• No results found

Het beheersen van circustrucs is niet genoeg

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Het beheersen van circustrucs is niet genoeg"

Copied!
107
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Masterscriptie kunstsociologie

Ma. Kunsten, Cultuur en Media

Het beheersen van circustrucs is niet genoeg

Hoe professionele Nederlandse circusartiesten hun kansen op een

succesvolle carrière kunnen vergroten

Nikki Sneep-Snijders

(2)

Het beheersen van circustrucs is niet genoeg

Een onderzoek naar hoe professionele Nederlandse circusartiesten hun kansen op

een succesvolle carrière kunnen vergroten.

Oldenzaal, februari 2014

Auteur

:

Nikki Sneep-Snijders snijders_nikki@hotmail.com / 06-29453952

Studentnummer

: s1708791

Scriptiebegeleider

: Rhea Hummel

Tweede begeleider:

Pascal Gielen

Universiteit

: Rijksuniversiteit Groningen

Faculteit

: Letteren

Opleiding

: Master Kunsten, Cultuur en Media

Specialisatie:

Kunstbeleid & Marketing

(3)

Inhoudsopgave

1. Inleiding... 5

Aanleiding onderzoek ... 5

Methodologie ... 6

Wetenschappelijke situering ... 7

2. Hoe ziet circus in Nederland eruit? ... 8

Circus ... 8

Het Nederlandse circusveld ... 11

3. Hoe zijn professionele Nederlandse circusartiesten gesitueerd in het circusveld? ... 17

De professionele circusartiest ... 17

Carrièremogelijkheden professionele circusartiesten ... 20

4. Welke circusartiestprofielen zijn er? ... 24

Kunstenaarsprofielen ... 24

Kunstenaarsprofielen toepasbaar op onderzoek ... 26

Circusartiestprofielen ... 26

5. Wanneer is een circuscarrière succesvol? ... 29

Kenmerken succes ... 29

Definitie succesvolle carrière ... 30

De artistieke biotoop ... 31

De twee assen ... 31

De vier domeinen ... 33

6. Hoe zien de carrières van professionele Nederlandse circusartiesten eruit?... 36

De casus ... 36

Kenmerken van de respondenten ... 37

7. Hoe succesvol zijn de carrières van de professionele Nederlandse circusartiesten? . 47

Professionele Nederlandse circusartiesten en de circusartiestprofielen ... 47

Artistieke biotoop per circusartiestprofiel ... 49

8. Welke verschillen bestaan er tussen de huidige en succesvolle carrières? ... 56

Succesvolle professionele circusartiestcarrière ... 56

Een vergelijking tussen de huidige en ideale situatie ... 57

9. Conclusie: hoe kunnen de kansen op een succesvolle carrière voor professionele

Nederlandse circusartiesten vergroot worden? ... 60

Bibliografie ... 64

Bijlagen ... 69

Bijlage 1: Het circus ... 70

Bijlage 2: Circus in verhouding tot andere podiumkunsten ... 84

(4)

Bijlage 4: De mapping ... 90

Bijlage 5: De topiclijst ... 100

Bijlage 6: De vragenlijst ... 102

Bijlage 7: Kritische blik ... 104

(5)

1. Inleiding

Iedereen lijkt te weten hoe het leven van een circusartiest eruit ziet en heeft er een mening over. Iedere circusartiest kent de standaard vragen: “woon je in een caravan?”, “reis je de wereld rond?”, “waar is je rode neus?” De één heeft een geromantiseerd beeld, volgens de ander is circus

kinderachtig en verouderd. Vrijwel nooit komen de denkbeelden overeen met de realiteit. De carrière van een circusartiest behelst vele diverse vaardigheden en taken, waarbij het succes van de carrière afhangt van hoe goed de artiest zijn verschillende rollen in balans kan houden. De belangrijkste rol van de circusartiest is op het podium staan. Andere belangrijke vaardigheden zijn entrepreneurschip, netwerken, het volgen van veldontwikkelingen en productontwikkeling. Binnen het Nederlandse circusveld bestaat de opvatting dat de professionele Nederlandse

circusartiesten moeite hebben met het ontwikkelen van een succesvolle carrière. Dit onderzoek zet de carrières van professionele Nederlandse circusartiesten uiteen aan de hand van verschillende sociologische theorieën om te onderzoeken hoe Nederlandse circusartiesten hun kansen op de arbeidsmarkt kunnen vergroten, aan de hand van de onderzoeksvraag:

Hoe kunnen de kansen op een succesvolle carrière voor professionele Nederlandse circusartiesten vergroot worden?

Om antwoord te kunnen geven op de onderzoeksvraag zijn de volgende deelvragen opgesteld: -Hoe ziet circus in Nederland eruit?

-Hoe zijn professionele Nederlandse circusartiesten gesitueerd in het circusveld? -Welke circusartiestprofielen zijn er?

-Wanneer is een circuscarrière succesvol?

-Hoe zien de carrières van professionele Nederlandse circusartiesten eruit? -Hoe succesvol zijn de carrières van professionele Nederlandse circusartiesten? -Welke verschillen bestaan er tussen de huidige en succesvolle carrières?

Aanleiding onderzoek

Nee, circus is geen entertainment, maar volwaardige kunst. Nee, circus is niet dood, het zit in ieder van ons en is een virus dat het einde der tijden overleeft (Allary 2011, 26).

Een leven zonder circus is voor mij geen leven. Zonder circus ben ik als een koorddanser zonder koord, als een jongleur zonder ballen. Op mijn zevende ben ik voor het eerst in aanraking gekomen met circus en lid geworden van jeugdcircus Tubantino te Oldenzaal. Jarenlang heb ik hard getraind en genoten van het applaus bij het uitvoeren van voorstellingen. Sinds mijn vijftiende geef ik les bij verschillende jeugdcircussen.1 In 2007 heb ik auditie gedaan tot circusartiest bij Codarts Circus

Arts. Tijdens de auditie ontdekte ik echter mijn ware ik: het stimuleren van het circusveld en

opleiden van jongeren is voor mij interessanter dan een carrière als circusartiest. Ik ben vervolgens Kunsten, Cultuur en Media gaan studeren: een studie waarin circus vrijwel nooit wordt behandeld maar die uitstekend met een ‘circusbril’ op te volgen is. Logischerwijs gingen zowel mijn

(6)

bachelorscriptie2 als masterstage over circus. Als stageopdracht heb ik in opdracht van het Fonds

Podiumkunsten onderzoek gedaan naar circustheater in Nederland, waarbij de belangrijkste

conclusie was dat de verschillende werklagen (jeugdcircussen, opleidingen en het beroepsveld) niet goed op elkaar aansluiten. In september 2011 heb ik circusgroep TwoB opgericht, waarbij in

samenspraak de circusopleidingen een programma is opgezet om het jeugdcircus aan te laten sluiten bij de opleidingen. Om bij te dragen aan de verbetering van deze aansluiting heb ik ervoor gekozen om voor mijn masterscriptie onderzoek te doen naar de mogelijke verbeterpunten van de carrière van Nederlandse circusartiesten.

Door de jaren heen heb ik in verschillende rollen3 met veel actoren uit het circusveld gesproken. De

onduidelijke positie van circus ten opzichte van andere kunstvormen, het oubollige imago van circus en het gebrek aan wetenschappelijk onderzoek zijn hierbij vaak terugkerende thema’s.

Wetenschappelijk onderzoek wordt hierbij als nuttig en relevant beschouwd. De stijgende vraag naar meer onderzoek komt voort uit het feit dat het (Nederlandse) circus volop in ontwikkeling is. De waardering van circus neemt toe, wat gunstige effecten op de scholingsmogelijkheden heeft. Sinds enkele jaren telt Nederland twee hbo circusopleidingen, waardoor het aantal professionele

Nederlandse circusartiesten toeneemt.

Aangezien circus een kunst- en entertainmentvorm is waarbij de artiesten de spil zijn is inzicht in de voorwaarden voor een succesvolle carrière zeer waardevol. Dit onderzoek is erop gericht de kennis van de arbeidsmarkt te vergroten vanuit een interpretatieve cultuursociologische insteek, om zo de professionele artiesten in het Nederlandse circusveld te helpen zich verder te ontwikkelen. Het onderzoek is uiteraard geen instrument voor gegarandeerd succes maar biedt een handvat ter bewustwording van bestaande keuzemogelijkheden voor circusartiesten. De uitkomsten van dit onderzoek zijn daarnaast nuttig voor andere actoren in het circusveld aangezien zij met het verkregen inzicht in de carrièrebeperkingen en -kansen van professionele Nederlandse circusartiesten betere ondersteuning kunnen bieden aan het circusveld.

Methodologie

Het onderzoek is opgebouwd uit drie delen: theorie (hoofdstuk 2 t/m 5), empirie (hoofdstuk 6) en de uitwerking van de resultaten (hoofdstuk 7 t/m 9). In elk hoofdstuk wordt een deelvraag beantwoord om uiteindelijk in hoofdstuk 9 tot antwoord op de onderzoeksvraag te kunnen komen.

Het theoretische deel van het onderzoek betreft een uiteenzetting over circus(artiesten) en de sociologische onderzoeksvelden betreffende circusartiestprofielen en de artistieke biotoop. In hoofdstuk 2 wordt het Nederlandse circusveld uiteengezet. Hoofdstuk 3 toont hoe professionele Nederlandse circusartiesten in het circusveld gesitueerd zijn. In hoofdstuk 4 wordt de theorie van sociologen Camiel van Winkel, Pascal Gielen en Koos Zwaan met betrekking tot

kunstenaarsprofielen behandeld. Wanneer deze profielen worden toegepast op het circusveld ontstaan verschillende circusartiestprofielen. In hoofdstuk 5 wordt ingegaan op succesvolle carrières. Dit wordt gedaan aan de hand van de volgende artikelen: ‘Een omgeving voor actuele kunst. Een toekomstperspectief voor het beeldende-kunstenlandschap in Vlaanderen’ (Gielen en Laermans 2004) en de ‘De kunstinstitutie’ (Gielen 2007).

Voor het empirische deel van het onderzoek zijn twaalf kwalitatieve diepte-interviews afgenomen om de carrières van Nederlandse circusartiesten in kaart te brengen. Er wordt antwoord gegeven

2 ‘Circus: een theatervorm, toch?’ (Snijders 2009).

(7)

op de vraag hoe de carrières van professionele Nederlandse circusartiesten eruit zien aan de hand van verschillende vragen. Naast vragen over opleiding, eigen beleving van de carrière, voorkeuren van de artiesten en carrièrekansen4, zijn vragen met betrekking tot de artistieke biotoop in het

interview verwerkt.

In hoofdstuk 7 worden de respondenten op basis van de empirie ingedeeld in de

circusartiestprofielen en kan in combinatie met de artistieke biotoop worden afgelezen hoe succesvol de carrières van professionele Nederlandse circusartiesten zijn. In hoofdstuk 8 wordt deze biotoop vergeleken met de ‘ideale’ artistieke biotoop, om vervolgens in hoofdstuk 9 antwoord te geven op de onderzoeksvraag.

Wetenschappelijke situering

Dit onderzoek kan in twee wetenschappelijke onderzoeksvelden geplaatst worden: circus en kunstsociologie.

Het wetenschappelijke circusveld betreft een klein veld met een beperkt aantal terugkerende onderwerpen. Het wetenschappelijk circusonderzoek voor 20005 richt zich met name op de

geschiedenis van het circus, sindsdien richt circusliteratuur zich voornamelijk op de legitimatie van circus als kunstvorm. Enkele belangrijke uitzonderingen hierop zijn: ‘Why circus works’ (Bolton, 2004) over de functie van circus in de samenleving, en ‘Rethinking the political: Art, work and body in the contemporary circus’ (Stephens, 2012) over circus in relatie tot post-fordisme en

neoliberalisme.

Er is geen wetenschappelijke literatuur die zich richt op de carrièrekansen van circusartiesten. Er zijn er twee Nederlandse en Belgische circustijdschriften die sporadisch verwijzen naar carrières van circusartiesten: ‘De Piste’ (NL) en ‘Circusmagazine’ (BE).

In de kunstsociologie wordt veel onderzoek gedaan naar de verschillende kunstvelden6, maar het

circusveld wordt hier zelden voor gebruikt als uitgangspunt. Desalniettemin kan het circusveld gekoppeld worden aan de algemene kunstsociologische literatuur als ‘Opstellen over smaak, habitus en het veldbegrip’ (1992) van Pierre Bourdieu en ‘La gloire de van Gogh: Essai d’anthropologie de l’admiration’ (1991) van Nathalie Heinich. Ook tonen de verschillende

kapitaalvormen van Bourdieu7, de werelden van Boltanski en Thévenot8 en de artistieke biotoop van

Gielen een brede kunstsociologische interesse in waarderegimes die ook op het circusveld van toepassing zijn.

4 Slechts een selectie van onderwerpen die aan bod gaat komen.

5 Uitzondering hierop is de semiotische circusbenadering van Bouissac (1976). 6 Theater, dans, muziek, beeldende kunst.

(8)

2. Hoe ziet circus in Nederland eruit?

Binnen het Nederlandse circusveld zijn er uiteraard meer functies dan alleen die van artiest. In dit hoofdstuk worden de mogelijkheden binnen circus in Nederland geschetst. In dit hoofdstuk wordt een algemeen beeld van circus gegeven aan de hand van de definities, de kenmerken en de positionering van circus (zie bijlage 1 voor de uitgebreide uiteenzetting van circus). Vervolgens wordt de positie van circus in Nederland uiteengezet, waarbij circustheater en traditioneel circus los van elkaar worden behandeld. 9 Tenslotte wordt het landschap van het hedendaagse Nederlandse

circusveld geschetst.

Circus

10

Definities

Vanaf de jaren zestig is er een tendens gaande die Harold Rosenberg ‘de de-definitie van de kunst’ noemt. Ditzelfde speelt binnen de theaterwetenschappen; er bestaat consensus over het feit dat het vinden van een alomvattende definitie voor theater lastig is (Esslin 1980; Pavis 2003;

Schoenmakers 1989). Volgens Schoenmakers zit de moeilijkheid van het definiëren van podiumkunsten mede in het feit dat een definitie talig is en podiumkunsten deze beperking niet kennen (1997, p.33-34). Bij het bepalen van een definitie van circus ondervindt men eenzelfde moeilijkheid (Hall 2002, 7). De meeste bestaande definities lijken beperkingen op te leggen, bijvoorbeeld door de speellocatie van een tent in de definitie op te nemen. Hierdoor worden ten onrechte een deel van de circusproducties buitengesloten. Hieronder zijn ter illustratie hiervan enkele voorbeelden van circusdefinities opgesomd:

 Een circus is een dorp met wagens waar artiesten en dieren wonen en waarbij ze in een grote tent optreden (Strouken en van Rooij 2012, 2).

 Circus is een reizend gezelschap met acrobaten, clowns en andere entertainers die optredens verzorgen (Oxford dictionaries).

 Circus is een voorstelling in een tent met dieren en artiesten (online encyclopedie).  Circus is een attractie in een circustent waar artiesten van allerlei aard hun kunsten en

behendigheden vertonen (Nederlands woordenboek).

 Met circus wordt gewoonlijk een reizend gezelschap bedoeld dat optreedt in een grote tent en bestaat uit verschillende artiesten. Bij het traditionele circus mogen vooral paardennummers niet ontbreken (wikipedia).

 Circus is de oervorm van theater, dans en muziek (Claessen 2008).

Om de eenduidigheid van dit onderzoek te waarborgen zijn de gemeenschappelijke delen van de verschillende definities samengevoegd om tot een definitie te komen die zo min mogelijk

circusproducties uitsluit. In dit onderzoek wordt de volgende definitie gehanteerd:

(9)

Circus:

een fysieke publieke activiteit waarbij gezelschappen en artiesten van allerlei aard kunsten en behendigheden vertonen waarbij de beweeglijkheidvan het eigen lichaam centraal staat.11

Binnen het hedendaagse circus wordt onderscheid gemaakt tussen verschillende stromingen: traditioneel circus, circustheater en sociaal circus. Op productioneel niveau beschouwd kan, aangezien de focus van sociaal circus niet op het artistieke vlak ligt, worden gesteld dat circus bestaat uit traditioneel circus en circustheater. Omdat dit onderzoek zich richt op de productionele kant wordt sociaal circus niet verder behandeld.12

Traditioneel circus:

artiesten en dieren vertonen circustechnische kunsten in de piste van een circustent (Nederlands woordenboek online).

Circustheater:

een circusstroming die circustechnieken vermengt met andere kunstdisciplines en deze inzet (als idioom) om tot een overkoepelende visuele dramaturgie met achterliggend dramaturgisch concept te komen (Snijders 2011, 20).

Sociaal circus:

een stroming binnen het circus die niet gekenmerkt wordt door het uitvoeren van producties. De nadruk ligt op het beoefenen van circustechnieken ter bevordering van de sociale vaardigheden (Heesakkers 2004, 19).13

Kenmerken

Circus is een fysieke kunstvorm met virtuositeit als noodzakelijk basiselement (Kok 2010, 1). De techniek van het lichaam is een instrument, een taal waaruit de artiest creativiteit haalt (Snijders 2011, 13). Keer op keer wordt de circustechniek ingezet om zichzelf te laten overstijgen en steeds verder te gaan (Lievens 2012, 7). Fysiek gevaar en spektakel zijn hier nauw aan verbonden (Kok 2010, 1). Met deze instrumenten nemen artiesten het publiek mee in de zoektocht naar de verbeelding. Deze zoektocht is een kenmerk van kunst (Van Maanen 2010).

11 Deze definitie is het resultaat van een combinatie van verschillende definities, om tot een zo volledig mogelijke definitie te komen.

12 De uitzondering hierop is de mapping van het jeugdcircus.

(10)

Figuur 2.1 Stromingen binnen het circusveld.

Figuur 2.1 toont hoe traditioneel circus en circustheater in het circus- en theaterveld gepositioneerd zijn. De hierboven genoemde kenmerken zijn daarbij typerend voor beide stromingen.

Binnen het traditionele circus worden alle voorstellingen volgens een vaste structuur opgebouwd: een opeenvolging van stabiele momenten (losstaande acts), onderbroken met aankondigingen van een spreekstalmeester (Galen 2007, 3). In de acts wordt toegewerkt naar een technische climax. Het ritme en de spanningsboog van de voorstelling zijn hier openlijk op gebaseerd (Lievens 2011, 18-20). Voorstellingen vinden plaats in een tent met een piste en er wordt dikwijls opgetreden in strakke kostuums waarbij glitter en glamour centraal staan (Devens 2012, 13). Een voorstelling bevat vaak acts met dieren.

De structuur van een circustheaterproductie vormt zich langs de dramatische structuur uit het theater. Deze structuur zorgt voor een vermenging met andere kunstvormen (Lievens 2011, 3). De aankleding van podium en artiesten is afhankelijk van het verhaal en kan per circustheaterproductie sterk verschillen (Lievens 2011, 18-20).

Positie

In bijlage 2 kan een uitgebreide uiteenzetting worden gevonden met betrekking tot de overeenkomsten en verschillen van circus ten opzichte van andere podiumkunsten.

Door het laagdrempelige en ouderwetse imago wordt circus in de publieke opinie beschouwd als volksvermaak, en wordt het niet van nature tot de podiumkunsten gerekend. Na beschouwing van verschillende bronnen en theorieën kan echter worden gesteld dat circus een theatrale kunstvorm is (Van Maanen 1997; Lehmann 2006; Lievens 2011). Binnen de politiek wordt circus als theatrale kunstvorm erkend. Zo stelt Medy van der Laan in een brief aan Wim Claessen14 dat theater een erg

ruime discipline is waar circus(theater) ook onder valt. De Raad van Cultuur ziet circus(theater) als bijzondere vorm van theater (2005, 1). Ook verschillende circuskenners beschouwen circus als vorm van theater (Lievens 2011, 4). Wim Claessen stelt dat circus een bijzondere vorm van theater betreft (2011, 1).15

14 Directeur circusfestival Circo Circolo.

(11)

Figuur 2.2. De velden van theater en drama (Van Maanen 1997, 22).

Ook bij theaterwetenschappers vindt circus aansluiting bij de theatrale kunstvormen. Dit blijkt bijvoorbeeld uit het model betreffende theater en drama uit het toneelbestel van Hans van Maanen, waarbij circus als theater genoemd staat. Hij onderscheidt vijf hoofddisciplines waarin alle

kunstvormen onderverdeeld worden: theater, beeldende kunst, literatuur, muziek en film. Het theater kent vijf voorwaarden: (1) mensen die kijken en luisteren, (2) iemand die iets toont, (3) het delen van tijd en ruimte, (4) het scheppen van een theatrale ruimte en (5) het delen van conventies tussen maker en publiek (Esslin 1980; Schoenmakers 1989; Van Maanen 1997). Producties binnen zowel circustheater als traditioneel circus voldoen aan alle vijf deze kenmerken, waaruit

automatisch volgt dat circus onder de theatrale discipline gerekend kan worden.

Het Nederlandse circusveld

In deze paragraaf wordt de positie van circus in Nederland geschetst. Begonnen wordt met een algemene beschouwing op circus in Nederland en het imago ervan. Vervolgens worden van zowel circustheater als traditioneel circus de posities in Nederland geschetst.

Algemene beschouwing van circus in Nederland

Het feit dat circus in Nederland een klein veld betreft komt volgens Jan Zoet doordat de ‘denkende acteur’ de ontwikkeling van fysiek theater in de weg stond (Kok 2010, 1). Volgens hem komt dit voort uit een ontwikkeling in Nederland in de jaren ’60. In deze jaren was politiek theater in Nederland een belangrijke stroming terwijl in het buitenland het theater zich meer richtte op de ontwikkeling van fysiek theater. De gevolgen hiervan zijn tegenwoordig nog steeds merkbaar waardoor er weinig aandacht en mogelijkheden voor circusgezelschappen zijn. Hierbij is onderlinge financiële concurrentie een factor die verbetering van de financiële positie van circusgezelschappen in de weg staat (van Maasakkers 2011, 8). De laatste jaren groeit de erkenning voor circus in Nederland, terwijl het tot eind vorige eeuw in kunstkringen amper serieus werd genomen. Dit maakt dat het imago van circus aan een voorzichtige omschakeling is begonnen (Circo Circolo 2012, 1).

Imago

(12)

afgelopen decennia weinig ontwikkeling doorgemaakt16, wat ten koste gegaan is aan de populariteit.

Hierdoor heeft circus een ouderwets imago gekregen. Sinds de internationale opkomst van met name Cirque du Soleil, circa vijfentwintig jaar geleden, is het grote publiek geïntroduceerd aan een bredere benadering van circus. In de laatste tien jaar blijkt dat het imago van circus aan het

verbeteren is uit het succes van festivals als Circo Circolo en Circusstad Rotterdam, de toename in Nederlandse gezelschappen en het ontstaan van de twee circushogescholen.

Het imago van circus is vooral gebaseerd op het traditionele circus (Vermeersch in Laveyne 2012, 32). Circus heeft zich altijd gekenmerkt in traditionele circusproducties met een beperkte

geschiktheid voor programmering in andere speellocaties dan een tent. Schouwburgen en andere speellocaties zijn mede hierdoor onvoldoende op de hoogte van de potentie in het circustheaterveld en weten interessante circustheaterproducties niet te vinden, waardoor de ontwikkelingen in het Nederlandse circusveld slechts langzaam bijdragen aan een verandering in het imago (Opstaele 2012, 32).

Het verwachtingspatroon dat het Nederlandse publiek van circus heeft kan problemen opleveren doordat zij onbekend is met de plurale identiteit (Gielen 2007, 131-133) van circus. Mensen willen niet altijd geloven dat circus voor een breed publiek is en zich niet uitsluitend op kinderen richt (Opstaele 2013, 8).

De overgrote meerderheid van de actoren in het circusveld is van mening dat circus

ondergewaardeerd is en niet serieus wordt genomen. 60% van de Nederlandse jeugdcircussen omschrijft het imago van circus dan ook al ‘niet zo best’ (Machteld 2009, p.13). In de positieve zin zorgt het realistische zelfbeeld van het zwakke imago ervoor dat er intern meer wordt nagedacht over de waarden van circus.

Stromingsspecifieke factoren van traditioneel circus

De positie van het traditionele circus in Nederland staat onder druk. Traditionele

circusgezelschappen hebben te kampen met tegenvallende bezoekersaantallen, hoge rekeningen voor het speelterrein en campagnes tegen wilde dieren in de tent. Er worden voorspellingen gedaan dat in de nabije toekomst alleen de grote circusgezelschappen17 zullen voortbestaan (Claessen

2012, 20). Een enkel gezelschap is de afgelopen jaren, al dan niet gedwongen, reeds gestopt. Als voorschot op de nieuwe wet worden sinds afgelopen jaar minder acts met wilde dieren geprogrammeerd (Denos 2012, 8). De positie van dieren in het circus staat hoog op de politieke agenda omdat de Partij voor de Dieren en activisten stellen dat de dieren niet thuishoren in het circus en slecht verzorgd worden. Als reactie stellen verschillende gezelschappen hun terrein open zodat het publiek kan zien hoe de dieren verzorgd worden (Vermeylen 2012, 23). Net zoals opera

per definitie traag en zwaar drama is, of elke hedendaagse dansvoorstelling naakt op de grond rollen is, zo heerst bij het gros van het publiek nog altijd het idee dat circus gelijk staat aan dieren dresseren in een tent (Vermeersch in Laveyne 2011, 14). Hoewel circus meer is dan het dresseren

van dieren in een tent hoort het wel degelijk bij de identiteit van het traditionele circus. De

programmering van minder dieren zorgt voor een teloorgang van de identiteit van het traditionele circus.

(13)

Stromingsspecifieke factoren van circustheater

Ten opzichte van andere landen loopt het Nederlandse circustheater behoorlijk achter als het gaat om de artistiek vormende waarden met behulp van circustechnieken. Er zijn verschillende

inspanningen om te proberen aansluiting met het buitenland te krijgen. Circustheaterfestival Circo Circolo en Circusstad Rotterdam hebben de afgelopen jaren een positieve bijdrage geleverd. Een voorbeeld hiervan is dat tijdens Circo Circolo verschillende seminars georganiseerd worden om meer bekendheid aan het circustheater in Nederland te geven (Hofmeester 2012, 6).

Schouwburgen dragen bij aan de bekendheid door steeds meer, vooral buitenlands, circustheater te programmeren. Hoewel op het artistieke vlak nog geen typisch Nederlands circustheater bestaat is de verwachting in het veld dat door de toekomstige groei in circustheatergezelschappen hier op korte termijn verandering in gaat komen (Maaike van Langen18, Wim Claessen19 en Rosa Boon).

Het Nederlandse circusveld

In deze paragraaf wordt een landschap van het hedendaagse Nederlandse circusveld geschetst. Er wordt onderzocht wie de voornaamste spelers in het veld zijn en hoe die zich tot elkaar verhouden. Het uiteindelijke doel hiervan is de positionering van de professionele Nederlandse circusartiesten te verduidelijken.

Het Nederlandse circuslandschap met betrekking tot circustheater wordt geschetst aan de hand van het ‘rapport circustheater’ uit 2011, een ‘mappingsonderzoek’ (Gielen en Laermans 2004, 7). De mapping met betrekking tot traditioneel circus is opgesteld op basis van kennis uit het veld en bevat actoren en gezelschappen uit het traditionele circus (zie bijlage 4). Er dient rekening te worden gehouden met het feit dat de gegenereerde data indicatief is omdat ze deels gebaseerd zijn op zelfdefinities20 en het veld constant in ontwikkeling is.

Actoren in het veld

In Nederland wordt er op verschillende manieren gewerkt met circus. Er zijn traditionele

circusgezelschappen, circustheatergezelschappen, artiesten, opleidingen, festivals, werkplaatsen, jeugdcircussen, recensenten en koepelorganisaties. Deze actoren vormen samen het Nederlandse circusveld. Hieronder wordt een schetst gegeven van deze verschillende actoren.

In een theaterveld zouden ook makers verwacht worden. Deze ontbreken in het Nederlandse circusveld. Door de vaste structuur kent het traditionele circus geen makers.

Circustheaterproducties worden meestal geregisseerd door theaterregisseurs of danschoreografen met interesse in het circus. De belangrijkste reden voor het ontbreken van makers is dat een opleiding hiervoor niet bestaat.

Traditionele circusgezelschappen

In Nederland zijn twaalf traditionele circusgezelschappen met een Nederlandse standplaats. Het merendeel van deze gezelschappen reist door het gehele land, enkelen beperken zich tot bepaalde

18 Artistiek leider Circusstad Rotterdam.

19 Algemeen directeur stichting Briantelli: de stichting achter circustheaterfestival Circo Circolo.

(14)

provincies of steden. Opvallend is dat alleen wintercircus Martin Hanson op tournee gaat zonder circustent. Gezelschappen bestaan uit vijf tot meer dan vijftien artiesten. De kleinste gezelschappen betreffen familiecircussen. Er wordt weinig gebruik gemaakt van grote dieren. Een enkel gezelschap werkt nog met olifanten, de meeste voorstellingen bevatten paarden. In de kleinere familiecircussen zijn kleine dieren als honden, ganzen en pony’s populair. Hoewel traditionele circusgezelschappen gekenmerkt worden door het rondreizen met een tent gaat het merendeel slechts een gedeelte van het jaar op tournee. Een aantal gezelschappen gaan op zomertournee of kiezen ervoor in

vakantieperiodes verschillende speelplaatsen te bezoeken. Andere gezelschappen spelen vooral in weekenden of bij boekingen door een externe partij. Ongeveer een kwart van de traditionele circusgezelschappen richt zich op campings en andere recreatieparken.

Circustheatergezelschappen

Nederland telt ongeveer twintig circustheatergezelschappen, met optredens door het hele land op festivals, straattheaterevenementen, in schouwburgen en braderieën. Het merendeel van

circustheatergezelschappen bestaat uit twee personen, enkele gezelschappen zijn groter. De mapping van 2011 noemt dat weinig gezelschappen een blijvend karakter hebben, in 2013 lijkt de levensduur van gezelschappen toegenomen. De circustheatergezelschappen verschillen sterk van elkaar op het gebied van professionaliteit, voorstellingsfrequentie, budget en grootte.

Artiesten21

Nederland telt tussen de 100 en 150 professionele circusartiesten. Een klein deel van deze

artiesten richt zich op traditioneel circus, het merendeel richt zich op circustheater of een combinatie van beide stromingen. Nederlandse circusartiesten zijn meestal acrobaat, clown of jongleur. De meeste circusartiesten wonen in de Randstad, met name in Rotterdam.

Opleidingen

In Nederland zijn twee hbo circusopleidingen (Codarts Circusarts in Rotterdam, en ACaPA in Tilburg) waarbij studenten worden opgeleid tot professioneel circusartiest. Beide opleidingen zijn in de afgelopen zeven jaar opgericht. Studenten komen in aanmerking voor studiefinanciering en ontvangen na afronding van de opleiding een volwaardig hbo diploma (Circo Circolo 2012, 1). Beide opleidingen duren vier jaar, tegenover de gebruikelijke drie jaar in het buitenland.

Festivals

Nederland kent één traditioneel circusfestival, het circusfestival in Enschede. Dit festival is qua opzet gelijk aan het circusfestival van Monte Carlo. In de kerstvakantie worden zestien identieke voorstellingen opgevoerd met technisch hoogstaande circusacts waarna één winnaar wordt uitgeroepen.

Nederland kent drie circustheaterfestivals: Circo Circolo, Circusstad festival en De Circustheaterdagen. Gedurende een aantal dagen voeren verschillende

circustheatergezelschappen hun productie uit op verschillende speelplekken op het festivalterrein22.

21 Ter bescherming van de privacy zijn de individuele professionele Nederlandse circusartiesten niet met naam en contactgegevens opgenomen in de mapping.

(15)

Circusfestival Circo Circolo volgt de laatste trends en constante vernieuwing is hierbij essentieel (Claessen 2011, 1). Circo Circolo programmeert gemiddeld 25 gezelschappen en vindt om het jaar plaats. Afgelopen oktober was de vierde editie.

Het Circusstad festival in Rotterdam is een initiatief van Rotterdam Circusstad: een

samenwerkingsverband tussen verschillende Rotterdamse organisaties. Met gemiddeld 25

gezelschappen is dit het tweede grote circustheaterfestival. Het Circusstad festival vindt om het jaar plaats. Afgelopen mei was de derde editie.

Circusfestival De Circustheaterdagen richt zich op de locatie en het talentontwikkelingsprogramma. Douwen van Oven, projectleiding van dit festival, stelt dat dit festival met ongeveer 11

gezelschappen relatief klein is. De Circustheaterdagen vindt elk jaar plaats gedurende het hemelvaartsweekend. Dit jaar was de vijfde editie.

Werkplaatsen

Nederland kent drie structurele circuswerkplaatsen. Bij de circusopleiding van Codarts kunnen afgestudeerden ’s avonds in de trainingsruimte hun circustechnieken trainen. Bij circus Elleboog in Amsterdam bestaat sinds kort de mogelijkheid voor circusartiesten om op zaterdag te trainen

(artiesten training). Tenslotte kunnen circusartiesten bij circuswerkplaats Boost in Amsterdam

terecht voor trainingsruimte.

Jeugdcircussen

In Nederland zijn meer dan zestig jeugdcircussen actief, wat opvallend veel is vergelijking met andere landen. 60 jaar geleden begon het eerste jeugdcircus van Europa in Nederland, jeugdcircus Elleboog in Amsterdam (Machteld 2009, 9). Het primaire doel van jeugdcircus is de bevordering van de sociaal-emotionele ontwikkeling van jongeren (Heesakkers 2004, 19). Het grootste deel van de jeugdcircussen heeft tussen de 20 en 50 artiesten. Deze artiesten treden gemiddeld 12 keer per jaar op. Vrijwel alle jeugdcircussen zijn van mening circustheaterproducties te creëren (Snijders 2011, 25).

Koepelverenigingen

Het Nederlandse circusveld kent twee koepelverenigingen. In 1995 is de Vereniging van

Nederlandse Circus Ondernemingen (VNCO) opgericht. De VNCO vertegenwoordigt de traditionele circussen in Nederland. Doel van de VNCO is circus op te nemen in het culturele beleid

(Introductie). Zij bepleiten dat circus een volwaardige plaats verdient en lobbyen daarvoor bij het

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

In 2002 is stichting Circomundo opgericht. Circomundo is de belangenorganisatie van het jeugdcircus in Nederland en stelt zich ten doel de sector te profileren door middel van belangenbehartiging, kwaliteitsontwikkeling en het bieden van een overlegstructuur (Over

Circomundo).

(16)

Overig

In Nederland organiseren twee organisaties jaarlijks circuskampen voor jongeren. Er zijn een tiental actoren die regelmatig circusrecensies schrijven. Het tijdschrift ‘De Piste’ richt zich primair op het traditionele circus, het online platform circuspunt.nu heeft vooral aandacht voor circustheater.

Conclusie: het Nederlandse circusveld

Het Nederlandse circusveld betreft in vergelijking met andere podiumkunsten een klein veld. De afgelopen jaren is in het circusveld met de komst van koepelorganisaties, festivals en opleidingen een eerste inhaalslag gemaakt in de hoop dat circus in Nederland over tien jaar over een

professionele infrastructuur beschikt (Boon 2011). De belangrijkste ontwikkeling richting een volledige infrastructuur is de opkomst van de twee circushogescholen waar artiesten in spé worden opgeleid tot professionele circusartiesten (Circo Circolo 2012, 1). Volgens Marc Jonkers hoeft het veld dan ook niet meer te groeien om recht te doen aan het zijn van een volwaardig genre. De infrastructuur is hiervoor volgens hem reeds aanwezig (2011). In vergelijking met gevestigde podiumkunsten kan echter geconcludeerd worden dat hoewel de structuren voor circus opkomen, deze structuren nog hard moeten groeien alvorens recht te doen aan een volwaardige

infrastructuur.

(17)

3. Hoe zijn professionele Nederlandse circusartiesten

gesitueerd in het circusveld?

De professionele circusartiest

Om een eenduidige definitie van een professionele circusartiest te formuleren worden eerst de grenzen bepaald van wat professioneel werkzaam zijn in het circusveld inhoudt. Vervolgens wordt de term artiest gedefinieerd. Dit wordt tenslotte gecombineerd tot een definitie van een

professionele circusartiest.

Professioneel circus

De grens tussen een individu werkzaam op amateur- of professioneel niveau is niet helder. Een eerste vereiste om als professioneel circusartiest beschouwd te kunnen worden is dat het individu probeert zijn/haar bestaan om circus te vormen. Circusartiesten voldoen meestal niet aan de richtlijnen die het Fonds Podiumkunsten voor een professionele podiumkunstenaar hanteert:

Iemand die artistiek-inhoudelijk actief is in de podiumkunsten en in die hoedanigheid aantoonbaar geïntegreerd is in de professionele podiumkunstpraktijk (algemeen reglement Fonds

Podiumkunsten). Gezien de slechte integratie van circus in de professionele podiumkunstenpraktijk

is deze definitie te beperkt, en sluit een categorie artiesten uit die door het veld wel als

professionele circusartiesten worden beschouwd. In navolging van het Fonds Podiumkunsten kan gesteld worden dat de publieke opinie van mening moet zijn dat de circusactiviteiten van een individu aan een bepaald niveau van hoogwaardigheid voldoet.

Definitie van een professionele circusartiest

Een individu is een artiest wanneer hij als uitvoerend kunstenaar kunsten aan een publiek toont. In combinatie met de eerder tot stand gekomen definitie geldt de volgende definitie voor een

professionele circusartiest: een individu dat zijn identiteit ontleent aan het optreden met circus, streeft hiervan financieel rond te komen en in de publieke opinie aan een bepaald niveau van hoogwaardigheid voldoet.

Kenmerken van circusartiesten

Circusartiesten zijn vergelijkbaar met podiumkunstenaars waarbij verschillende kenmerken opvallen. Professionele circusartiesten kenmerken zich door benodigde training, de fysieke

belasting, benodigde artisticiteit, cultureel ondernemerschap en de manier waarop wordt voorzien in levensonderhoud.

Training

(18)

De meeste traditionele circusgezelschappen zijn familiecircussen, al neemt dit aantal af. Kinderen die opgroeien in het circus reizen met het circus mee en volgen samen met andere circuskinderen onderwijs.23 Doordat de kinderen in een circusomgeving opgroeien is de stap naar het professionele

circusartiestschap snel gemaakt, aangezien trucs en acts van generatie op generatie worden aangeleerd. Vaak hebben binnen het traditionele circus opgeleide professionele circusartiesten meerdere acts en zijn ze breed geschoold in de verschillende circustechnieken (Hendrikx 2011, 11). Meestal blijven deze artiesten werkzaam binnen de traditionele circusstroming.

Door het bestaan van circusopleidingen zijn mensen die circusartiest willen worden niet langer afhankelijk van circusfamilies. Na afronding van de middelbare school kan auditie worden gedaan en bij toelating begint een intensief en veelzijdig trainingsprogramma waarbij de juiste motivatie, aanleg en passie nodig zijn. Binnen de circusopleidingen staan de ontwikkeling van een brede basis met daarnaast één of twee specialisaties centraal, waarbij ook aandacht besteed wordt aan dans en theater. Over het algemeen leiden opleidingen niet op tot dresseur. Het merendeel van de afgestudeerden stroomt door naar het circustheater.

Figuur 3.1 Trainingsruimte Codarts Circusarts (www.fenixlofts.nl).

In verschillende circusdisciplines kan met voldoende motivatie door autodidactiek het niveau van professioneel circusartiest bereikt worden. Aangezien de oudste circusopleiding van Europa 25 jaar jong is was dit tot voor kort de enige manier om circusartiest te worden als je niet tot een

circusfamilie behoorde. Tegenwoordig combineren autodidactische circusartiesten hun zelftraining vaak met een opleiding richting ondernemerschap of marketing. Vaak hebben autodidactische professionele circusartiesten korte cursussen gevolgd of trucs van anderen geleerd. Een veelgehoord geluid onder deze artiesten is dat de keuze voor circus niet zonder slag of stoot is gegaan:

[…] Circus heeft zijn opkomst niet te danken aan de getalenteerde artiesten en de gemotiveerde lesgevers, noch aan de financiële steun van de overheid. […] Circus heeft alles te danken aan de mama’s en papa’s. Mama’s en papa’s als chauffeur en decorbouwer, costumière en kookploeg, geldschieter […]. Mama’s en papa’s die stiekem af en toe hopen dat het voor zoon- of dochterlief bij

(19)

een hobby blijft. Een goed diploma is belangrijk en dat circus begint toch wel heel veel tijd in beslag

te nemen…….(Dobbelaere 2012, 7)24

Fysieke gesteldheid

Als we aan circus denken verschijnt als vanzelf een aaneenschakeling van spectaculaire beelden en lichamen voor ons geestesoog. Circus staat gelijk met avontuur, fysiek gevaar en het nemen van bijna bovenmenselijke risico’s.(Lievens 2011, 18)

Aan het beoefenen van circus zijn risico’s verbonden. Overbelasting en blessures komen veel voor bij met name acrobatische circusartiesten. Het komt veel voor dat blessures verantwoordelijk zijn voor een vervroegd beëindigde carrière.

Door het fysieke karakter zijn vrij nauwkeurige uitspraken te doen over de top en duur van de carrière van een professionele circusartiest, waarbij wel rekening moet worden gehouden met de per circusdiscipline verschillende fysieke belasting. Circusartiesten gespecialiseerd in clownerie, jongleren en goochelen belasten hun lichaam minder dan acrobaten en kunnen hun topniveau dikwijls langer vasthouden. Bij de disciplines zoals clownerie en goochelen wordt de meest succesvolle periode daarbij gemiddeld op een latere leeftijd bereikt, omdat door de grote rol van publieksinteractie ervaring een belangrijke factor is. Acrobatische circusartiesten bereiken hun technische topniveau meestal tussen de 25 en 35 jaar. Jongere artiesten zijn fysiek fitter maar missen ervaring om in het podiumspel de spanning vast te houden. Doordat fysieke fitheid en podiumervaring zich tegengesteld ontwikkelen bereikt de gemiddelde circusartiest vaak op jonge leeftijd zijn top die relatief kort duurt.

Artisticiteit

Naast een goede fysieke gesteldheid dient een professionele circusartiest te beschikken over creativiteit. Uniciteit is daarbij van belang: hoe meer uniciteit, des te beter voor de carrière (Hagoort 2001, p.42). Door de groeiende multidisciplinariteit en het langzaam verdwijnen van het

zogenaamde ‘hokjesdenken’ zijn de creatieve mogelijkheden de laatste tijd toegenomen. waarbij de wortels van het circus in stand blijven. Dat is immers waar de artistieke kracht van de

circusartiesten ligt (Laveyne 2011, 14).

Cultureel ondernemerschap

Het merendeel van de professionele circusartiesten zijn culturele ondernemers: ze regelen hun eigen opdrachten, marketing, boekhouding en andere relevante zaken. Circusartiesten maken hun eigen beslissingen, waardoor er op zowel zakelijk als artistiek vlak veel diversiteit is.

Voor Nederlandse circusartiesten heeft de crisis minder invloed dan bij de gemiddelde kunstenaar, aangezien ook voor de crisis al werd gewerkt op projectbasis en met tijdelijke contracten.25 Het zijn

van een goede cultureel entrepreneur is belangrijk voor circusartiesten om hun producten te kunnen verkopen. Veelgebruikte invalshoeken hiervoor zijn:

-Vernieuwend zijn

-Een goede naam hebben

(20)

-Bekend zijn

-Bezitten van de gunfactor -Overtuigend kunnen verkopen

-Binnen de gevraagde context passen (Gielen [Rijksuniversiteit Groningen] 2012, hoorcollege, 6 september).

Het cultureel ondernemerschap van professionele circusartiesten is fordistisch. De notie post-fordisme komt uit de jaren 70 van de twintigste eeuw en is gebaseerd op het idee dat de moderne industriële productie afstand neemt van de grote massafabrieken zoals bedacht door Henry Ford. De markt specialiseert zich en is gebaseerd op kleinere, flexibele en ‘gede-routiniseerde’ arbeid. Ook creativiteit op de werkvloer staat centraal (Van Winkel, Gielen en Zwaan 2012, 21). De verschillende voorwaarden van post-fordisme komen overeen met de werkwijze van kunstenaars, en met hen circusartiesten. Circusartiesten voeren gespecialiseerd werk uit zonder eentonige repetitieve werkzaamheden. Het beroep is individueel gericht en circusartiesten nemen verschillende rollen aan.26 Werk en privé lopen vaak door elkaar heen en er kan elk moment

gestopt en gestart worden met werken: flowing (Gielen [Rijksuniversiteit Groningen] 2012, hoorcollege, 6 september).

Levensonderhoud

De noodzaak tot zelfmarketing geldt voor alle kunstenaars in welke tijd ook, en daarmee voor alle circusartiesten. Door het groeiende aanbod van circusartiesten en de gelijkblijvende vraag moeten artiesten vaak ook via andere wegen inkomsten verwerven: het probleem dat je van autonome

kunst alleen niet kunt leven, wordt op verschillende manieren opgelost (van Winkel, Gielen en

Zwaan 2012, 39). Hiervoor wordt dikwijls een deel van de werkweek besteed aan afgeleide of toegepaste circuswerkzaamheden: een gemengde beroepspraktijk is eerder regel dan uitzondering (77). Zo wordt het artiestschap gecombineerd met het doceren of het werkzaam zijn in de creatieve industrie (De Bruyne en Gielen 2008, 1).27 Langs allerlei wegen koopt de kunstenaar tijd en ruimte

om een vaak niet rendabele autonome artistieke praktijk voort te zetten. (Van Winkel, Gielen en

Zwaan 2012,77). Soms wordt extra inkomsten gegenereerd door een partner die genoeg verdient of met een bijbaan. In enkele gevallen hebben artiesten een fulltime baan naast hun circuscarrière. De laatste twee zetten echter wel de tijd dat aan de autonome kunst kan worden besteed onder druk (40).

Naast financiële redenen zijn er ook kunstinhoudelijke argumenten voor een gemengde

beroepspraktijk, bijvoorbeeld de voldoening die volgt uit het aanleren van circustechnieken aan kinderen.

Carrièremogelijkheden professionele circusartiesten

Het Nederlandse circusartiestenveld

Volgens de Tweede Kamer zijn er teveel kunstenaars (Gielen [Rijksuniversiteit Groningen] 2012, hoorcollege, 6 september). Dit geldt ook voor Nederlandse circusartiesten. Zo vraagt Marc Jonkers zich af waar de afgestudeerden van de opleidingen aan het werk kunnen. Het werkveld van de

(21)

Nederlandse circusartiest is groter dan Nederland maar de belastingbetaler betaalt toch niet om

Nederlandse artiesten in Italië aan het werk te zetten, aldus Jonkers (2011). In het hedendaagse

Nederlandse circusveld bestaat simpelweg niet voor alle circusartiesten de mogelijkheid bij

bestaande gezelschappen aan het werk te gaan. Hierdoor gaan Nederlandse circusartiesten in het buitenland aan het werk en onderzoeken ze andere carrièremogelijkheden.

Alle professionele Nederlandse circusartiesten streven fulltime artiestschap na, slechts enkelen bereiken dit. Onder andere door de overvloed aan Nederlandse circusartiesten werkt het merendeel van de professionele Nederlandse circusartiesten met tijdelijke contracten op projectbasis, met vaak meerdere opdrachtgevers naast elkaar. Een groot deel van de Nederlandse circusartiesten leeft van het schnabbelcircuit.28 (Snijders 2011, 23).

Carrièremogelijkheden en beroepspraktijk

Voor een professionele Nederlandse circusartiesten zijn verschillende markten waarbinnen gewerkt kan worden. In deze paragraaf worden deze verschillende markten uiteengezet.

Traditionele Nederlandse circus

Meer en meer circusartiesten reizen gedurende een korte periode met het traditionele circus mee. Deze artiesten hebben een tijdelijk contract en treden niet uitsluitend op in traditionele circussen. Uitzondering hierop zijn een enkele Nederlandse jongleur en acrobaat en een aantal

dierentemmers en clowns. In de traditionele Nederlandse circussen treden veel buitenlandse artiesten op. Het aantal Nederlandse circusartiesten die fulltime werkzaam zijn in het traditionele circus is dalende.

Nederlands circustheater

Het aantal Nederlandse circustheaterartiesten stijgt met het jaar. Aangezien er geen Nederlandse circustheatergezelschappen zijn die fulltime circusartiesten in dienst hebben wordt gewerkt op basis van tijdelijke contracten. Prestige29 en fulltime werk in het circustheaterveld zijn vooral in het

buitenland te behalen.

Een mogelijkheid die overblijft (door de beperkte vraag naar circustheaterartiesten op de huidige

Nederlandse markt) is het oprichten van een eigen gezelschap. Om de ontwikkeling naar nieuwe

gezelschappen verder te motiveren zijn creatieplekken nodig. Circuswerkplaats Boost biedt artiesten al een plek waar het experiment voor vernieuwing van circus centraal staat en waar een opstap gemaakt kan worden naar het podiumkunstenveld. Er moeten echter meer van deze plekken komen (Boon 2011)

28 Het schnabbelcircuit slaat van origine op kleine optredens die artiesten naast hun hoofdwerkzaamheden verzorgen. Er zijn echter ook artiesten wier carrière uitsluitend uit schnabbels bestaat. Een schnabbel is een lucratief klusje dat een artiest verricht. Het is afkomstig van het Duits ‘schnabeln’ (“met de snavel oppikken”). Het huidige schnabbelcircuit bestaat voornamelijk uit bedrijfsfeesten en braderieën.

29 Een voorbeeld van een succesvol Nederlands circustheaterduo zijn acrobaten Zinzi Oegema en Evertjan Mercier. Beiden hebben gestudeerd aan een Nederlandse circushogeschool. Ze hebben onder andere een gouden medaille gewonnen op het festival Solycirco,29 zijn geselecteerd voor Cirque de demain29 en hebben opgetreden met het Canadese 7 fingers29

(22)

Andere podiumkunsten

Het zogenaamde hokjesdenken binnen de podiumkunsten ebt langzaamaan weg. Choreografen of

theaterregisseurs werken met circusartiesten en omgekeerd gebruikt het circus steeds meer dans- en theatrale elementen. (Laveyne 2011, 14). Hierdoor kunnen steeds meer artiesten met een

circusopleiding aan het werk bij andersoortige podiumkunstgezelschappen. Een circusartiest kan bijvoorbeeld deel uitmaken van de cast van een musical, dansgezelschap of theatercompagnie.

Andere gerelateerde werkzaamheden

Er is een grote vraag naar circusdocenten. Door de overvloed aan Nederlandse circusartiesten worden veel Nederlandse circusartiesten gevraagd als docent door opleidingsinstituten zoals een circushogeschool of jeugdcircus (Snijders 2011, 49). Naast het docentschap als circusgerelateerde werkzaamheid kunnen gerelateerde werkzaamheden in de creatieve industrie worden gevonden, bijvoorbeeld als promotor of in reclames. Tenslotte neemt de vraag vanuit het uitgaansleven naar spectaculaire podiumacts toe.

Figuur 3.2 Jongleur in Heineken reclame (www.dutchjuggler.com/jongleur/).

Marktverbreding

Een manier waarop circusartiesten de afzetmarkt vergroten is door deze te verbreden. Een van de manieren hiervoor is door binnen hun discipline in een andere groepsgrootte te gaan werken.30 Een

andere mogelijkheid is door gebruik te maken van raakvlakken tussen verschillende circusdisciplines. Hierdoor kunnen artiesten zich relatief eenvoudig in meerdere disciplines specialiseren, wat zorgt dat ze hun productaanbod kunnen verbreden.

Conclusie: situering van het professionele Nederlandse circusartiestenveld

Het professionele Nederlandse circusartiestenveld kent meer vraag dan aanbod en er zijn maar weinig fulltime contracten beschikbaar. Dit maakt het moeilijk financieel rond te komen van optreden in het circus. Daarbij kunnen professionele Nederlandse artiesten ervoor kiezen in een bepaalde markt te werken, maar het is vrijwel onmogelijk alleen in die markt te werken. Veel professionele

(23)

Nederlandse circusartiesten combineren hun voorkeursmarkt31 met klussen uit andere

podiumkunsten en gerelateerde werkzaamheden als doceren.

Met de kennis van het Nederlandse circusveld en in het bijzonder de professionele Nederlandse circusartiesten kan de overstap naar de sociologische theorieën binnen dit onderzoek gemaakt worden. Met behulp van deze theorieën kan in een later stadium een eenduidig beeld worden geschetst van de huidige stand van zaken met betrekking tot de carrière van professionele Nederlandse circusartiesten en kunnen uiteindelijk carrièremogelijkheden worden benoemd.

(24)

4. Welke circusartiestprofielen zijn er?

De laatste decennia is het steeds moeilijker gebleken van het autonome kunstenaarschap te kunnen leven. Diverse onderzoeksrapporten schetsen als vervolg op de autonome kunstenaar een beeld van een plurale kunstenaar die zijn artistieke praktijk combineert met andere, niet per se kunstgerelateerde, werkzaamheden. Aangezien slechts een kleine groep van zijn of haar werk kan leven, dienen andere inkomstenbronnen te worden aangesproken (Van Winkel, Gielen, Zwaan 2012, 7). De verschillende mogelijkheden in inkomen te voorzien resulteren in verschillende kunstenaarsprofielen. In dit hoofdstuk worden de verschillende kunstenaarsprofielen benoemd en uiteengezet om uiteindelijk tot zes circusartiestprofielen te komen.

Kunstenaarsprofielen

Camiel van Winkel, Pascal Gielen en Koos Zwaan beschrijven in hun rapport ‘De hybride kunstenaar’ de beroepspraktijk van drie generaties afgestudeerden van de beeldende

kunstopleidingen in Nederland en Vlaanderen. De aanleiding voor hun onderzoek is tweedelig. Aan de ene kant staat de notie dat het romantische beeld van de kunstenaarbohemien de laatste decennia aan verbeeldingskracht heeft verloren. Er worden cross-overs gesignaleerd waarin kunstenaars hun artistieke praktijk combineren met andere werkzaamheden. Aan de andere kant lijken opleidingen nog altijd uit te gaan van de kunstenaarbohemien en sluiten daarom niet altijd even goed aan op de arbeidsmarkt (Van Winkel, Gielen, Zwaan 2012, 7). De belangrijkste conclusie uit ‘De hybride kunstenaar’ luidt dat het kunstenaarschap in toenemende mate in het teken komt te staan van een hybride vermenging van autonome en toegepaste artistieke werkzaamheden. Met behulp van empirisch materiaal hebben de auteurs de aan beeldende kunstopleidingen

afgestudeerden onderverdeeld in vijf verschillende typen: de niet-kunstactieven, het

kunstgerelateerde type, de monolithische kunstenaar, de pluriactieve kunstenaar en de hybride kunstenaar.

De niet-kunstactieven

In het niet-kunstactieve profiel bevinden zich de afgestudeerden die, in het geval van ‘De hybride kunstenaar’, een autonome beeldende kunstopleiding hebben gevolgd maar er al dan niet bewust voor gekozen na hun opleiding niet door te gaan met het artistieke beroep. Dit wil niet zeggen dat deze groep zich niet met artistieke activiteiten bezig kan houden: ze treden er enkel niet mee naar buiten. Het economische aspect is de belangrijkste motivatie om niet (langer) kunstactief te zijn. Daarnaast kunnen zijn de hoge eisen aan uniciteit en inspiratie in de kunstenwereld redenen zijn het artistieke beroep vervroegd te beëindigen (Van Winkel, Gielen, Zwaan 2012, 67-68).

Het kunstgerelateerde profiel

Uit onderzoek van Van Winkel, Gielen en Zwaan blijkt dat bijna een kwart van de respondenten niet actief is als autonome beeldend kunstenaar maar nog wel kunstgerelateerd werk uitvoert. Deze respondenten behoren tot het kunstgerelateerde profiel. Het kan hierbij gaan om het maken van toegepaste kunst of het hebben van een functie in de kunstwereld. Ook hier speelt vaak het

economisch aspect een rol om van het creëren van autonome kunst de overstap naar het uitvoeren van toegepaste kunst te maken. Toegepast artistiek werk kan zich namelijk volledig aanpassen aan

(25)

zonder problemen flexibel en ‘adaptief’ op inspelen, omdat ze de waarde van de inspiratie voor een deel hebben opgegeven (66-67).

De monolithische kunstenaar

De monolithische kunstenaar stelt strikte grenzen in de ruimte en richt zich daarbinnen uitsluitend op de autonome artistieke praktijk (Van Winkel, Gielen, Zwaan 2012, 63). Het percentage

kunstenaars dat op deze manier invulling geeft aan zijn/haar carrière daalt met de jaren. Van alle kunstenaarstypen besteedt de monolithische kunstenaar de meeste tijd aan artistieke activiteiten. Het marktgericht denken, en het daarbij horende economische aspect, is voor dit type kunstenaars het minst belangrijk. Ook netwerken is in regel niet aan hem besteed. Alles samen maakt dat de monolithische kunstenaar in grote mate overlapt met de notie van de romantische kunstenaar. Wanneer de inkomsten uit de autonome kunst niet genoeg zijn om van te leven zoekt de kunstenaar werkzaamheden buiten de kunst.

De pluriactieve kunstenaar

De pluraliteit groeit en is terug te vinden in alle aspecten van het kunstenaarschap, aangezien de verschillende waarderegimes steeds sterker op elkaar ingrijpen. Een kunstenaar hanteert een pluriactieve werkwijze wanneer hij binnen het artistieke veld verschillende rollen of functies vervult. Hierbij kan worden gedacht aan kunstenaars die naast het artiestschap ook nog doceren of festivalmedewerker zijn. Een kunstenaar kan zowel artistieke als financiële redenen hebben om deze praktijken te combineren (Van Winkel, Gielen, Zwaan 2012,10). De pluriactieve kunstenaar houdt de autonome (artiestschap) en toegepaste (festivalmedewerker) praktijk strikt gescheiden en van wederzijdse beïnvloeding is geen sprake. Er kan gesteld worden dat de kunstenaar zich in de autonome praktijk laat leiden door inspiratie en ontwikkeling en in de toegepaste praktijk door de markt. De pluriactieve kunstenaar kan bij toegepaste kunstactiviteiten zijn autonome

kunstenaarschap als het ware uitschakelen, hoewel hij de kennis ervan wel gebruikt (61-63).

De hybride kunstenaar

Een kunstenaar heeft een hybride kunstpraktijk wanneer hij aan de volgende twee voorwaarden voldoet:

1. De kunstenaar combineert autonome en toegepaste kunstvormen.

2. Het onderscheid tussen autonome en toegepaste kunstvormen is geheel of gedeeltelijk

vervaagd. Beide kunstvormen kunnen dus gelijkwaardig naast elkaar bestaan of binnen de context van een productie samengaan (Van Winkel, Gielen, Zwaan 2012, 10). Het ontbreken van deze scheiding maakt dat de hybride kunstenaars afhankelijk zijn van hun sociale omgeving omdat daar bepaald wordt waar het artefact thuishoort (60-61). Het maakt de hybride kunstenaar, in

tegenstelling tot de pluriactieve kunstenaar, daarbij niet uit hoe zijn artefact gekwalificeerd wordt en hij maakt om deze reden ook geen onderscheid tussen autonome en toegepaste werkzaamheden.

Voor velen is hybridisering in feite een deftig woord voor een praktijk van sabbelen, bijklussen, kleine baantjes of opdrachten en hopen dat er nog tijd overblijft om kunst te maken (38). Dit maakt

(26)

Kunstenaarsprofielen toepasbaar op onderzoek

De kunstenaarsprofielen kunnen niet één op één worden overgenomen voor circusartiesten omdat de respondenten uit ‘De hybride kunstenaar’ afgestudeerde beeldende kunstenaars zijn terwijl dit onderzoek zich richt op professionele circusartiesten. Aangezien alle professionele circusartiesten op het podium hun kunsten vertonen komen kunstgerelateerde kunstenaars en niet-kunstactieven per definitie niet voor in dit onderzoek. Ook hebben niet alle professionele Nederlandse

circusartiesten een opleiding gevolgd.

Voor het onderzoek naar de carrièremogelijkheden van professionele Nederlandse circusartiesten blijven de volgende profielen over: de monolithische kunstenaar, de pluriactieve kunstenaar en de hybride kunstenaar.

Circusartiestprofielen

Voordat de verschillende profielen uiteengezet worden dient gesteld te worden dat de benaming ‘kunstenaar’ wordt omgezet in ‘artiest’, aangezien dit de gebruikelijke term in het circus is.

Indeling van de circusartiestprofielen

Wanneer naar de kern van de drie artiestprofielen32 wordt gekeken valt op dat om circusartiesten

binnen een profiel te kunnen plaatsen twee keer een tweedelige keuzemogelijkheden wordt voorgelegd. De eerste keuzemogelijkheid betreft of de artiest alleen autonome werkzaamheden (optreden) uitvoert of een combinatie maakt met toegepaste kunstactiviteiten (doceren, regisseren, et cetera). De circusartiest die zich richt op autonome kunstactiviteiten past daarbij in het

monolithische profiel als geformuleerd door Van Winkel, Gielen en Zwaan. Het onderscheid tussen pluriactieve en hybride circusartiesten betreft de tweede keuzemogelijkheid:

de besteding van tijd en ruimte. Wanneer een strikte scheiding van tijd en ruimte wordt gehanteerd wordt gesproken over een pluriactieve circusartiest, als deze gemengd worden wordt gesproken over een hybride circusartiest. Figuur 4.1. toont hoe de verschillende keuzemogelijkheden eenvoudig uit het model kunnen worden afgelezen.

Figuur 4.1 De twee keuzemogelijkheden binnen de monolithische, pluriactieve en hybride circusartiestprofielen.

(27)

Door het grote onderscheid tussen de stromingen traditioneel circus en circustheater is de schets van circusartiestprofielen met twee keuzemogelijkheden niet compleet, omdat artiesten een keuze moeten maken over het al dan niet gescheiden houden van traditioneel circus en circustheater. De derde keuzemogelijkheid gaat daarom over de vraag of de circusartiest zijn/haar werkzaamheden richt op één van de twee stromingen33 of op beiden.

Met deze drie keuzemogelijkheden vormen zich acht circusartiestprofielen. De acht theoretische mogelijkheden blijken in de praktijk echter onmogelijkheden te vertonen. Wanneer puur autonome kunst wordt gecreëerd is het al dan niet scheiden van tijd en ruimte namelijk niet van toepassing, waardoor er zes profielen overblijven. De letters achter de profielen verwijzen naar de doorlopen stappen in figuur 4.2.

-De enkelvoudige monolithische circusartiest (AC(e+f))

Deze circusartiest heeft bewust gekozen voor één van de twee stromingen binnen het circus: traditioneel circus of circustheater. Daarbij richt hij/zij zich puur op het produceren van autonome circuskunst.

-De enkelvoudige pluriactieve circusartiest (ADE)

Binnen dit circusartiestprofiel vallen de circusartiesten die zich richten op of traditioneel circus of circustheater. Daarbij is sprake van het uitvoeren van zowel autonome als toegepaste

circusactiviteiten. De artiest in kwestie houdt de ruimte en tijd hiertussen strikt gescheiden. -De enkelvoudige hybride circusartiest (ADF)

Dit circusartiestprofiel komt overeen met het bovenstaande profiel van de enkelvoudige pluriactieve circusartiest. Het verschil zit hem in de tijd- en ruimteverdeling. Bij de enkelvoudige hybride

circusartiest lopen deze namelijk door elkaar en bestaat geen scheiding tussen autonome en toegepaste circusactiviteiten.

-De multidisciplinaire monolithische circusartiest (BC(e+f))

Voor de circusartiest binnen dit profiel maakt het niet uit in welke circusstroming hij/zij werkzaam is. Van belang is dat deze artiest zich puur richt op het produceren van autonome circuskunst.

-De multidisciplinaire pluriactieve circusartiest (BDE)

Binnen dit circusartiestprofiel wordt geen onderscheid gemaakt tussen traditioneel circus en circustheater. Belangrijker is het onderscheid tussen autonome en toegepaste circusactiviteiten. Hoewel beide soorten werkzaamheden worden uitgevoerd wordt hierin een strikte scheiding van tijd en ruimte gehandhaafd.

-De multidisciplinaire hybride circusartiest (BDF)

Ook binnen dit circusartiestprofiel wordt geen onderscheid gemaakt tussen traditioneel circus en circustheater. Daarnaast wordt ook de tijd- en ruimteverdeling tussen autonome en toegepaste circusactiviteiten niet van elkaar gescheiden: autonome en toegepaste werkzaamheden lopen dus door elkaar.

(28)

Hieronder volgt in modelvorm hoe tot deze indeling gekomen is. Gezien de circusinvalshoek van dit onderzoek is ervoor gekozen de keuzemogelijkheid met betrekking tot de stromingen bovenaan te plaatsen.34

Figuur 4.2 De verschillende circusartiestprofielen.

Conclusie: toepassing op het onderzoek

Op basis van de zes circusartiestprofielen kunnen de respondenten die in een later stadium van dit onderzoek aan bod komen worden ingedeeld. Met deze profielindeling kunnen

carrièremogelijkheden en –verbeteringen worden doorzien en kan, in combinatie met de artistieke biotoop, worden vastgesteld hoe succesvol de circusartiesten binnen de bepaalde profielen zijn. Een noodzakelijke kanttekening bij dit hoofdstuk is dat de circusartiestprofielen ideaaltypisch zijn en de werkelijkheid complexer is.

34 Voor de uitkomst van de acht profielen maakt het in principe niet uit in welke volgorde de drie keuzemogelijkheden

(29)

5. Wanneer is een circuscarrière succesvol?

Voor dit onderzoek zijn naast de circusartiestprofielen ook aspecten die verband houden met succes belangrijk. Om tot een definitie van een succesvolle carrière te komen worden eerst de noodzakelijke kenmerken van succes uiteengezet. Hierna volgt de artistieke biotoop van Pascal Gielen, een geschikt model voor het uiteenzetten van kunstenaarscarrières. Met behulp van dit model worden de circusartiestcarrières in beeld gebracht zodat in hoofdstuk 7 de mate van succes beoordeeld kan worden.

Kenmerken succes

Om uitspraken te kunnen doen over succesvolle circuscarrières is een eenduidig beeld van succes noodzakelijk. Hoewel in het dagelijks leven veelvuldig wordt gesproken over succesvolle personen is niet altijd duidelijk wat succes precies inhoudt. Aangenomen kan worden dat een persoon succesvol kan zijn op verschillende vlakken.

Netwerken

Een professioneel netwerk

Netwerken, oftewel het opbouwen en onderhouden van een netwerk, is belangrijk voor een succesvolle carrière.35 Een dergelijk netwerk bestaat uit een geheel van gedeelde codes en

conventies. Door de veranderlijkheid van het netwerk zijn deze opvattingen selectief (Gielen en Laermans 2004, 22). Het netwerk van een bepaald veld moet worden gezien als een zogeheten

meshwork:

Een breed vertakt netwerk van talloze subnetwerken. Dat verklaart mee de maatschappelijke autonomie [….]. Als netwerk valt deze artistieke discipline niet te herleiden tot een beschrijfbaar geheel van relaties tussen benoembare actoren. Daar is het simpelweg te wijdvertakt voor (Gielen

en Laermans 2004, 17).

Een netwerk bestaat uit een veelheid van uiteenlopende actoren, uit heterogene associaties van zowel menselijke als niet-menselijke actoren zoals, computers, gebouwen en kunstwerken (16). De mate waarin het netwerk wordt ingezet heeft veel invloed op de mate van succes, en hangt af van de mate waarin een individuele actor in staat is zijn eigen subnetwerk te overzien (17).

Een goed en professioneel toegepast netwerk zorgt voor groei en expansie van succes. Hierbij geldt een welgekend machiavellistisch principe: hoe meer verbindingen en heterogener de aard van de relaties en bondgenootschappen, des te sterker de positie. Er kan gesteld worden dat een artistieke loopbaan niet kan slagen zonder dat de circusartiest daarbij zichzelf en zijn werk in zoveel mogelijk uiteenlopende relaties kenbaar heeft gemaakt. Met elke nieuwe relatie verankert de circusartiest zichzelf namelijk steeds sterker als belangrijke en stabiele actor (Gielen en Laermans 2004, 105-106).

(30)

Netwerken komt voor in twee verschillende vormen: netwerken om jezelf actief te verkopen en ‘inhoudelijk’ netwerken.36 Beide vormen van netwerken hebben implicaties voor het succes van de

carrière.

Machthebbenden en nieuwelingen

‘Machthebbende’ actoren hebben een professioneel en succesvol netwerk opgebouwd waardoor zij op zichzelf meer macht uitoefenen dan talloze andere actoren samen. Binnen het

netwerkperspectief wordt macht gezien als het tactisch en tactvol leggen van verbindingen tussen uiteenlopende soorten actoren.37 De zogenaamd ‘machthebbende’ actor dient ervan overtuigd te

worden dat hij er baat bij heeft een bepaalde actor in te lijven in het netwerk. Of zoals Gielen en Laermans het formuleren:

de veldheer is een meester in het creëren van win-win situaties, zodat bevelen en dreigementen overbodig worden. Hij slaagt er gedurig in om andere actoren […] ervan te overtuigen dat ze erop vooruit zullen gaan door zich met hem te associëren (19-20).

Een nieuweling moet een minimum aan associaties met andere actoren van een artistiek netwerk bezitten alvorens serieus te worden genomen. Zelfobservatie volstaat hierbij niet; ook andere actoren moeten het werk van de nieuweling waarderen. Door te netwerken moet de nieuweling zich als kunstenaar gaan identificeren. Pas met identificatie en vervolgens blijvende bevestiging wordt en blijft iemand (of iets) een volwaardige artistieke actor (21).

Waardering

De waardering in de artiest wordt geuit wanneer een werk als kunstrelevant wordt (h)erkend (Gielen en Laermans 2004, 21). Van belang is of een artiest wel of niet wordt opgemerkt door andere artiesten, programmeurs en dergelijke (33). Daarbij wordt gesteld dat artiesten zonder een minimale

internationale erkenning gewoonweg geen kwaliteit kunnen bezitten (28). Economisch

Het meest vanzelfsprekende kenmerk van succes betreft het economische aspect. Economisch succes van artiesten wordt afgemeten aan de mate waarin een artiest financieel rond kan komen van het artiestschap.

Definitie succesvolle carrière

Een carrière kan worden gezien als een individual’s lifelong progression in learning and work (Watts 1998, 2). Hierbij zijn alle hierboven genoemde variabelen van invloed op de mate van succes: een succesvolle carrière is het totaal van positief werk en de psychologische resultaten die voortvloeien uit de ervaringen van de carrière (Seibert en Kramer 2001). De mate van succes verschilt per individu en kan worden ingeschat met behulp van de artistieke biotoop die in de volgende paragraaf uiteengezet wordt.

36 Deze vorm van netwerken wordt niet ingezet met directe boekingen als gewenst resultaat. Veel meer gaat het hier om het inwerken in een bepaalde groep/veld om naamsbekendheid te genereren zodat in de toekomst eventueel contact kan worden opgenomen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of

Maar als het er om gaat spannen, hebben zij de ruggensteun van de eigen organisatie hard nodig?. Afgelopen zondag vroeg korpschef Akerboom in het Amsterdamse debatcentrum De Balie de

Het is hun vak om voor ons, gewone burgers, en vooral voor bestuurders allerlei ellendige toestanden voor korte tijd te bedwingen.. Oplossen is vaak

Net als bij de expliciet-feministische alleen-vrouwen tentoonstelling kan een impliciet- feministische alleen-vrouwen tentoonstelling de zichtbaarheid van (minder bekende) vrouwelijke

De introductie van het witwasartikel in het Sr betekende in potentie een nieuw wapen tegen de georganiseerde criminaliteit, en dat geldt des te meer voor het strafrechtelijk

Herman te Riele, een van de organisatoren van het 5ECM en Jaap Top, hoofdredacteur van het Nieuw Archief voor Wiskunde, geven hier een impressie van dat congres.. Als voorloper van

Het leven, handelen en wandelen van een begenadigde ziel, gelijk het een voorwerp van Gods verkiezing en gekochte door het bloed van de Zaligmaker betaamt, betonende

De RIE Grafimedia wordt uitgevoerd met behulp van een computerprogramma waaruit aanbevelingen volgen in een plan van aanpak die het bedrijf moet uitvoeren om