Vraag nr. 106 van 22 februari 2000
van mevrouw VEERLE DECLERCQ
Consulent bijzondere jeugdzorg – Erkenning als belastend beroep
Sinds tientallen jaren functioneren de sociale dien-sten van de Vlaamse Gemeenschap bij de rechtbanken en de comités voor bijzondere jeugd-zorg (voor de staatshervorming anders genoemd). De hoofdactiviteiten die tot de functie behoren van de consulenten die bij de sociale diensten werken (vroeger "vaste afgevaardigden" genoemd) zijn omstandig omschreven (resultaatgebieden – wat men moet doen), alsook de bijzondere vaardighe-den en kwaliteiten die de functie van de consulen-ten vergt (functioneringscriteria – hoe men het moet doen). De resultaatgebieden en functione-ringscriteria zijn vastgelegd in de functiebeschrij-ving.
Daarnaast dient iedere consulent jaarlijks concrete doelstellingen op korte termijn vast te leggen. Op basis van de bijzonder duidelijke functiebe-schrijving waaruit de belastende werksituatie b l i j k t , kan men zich afvragen waarom de functie van consulent na al die jaren nog niet is erkend als belastend beroep. Een erkenning op dit vlak zou een andere loopbaanberekening toelaten en dus de mogelijkheid bieden van vervroegd pensioen en een maandelijkse gevarenpremie. De onderzoeken naar het werk van de consulenten zijn wellicht niet meer te tellen. Er zijn aanverwante beroepen (op-voeders gemeenschapsinstellingen, j u s t i t i e a s s i s t e n-ten, ...) die wel erkend zijn als belastend beroep. De belastende werksituatie houdt duidelijk ver-band met de aard van de materie, namelijk jeugd-b e s c h e r m i n g. Het hoeft niet in detail te worden uit-gelegd dat werken in dergelijke materie zware, z i c h opstapelende stress met zich mee kan brengen, enerzijds door de dagelijkse kans om te worden ge-confronteerd met agressie in welke vorm dan ook (voorbeelden te over), anderzijds door de grote verantwoordelijkheid eens het dossier is toegewe-zen.
Waarom werd dit beroep, naar analogie van aan-verwante beroepen uit de sector, nog steeds niet erkend als belastend beroep ?
Worden daartoe alsnog initiatieven genomen ?
Antwoord
Professor Breda onderzocht in het werkbelasting-onderzoek in de buitendiensten van de bijzondere jeugdbijstand de arbeidssituatie van de consulen-ten.
Uit dit onderzoek naar de objectieve werkbelasting blijkt dat consulenten in het algemeen worden ge-confronteerd met een hoge caseload, dat er inzake werkbelasting grote verschillen zijn in dossier-zwaarte en werkdruk tussen de diensten onderling, maar ook op individueel niveau. Op dit vlak is stu-ring en coördinatie noodzakelijk.
Uit het onderzoek naar de subjectieve werkbelas-ting blijkt dat burn out niet zozeer wordt bepaald door de werkhoeveelheid, maar wel door organisa-torische factoren en de collegiale sfeer, factoren die op hun beurt worden beïnvloed door arbeidsorga-nisatie en management. De resultaten van het on-derzoek zijn pas bekend. De conclusies zullen door de administratie verder worden uitgediept, m o g e-lijke oplossingen zullen worden voorgesteld. Uit de concrete situatie blijkt dat het ontbreken van loopbaanperspectieven problematisch kan zijn. Het is een functie die niet altijd gedurende een vol-ledige loopbaan goed kan worden uitgeoefend. I n dit opzicht is de problematiek van de consulenten gelijklopend met deze van de opvoeders in de ge-meenschapsinstellingen.
De notie "belastend beroep" is als zodanig niet op-genomen in het Vlaams Personeelsstatuut. M . b. t . de opvoeders in de gemeenschapsinstellingen werd in opdracht van de minister van A m b t e n a r e n z a k e n en de minister van We l z i j n , Gezondheid en Gelijke Kansen de interdisciplinaire HRM-werkgroep "so-ciaal-medische problematieken" belast met een on-derzoek naar de problematiek, met de beschrijving van de notie "belastend beroep" ( H R M : h u m a n resources management – red.). Momenteel is er ook voor de opvoeders in de gemeenschapsinstel-lingen geen erkenning als belastend beroep.