Vraag nr. 26 van 7 maart 2003
van de heer FILIP DEWINTER
Extra financiële voordelen – Topambtenaren
1. Kan de minister-president meedelen in hoever-re topambtenahoever-ren werkzaam in de Vlaamse ad-ministratie buiten hun normale maandelijkse verloning nog over andere financiële voordelen of faciliteiten kunnen beschikken ? Zo ja, welke ?
Graag een overzicht voor 2002 van de aldus uit-betaalde voordelen en/of faciliteiten per top-ambtenaar.
2. Op welke eventuele andere manier worden top-ambtenaren vergoed voor uitgaven of onkosten "eigen aan het ambt" ?
Zijn voor deze eventuele onkostenvergoedin-gen kredieten ingeschreven in de begroting en waar vinden we ze daar terug ?
4. Vallen alle topambtenaren onder hetzelfde regi-me ?
5. Zijn er duidelijke en schriftelijke afspraken of regels in verband met de manier van besteding van vergoedingen voor gemaakte onkosten ? Zo ja, welke ? Graag een overzicht hiervan. 6. Beschikken topambtenaren over een
krediet-kaart op kosten van de Vlaamse regering en zo j a , is het toegelaten te spenderen bedrag limita-tief ?
Zo ja, welke limiet geldt voor welke topambte-naar ?
Welke kosten kunnen via de kredietkaart be-taald worden ?
Wie oefent controle uit op het gebruik van eventuele kredietkaarten ?
Antwoord
1. Wat het Ministerie van de Vlaamse Gemeen-schap betreft
1.1 Wat zijn eerste vraag betreft, kan ik de V l a a m-se volksvertegenwoordiger meedelen dat alle topambtenaren (secretaris-generaal en direc-t e u r-generaal) van hedirec-t Minisdirec-terie van de
Vlaamse Gemeenschap een salaris op basis van vooraf bepaalde salarisschalen ontvangen, volgens de reglementaire bepalingen van het personeelsstatuut (besluit van de Vlaamse re-gering van 15 juli 2002 houdende organisatie van het Ministerie van de Vlaamse Gemeen-schap en de regeling van de rechtspositie van het personeel, gewijzigd bij besluit van de Vlaamse regering van 31 januari 2003). O o k toelagen en vergoedingen worden toegekend binnen deze reglementaire bepalingen (bv. eventuele jaarlijkse managementtoelage na evaluatie door de Vlaamse regering, op basis van een globaal rapport door een extern bu-r e a u , of geplaffonneebu-rde maaltijdvebu-rgoeding per dag dienstreis, . . . ) . De vergoedingen wor-den betaald op basis een vorderingsstaat, d i e, na controle van de cel Logistiek (inhoudelijk) en de cel Boekhouding van elk departement, uitbetaald wordt.
Daarnaast zijn er nog een aantal sociale voordelen (bv. h o s p i t a l i s a t i e v e r z e k e r i n g, w o o n -werk met het openbaar vervoer, . . . ) . Deze gel-den overigens niet alleen voor de topambtena-ren maar voor alle personeelsleden.
Ten slotte kunnen aan de topambtenaren vol-gende werkingsmiddelen ter beschikking wor-den gesteld, met het oog op het faciliteren van de uitoefening van hun functie : d i e n s t w a g e n (omzendbrief van toenmalig Vlaams minister van Onderwijs en Ambtenarenzaken Luc Va n den Bossche van 5 februari 1998) (enkel voor secretaris-generaal met chauffeur), G S M ,f a x-t o e s x-t e l , P C of lapx-top. Dix-t impliceerx-t dax-t bij beëindiging van de opdracht deze werkings-middelen terug naar de administratie komen. Het ter beschikking stellen van bepaalde wer-kingsmiddelen is niet exclusief voorbehouden aan de leidend ambtenaren, maar is ook moge-lijk voor andere categorieën van personeelsle-d e n , inpersoneelsle-dien hun oppersoneelsle-drachten personeelsle-dit rechtvaarpersoneelsle-digen ( b v. in het kader van tele(thuis)werk ; r e i z e n d e functies).
Gelet op het algemeen antwoord, en ook om-wille van de privacy (1) van de betrokkenen, i s hiermee ook het 2d eluik van de eerste vraag beantwoord.
gebeu-ren op grond van art. 5, a van de wet van 8 december 1992, mits toestemming van betrokkene.
Hetgeen gesteld wordt voor de prestatietoelagen in het bijzonder, kan ook gelden voor de toelagen in het alge-meen.
1.2 Wat zijn vragen 2, 3 en 5 betreft, deel ik de Vlaamse volksvertegenwoordiger mee dat voor de vergoeding van uitgaven of kosten eigen aan hun ambt, de topambtenaren kosten kunnen indienen aan de hand van vorderings-s t a t e n . Terzake ivorderings-s er een plafond dat varieert van 2.500 tot 5.000 euro per jaar. Deze uitga-ven worden slechts (terug)betaald indien ver-antwoord met verver-antwoordingsstukken. E r zijn geen schriftelijke onderrichtingen terzake, aangezien het logisch is dat enkel verantwoor-de uitgaven worverantwoor-den terugbetaald en bovenver-melde limiet vastligt in de begroting.
Er is zowel een interne als een externe contro-le georganiseerd. Intern gebeurt de controcontro-le zowel door een inhoudelijke ordonnateur als door een budgettaire rekenplichtige. E x t e r n bestaat de controle door het Rekenhof.
Deze kosten worden aangerekend op het kre-diet voor algemene werkingskosten, n a m e l i j k a r t . 12.01 van het bestaansmiddelenprogram-ma 99.1 van de begroting.
1.3 Het antwoord op vraag 4 luidt ja. 1.4 Het antwoord op vraag 6 luidt neen.
2. Wat de Vlaamse wetenschappelijke instellin-gen betreft
De antwoorden vermeld voor het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap gelden even-eens voor de topambtenaren (instellingshoof-den – algemeen directeur) van de V l a a m s e wetenschappelijke instellingen, met uitzonde-ring van hetgeen gesteld werd voor de vergoe-ding van uitgaven of kosten eigen aan hun ambt.
De representatiekosten van de instellingshoof-den van de Vlaamse wetenschappelijke instel-lingen worden namelijk terugbetaald op basis van onkostenstaten mits verantwoordingsstuk-ken (er geldt m.a.w. geen limiet van 2.500 tot 5.000 zoals voor de secretaris-generaal en di-r e c t e u di-r-genedi-raal van het Ministedi-rie van de Vlaamse Gemeenschap).
3. Wat de Vlaamse openbare instellingen betreft
32 Vlaamse openbare instellingen (publiek-rechtelijke rechtspersonen die overeenkomstig artikel 9 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen werden opgericht bij of krachtens een wet of decreet en die ressorteren onder de bevoegdheid van het Vlaams Gewest of de Vlaamse Gemeen-schap) werden bevraagd (zie lijst als bijlage). 3.1 Wat zijn eerste vraag betreft, kan ik de V l a a
m-se volksvertegenwoordiger meedelen dat aan alle topambtenaren (administrateur- g e n e r a a l en adjunct-administrateur-generaal) enkel toe-lagen en vergoedingen worden toegekend bin-nen de reglementaire bepalingen (bv. e v e n t u-ele jaarlijkse managementtoelage na evaluatie door de Vlaamse regering, op basis van een globaal rapport door een extern bureau ; of ge-plaffonneerde maaltijdvergoeding per dag d i e n s t r e i s, . . . ) . De onkostenvergoedingen wor-den betaald op basis een vorderingsstaat, d i e na controle door de rekenplichtige van de per-soneelsdienst van iedere instelling uitbetaald wordt.
Wat de sociale voordelen betreft, geldt het ant-woord gegeven voor het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap.
Ten slotte kunnen aan de topambtenaren vol-gende werkingsmiddelen ter beschikking wor-den gesteld, met het oog op het faciliteren van de uitoefening van hun functie : d i e n s t w a g e n , G S M , f a x t o e s t e l , P C of laptop. Dit impliceert dat bij beëindiging van de opdracht deze wer-kingsmiddelen terug naar de instelling komen. Het ter beschikking stellen van bepaalde wer-kingsmiddelen is niet exclusief voorbehouden aan de leidend ambtenaren, maar is ook moge-lijk voor andere categorieën van personeelsle-d e n , inpersoneelsle-dien hun oppersoneelsle-drachten personeelsle-dit rechtvaarpersoneelsle-digen ( b v. in het kader van tele(thuis)werk ; r e i z e n d e functies).
Deze kosten worden aangerekend op het kre-diet algemene werkingskosten van de respec-tieve begrotingen.
Bij drie instellingen wordt een forfaitaire on-kostenvergoeding toegekend : de algemeen di-recteur van Export Vlaanderen heeft, gelet op zijn belangrijke representatieve taken in bin-nen- en buitenland, een forfaitaire kostenver-goeding van maximum 8.000 euro per jaar, u i t te betalen in maandelijkse schijven van maxi-mum 667 euro ; de voorzitter en ondervoorzit-ters van het gemeenschapsonderwijs hadden in 2002 een financiële vergoeding eigen aan het mandaat van respectievelijk 6.754,92 euro en 4.953,60 euro ; de intendant van De V l a a m s e Opera heeft een maandelijkse vergoeding (kosten eigen aan de werkgever) van 1.239,47 euro.
3.3 Het antwoord op vraag 4 (vallen alle topamb-tenaren onder hetzelfde regime) luidt ja. 3.4 Wat vraag 6 betreft, kan ik de Vlaamse
volks-vertegenwoordiger meedelen dat de topamb-tenaren (en in sommige gevallen ook lagere ambtenaren) bij De Lijn, Export V l a a n d e r e n , de Gewestelijke Ontwikkelingsmaatschappijen A n t w e r p e n , L i m b u r g, Oost-Vlaanderen en We s t - V l a a n d e r e n , het Instituut voor de A a n-moediging van Innovatie door Wetenschap en Technologie in V l a a n d e r e n , de Sociaal-Econo-mische Raad van V l a a n d e r e n , de Vlaamse In-stelling voor Technologisch Onderzoek, d e Openbare Psychiatrische Ziekenhuizen in Geel en Rekem, Toerisme V l a a n d e r e n , d e Vlaamse Landmaatschappij, de Vlaamse Mi-l i e u m a a t s c h a p p i j , de VMi-laamse Maatschappij voor Wa t e r v o o r z i e n i n g, de Vlaamse Onder-w i j s r a a d , de Vlaamse Opera, de Vlaamse Re-guleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt en de Vlaamse Radio- en Te l e v i s i e-omroep beschikken over een kredietkaart die in geen geval gebruikt mag worden voor per-soonlijk gebruik.
Deze kredietkaart wordt enkel gebruikt in het kader van de opdracht (bv. gebruikt als elek-tronisch kaskrediet of om representatiekosten te dekken), maar ook om er documentatie-materiaal voor de instelling mee aan te schaf-fen (bv. via internet). In alle gevallen worden de uitgaven gestaafd met verantwoordings-stukken en wordt daarop controle verricht door dezelfde instanties als hierboven ver-m e l d , zijnde intern zowel door een inhoudelij-ke ordonnateur als door een budgettaire re-k e n p l i c h t i g e. In sommige gevallen gebeurt nog
een interne controle door de raad van bestuur, het college van commissarissen en de bedrijfs-r e v i s o bedrijfs-r. Extebedrijfs-rn bestaat de contbedrijfs-role doobedrijfs-r het Rekenhof.
Bijlage – Lijst van de Vlaamse openbare instellin-gen die bevraagd werden
De instellingen gemerkt met (*) ressorteren onder het stambesluit (besluit van de Vlaamse regering van 30 juni 2000 houdende de regeling van de rechtspositie van het personeel van sommige Vlaamse openbare instellingen, gewijzigd bij de be-sluiten van de Vlaamse regering van 2 februari 2 0 0 1 , 1 juni 2001, 5 oktober 2001,14 december 2 0 0 1 , 8 maart 2002, 29 maart 2002, 19 juli 2002, 2 4 januari 2003, 31 januari 2003). Daarnaast beschik-ken Export Vlaanderen en de Vlaamse Landmaat-schappij over een instellingsspecifiek besluit (even-eens goedgekeurd door de Vlaamse regering res-pectievelijk op 22 september 2002 en 22 maart 2 0 0 2 ) . Voor de instellingen die niet onder het stam-besluit ressorteren, wordt de rechtspositieregeling van het personeel telkens bij de instelling vermeld. – C o m m i s s a r i a a t-generaal voor de Bevordering
van de Lichamelijke Ontwikkeling, de Sport en de Openluchtrecreatie (Bloso) (*)
– De Lijn (basisreglementen van het loontrek-kend en weddetrekloontrek-kend personeel, a a n g e v u l d door collectieve arbeidsovereenkomsten en ar-beidsreglement)
– Dienst voor Infrastructuurwerken van het Ge-subsidieerd Onderwijs (Digo) (*)
– Dienst voor de Scheepvaart (*) – Export Vlaanderen (*)
– Het Gemeenschapsonderwijs (*)
– Gewestelijke Ontwikkelingsmaatschappij A n t-werpen (BVR van 12 juni 1995 tot goedkeuring van het besluit van de raad van bestuur van de G O M-Antwerpen van 12 december 1994 hou-dende regeling van de rechtspositie van het per-soneel en vaststelling van de perper-soneelsformatie van de GOM-Antwerpen, zoals later gewijzigd) – Gewestelijke Ontwikkelingsmaatschappij
personeelsformatie van de GOM-O o s t-V l a a n-deren, zoals later gewijzigd)
– Gewestelijke Ontwikkelingsmaatschappij We s t-Vlaanderen (BVR van 12 juni 1995 tot goedkeuring van het besluit van de raad van be-stuur van de GOM-We s t-Vlaanderen van 13 de-cember 1994 houdende regeling van de rechts-positie van het personeel en vaststelling van de personeelsformatie van de GOM-We s t-V l a a n-deren, zoals later gewijzigd)
– Gewestelijke Ontwikkelingsmaatschappij Lim-burg (BVR van 12 juni 1995 tot goedkeuring van het besluit van de raad van bestuur van de G O M-Limburg van 5 december 1994 houdende regeling van de rechtspositie van het personeel en vaststelling van de personeelsformatie van de GOM-Limburg, zoals later gewijzigd)
– Gewestelijke Ontwikkelingsmaatschappij Vlaams Brabant (BVR van 12 juni 1995 tot goedkeuring van het besluit van de raad van be-stuur van de GOM-V l a a m s-Brabant van 9 de-cember 1994 houdende regeling van de rechts-positie van het personeel en vaststelling van de personeelsformatie van de GOM-V l a a m s-B r a-bant, zoals later gewijzigd)
– Instituut voor de Aanmoediging van Innovatie door Wetenschap en Technologie in V l a a n d e r e n (IWT) (BVR van 12 juni 1995 houdende organi-satie van het Vlaams Instituut voor de Bevorde-ring van Wetenschappelijk Onderzoek in de In-dustrie en de regeling van de rechtspositie van het personeel, zoals later gewijzigd)
– Kind en Gezin (*)
– NV Zeekanaal en Watergebonden Grondbe-heer Vlaanderen (*)
– Openbaar Psychiatrisch Ziekenhuis Geel (*) – Openbaar Psychiatrisch Ziekenhuis Rekem (*) – Openbare Afvalstoffenmaatschappij voor het
Vlaams Gewest (OVAM) (*)
– S o c i a a l-Economische Raad van V l a a n d e r e n ( S E RV) (BVR van 12 april 1995 houdende goedkeuring van het organiek reglement tot vaststelling van de regeling inzake het personeel van de Sociaal-Economische Raad van V l a a n-deren en van de personeelsformatie, zoals later gewijzigd)
– Toerisme Vlaanderen (*)
– Universitair Ziekenhuis Gent (beslissing van de raad van bestuur van 19 december 1994 hou-dende de rechtspositieregeling van het perso-neel van het Universitair Ziekenhuis Gent) – Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en
Beroepsopleiding (VDAB) (*)
– Vlaams Fonds voor Sociale Integratie van Per-sonen met een Handicap (VFSIPH) (*)
– Vlaamse Huisvestingsmaatschappij (VHM) (*) – Vlaamse instelling voor Technologisch
Onder-zoek (VITO) (overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 3 mei 1991 worden de per-soneelsleden van V I TO op basis van arbeids-overeenkomsten tewerkgesteld)
– Vlaams Instituut voor het Zelfstandig Onderne-men (VIZO) (*)
– Vlaamse Landmaatschappij (VLM) (*)
– Vlaamse Opera (besluit van de raad van be-stuur van 5 maart 1996 houdende organisatie van de Vlaamse Opera en de regeling van de rechtspositie van het personeel)
– Vlaamse Onderwijsraad (VLOR) (*) – Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) (*) – Vlaamse Maatschappij voor Wa t e r v o o r z i e n i n g
(VMW) (BVR van 1 december 2000 houdende organisatie van de Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening en de regeling van de rechts-positie van het personeel)
– Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektrici-t e i Elektrici-t s- en GasmarkElektrici-t (VREG) (BVR van 21 fe-bruari 2003 houdende bepaling van het admini-stratief en geldelijk statuut van het personeel van de VREG)
