• No results found

Vraag nr. 126 van 27 juni 2003 van de heer FILIP DEWINTER

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 126 van 27 juni 2003 van de heer FILIP DEWINTER"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 126 van 27 juni 2003

van de heer FILIP DEWINTER

Atheneum Antwerpen – Islamitische godsdienstbe-leving

Het islamitisch godsdienstonderricht in het ge-meenschapsonderwijs is formeel mogelijk sedert 20 februari 1978. In het schooljaar 2001-2002 werd in 328 scholen van het gemeenschapsonderwijs isla-mitische godsdienst onderwezen. Eén van deze scholen is het Koninklijk Atheneum (KA) van Antwerpen.

Naar verluidt wordt op korte termijn – met in-gang van het nieuwe schooljaar 2003~2004 – in deze secundaire school in aparte gebedsruimtes voorzien voor leerlingen die zich bekennen tot de islamitische godsdienst. Deze gebedsruimtes die-nen blijkbaar de islamitische leerlingen de kans te bieden om ook tijdens de schooluren hun geloof te belijden en aldus te voldoen aan de religieuze ver-plichtingen die door hun godsdienst worden opge-legd.

1. Kan de minister deze initiatieven van het Ko-ninklijk Atheneum Antwerpen bevestigen ? 2. In hoeverre hebben islamitische kinderen recht

op eigen godsdienstbeleving binnen het ge-meenschapsonderwijs ?

3. Impliceert een volwaardig islamitisch gods-dienstonderricht in het gemeenschapsonderwijs dat ook gebedsruimtes worden ingericht ? 4. In hoeverre komt het neutraliteitsprincipe in

het gemeenschapsonderwijs door de inrichting van deze islamitische gebedsruimtes in het ge-drang ?

5. Krijgen de islamitische leerlingen enkel toegang tot deze gebedsruimtes tijdens de lessen Islam of ook tijdens pauzes ?

6. Worden voor leerlingen die zich bekennen tot andere godsdiensten ook aparte gebedsruimtes ingericht ?

Antwoord

1. Het gaat in het KA Antwerpen niet over een eigen gebedsruimte voor het islamonderwijs.

Door de recente zware brand in deze school zijn dertien klaslokalen niet langer bruikbaar. D a a r-door zijn ook de klaslokalen voor het levensbe-schouwelijk onderwijs niet langer beschikbaar en diende er een alternatief lokalenrooster te worden opgesteld. Hiernaast werd er een initia-tief genomen om voor alle leerlingen een “ s t i l l e ruimte" in te richten, ongeacht hun levensbe-s c h o u w i n g, zoallevensbe-s er bijvoorbeeld ook een levensbe- stu-d i e z a a l , een cafetaria, een turnzaal, een compu-t e r l o k a a l , een bibliocompu-theek, … in de accommoda-tie van het KA Antwerpen opgenomen zijn. Wanneer de toestand van het gebouw opnieuw genormaliseerd is, zullen de klaslokalen voor de verschillende levensbeschouwingen opnieuw in gebruik worden genomen.

2. Artikel 24 van de Grondwet bepaalt dat de ge-meenschap de keuzevrijheid van de ouders w a a r b o r g t . De gemeenschap organiseert neu-traal onderwijs.

De neutraliteit houdt onder meer in, de eerbied voor de filosofische, ideologische of godsdiensti-ge opvattingodsdiensti-gen van de ouders en de leerlingodsdiensti-gen. De scholen georganiseerd door openbare bestu-ren bieden, tot het einde van de leerplicht, d e keuze aan tussen onderricht in een van de er-kende godsdiensten en de niet-confessionele ze-d e n l e e r. Ieze-der heeft recht op onze-derwijs, met eer-biediging van de fundamentele rechten en vrij-h e d e n . Alle leerlingen die leerplicvrij-htig zijn, vrij-h e b-ben ten laste van de gemeenschap recht op een morele of religieuze opvoeding.

Ik merk hierbij op dat "opvoeding" een ruimer begrip is dan louter en alleen "onderwijs". 3. Zoals gezegd, gaat het in het KA A n t w e r p e n

niet over een eigen gebedsruimte voor het i s l a m -o n d e r w i j s. De eigen klasl-okalen v-o-or het levens-beschouwelijk onderwijs zijn voorlopig niet meer in gebruik wegens de zware brand.

Deze materie wordt geregeld door een omzend-brief van 8 december 1988 met referte 0/22/783 betreffende cursussen in de godsdienst en de niet-confessionele zedenleer. De leerlingen van eenzelfde leerlingengroep moeten gelijktijdig en op hetzelfde uur les hebben in de godsdienst of in de niet-confessionele zedenleer. De cursus-sen dienen te worden georganiseerd binnen het lesrooster.

(2)

niet-confessio-neel lesgebeuren mag plaatsvinden in het bijzijn van andersdenkenden. Het is noodzakelijk dat de leerkrachten Godsdienst en Niet-Confessio-nele Zedenleer voor hun lessen over een eigen klaslokaal beschikken om :

– een optimaal gebruik van het didactische materieel te waarborgen ;

– s y m b o l e n , informatie en versieringen m.b. t . het leervak permanent te kunnen aanbren-gen.

Inzake het aanbrengen van levensbeschouwelij-ke zinnebeelden worden volgens principes aan-bevolen :

– in de lokalen waar uitsluitend ofwel de cur-sus Godsdienst (hieronder dient te worden verstaan het onderricht in één of meerdere van de erkende godsdiensten) ofwel de cur-sus Niet-Confessionele Zedenleer wordt on-d e r w e z e n , mogen on-de overeenkomstige le-vensbeschouwelijke zinnebeelden worden opgehangen ;

– in de lokalen waar ook andere lessen worden g e g e v e n , worden liefst geen levensbeschou-welijke zinnebeelden aangebracht.

Indien de inrichtende macht toch symbolen of beelden van één levensbeschouwing wenst te b e h o u d e n , dan dient eveneens het symbool van de andere levensbeschouwing op evenwaardige wijze te worden aangebracht.

In het besluit van de Vlaamse regering van 27 februari 1992 wordt m.b. t . de materiële normen in het secundair onderwijs bepaald dat de in-richtende macht vrijelijk beslist over de verde-ling van de oppervlakten binnen een algemeen pedagogisch en dienstenpakket van maximale b r u t o - o p p e r v l a k t e n , mits hun pedagogische be-stemming wordt geëerbiedigd.

Ik verwijs in dit verband ook naar het Eindrap-port van 11 juli 2001 van Deloitte & To u c h ," I n-komsten en uitgaven van scholen in V l a a n d e r e n – Kwantificering van de objectiveerbare ver-s c h i l l e n " : "Het aanbieden van de keuze tuver-sver-sen godsdienst en zedenleer impliceert een bijko-mende nood aan lokalen, omdat voor een be-paalde klasgroep de keuzemogelijkheden op hetzelfde ogenblik moeten worden aangeboden. … Scholen uit het gemeenschapsonderwijs en het gesubsidieerd officieel onderwijs voorzien

een aantal extra-lokalen die ze al dan niet speci-fiek voor die levensbeschouwing uitrusten." 4. Zoals hierboven aangegeven, gaat het niet over

een gebedsruimte voor het islamonderwijs, maar over een "stille ruimte" voor alle levens-beschouwingen.

Voor het overige kan worden verwezen naar de tekst Voorstel van de regering – Ve r k l a r e n d e nota in verband met de herziening van artikel 17 van de Grondwet – Buitengewone zitting van de Belgische Senaat op 25 mei 1988 (Senaat 100-1/1° - BZ 1988) :

" Tegenover de vrijheid van oprichting van scho-l e n , o. m . schoscho-len gebaseerd op een wescho-lbepaascho-lde godsdienstige of filosofische overtuiging, s t a a t het recht van de Gemeenschap neutraal onder-wijs in te richten…. Het neutraal onderonder-wijs be-perkt zich niet tot onderricht, maar beoogt eveneens de opvoeding van de gehele persoon-lijkheid van de leerling. Een neutrale school eerbiedigt alle filosofische, ideologische en godsdienstige opvattingen van de ouders die er hun kinderen aan toevertrouwen. Zij gaat uit van een positieve erkenning en waardering van de verscheidenheid van meningen en houdingen en legt de nadruk op de gemeenschappelijke waarden. …"

Verder blijkt uit de bespreking van de Commis-sie voor Herziening van de Grondwet (Senaat – 8 juni 1988 – 100-1/2° BZ), onder meer blz. 42 – III - 5e alinea en blz.43 - 5e, 6e, 7e alinea : " Voorts wordt in het vrij onderwijs een steeds meer groeiend pluralisme waargenomen, z o w e l bij de leerlingen en de ouders als bij de leer-krachten dat eventueel zijn weerslag moet krij-gen in zijn structuren en in de samenleving van zijn organen. Evenzeer kan worden gesteld dat het begrip neutraliteit gaandeweg een meer po-sitieve inhoud heeft gekregen die enigszins af-w i j k t , in een evolutieve zin van de oorspronke-lijke tekst en de bedoelingen van het School-pact".

(3)

ideolo-gisch culturele en de religieuze gemeenschap le-veren daartoe een bijdrage. … Weliswaar moet de leraar niet stilzwijgend voorbijgaan aan de problemen die de toekomst van de mens raken, maar moet hij zulks doen in termen die de ge-voelens van anderen niet storen, waarbij de idee moet vooropstaan dat de filosofische en doctri-nale uitlegging van de feiten hem niet toeko-men…".

5. De "stille ruimte" wordt enkel buiten de lessen gebruikt.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Worden deze wagens ook buiten de diensturen gebruikt en zo ja, welke zijn de regels daarvoor?. Heeft OVAM de afgelopen twee jaar

De betrekkingen worden vacant verklaard bij wijze van bevordering door verhoging in graad binnen eenzelfde niveau en ter zelfdertijd bij wijze van de interne arbeidsmarkt waarbij

In haar antwoord op mijn interpellatie ver- klaarde de minister dat er "geen indicaties aanwe- zig zijn waaruit zou blijken dat het oprichten van een gemeenschapsinstelling

Doel : officieel bezoek van Vlaams minister Van Grembergen aan Kosovo Kostprijs : € 27.002,94. – Straatsburg,

Het decreet van 30 maart 1999 houdende de leer- lingenraden in het secundair onderwijs bepaalt enerzijds dat de raad een door en uit de leerlingen verkozen adviesorgaan is

Welk bedrag ontvingen zij voor personeel, s e- cretariaat, werking, infrastructuur4. Hoeveel personeelsleden stellen

De vragen die de Vlaamse volksvertegenwoordiger s t e l t , betreffen enerzijds de problematiek van im- m i g r a t i e, asielzoekers en illegale vreemdelingen en anderzijds

Minister vice-president van de Vlaamse regering, Vlaams minister van Werkgelegenheid en Toerisme