Vraag nr. 119 van 6 april 2000
van mevrouw BRIGITTE GROUWELS College VGC – Overlegvergaderingen
Reeds tijdens de vorige legislatuur werd op gere-gelde tijdstippen (doorgaans om de drie maanden) een overlegvergadering belegd tussen de V l a a m s e regering en het college van de Vlaamse Gemeen-schapscommissie (VG C ) . Tijdens deze vergaderin-gen werden oplossinvergaderin-gen uitgewerkt voor de toe-pasbaarheid van de Vlaamse regelgeving in Brussel en werd ook opvolging gegeven aan de concrete uitwerking van het Beleidsplan Brussel van de Vlaamse regering (Stuk 638 (1996-1997) – Nr. 1 – red.).
In zijn beleidsnota Brusselse A a n g e l e g e n h e d e n 1 9 9 9-2004 (meer bepaald hoofdstuk II. 1 . 1 . , E e n gecoördineerd en inclusief beleid) stelt de minister dat er, onder zijn coördinatie en impuls, v e r d e r overlegvergaderingen worden georganiseerd tus-sen de Vlaamse regering en het college van de VGC (Stuk 145 (1999-2000) – Nr. 1 – red.). 1. Hoeveel overlegvergaderingen tussen de
Vlaamse regering en het college van de VG C hebben reeds plaatsgevonden tijdens de huidige legislatuur ?
2. Zijn de bovenvermelde overlegvergaderingen, wat de Vlaamse regering betreft, beperkt tot de m i n i s t e r-president en de ministers met gemeen-schapsbevoegdheden ?
Antwoord
Om het inclusief en geïntegreerd beleid voor Brus-sel voort te zetten, is het inderdaad noodzakelijk dat het overleg tussen Vlaanderen en de V l a a m s e Gemeenschap in Brussel wordt voortgezet. De spe-cifieke situatie van Brussel verdient immers per-manente aandacht bij de besluitvorming in ver-band met het Vlaams beleid voor Brussel.
De vraag van de Vlaamse volksvertegenwoordiger of er reeds overlegvergaderingen hebben plaatsge-vonden tussen de Vlaamse regering en het college van de Vlaamse Gemeenschapscommissie moet ik echter negatief beantwoorden. Weliswaar zijn er tussen bepaalde leden van beide overheden reeds bilaterale contacten geweest, die in een aantal dos-siers geleid hebben tot concrete beleidsontwikke-l i n g e n . Ook binnen de Vbeleidsontwikke-laamse regering werden de overlegvergaderingen opgestart.
In de loop van 1998 legden de drie subcommissies van de Gemengde Ambtelijke Commissie Brussel elk een voortgangsrapport voor, met enerzijds de toetsing van de toepasbaarheid van de decreten en uitvoeringsbesluiten van de Vlaamse Gemeen-schap aan de specifieke Brusselse situatie, de zoge-naamde Brusselnormen, en met anderzijds voor-stellen voor een actieprogramma ter uitvoering van het beleidsplan, waarbij naast de Brusselnormen ook specifieke projectvoorstellen en concrete ac-ties werden voorgesteld met betrekking tot de ver-schillende beleidsdomeinen inzake gemeenschaps-aangelegenheden.
Na verloop van drie jaar is het noodzakelijk dat deze rapporten worden geactualiseerd en op basis van het huidige beleid van de Vlaamse regering worden bijgestuurd, rekening houdende met de zo-genaamde 300.000-norm die in het regeerakkoord is opgenomen.
De Vlaamse regering vertaalt haar relatie met de Vlaamse gemeenschapsinstellingen in Brussel (on-d e r w i j s, c u l t u u r, w e l z i j n , g e z o n (on-d h e i (on-d , j e u g (on-d , e n z o-voort) namelijk in een norm die rekening houdt met het hoofdstedelijk karakter én met het feit dat de Vlaamse instellingen gericht zijn op de V l a a m s e B r u s s e l a a r s, maar tegelijk openstaan voor ieder-e ieder-e n . Daarom bieder-eschouwt dieder-e Vlaamsieder-e rieder-egieder-ering ieder-eieder-en derde van de Brusselse bevolking, of 300.000 Brus-selaars als haar doelpubliek. Concreet betekent deze 300.000-norm een uitbreiding met zowat één derde ten opzichte van het doelpubliek waarop de regelgeving van de Vlaamse Gemeenschap tot op heden was gericht.
Bij de implementatie van een effectief inclusief en geïntegreerd beleid in Brussel zal bijgevolg met deze nieuwe globale doelgroep rekening moeten worden gehouden.
Vlaamse Gemeenschap en de Vlaamse Gemeen-schapscommissie te bewerkstelligen.
Wat de tweede vraag van de Vlaamse volksverte-genwoordiger betreft, zal het overleg binnen de Vlaamse regering zeker niet beperkt blijven tot de Vlaamse ministers bevoegd voor gemeenschaps-aangelegenheden.
