Vraag nr. 10 van 3 oktober 2003
van de heer FILIP DEWINTER Leerlingenraden – AEL-initiatief
Tijdens de voorbije weken verschenen in de pers berichten over de intenties van de Arabisch Euro-pese Liga (AEL) om vanaf de start van het nieuwe schooljaar zich ook te profileren via de leerlingen-raden in het secundair onderwijs. De AEL zou in scholen waar nog geen leerlingenraad operationeel is de oprichting van leerlingenraden door allochto-ne leerlingen willen aanmoedigen en aansturen. I n scholen waar leerlingenraden wel reeds functione-r e n , zou de AEL allochtone leefunctione-rlingen willen aan-moedigen om hiervan deel uit te maken.
Bedoeling zou zijn om via de leerlingenraden de specifieke "problemen" van allochtone leerlingen, die omschreven worden als "discriminatie", " r a c i s-m e " , "de hoofddoekkwestie", aan de orde te stel-l e n . De astel-lstel-lochtone stel-leerstel-lingen zouden via deze stel- lelingenraden dan ook kunnen ijveren voor een er-kenning van de islam in het dagdagelijkse leven op school en zouden de medeleerlingen ook moeten informeren over de "extreemrechtse politiek" in België.
Dit alles speelt zich af tegen de achtergrond van een steeds duidelijker optredende segregatie in het onderwijsnet van tal van Europese steden met grote inwijking. Deze trend heeft zich ook in een stad als Antwerpen ingezet. Het Lokaal Overleg-platform Basisonderwijs maakte enkele maanden geleden bekend dat het centrum van A n t w e r p e n bijna 60 % allochtone leerlingen telt. Nu het gelijk e -kansendecreet een doorverwijzingsmogelijkheid aanbiedt en het groeiende aantal allochtone leer-lingen mogelijkerwijze steeds meer over de volledi-ge stad zal worden verspreid, is het duidelijk dat "allochtone leerlingenraden" op korte en middel-lange termijn vaste gegevens zullen worden in de Antwerpse scholen.
1. Hoe reageert de minister op het voornemen van de AEL om aan deze structuur een politieke oriëntatie te geven ?
2. Het huidige "decreet houdende de leerlingenra-den in het secundair onderwijs" bepaalt dat een secundaire school verplicht is een adviserende leerlingenraad op te richten wanneer één derde van de leerlingen hierom vraagt. De mogelijk-heid bestaat dat in bepaalde "concentratiescho-len" de leerlingenraad dus wordt
gemonopoli-seerd en aangestuurd door allochtone leerlin-gen.
Welke beleidsstappen onderneemt de minister ten opzichte van deze mogelijke gang van zaken ?
3. Het aangekondigde participatiedecreet verlaagt de drempel voor de oprichting van een leerlin-genraad aanzienlijk, zal deze structuur in de praktijk nagenoeg in elke school verplicht maken en zorgt tevens voor een structurele en formele erkenning van de leerlingenraad als ad-viserende onderwijspartner op school.
Bestaat in concentratiescholen niet het gevaar dat deze leerlingenraad misbruikt zal worden voor de doelstellingen van organisaties zoals de A E L , temeer omdat artikel 52 van het o n t w e r p-participatiedecreet bepaalt dat "leer-lingen die deel uitmaken van de leer"leer-lingenraad voor de meningen geuit in de uitoefening van hun mandaat geen tuchtsancties kunnen oplo-pen" ?
Hoe zal de minister hiertegen reageren ?
Antwoord
Het decreet van 30 maart 1999 houdende de leer-lingenraden in het secundair onderwijs bepaalt enerzijds dat de raad een door en uit de leerlingen verkozen adviesorgaan is en anderzijds dat bedoel-de adviserenbedoel-de bevoegdheid geldt ten aanzien van de schooldirectie en dit voor alle aangelegenheden die de leerlingen rechtstreeks betreffen.
een beslissings- en sanctioneringsbevoegdheid heeft.
Ook vanuit het Onderwijsdepartement (bv. v i a schooldoorlichtingen door de onderwijsinspectie) wordt ten aanzien van scholen en schoolbesturen de nodige waakzaamheid aan de dag gelegd opdat e r k e n d e, gefinancierde of gesubsidieerde instellin-gen hun onderwijsverstrekking, als maatschappelij-ke opdracht, correct uitvoeren.