• No results found

Vraag nr. 106 van 9 februari 2000 van mevrouw BRIGITTE GROUWELS

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 106 van 9 februari 2000 van mevrouw BRIGITTE GROUWELS"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 106 van 9 februari 2000

van mevrouw BRIGITTE GROUWELS

Ve r b r a n d i n g s oven Neder-ov e r-Heembeek – Diox i-ne-uitstoot

Wat de afvalverbrandingsoven van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in Neder-o v e r-H e e m b e e k b e t r e f t , werden tot voor kort dioxine-emissies ge-meten van 1, 1 ng/Nm3(ng : nanogram / Nm3: n o

r-maal kubieke meter). Een nieuwe rookgasinstalla-tie zou die uitstoot teruggebracht hebben tot 0, 1 ng/Nm3.

1. Werden terzake door het Vlaams Gewest ook metingen uitgevoerd in V l a a m s-Brabantse ge-meenten onmiddellijk aan de grenzen van N e d e r-o v e r-Heembeek ? En zo ja, w a a r, w a n-neer en met welke resultaten ?

2. Er is sprake van om het afval bestemd voor de in Drogenbos geplande verbrandingsoven te laten verbranden in Neder-over-Heembeek. Welke zijn de garanties dat hierdoor de d i o x i n e-uitstoot van de oven van Neder--o v e r-Heembeek Neder--onder de Vlaamse nNeder--orm blijft, ook in Vlaams-Brabant ?

Antwoord

Vooraf kan ik opmerken dat de vraag nr. 106 bijna identiek is aan de vraag nr. 61 van 10 december 1999 van de Vlaamse volksvertegenwoordiger. A l-leen worden in vraag 1 concrete meetresultaten ge-v r a a g d , die in ge-vraag nr. 57 ge-van 7 december 1999 ge-van de Vlaamse volksvertegenwoordiger reeds groten-deels werden verstrekt (Bulletin van Vragen en A n t w o o rden nr. 8 van 18 februari 2000, r e s p. b l z . 622 en 625 – red.).

Het hierna volgende antwoord is dus gebaseerd op de antwoorden op vragen nrs. 57 en 61, a a n g e v u l d met de meest recente meetgegevens.

1. Ik herneem het antwoord op vraag nr. 6 1 , a a n-gevuld met de gegevens van de meetcampagne van oktober-november 1999. Al de meetgege-vens van 1999 zijn vervat in het rapport "Analy-se dioxinedepositie in Vlaanderen – Metingen 1999 – Erembodegem – maart 2000".

Door de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) worden sinds 1995 systematisch meetcampagnes

van dioxinedepositiemetingen georganiseerd. De meetgegevens worden gepubliceerd in een jaarrapport dioxinedepositiemetingen en wor-den ook opgenomen in het jaarrapport lucht-k w a l i t e i t . Tevens worden de tussentijdse resulta-ten verspreid via de pers, worden zij aan alle be-trokken opgestuurd en kunnen zij worden ge-raadpleegd via Internet http ://www.vmm.be. De dioxinedepositiemetingen worden verricht om de kwaliteit van de omgevingslucht te on-d e r z o e k e n . De meetpunten woron-den overwegenon-d gekozen in de omgeving van bekende en/of po-tentiële dioxinebronnen, zodat het gemiddelde van de metingen geenszins representatief is voor de gemiddelde depositie over Vlaanderen. De metingen kunnen worden gebruikt om de effecten van saneringen na te gaan, om knel-punten te detecteren, om evoluties in de tijd op te volgen en om gegevens in verband met po-tentiële bronnen te verzamelen. Zij kunnen ech-ter niet worden gebruikt om een bron ondub-belzinnig aan te wijzen. Enkel wanneer zeer veel meetkruiken in een bepaald gebied zouden worden geplaatst, rekening houdende met de ligging van verschillende bronnen, kan eventu-eel meer concrete informatie over potentiële bronnen worden afgeleid. Gezien de hoge kost-prijs van de analyses, is dit in de praktijk echter niet frequent toepasbaar.

Om de meetresultaten te interpreteren, is het handig over een toetssteen te beschikken. N o c h in V l a a n d e r e n , noch in het buitenland bestaan echter wettelijke normen voor dioxinedeposi-t i e s. In hedioxinedeposi-t kader van de werkzaamheden van de Commissie ter Evaluatie van de Milieuregle-mentering (CEM) werden voorstellen van grens- en richtwaarden voor dioxinedeposities u i t g e w e r k t . Hier heeft men zich gebaseerd op een modelstudie uitgevoerd door de V l a a m s e Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO) in opdracht van de VMM.

(2)

Grens- of richtwaarde als Omschrijving bij Maximale aanvaardbare maandgemiddelde overschrijding door inname

maandgemiddelde depositiemetingen

Richtwaarde als Verhoogde waarde 1 pg TEQ/kg/dag maandgemiddelde

CEM-WGO 6,8 pg TEQ/m2/dag

Grenswaarde als Sterk verhoogde waarde 3 pg TEQ/kg/dag maandgemiddelde CEM

20 pg TEQ/m2/dag

Grenswaarde als Zeer sterk verhoogde waarde 4 pg TEQ/kg/dag maandgemiddelde WGO

27 pg TEQ/m2/dag

Dioxines worden voornamelijk opgenomen via de voeding door de consumptie van vis, vlees en zuivelproducten en slechts in geringe mate door de ademhaling. Vandaar dat hoge dioxinedepo-sities niet noodzakelijk rechtstreeks en/of acute gezondheidsrisico’s met zich meebrengen. Het komt erop aan dat vooral in zones van landbouw en veeteelt hoge dioxinedeposities moeten worden vermeden. Doordat dioxines zich vaak op fijnere stofdeeltjes vasthechten, kan een groot deel van de dioxines over een grotere afstand worden verspreid en zo in het milieu en de voedselketen terechtkomen. D a a r-om is het noodzakelijk r-om in gebieden met sterk verhoogde dioxinedeposities de bronnen op te sporen en te saneren.

Meetresultaten rond de verbrandingsoven van Neder-over-Heembeek

Op twee meetplaatsen werden dioxinedeposi-tiemetingen uitgevoerd in verband met de ver-brandingsoven van Neder- o v e r- H e e m b e e k . D e volgende meetresultaten, uitgedrukt in pg TEQ/m2/dag, werden verkregen :

Diegem (op 4 km NO (70°) van de verbran-dingsoven) : nov-dec ’97 21 apr-mei ‘98 25 okt-nov ’98 14 apr-mei ’99 21 okt-nov ’99 4,0

Machelen (op 3.520 m NO (45°) van de ver-brandingsoven) :

apr-mei ’99 18 okt-nov ’99 9,8

Alhoewel de metingen uitgevoerd in de periode 1997 tot en met april-mei 1999, volgens de hier-boven opgegeven classificatie, kunnen worden gecatalogeerd als verhoogd of sterk verhoogd, of hoger liggen dan metingen uitgevoerd in lan-delijke gebieden, komen zij in grootte-orde overeen met de metingen die bijvoorbeeld in het centrum van Antwerpen werden uitge-voerd.

In de meetcampagne oktober-november 1999 lagen de gemeten deposities een stuk lager dan voordien.

Op basis van deze metingen kan geen onder-scheid worden gemaakt naar de bronnen toe ( v e r b r a n d i n g s o v e n s, h u i s v e r w a r m i n g, v e r-k e e r, … ) . De metingen uitgevoerd op andere lo-c a t i e s, gesitueerd in de nabijheid van verbran-d i n g s o v e n s, geven echter aan verbran-dat verbran-dioxineverbran-deposi- dioxinedeposi-ties rond verbrandingsovens niet (meer) syste-matisch hoger liggen dan op andere plaatsen in Vlaanderen.

(3)

1993-1994 31 sept-okt ’95 12 dec ’95-feb ’96 13 aug-sept ’96 17 apr-mei ’97 3 nov-dec ’97 15 apr-mei ’98 6 okt-nov ’98 16 apr-mei ’99 6 okt-nov ’99 3,4

Uit deze metingen kan men afleiden dat in 1997 en 1998 de waarden in de meetperiode april-mei een stuk lager liggen dan in oktober- n o v e m b e r. In de herfst-winterperiode is er een extra bijdra-ge door de bijdra-gebouwenverwarming en kunnen m e t e o - o m s t a n d i g h e d e n , zoals neerslag en mider goede menging van de luchtlagen, v e r h o g i n-gen veroorzaken. Dit verschil wordt in 1999 niet meer vastgesteld, mogelijk door gunstige me-teorologische omstandigheden, zoals een lage totale regenneerslag.

2. Daar op dit ogenblik de gemeenten en hun af-valintercommunales in Vlaams-Brabant over geen eigen eindverwijderingscapaciteit beschik-ken voor hun restafval, zoebeschik-ken zij naar oplossin-g e n . Een van de oplossinoplossin-gen die zij bekijken, i s het laten verbranden van hun afval in de instal-latie van Neder- o v e r- H e e m b e e k . Ook het ge-west zelf kijkt op dit ogenblik de mogelijkheden na voor verbranding van restafval in die instal-latie.

Zowel voor het gewest als voor de andere over-heden (in casu de afvalintercommunales) moe-ten de belangrijkste voorwaarden zijn dat er enerzijds zekerheid is over de afzet (gedurende een niet al te korte periode, tegen een duidelijk afgesproken prijs) en dat anderzijds de installa-tie van Neder- o v e r-Heembeek voldoet aan de emissienormen zoals ze momenteel van kracht zijn in V l a a n d e r e n . Er is op dit ogenblik al min-stens een positieve evolutie te merken. Zo blijkt uit de recentste metingen dat de installatie de 0,1-dioxinenorm haalt.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Uit dit onderzoek naar de objectieve werkbelasting blijkt dat consulenten in het algemeen worden ge- confronteerd met een hoge caseload, dat er inzake werkbelasting grote verschillen

Tijdens deze vergaderin- gen werden oplossingen uitgewerkt voor de toe- pasbaarheid van de Vlaamse regelgeving in Brussel en werd ook opvolging gegeven aan de concrete uitwerking van

Kan hij, wat de geconsulteerde personen betreft die een openbare functie bekleden, een overzicht geven van naam, functie en reden van selectie2. Kan hij, wat de eventueel

Tijdens de vorige legislatuur werd binnen de cel Gelijke Kansen in Vlaanderen "Pluspunt" opge- r i c h t , een gegevens- en adviesbank voor vrouwen met bestuurstalent,

Indien een bepaalde organisatie of bedrijf zich schuldig zou maken aan menigvuldige schendin- g e n , was ik van plan de naam van de organistie of het bedrijf bekend te maken als

De verenigingen waarvan sprake in dit ant- woord zijn reeds jaren bestaande intercommu- nales die door de betrokken gemeenten destijds zijn opgericht overeenkomstig alle

Minister Anciaux antwoordde op 10 mei laatstle- den in de plaats van de minister op een actuele vraag dat de minister spoedig voorstellen in ver- band met de vernederlandsing

De exploitatie door de Brusselse maatschappij voor openbaar vervoer MIVB van de gewest- overschrijdende lijnen die Vlaanderen aandoen, wordt beheerst door het