• No results found

Vraag nr.131van 24 februari 1997van mevrouw BRIGITTE GROUWELS

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr.131van 24 februari 1997van mevrouw BRIGITTE GROUWELS"

Copied!
4
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 131 van 24 februari 1997

van mevrouw BRIGITTE GROUWELS

Tw e e d e t a a l o n d e r r i cht MO – Normen – Stand van zaken

Er wordt door velen opgemerkt dat de kennis van het Frans als tweede taal zienderogen achteruitgaat bij de Vlaamse jeugd.

1. Wat zijn de huidige normen voor het vormen van een klas Engels-tweede taal in het V l a a m s middelbaar onderwijs ?

2. Welk percentage van de leerlingen in het laatste jaar van het Vlaams middelbaar onderwijs volgt respectievelijk Frans of Engels als tweede taal ? 3. Zijn de Vlaamse normen voor het vormen van

een klas Engels-tweede taal soepeler of strenger dan, of gelijk aan die welke worden gehanteerd in het middelbaar onderwijs van de Franse Ge-meenschap ? Welk percentage van de leerlingen in het laatste jaar van het middelbaar onderwijs van de Franse Gemeenschap volgt respectieve-lijk Nederlands of Engels als tweede taal ? Gelieve bij het verstrekken van deze gegevens de Nederlandstalige en Franstalige scholen bin-nen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest buiten beschouwing te laten.

Antwoord

1. Binnen de eenheidsstructuur van het V l a a m s voltijds secundair onderwijs bestaat er geen spe-cifieke reglementering inzake keuze van vreem-de talen. Evenmin zijn er minimale leerlingen-normen vastgelegd per studierichting of per klas.

Daarentegen heeft de decreetgever wel een basisvorming opgelegd. Deze basisvorming omvat een verplichte reeks vakken, v a r i ë r e n d naargelang graad en onderwijsvorm, die door alle leerlingen dient te worden gevolgd.

In de basisvorming van de derde graad (= het vijfde en zesde leerjaar) van het algemeen secundair onderwijs (ASO) komen onder meer voor : Frans en Engels of Duits ; voor de onder-wijsvormen technisch secundair onderwijs (TSO) en kunstsecundair onderwijs (KSO) is dat : Frans of Engels, terwijl de basisvorming in

het beroepssecundair onderwijs (BSO) geen vreemde taal bevat.

Deze basisvorming legt geen bepaald aantal wekelijkse lesuren op. Anderzijds kunnen de vakken Engels en Frans versterkt aan bod komen in het studierichtingsgedeelte.

Deze gegevens, gekoppeld aan de ruime peda-gogische vrijheid van de onderwijsverstrekkers, leiden ertoe dat het concreet vreemdetalenon-derricht een gediversifieerd karakter vertoont. 2. Als b i j l a g e vindt de Vlaamse

volksvertegen-woordiger de volgende gegevens, opgesplitst per onderwijsnet en onderwijsvorm, voor het schooljaar 1995-1996 (zijnde het meest recente schooljaar waarvoor geverifieerde cijfers beschikbaar zijn) :

– de schoolbevolking van de derde graad ; – het aantal leerlingen van de derde graad die

Frans volgen ;

– het aantal leerlingen van de derde graad die Engels volgen.

De bron hiervan is het "Statistisch jaarboek van het Vlaams onderwijs" dat wordt uitgegeven door het onderwijsdepartement.

3. Inzake de vigerende reglementering in het Franstalig voltijds secundair onderwijs in België en het vergelijkbaar statistisch materiaal verwijs ik naar het bevoegde Franstalig onderwijsde-partement.

(2)
(3)
(4)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Gelet op de terzake bestaande traditie, en rekening houdende met de samenstelling van de huidige Vlaamse regering, komt het de minister van Brus- selse Aangelegenheden toe

Werd er ooit door de Vlaamse regering of door het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap een ge- lijkaardige studie gemaakt of opgedragen over deze impact op V l a a m s-Brabant

stoffen in de verbrandingsinstallatie van Neder- o v e r-Heembeek is slechts aanvaardbaar indien de verbranding, met inbegrip van de verwerking van de verbrandingsassen, gebeurt

Tevens worden de tussentijdse resulta- ten verspreid via de pers, worden zij aan alle be- trokken opgestuurd en kunnen zij worden ge- raadpleegd via Internet http ://www.vmm.be..

Bij nader toezien blijkt "Vlaanderen" hier alleen te staan voor het Vlaamse gewest en blijkt het hier uitsluitend te gaan over de verkiezingsuitslagen voor een deel van

Tijdens deze vergaderin- gen werden oplossingen uitgewerkt voor de toe- pasbaarheid van de Vlaamse regelgeving in Brussel en werd ook opvolging gegeven aan de concrete uitwerking van

Graag de cijfers over de doorstroom van Belgi- sche leerlingen van allochtone afkomst naar het hoger onderwijs per provincie (woonplaats van de studenten)3. Graag de cijfers voor

Basisscholen in het tweetalig gebied Brussel- Hoofdstad hebben normen voor rationalisatie en programmatie die identiek zijn aan die van geïso- leerde scholen en