Vraag nr. 78
van 24 februari 2000
van mevrouw VEERLE DECLERCQ
Zwembad Zwinbosjes Knokke – Bestemming Sinds vele jaren ligt het verlaten zwembad van Knokke onaangeroerd te wachten op afbraak. Deze brokken steen zijn storend midden in de prachtige natuur.
1. Hoever staat het met dit dossier ?
Is er een gerechtelijke uitspraak tot afbraak, o f is er nog een procedure lopende ?
2. Zijn er andere plannen voor dit gebied en is de minister hierbij reeds betrokken ?
3. Worden er voorbereidingen getroffen voor een gewestplanwijziging ?
Zo ja, in welke zin ?
Antwoord
De reeds een achttiental jaren in onbruik zijnde zogenaamde "swimming pool" van Knokke-Zoute, gelegen aansluitend aan de uiterst oostelijke rand van de bebouwing van deze badplaats en direct aanpalend aan de als landschap beschermde Zwin-bosjes en aan het verder gelegen natuurreservaat van het Zwin, is volgens het vigerende gewestplan Brugge-Oostkust (KB van 7.4.1977) bestemd als gebied voor dagrecreatie.
Zowel de bouwvallige bouwconstructie van het overdekte zwembad als de ruïnes van het open-luchtzwembad zijn in het duinendecreet (BVR van 4.10.1995) opgenomen als beschermd duingebied. 1. De loutere leegstand van een gebouw is geen
b o u w m i s d r i j f, tenzij het betrokken gebouw niet werd vergund.
De gemeente Knokke-Heist deelde mee voor het complex "oude swimmingpool" destijds een vergunning te hebben verleend.
2. Voor de betrokken site werden door de ge-meente het laatste decennium reeds meerdere bijzondere plannen van aanleg opgemaakt, waarvan er echter vooralsnog geen enkel een ministeriële goedkeuring heeft gekregen.
Voor het einde 1988 opgemaakte bijzonder plan van aanleg (BPA) Congres Center (met als be-stemming congresfuncties, wonen en horeca in deelzones gaande van max. 3 tot 9 bouwlagen), gekoppeld aan een in 1991 opgemaakt milieuef-fectrapport (MER), werd bij ministerieel besluit (MB) van 30 juni 1995 geen goedkeuring ver-l e e n d . Korte tijd daarna werd voor hetzever-lfde terrein het voorontwerp-BPA "Finis Terrae" op-g e m a a k t , met uitsluitend een residentiële be-stemming in de vorm van een totaalproject van meergezinswoningen met maximaal drie en vier bouwlagen en een maximale nokhoogte van 18 m e t e r. Bij MB van 29 augustus 1997 werd ook aan dit BPA de goedkeuring onthouden.
In november 1999 heeft de gemeente voor het betrokken gebied een nieuw gelijknamig voor-o n t w e r p - B PA vvoor-ovoor-or advies tvoor-oegezvoor-onden dat be-houdens kleine, niet wezenlijke verschillen in de formulering van de voorschriften en een andere naamgeving aan de zone 2 "reservaat" (i.p. v. n a-t u u r g e b i e d ) , bijna idena-tiek is aan hea-t BPA waar-aan bij MB van 29 augustus 1997 de goedkeu-ring werd onthouden. Voormelde zone "reser-vaat" van het voorontwerp-BPA omvat de vol-gens het duinendecreet beschermende gronden. In het schrijven van 15 december 1999 bracht de afdeling Ruimtelijke Planning voor het betrok-ken voorontwerp-BPA aan de gemeente ongun-stig advies uit, dat voornamelijk gebaseerd was op volgende vaststellingen.
– Het BPA heeft betrekking op een ruimtelijk zeer belangrijk gebied, namelijk de overgang van het bebouwde deel van Knokke naar een van de belangrijkste natuurgebieden van Vlaams niveau, namelijk het Zwingebied. Mede omwille van de bescherming van dit r e s e r v a a t g e b i e d , is deze optie zeker van "bo-venlokaal" niveau.
In deze visie kan de bestemmingswijziging van dagrecreatie naar een residentiële zone door middel van een BPA niet worden door-g e v o e r d . In het kader van de door-globale be-scherming van het Zwingebied is deze optie van bovenlokaal belang en dient zij binnen een ruimtelijk uitvoeringsplan van bovenge-meentelijk niveau te worden onderzocht en juridisch-planologisch te worden vastgesteld. – Het vigerend gewestplan voorziet voor de
tearoom en terrassen zijn gelegen, in een ge-bied voor dagrecreatie.
Gelet op de ligging tussen de woonzone en het natuurreservaat, is het aangewezen deze zone zodanig in te richten dat zij ten dienste staat van de woonzone en het natuurreser-v a a t , zonder daarbij een bijkomende en te grote druk op het natuurreservaat te leggen. – In verband met de relatie tussen de
steden-bouwkundige inhoud van het voorgestelde B PA en het natuurgebied "Het Zwin", d e e l t de administratie voor Ruimtelijke Ordening het reeds vroeger uit het oogpunt van na-tuurbehoud geformuleerde negatief advies van de afdeling Natuur Brussel, w a a r i n wordt gewezen op een aantal negatieve om-gevingsaspecten zoals daar zijn : vrees voor recreatiedruk en sluikstorting in de omlig-gende duinen ; verstoring van de grondwa-terhuishouding bij de aanleg van de ondegrondse parkeergelegenheden ; h o r i z o n v e r-vuiling door het toegelaten achttien meter hoge gebouw.
– Wat het verband met het Ruimtelijk Struc-tuurplan Vlaanderen betreft, werd verwezen naar de gebiedsspecifieke ontwikkelingsper-spectieven voor de kustmilieus (blz. 3 8 9 , richtinggevend gedeelte), waar omtrent de kustmilieus (inclusief de duinengordel) wordt gesteld dat, wegens de zware druk op de waardevolle ecosystemen van het kustmi-l i e u , de ecokustmi-logische waarden van het kustge-bied optimaal moeten worden versterkt. Dit is onder andere mogelijk door de be-staande natuurgebieden, waar mogelijk, u i t te breiden, het strand gelegen in de omge-ving van natuurgebieden af te sluiten voor r e c r e a t i e, alsook door zeer behoedzaam te zijn voor alle werken nabij natuurgebieden die mogelijk de waterhuishouding van deze gebieden tijdelijk of permanent kunnen wij-zigen.