 1. Zone voor Wonen Art. 1 zone voor Centrumfuncties

1.2 Algemene ruimtelijke kwaliteit en milieukwaliteit

De gebiedsontwikkeling van het Eilandje volgt het principe van de duurzame

stedenbouw of stedenbouw die in alle stadia van het planproces maximaal kansen en mogelijkheden benut om een hoge ruimtelijke kwaliteit in combinatie met een hoge milieukwaliteit tot stand te brengen, en die deze in de tijd weet te handhaven, zodat ook toekomstige generaties daarin delen.

In functie van de gewenste beeld- en belevingskwaliteit moeten de constructies en de inrichting van het gebied kwaliteitsvol uitgevoerd worden. Zowel de architectuur van de gebouwen als de vormgeving en inrichting van de buitenruimte moeten bijdragen tot een verhoging van de ruimtelijke kwaliteit.

Alle constructies moeten uitgevoerd worden met het oog op de functionaliteit (het gebruik van de ruimten), de herkenbaarheid (aard van de activiteiten en locatie) en het verhogen van de beeldkwaliteit (plaatsing en vormgeving).

De constructies en de inrichting van het gebied moeten voldoen aan de gewenste milieukwaliteit. Zowel de vormgeving en uitrusting van de gebouwen als de inrichting en uitrusting van de buitenruimte moeten een zo minimaal mogelijke milieubelasting tot stand brengen (en waar mogelijk een verbetering van het milieu en een verhoging van de leefbaarheid).

1.3 Archeologisch patrimonium

Elke bouwaanvraag met bodemverstoring wordt afgetoetst aan de aanbevelingen van de stedelijke dienst archeologie over de waarschijnlijkheid van archeologische vondsten op het terrein.

1.4 Draagkracht

De aard en grootte van de functie, de typologie en schaal van een project worden afgetoetst aan de draagkracht van de omgeving. De functie kan overlast genereren door middel van onder andere geluidsproductie, parkeerdruk, mobiliteitsgeneratie, laden en lossen, dag- en nachtactiviteiten. Indien de te verwachten overlast te groot is tegenover

(5)

de draagkracht van de omgeving, kan een vermindering van het programma, een vermenging van functies of andere bijkomende maatregelen opgelegd worden.

Bedrijven die hinderlijk zijn voor een woonomgeving zoals handelszaken in brandbare, giftige of explosieve stoffen of bedrijven die lawaai-, stof- of geurhinder ontwikkelen zijn niet toegelaten.

1.5 Overgangsmaatregel

Deze overgangsmaatregel heeft enkel betrekking op de bestaande hoofdzakelijk vergunde en niet-verkrotte constructies.

Deze overgangsmaatregel heeft geen betrekking op bouwaanvragen met

functiewijzigingen, nieuwbouw, herbouw en verbouwingen met volume-uitbreiding.

Indien de bestaande bebouwing niet voldoet aan de voorschriften van dit RUP, dan vormen de stedenbouwkundige voorschriften met betrekking tot de bestemming en de inrichting op zichzelf geen weigeringsgrond bij de beoordeling van aanvragen tot het verkrijgen van een vergunning.

1.6 Parkeren en toegangen

Indien parkeren wordt voorzien op het perceel, dient dit ondergronds georganiseerd te worden. De toegang naar een eventuele ondergrondse parkeergarage voor

gemotoriseerd verkeer is in het gebouw gesitueerd.

In- of uitritten van de parkeergarage kunnen niet op het publiek domein gesitueerd worden.

1.7 Publiek domein

De aanleg van publiek domein is toegelaten. Onder publiek domein worden onder meer ook de daarbij horende infrastructuur zoals parkeervoorzieningen, laad- en loszones, fietspaden, groenaanleg en straatmeubilair verstaan. Verplaatsbare of vaste

constructies ondersteunend aan het publieke functioneren van de ruimte zijn

toegestaan. Deze constructies dienen te voldoen aan de redelijke eisen van welstand, in harmonie met de aanleg van de zone. Gesloten horecaconstructies zijn niet toegestaan.

1.8 Vrije hoogte van het gelijkvloers

Bij nieuwbouw bedraagt de vrije hoogte van het gelijkvloers minimaal 3,20m.

1.9 Dakvorm

De dakvorm is vrij. Een dak mag maximaal één bouwlaag bevatten, die verder niet horizontaal is onderverdeeld. Technische ruimtes, installaties, liftschachten, dienen in het gebouw mee geïntegreerd te zijn.

(6)

1.10 Ondergrondse ruimten

De aanleg van ondergrondse ruimten onder de volledige zone is toegelaten, indien men rekening houdt met de beperkingen rond het archeologisch patrimonium. De

ondergrondse ruimten mogen het groene karakter van de open ruimte op het perceel en de eventuele aanwezigheid van hoogstammige bomen niet hypothekeren.

1.11 Materialen

De materialen moeten per bouwblok in harmonie zijn. Alle gevels grenzend aan het publiek domein zijn voorgevels en worden als zodanig afgewerkt, zowel voor het gelijkvloers als voor de overige verdiepingen.

(7)

2 BIJZONDERE VOORSCHRIFTEN

Artikel 1. Zone voor Centrumfuncties

§ 1

Bestemming

De volgende functies zijn toegelaten:

· Wonen

· Gemeenschapsvoorzieningen

· Detailhandel

· Kantoren, diensten en ateliers

· Vrijetijdsvoorzieningen

· Cafés en restaurants

· Hotels

Groothandel, industrie en logistiek zijn niet toegelaten.

Minimaal 50% van de gelijkvloerse bruto vloeroppervlakte van het gebouw moet ingevuld worden met publiek toegankelijke inrichtingen die bijdragen aan de levendigheid van het straatbeeld. Onder publiek toegankelijke inrichtingen worden verstaan: gemeenschapsvoorzieningen, detailhandel, vrijetijdsvoorzieningen, cafés, restaurants en hotels. De publiek toegankelijke inrichtingen dienen aan de 3 gevels te worden voorzien.

§ 2

Inrichting

Harmonieregel

In een omgeving waar de bestaande bebouwing homogene kenmerken vertoont, moeten de op te richten of de te verbouwen gebouwen zodanig worden ontworpen dat ze in harmonie zijn met de kenmerken van de omgeving. Bij toepassing van de

harmonieregel kijkt men naar de aangrenzende gebouwen, naar de straatwand of naar een ander ruimtelijk geheel. Men bekijkt het gebouw steeds vanuit een logisch geheel in de omgeving waar een harmonische samenhang merkbaar is. Indien het gebouw of delen ervan niet behouden dienen te worden, geldt de harmonieregel voor het bepalen van de bouwhoogte, de kroonlijsthoogte, de vrije hoogte, de terreinbezetting, de plaatsing van de gebouwen en de bouwdiepte.

Aan de zijde van de Schelde is de bouwhoogte beperkt tot 45m. Op de hoek met de Adriaan Brouwerstraat neemt deze hoogte af, rekening houdende met de plaatselijk beperkte wegbreedte. Voor de bouwhoogte van de gevels gericht naar de Adriaan Brouwerstraat en de Brouwersvliet geldt de harmonieregel waarbij men kijkt naar de bebouwing in deze straten en niet naar de hoekgebouwen aan de Tavernierkaai.

Bouwdiepte

De bouwdiepte wordt in de eerste plaats bepaald door de harmonieregel.

Draagstructuur

De draagstructuur van het gebouw moet erop voorzien worden om flexibel ingevuld te kunnen worden.

(8)

Open ruimte

Minimaal 15% van de oppervlakte van het perceel of de percelen moet als niet- overbouwde open ruimte voorzien worden. Deze open ruimte kan zowel op het gelijkvloers als op de eerste verdieping gerealiseerd worden.

§ 3

Beheer

/

§ 4

Overgangsbepalingen /

Artikel 2. Overbouwing

Binnen deze deelzone is bebouwing op het gelijkvloers niet toegestaan. Enkel op de verdiepingen is bebouwing mogelijk. In functie van de stabiliteit kunnen binnen deze deelzone wel steunpilaren worden opgericht voor zover deze een minimale doorgang van 2,00m voor de voetgangers niet hinderen. Ook moeten de steunpilaren op voldoende afstand van het fietspad worden geplaatst en dit in functie van de verkeersveiligheid.

(9)

3 TERMINOLOGIE

Atelier

Werkruimte waar als hoofdactiviteit creatieve processen worden verricht (mode, cultuur, design, media, beeldende kunsten,…).

Autostalplaats en autoparkeerplaats

a. Autostalplaats: plaats bestemd om een auto van een bewoner of werknemer te stallen. Gericht op langere duur.

b. Autoparkeerplaats: plaats bestemd om een auto van een bezoeker te parkeren.

Gericht op kortere duur.

c. Carport: Autobergplaats met dak en minimum één open, niet-afgesloten zijde.

Beeldkwaliteit

De kwaliteit van de verschijningsvorm van een gebouw, een object of een omgeving of het samenstel daarvan. Het gaat in hoofdzaak om het uitzicht en de onderlinge samenhang tussen de bebouwde en onbebouwde ruimtelijke elementen. Het uitzicht en de samenhang worden enerzijds bepaald door de vormelijke kwaliteiten van de bebouwing (volumes, schaal, fijnkorreligheid, ritme, kleur) en van de onbebouwde ruimte (stratentracé, pleinen, enz.) en anderzijds door ervarings- en waarnemingsaspecten (de kwaliteit van zichten, geluiden of stilte, gevoel voor veiligheid, herkenbaarheid, herbergzaamheid, enz.).

Beheer

Beheer houdt in dat voorschriften worden opgemaakt die gericht zijn op het behoud van de ruimtelijke voorwaarden die gecreëerd zijn door bestemming en inrichting. Beheren kan ook omschreven worden als zijnde gericht op het behoud van de optimale ruimtelijke voorwaarden voor het goed functioneren van de toegelaten activiteiten en het vrijwaren van de ruimtelijke karakteristieke elementen en eigenschappen van het gebied.

Bestemming

De bestemming duidt de functie aan die door het plan juridisch wordt vastgelegd. Een bestemming duidt één of meer gebruiksfuncties aan voor een bepaald gebied.

Bouwblok

Een overwegend bebouwde ruimte die bestaat als een verzameling van aan elkaar grenzende percelen, omringd door straten en/of natuurlijke grenzen.

Bouwdiepte

Afstand vanaf de bouwlijn waar over de gehele diepte gebouwd mag worden, inclusief afdaken en uitbouwen, exclusief gelijkvloerse terrassen.

(10)

Bouwhoogte

Hoogte gemeten vanaf het straatniveau tot aan het hoogste punt van het gebouw, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals technische ruimten, schoorstenen, antennes, liftkokers … De bouwhoogte kan verschillen van de kroonlijsthoogte.

Bruto-vloeroppervlakte

De bruto-vloeroppervlakte van een gebouw is de som van de bruto-vloeroppervlakten van alle vloerniveaus.

Vloerniveaus zijn bij voorbeeld verdiepingen, geheel of gedeeltelijk in de grond, verdiepingen boven de grond, verdiepingen voor installaties, dakverdiepingen, dakterrassen, zolders.

De bruto-vloeroppervlakte van ieder vloerniveau volgt uit de buitenomtrek van de aan het gebouw begrenzende bouwdelen op vloerhoogte.

Hierbij zijn de buitenvlakken van de begrenzingen bepalend.

De oppervlakte van trappen, liften en installatieschachten dienen op elk vloerniveau tot de bruto-vloeroppervlakte te worden gerekend.

Niet tot de bruto-vloeroppervlakte moeten worden gerekend de oppervlakten van:

· hier en daar uitstekende delen van de buitenwand kleiner dan 0,5 m²;

· hier en daar aan de buitenzijde van het gebouw voorkomende nissen, groter dan 0,5 m²;

· hier en daar uitwendige vrijstaande kolommen kleiner dan 0,5 m²;

· schalmgaten en vides groter dan 4 m²;

· holle ruimten of kruipruimten tussen het maaiveld en de onderzijde van het gebouw;

· kruipkelders, tenzij deze volledig geconstrueerd zijn en deel uitmaken van het gebouw met een hoogte van ten minste 1,5 m;

· daken en dakterrassen;

· terrassen;

· open brand- of vluchttrappen aan de buitenzijde van het gebouw.

· ondergrondse parkeergarages

· halfondergrondse parkeergarages

Buitenruimte

Toegankelijke ruimte in open lucht. Zowel de onbebouwde ruimte van het perceel op het gelijkvloers als de terrassen op de verdiepingen.

Café

Handelszaak waar hoofdzakelijk drank wordt verkocht om ter plaatse te worden genuttigd.

Constructie

Gebouw, bouwwerk, vaste inrichting, verharding, publiciteitsinrichting of uithangbord, al dan niet bestaande uit duurzame materialen, in de grond ingebouwd, aan de grond bevestigd of op de grond steunend omwille van de stabiliteit, en bestemd om ter plaatse

(11)

te blijven staan of liggen, ook al kan het goed uit elkaar genomen worden, verplaatst worden, of is het goed volledig ondergronds.

Detailhandel

Het leveren van fysieke goederen voor persoonlijk gebruik aan de consument. De detailhandel is de laatste schakel van de distributieketen die loopt van fabrikant tot consument. Ook het opslaan daarvan op de plaats van verkoop of op de plaats van levering behoort tot detailhandel.

Diensten

Als diensten worden beschouwd de dienstverrichtingen welke gewoonlijk tegen vergoeding geschieden. De diensten omvatten met name werkzaamheden:

1. van commerciële aard;

2. van de vrije beroepen;

3. van het ambacht.

Functie

Het feitelijk gebruik [de werking] van een onroerend goed of een gedeelte daarvan.

Garage

Bergplaats voor de auto die regen- en winddicht is.

Gebouw

Elke constructie, die een voor mensen toegankelijke ruimte vormt, omsloten door buiten- en/of scheimuren, een fundering en een dak.

a. Meergezinsgebouw: Gebouw waarin minimum twee woningen zijn ondergebracht.

b. Eengezinswoning of huis: Gebouw bestaande uit één zelfstandige woning, waarbij de woning samenvalt met het volledige gebouw.

c. Gemengd gebouw: Gebouw waarin meerdere functies ondergebracht zijn.

d. Kamer: Woning waarin één of meerdere voorzieningen ontbreken, zoals een wc., bad/douche of kookgelegenheid. De bewoners zijn voor deze voorzieningen afhankelijk van de gemeenschappelijke ruimten in of aansluitend bij het gebouw waarvan de woning deel uitmaakt.

e. Zelfstandige woongelegenheid: Studio’s, appartementen, serviceflats en huizen waar studenten verblijven. Voldoet de woning niet aan de definitie van kamer, dan wordt zij als zelfstandig beschouwd.

f. Gebouw opgenomen in de inventaris bouwkundig erfgoed: gebouwen die opgenomen zijn in een van de volgende twee lijsten: de vier boeken “inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen 3NA, 3NB, 3NC en 3ND” en de digitale inventaris van het bouwkundig erfgoed van het agentschap Onroerend Erfgoed. (in toepassing van artikel 12/1 van het decreet van 3 maart 1976 tot bescherming monumenten en stads- en dorpsgezichten respectievelijk artikel 4.1.1. van het onroerend erfgoeddecreet van 12 juli 2013 na inwerkingtreding van dit decreet)

(12)

Gelijkvloers

Onderste bouwlaag van een gebouw, gelegen boven de pas van het maaiveld.

Gesloten horecaconstructie

Een aanbouw aan de (voor)gevel van een horecazaak met drie wanden, een toegangsdeur en een dak of luifel.

Gevel

Buitenmuur van een gebouw.

Groen

Onverhard, waterdoorlatend, onbebouwd en begroeid oppervlakte

Groenaanleg

Onverhard, onbebouwd en met vegetatie begroeide oppervlakte.

Grootschalig kantoorgebouw

Kantoorgebouw waarvan de bruto-vloeroppervlakte groter of gelijk is aan 1500 m².

Horeca

Verzamelnaam voor cafés, restaurants, en hotels.

Hotel

Toeristische logies die over ten minste vier kamers en/of accommodaties voor ten minste tien personen beschikt en een hotelvergunning bezit.

Kantoor

Bedrijf waar als hoofdactiviteit privé- en overheidsdienstverlening wordt uitgevoerd met een hoofdzakelijk beheers- en administratief karakter en een hoge personeelsdensiteit.

Kantoorgebouw

Gebouw dat hoofdzakelijk gebruikt wordt als kantoor.

Nieuwbouw

Als nieuwbouw worden beschouwd ofwel een volledig nieuw op te richten gebouw, ofwel een gebouw waaraan een verbouwing is uitgevoerd waarbij meer dan 60% van de buitenmuren zijn gesloopt. Ook een uitbreiding die groter is dan de helft van de bestaande oppervlakte wordt beschouwd als nieuwbouw.

(13)

Openbaar domein

Elk goed dat aan een openbare rechtspersoon toebehoort en (hetzij omwille van zijn aard, d.i. het natuurlijk openbaar domein, hetzij wegens een bijzondere aanpassing, hetzij wegens het historisch of wetenschappelijk belang ervan) nodig is voor een openbare dienst of voor de tegemoetkoming aan een openbare noodwendigheid en dat in die functie door geen enkel ander kan vervangen worden.

Parkeerplaats

Plaats waar geparkeerd mag worden.

Parkeren

Het langer stilstaan van een voertuig dan nodig is voor het in- of uitstappen van personen of voor het laden en lossen van goederen.

Perceel

Afgedeeld stuk grond, al dan niet bebouwd, waaraan een kadastraal nummer is toegekend. Elk perceel is vervolgens identificeerbaar door zijn kadastraal nummer.

Publiek domein

Ruimte, die voor iedereen toegankelijk is.

Publieke ruimte

De openbare en niet-openbare gebouwen die voor het publiek toegankelijk zijn, met inbegrip van de praktijken voor vrije beroepen, de openbare en niet-openbare wegen die voor het publiek toegankelijk zijn, alsook elk ander domein, infrastructuur, gebouw of plaats die voor het publiek toegankelijk is.

Reca

Horeca met uitsluiting van hotelfuncties, kleinschalige verblijfsaccommodatie en overlastcreërende imagoverlagende handelszaken.

Restaurant

Handelszaak waar hoofdzakelijk maaltijden worden verkocht om ter plaatse te worden genuttigd.

Technische ruimte

Ruimte die enkel voor technische installaties wordt gebruikt.

(14)

Vloeroppervlakte

a. Bruto-vloeroppervlakte (BVO): De bruto-vloeroppervlakte van een gebouw is de som van de bruto-vloeroppervlakten van alle vloerniveaus. Vloerniveaus zijn bij voorbeeld verdiepingen, geheel of gedeeltelijk in de grond, verdiepingen boven de grond, verdiepingen voor installaties, dakverdiepingen, zolders. De bruto- vloeroppervlakte van ieder vloerniveau volgt uit de buitenomtrek van aan het gebouw begrenzende bouwdelen op vloerhoogte. Hierbij zijn de buitenvlakken van de begrenzingen bepalend. De oppervlakte van trappen, liften en installatieschachten dienen op elk vloerniveau tot de bruto-vloeroppervlakte te worden gerekend. Niet tot de bruto-vloeroppervlakte moeten worden gerekend de oppervlakten van:

a. uitstekende delen van de buitenwand kleiner dan 0,50 vierkante meter;

b. nissen aan de buitenzijde van het gebouw groter dan 0,50 vierkante meter;

c. uitwendige vrijstaande kolommen kleiner dan 0,50 vierkante meter;

d. schalmgaten en vides groter dan 4,00 vierkante meter;

e. holle ruimten of kruipruimten tussen het maaiveld en de onderzijde van het gebouw;

f. kruipkelders, tenzij deze volledig geconstrueerd zijn en deel uitmaken van het gebouw met een hoogte van ten minste 1,50 meter;

g. (dak-)terrassen en daken;

h. open brand- of vluchttrappen aan de buitenzijde van het gebouw.

b. Netto-vloeroppervlakte: De netto-vloeroppervlakte van een gebouw is de vloeroppervlakte gemeten tussen de begrenzende bouwdelen. Ze wordt berekend als het verschil van de bruto-vloeroppervlakte en de constructie- oppervlakte. Enkel de vloeroppervlakte gelegen in een zone met een minimale plafondhoogte van 2,60 meter en/of de vloeroppervlakte van een bewoonbare zolder komt hierbij in aanmerking.Tot de netto-vloeroppervlakte behoren ook:

a. de vloeroppervlakten ingenomen door leidingen, radiatoren en andere verwarmingselementen, kastenwand en dergelijke;

b. de oppervlakten ingenomen door deuropeningen, vensternissen, uitsparingen en nissen in de verticaal opgaande bouwdelen, zolang de vloeroppervlakte die ze creëren groter is dan 0,50 vierkante meter.

Niet tot de netto-vloeroppervlakte behoren:

a. de vloeroppervlakten ingenomen doorschouwen, kolommen, leidingkokers;

b. verblijfsruimten, waarvan de in aanmerking te nemen netto- vloeroppervlakte kleiner is dan 4,00 vierkante meter;

c. niet bewoonbare kelder en -zolder.

(15)

RUP Brouwersvliet

Stedenbouwkundige voorschriften | voorontwerp

Opgemaakt door de afdeling Omgeving Antwerpen,

Filip Smits regisseur stadsprojecten

Gezien en voorlopig vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van (datum)

Voor de algemeen directeur Voor de burgemeester

bij machtiging van 11 januari 2019 bij machtiging van 7 januari 2019 de bestuurscoördinator de afgevaardigde schepen

Katlijn Van der Veken Annick De Ridder

Het college van burgemeester en schepenen bevestigt dat dit plan ter inzage van het publiek op het gemeentehuis wordt neergelegd

van (datum) tot en met (datum)

Voor de algemeen directeur Voor de burgemeester

bij machtiging van 11 januari 2019 bij machtiging van 7 januari 2019 de bestuurscoördinator de afgevaardigde schepen

Katlijn Van der Veken Annick De Ridder

Gezien en definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van (datum)

Voor de algemeen directeur Voor de burgemeester

bij machtiging van 11 januari 2019 bij machtiging van 7 januari 2019 de bestuurscoördinator de afgevaardigde schepen

Katlijn Van der Veken Annick De Ridder

(16)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Aangezien het over een regularisatie gaat van een bestaande toestand van het bestaand bedrijf Dranken van Eetvelde (gelegen in het goedgekeurd BPA 35/1 : E17/3

In artikel 5 wordt de buffering van het bedrijf in zone 5 ten opzichte van de omgeving en dus ook ten opzichte van deze zone voor gemengd open ruimte gebied opgelegd. Vanuit

Indien in de zone voor hoofdgebouwen op het gelijkvloers geen handels- of ambachtelijke functie wordt uitgeoefend, doch slechts een woonfunctie bestaat, zullen de

Bij de stopzetting van de kleinschalige bedrijfsactiviteiten dient deze zone omgevormd te worden naar een zone voor wonen waarbij er twee ééngezinswoningen kunnen worden voorzien in

Voorzieningen en infrastructuur die nodig zijn voor het vertragen van de afvoer, retentie, infiltratie en bergen van zuiver hemelwater en oppervlaktewater en onderhoud

Binnen alle bestemmingszones worden bovengrondse en ondergrondse constructies en inrichtingen voor hernieuwbare energie toegelaten, voor zover ze in hun uitbating en

De delen van het terrein ingericht als toegang, laden en lossen, parking (beperkt tot zone voor parking in overdruk voor deelzone B) en sport- en speelterrein kunnen, voor

Waterdichte vlakken zijn enkel voor de verhardingen van de terrassen, aansluitend achter de woning, toegelaten (max. 30 m²) mits ze afwateren naar de tuin en mits een