Vraag nr. 23 van 7 maart 2003
van de heer FILIP DEWINTER Extra financiële voordelen – Ministers
1. Kan de minister-president meedelen in hoever-re ministers die in de Vlaamse hoever-regering zetelen, buiten hun normale maandelijkse verloning nog over andere financiële voordelen of faciliteiten kunnen beschikken ? Zo ja, welke ?
Graag een overzicht voor 2002 van de aldus uit-betaalde voordelen en/of faciliteiten per minis-ter.
2. Op welke eventuele andere manier worden mi-nisters vergoed voor uitgaven of onkosten "eigen aan het ambt" ?
3. Zijn voor deze eventuele onkostenvergoedin-gen kredieten ingeschreven in de begroting en waar vinden we ze daar terug ?
4. Vallen alle ministers onder hetzelfde regime ? 5. Zijn er duidelijke en schriftelijke afspraken of
regels in verband met de manier van besteding van vergoedingen voor gemaakte onkosten ? Zo ja, welke ? Graag een overzicht hiervan. 6. Beschikken Vlaamse ministers over een
krediet-kaart op kosten van de Vlaamse regering en zo j a , is het toegelaten te spenderen bedrag limita-tief ?
Zo ja, welke limiet geldt voor welk regeringslid ? Welke kosten kunnen via de kredietkaart be-taald worden ?
Wie oefent controle uit op het gebruik van eventuele kredietkaarten ?
Antwoord
1. Alle financiële voordelen die de ministers naast hun normale verloning genieten, vloeien voort uit het "statuut van de leden van de Vlaamse re-gering".
Dit statuut werd door de Vlaamse regering een laatste maal aangepast bij besluit van 3 m a a r t 1998 naar aanleiding van het invoegen in het statuut van de bepalingen vermeld in het "Pr o-tocol tussen het Vlaams Parlement en de
Vlaamse regering houdende sommige bepalin-gen inzake het statuut van de leden van de Vlaamse regering".
Dit Protocol werd ondertekend op 5 j a n u a r i 1998 door de minister-president en door de voorzitter en de griffier van het parlement. 2. Binnen de perken van de daarvoor in de
begro-ting ingeschreven kredieten, kunnen de minis-ters ook terugbetaling krijgen voor uitgaven eigen aan het ambt.
Deze onkosten moeten steeds via bewijsstukken worden aangetoond en worden terugbetaald via s c h u l d v o r d e r i n g s s t a t e n . Het betreft voorname-lijk terugbetaling van werklunches.
3. De Vlaamse volksvertegenwoordiger vindt deze kredieten in de begroting terug onder BA 12.06 en BA 12.19 van de respectieve programma's van de Vlaamse ministers.
4. Ja.
5. Er zijn geen schriftelijke afspraken m.b. t . d e manier van besteding van vergoedingen voor gemaakte onkosten. De ministers houden zich terzake aan de deontologische regels en aan de bepalingen zoals ingeschreven in het bovenge-noemde "statuut van de leden van de V l a a m s e r e g e r i n g " , in "het besluit van de Vlaamse rege-ring tot organisatie van de kabinetten van de leden van de Vlaamse regering" en in de "om-zendbrief VR 1999/22 van 29 oktober 1999 inza-ke de organisatie van de kabinetten van de Vlaamse regering". Deze laatste twee documen-ten zijn opgenomen in het Vademecum van de Vlaamse regering, dat een zeer ruime versprei-ding kent.
6. Eerst weze opgemerkt dat een kredietkaart een betalingsmiddel is als een ander. Ze wordt al-leen al om veiligheidsredenen aangeraden. D e controle op de uitgaven gedaan met een kre-dietkaart is, gelet op de transparantie van het s y s t e e m , trouwens zeer gemakkelijk. De onkos-ten die met een kredietkaart kunnen betaald w o r d e n , zijn in principe dezelfde als die welke via factuur, c a s h , cheque ... betaald worden, voorzover zij voldoen aan de bepalingen van de besluiten en van de omzendbrief als hierboven o m s c h r e v e n . In de praktijk worden er enkel res-taurantkosten of hotelkosten mee betaald. Het spreekt vanzelf dat de kaart in geen geval mag aangewend worden voor persoonlijk ge-b r u i k . De controle gege-beurt op dezelfde manier als voor alle andere uitgaven (zie tweede deel van antwoord onder 5).
Hierna volgen de namen van de ministers die beschikken over een kredietkaart, met de li-m i e t . Wat de lili-miet betreft, dient te worden op-gemerkt dat dit een limiet is door de kredietin-stelling opgelegd.