• No results found

Hoe Rusland de Grote Vaderlandse Oorlog herinnert

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Hoe Rusland de Grote Vaderlandse Oorlog herinnert"

Copied!
84
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Hoe Rusland de Grote

Vaderlandse Oorlog herinnert

Stuurbaarheid van en vatbaarheid voor een gemythologiseerd

geschiedbeeld

A.R.K. de Vlieger Masterscriptie

Studentnr.: 1812661 Begeleider: dr. S. Brouwer

(2)
(3)

Inhoudsopgave

Overzicht afbeeldingen ... 4

Inleiding ... 5

Opzet en structuur ... 7

1. Identiteit en herinnering ... 10

1.1. Het concept ‘identiteit’ ... 11

1.2. Het concept ‘herinnering’ ... 13

1.3. Geheugen en geschiedenis... 17

2. Identiteitsvorming en politieke manipulatie ... 19

2.1. De moeilijkheid van identiteitsdefinitie ... 20

2.2. Geschiedenis binnen het identiteitsdefiniërend beleid ... 22

2.3. De oorlog als onderdeel van de Russische identiteit ... 24

2.4. Mythes ... 25

2.5. Putin en de oorlogsmythe ... 27

2.6. Symboliek ... 30

2.7. De oorlog in symbolen ... 31

2.8. De oorlog en de jeugd ... 38

2.9. De oorlog belichaamd door Putin ... 40

2.10. De oorlog in de geschiedenisboeken ... 42

2.11. De oorlog in films ... 43

3. De herinnering van de Russische bevolking ... 47

3.1. Omgang met trauma’s ... 48

3.2. Working through en rouwen ... 50

3.3. De herwaardering van de Sovjettijd ... 53

3.4. Vasthouden aan de oorlog ... 58

3.5. De populariteit van Jozef Stalin ... 60

3.6. Het conflict in Oost-Oekraïne ... 64

3.7. De oorlogsmythe als strijdbaarheidsmodel ... 67

Conclusie ... 72

Literatuurlijst ... 77

Boeken ... 77

Wetenschappelijke artikelen... 79

Krantenartikelen, recensies en websites ... 80

Opiniepeilingen, toespraken, manifesten en archiefdocumenten ... 83

(4)

Overzicht afbeeldingen

Figuur 1. “Niet zo hadden zij gedroomd Leningrad binnen te trekken.” Pagina 5 Gefotografeerd door de auteur op 15 maart 2010. © auteur.

Figuur 1. Het Sint-Jorislintje Pagina 32

Bron: publiek domein.

Figuur 2. 65 jaar Overwinning, door het lot verbonden Pagina 33 Gefotografeerd door de auteur op 5 mei 2010. © auteur.

Figuur 3. Het logo van de viering van 65 jaar overwinning Pagina 33 Bron: publiek domein.

Figuur 4. Spandoek op de Bajkal-Universiteit Pagina 64 Bron: D. Kolesnyk, ‘Why the Great Patriotic War is so important for

modern Russia?’, Info News, 1 mei 2014. Link:

(5)

Inleiding

Hoe meer we ons van ons verleden bewust zijn, hoe beter we het heden kunnen begrijpen; hoe dieper we tot de betekenis van wat voorafgegaan is doordringen, des te beter kunnen we de betekenis van de toekomst doorgronden. – Aleksandr Herzen1

Op een ijskoude middag in maart 2010 bezocht ik het Museum van de Verdediging van Leningrad, gelegen in het oostelijke deel van Sint-Petersburg. Ik studeerde destijds een semester lang aan de Europese Universiteit van Sint-Petersburg en mocht ik mijn vrije tijd graag zoveel mogelijk musea bezoeken. Hoewel van bescheiden grootte, is het hét museum in de stad dat gewijd is aan het vreselijke beleg van Leningrad gedurende de Tweede Wereldoorlog. Ik was die middag de enige individuele bezoeker; wel waren er meerdere basisschoolklassen die door gidsen door het museum werden geleid. Van een afstandje luisterde ik mee naar wat een van de gidsen te vertellen had. Regelmatig vertelde zij over de “fascistische indringers”, de “bezetters” en de “hitlerianen”; het woord “Duitsers” nam ze niet in haar mond.

In het hele museum viel het me op hoe gekleurd en emotioneel de gebeurtenissen van 68 jaar eerder werden

weergegeven. Op cynische wijze werd in onderschriften van foto’s de spot gedreven met de Duitse soldaten; zo luidde het onderschrift bij een foto van gewonde krijgsgevangen Duitse soldaten die door Sovjetsoldaten worden afgevoerd, “Niet zo hadden zij gedroomd Leningrad binnen te trekken”. De soldaten van het Rode Leger werden overal geportretteerd

als moedige en vaderlandslievende helden. Posters en schilderijen waren bombastisch en

1 Geciteerd in R.A. Medvedev (1973), Laat de geschiedenis oordelen: Ontstaan en gevolgen van het Stalinisme,

Amsterdam: H.J. Paris, 5.

(6)

kleurrijk, romantiseerden het beleg en straalden volop vaderlandsliefde uit. Afbeeldingen van Duitse soldaten waren grauw, duister en onpersoonlijk. Nevel en grafkruisen wekten een sfeer op van dood en verderf. Op alle mogelijke wijzen werden symboliek, compositie, kleurgebruik, stijl en andere visuele middelen gebruikt om het verschil te benadrukken tussen goed, in de persoon van de Sovjetsoldaat, en kwaad, in de persoon van de Duitse soldaat.

In talloze Russische oorlogsmusea worden historische gebeurtenissen op dergelijke subjectieve wijze weergegeven. Met name de Tweede Wereldoorlog en de rol die de Sovjet-Unie hierin heeft gespeeld worden onderworpen aan deze gekleurde visie. Opvallend is dat de Russische overheid een belangrijke rol speelt in deze geschied(her)schrijving en dat dit proces niet alleen in musea, maar over een veel breder front plaatsvindt. Over de jaren hebben vele aspecten van dit proces internationaal het nieuws gehaald: het beïnvloeden van de herschrijving van geschiedenisboeken, het instellen van een commissie die vermeende ‘geschiedvervalsing’ bestrijdt, het decoreren van een genocidepleger die eveneens als nazismebestrijder te boek stond, het herintroduceren van symbolen uit de Sovjetperiode of het subsidiëren van oorlogsfilms met een verhaallijn en geschiedbeeld die binnen het overheidsnarratief passen.

Zo zijn er nog veel meer voorbeelden te geven van overheidsbemoeienis bij de geschiedschrijving en van pogingen de collectieve herinnering aan de oorlog te beïnvloeden. Het is opvallend dat deze inspanningen van overheidswege, die veel weg hebben van indoctrinatie, niet aan dovemansoren zijn gericht. Een groot deel van de hedendaagse Russische bevolking – en zeker niet alleen de oudere generaties – denkt nog altijd vol emotie terug aan gebeurtenissen uit de Tweede Wereldoorlog. Trots op de behaalde overwinning en de pijnlijke herinnering aan de verschrikkingen van de oorlog hebben zich naast elkaar genesteld in het collectieve geheugen van de Russen. Nog altijd duiden de Russen van nu de Sovjetsoldaten steevast aan als geroi (helden), prestaties als podvigi (heldendaden) en Duitsers als fašisty (fascisten).

(7)

action.”2 Voor gebeurtenissen uit het verleden voelt men normaliter niet dezelfde mate van persoonlijke verantwoordelijkheid. In de woorden van Hirst en Manier:

Occasionally, one generation may offer compensation for what a previous generation has done, or celebrate or commemorate some distant event. In such instances, the memory held by the younger generation is often still vivid. Nevertheless, even in these cases, the past events have less personal meaning than directly experienced events, and consequently, one feels less of a sense of responsibility toward them.3

De emotionele lading van een collectieve herinnering vervaagt dus mettertijd, maar dit is in Rusland niet het geval. Kan dit fenomeen volledig verklaard worden door de indoctrinatie van overheidswege, of liggen andere elementen ten grondslag aan het feit dat de hedendaagse Russische bevolking deze versie van de geschiedenis accepteert en nog vol bevlogenheid terugdenkt aan de Tweede Wereldoorlog? Omdat mijn interesse met name uitgaat naar de jongere generaties Russen, die de oorlog dus niet hebben meegemaakt, luidt de hoofdvraag van deze scriptie:

Waarom leven de herinnering aan de Tweede Wereldoorlog en de prestaties van de Sovjetsoldaten in de oorlog nog zo sterk onder de jongere generaties van de Russische bevolking?

Opzet en structuur

Om tot een antwoord op de hoofdvraag te komen, is deze scriptie als volgt ingedeeld. In het eerste hoofdstuk, het theoretisch raamwerk, wordt ingegaan op de begrippen ‘(collectieve) identiteit’ en ‘(collectieve) herinnering’, die een sleutelrol spelen in de problematiek die het onderwerp vormt van deze scriptie. Met name in de afgelopen drie decennia is er door academici erg veel aandacht besteed aan identiteit en herinnering. Het is helaas niet mogelijk om alle bevindingen die uit deze studies zijn voortgevloeid en alle facetten van deze complexe materie in dit hoofdstuk te behandelen, maar ik heb getracht om in ieder geval de twee concepten te definiëren en in te gaan op de elementen en kenmerken die ik in het kader van deze scriptie van belang acht, om daar later in de scriptie op voort te bouwen.

2 Hirst, W. en D. Manier (2002), ‘The Diverse Forms of Collective Memory’, in G. Echterhoff en M. Saar

(reds.), Kontexte und Kulturen des Erinnerns: Maurice Halbwachs und das Paradigma des kollektiven

Gedächtnisses, Konstanz: UVK Verlagsgesellschaft, 41-42.

(8)

In het tweede hoofdstuk richt ik me op het postcommunistische Rusland en worden drie vragen beantwoord: waarom is het proces van identiteitsvorming zo belangrijk en tegelijk zo lastig voor het postcommunistische Rusland, waarom heeft de Russische overheid besloten om invloed uit te oefenen op de geschiedschrijving en het collectieve geheugen, en hoe pakt de Russische overheid deze beïnvloeding precies aan. De Russische staat legt op dermate veel manieren zijn geschiedbeeld aan de bevolking op – met name via nieuw gecreëerde of gerecyclede symbolen, tradities en ceremonies; door middel van films, documentaires, televisie en geschiedenisboeken – dat het me beter leek om hierbinnen een representatieve selectie te maken en niet te vervallen in al te generieke beschrijvingen. Ik heb hier gekozen voor enkele zeer belangrijke en markante aspecten, maar in andere gevallen heb ik juist de minder bekende en minder beschreven facetten behandeld.

Naar de beïnvloeding van de geschiedschrijving en het collectieve geheugen door de Russische autoriteiten is de afgelopen jaren behoorlijk veel onderzoek gedaan, maar hier wordt vaak voorbijgegaan aan de receptie ervan. Er wordt dikwijls verondersteld dat een herschreven geschiedenisboek, een verwijderd monument of een nieuwe feestdag automatisch zijn weerslag heeft op het collectieve geheugen van een gemeenschap, maar dit is niet noodzakelijkerwijs het geval. In het derde hoofdstuk wordt daarom de kwestie van de andere kant bekeken: waarom leeft de herinnering aan de Tweede Wereldoorlog nog zo sterk onder de Russische bevolking, waarom wordt er nog altijd vol bevlogenheid teruggedacht aan de oorlog, hoe herinnert de bevolking, en waarom lijkt de beïnvloeding van de geschiedschrijving en het collectieve geheugen door de Russische overheid geen weerstand te ondervinden onder de bevolking?

Een aantal belangrijke ontwikkelingen uit de jaren negentig zullen de revue passeren, maar deze scriptie zal zich vooral richten op de ontwikkelingen sinds Vladimir Putins aantreden als president in mei 2000; deze afbakening is vooral gekozen omdat in deze periode, zoals hierboven beschreven, aanzienlijk meer pogingen van overheidswege tot historiografische herinterpretatie plaatsvonden dan in de jaren daarvoor. De bevolkingscategorieën waar dit onderzoek zich op richt, zijn in het bijzonder de perestrojka-generatie en de Russen die daarna zijn geboren (grofweg zij die in de jaren tachtig en de eerste helft van de jaren negentig zijn geboren).

(9)
(10)

1. Identiteit en herinnering

A human being lives out not only his personal life as an individual, but also, consciously or subconsciously, the lives of his epoch and contemporaries. – Thomas Mann4

In de tweede helft van 1991 riepen alle vijftien Sovjetrepublieken, waaronder de Russische, na elkaar de onafhankelijkheid uit, waarmee de Sovjet-Unie na 73 jaar ophield te bestaan. Na het tumult van de perestrojka en de openbaringen van de glasnost betekende de val van de Sovjet-Unie een volgende grote verandering in het leven van de Russen. Het was het begin van een jarenlange roerige periode waarin naast geografisch-staatkundige veranderingen ook velerlei politieke, economische en sociale problemen ontstonden.

Een minder tastbaar, maar niet minder groot probleem werd gevormd door het feit dat het nieuwe Rusland niet langer over een leidraad – ook al was het maar een negatieve – in de vorm van een staatsideologie beschikte, waar de Communistische Partij in de Sovjetperiode juist een leidende rol had gespeeld in alle facetten van het politieke, economische, culturele en privéleven. President El’cin brak nadrukkelijk met het Sovjetverleden, wat veel Russen het gevoel gaf dat hun nieuwe staat een historische basis miste. Dit algehele gevoel van stuurloosheid en doelloosheid leidde tot grote onzekerheid over de toekomst. In deze onzekere en snel veranderende tijden werd daarom op existentieel niveau gezocht naar zekerheden en elementen van herkenning die houvast konden bieden op weg naar een onbekende toekomst. In alle lagen van de Russische bevolking werd daarom vanaf 1991 de ontologische vraag gesteld, ‘Wie zijn wij eigenlijk als Russen?’5 Het idee was dat de definiëring van een nieuwe nationale identiteit de Russen zekerheid zou kunnen bieden en het nieuwe Rusland een morele legitimiteit en bestaansrecht zou kunnen verschaffen.6 Maar laten we, voordat we dieper ingaan op het proces van identiteitsdefinitie in Rusland, eerst kijken naar het concept ‘identiteit’. Wat is identiteit precies?

4 Mann, T. (1995) [1924], The Magic Mountain, New York: Vintage Books, 31.

5 O.a. Tolz, V. (2001), Inventing the Nation: Russia, New York: Oxford University Press, 235, Lutz-Auras, L.

(2012), “Auf Stalin, Sieg und Vaterland!” Politisierung der kollektiven Erinnerung an den Zweiten Weltkrieg in

Russland, Wiesbaden: Springer, 83, Gill, G. (2013), Symbolism and Regime Change in Russia, Cambridge: Cambridge University Press, 8 en Merridale, C. (2003), ‘Redesigning History in Contemporary Russia’, Journal

of Contemporary History, jg. 38, nr. 1, London: SAGE Publications, 14.

(11)

1.1. Het concept ‘identiteit’

In de sociale wetenschappen wordt binnen het concept ‘identiteit’ over het algemeen een nadrukkelijk onderscheid gemaakt tussen de identiteit van een persoon of groep, ook wel aangeduid als de ‘persoonlijke identiteit’ en de ‘collectieve identiteit’.7 Zowel de persoonlijke als de collectieve variant wordt vormgegeven door – en is onlosmakelijk verbonden met – de handelingen van respectievelijk een individueel persoon of de leden van een groep, evenals met (gedeelde) ervaringen, normen & waarden, aspiraties, zorgen, dromen en herinneringen. Identiteit heeft te maken met zelf-definitie, met de essentie van een individu of groep. Identiteit is in beperkte mate veranderlijk, waarbij het verstrijken van tijd of het veranderen van locatie of omstandigheden invloed kunnen hebben op de identiteit. Volgens George Mead (1863-1931), een van de grondleggers van de sociale psychologie, worden we niet met een identiteit8 geboren, maar ontwikkelen we deze op jonge leeftijd aan de hand van onze ervaringen en ons handelen in een samenleving en onze relatie ten opzichte van andere individuen in diezelfde gemeenschap.9 Sociale interactie is hierbij noodzakelijk: zonder een medemens om ons van te onderscheiden kunnen we niet articuleren wat onze identiteit precies omhelst en onderscheidend maakt.

We kunnen van een collectieve identiteit spreken indien de samenleving de wijze van waarnemen, houding en wereldbeeld van haar individuele leden deelt en deze kenmerken beschouwt als onontbeerlijke en bepalende kenmerken van de groep.10 Ook hier geldt dat de gemeenschap zichzelf moet kunnen spiegelen aan andere gemeenschappen ter bevestiging van de eigenheid van de gemeenschap.

De identiteit van een individu ontstaat dus na de geboorte en is volgens socioloog Anselm Strauss (1916-1998) na dit moment continu aan verandering onderhevig.11 Ook de bekende ontwikkelingspsycholoog Erik Erikson (1902-1994) is deze mening toegedaan: “A sense of identity is never gained nor maintained once and for all. Like a good conscience, it is

7 Friese, H. (red.) (2002), Identities: Time, Difference and Boundaries, New York: Berghahn Books, 1. 8 Zelf vermijdt hij het word ‘identity’ en spreekt hij van een ‘self’.

9 Mead, G.H. (1934), Mind, Self & Society: From the Standpoint of a Social Behaviorist, Chicago: The

University of Chicago Press, 135.

10 Langenohl, A. (2000), Erinnerung und Modernisierung: Die öffentliche Rekonstruktion politischer

Kollektivität am Beispiel des Neuen Rußland, Göttingen: Vandenhoeck & Ruprecht, 65.

11 Strauss, A.L. (1959), Mirrors and Masks: The Search for Identity, Glencoe: The Free press of Glencoe, 25,

(12)

constantly lost and regained.”12 Strauss verklaart de veranderlijkheid van de identiteit als volgt:

Changes in people may be conceptualized in like fashion. Thus a person during his lifetime may seem to change considerably, but the essential person is assumed to be the same; he is after all the same person, albeit he may suffer severe damage in transit. This metaphor underlies much theorizing in social psychology. It is represented by the very familiar conception that the essential core of personality is laid down early in life and that later changes are variants, although complicated ones, on the initial personality organization.13

Nieuwe ervaringen, bezigheden, status en inzichten en een veranderende samenstelling van de gemeenschap of omgeving zijn slechts enkele elementen die van invloed zijn op deze transformatie van een individu of groep. Desalniettemin is het mogelijk dat identiteit over een langere tijdspanne vrijwel onveranderd blijft; biologische factoren als lichaamstype en -werking veranderen amper, evenals drijfveren, impulsen, idealen, de behoefte tot zelfontplooiing en andere karaktereigenschappen.14 Een deel van de persoonlijke of collectieve identiteit is dus werkelijk onveranderlijk. De mate hiervan wordt bepaald door de stabiliteit van de sociale omgeving; oorlogssituaties, repressies, rampen en andere ingrijpende ontwikkelingen bevorderen een identiteitstransformatie, terwijl een stabiele omgeving ervoor zorgt dat de intentiteit grotendeels onveranderd blijft.

Identiteit moet regelmatig worden bevestigd en de geschiedenis speelt hierbij een belangrijke rol. Door terug te blikken op gebeurtenissen uit de geschiedenis wordt de historische kennis in stand gehouden waaraan een gemeenschap haar eigenheid en gevoel van eenheid ontleent. Tevens wordt op deze manier benadrukt dat generaties komen en gaan, maar dat de groep waar zij deel van uitmaken nog dezelfde is: “individuals hold memberships in groups that themselves are products of a past,” aldus Strauss. “If you wish to understand persons—their development and their relations with significant others—you must be prepared to view them as embedded in historical context.”15 Ook Heidrun Friese benadrukt het diachrone karakter van identeit:

Identities are created in and through individual and collective remembrances that connect the past with the future in the present and mark both continuity and rupture. Identities rely on

12 Erikson, E.H. (1950), Childhood and Society, New York: W.W. Norton & Co., 57. 13 Strauss, Mirrors and Masks, 91.

(13)

memory and on the powerful collective practices of political work of remembrance— monuments, memorial days, museums etc.—that aim at creating commonalities across time and thus collective identities.16

Dit toont het belang aan van de definiëring van een nieuwe Russische nationale identiteit. Het is duidelijk dat de herinnering, die eerder al werd genoemd als een belangrijk identiteitsvormend element, in dit proces een sleutelrol speelt, dus dat begrip gaan we nu nader bestuderen.

1.2. Het concept ‘herinnering’

‘Herinnering’ is als concept minder ongrijpbaar dan ‘identiteit’, maar eveneens een breed begrip. In het kader van dit onderzoek zijn twee soorten herinneringen van belang. De eerste hiervan wordt gevormd door de semantische herinneringen.17 Deze categorie heeft betrekking op het leer- en opslagvermogen van ons brein en omvat onze algemene kennis van begrippen, feiten en de wereld om ons heen, zoals onze kennis van taal, politiek en wiskunde. De tweede categorie, de episodische herinneringen, wordt gevormd door de gebeurtenissen, ervaringen en opgedane kennis uit ons persoonlijke verleden die we ons nog voor de geest kunnen halen.18 Het episodische geheugen kent echter vele beperkingen; zo kunnen we ons van onze kindertijd slechts flarden herinneren, en naarmate de tijd verstrijkt kunnen we ons steeds minder details uit het (verre) verleden voor de geest halen. Ons geheugen wordt tevens onbetrouwbaarder: we gaan wel- en niet-gebeurde voorvallen door elkaar halen en gaan elementen van verschillende herinneringen met elkaar verwarren.

Een belangrijk kenmerk van het episodische geheugen is dat we ons, doordat we beschikken over een zelfbewustzijn, niet alleen een bepaalde ervaring uit het verleden kunnen herinneren, maar ons tevens realiseren dat de persoon die deze ervaring in het verleden meemaakte dezelfde persoon is als de persoon die in het heden terugdenkt aan deze ervaring. In de woorden van Ross Poole, “just as self-consciousness constitutes our various present experiences as experiences of the one self, so too it constitutes our past experiences as experiences of the same self. […] [I]n our awareness of the past experiences we identify them

16 Friese, Identities, 7.

17 Assmann, A. (2008), ‘Transformations between History and Memory’, Social Research, jg. 75, nr. 1, New

York: The New School, 51.

(14)

as ours; that is, as experiences of our present self.”19 Gebeurtenissen uit het verleden zijn geen op zichzelf staande, onderling niet-verbonden feiten; “the experience of autobiographical memory involves remembering both the action and ourselves doing it.”20 De ervaring vond plaats in het verleden, maar de ‘ik’ uit het verleden is dezelfde ‘ik’ als die in het heden en in de toekomst. In die zin is de herinnering, doordat de handelende ‘ik’ niet veranderd is, onlosmakelijk verbonden met de persoonlijke identiteit: de herinnering vormt een belangrijk element van onze identeit, maar tegelijk is onze identiteit onderdeel van de herinnering.21

Herinneringen zijn gebonden aan individuen; ze kunnen niet los worden gezien van een brein en een organisme.22 Wanneer we overlijden verdwijnen onze herinneringen met ons. We kunnen onze episodische herinneringen meegeven aan andere personen, maar zij kunnen zich deze herinneringen niet eigen maken; de beschreven gebeurtenissen verworden bij overdracht tot semantische herinneringen, feitjes over de wereld om ons heen. Dit type herinnering is bijzonder omdat het niet voortkomt uit rechtstreekse ervaring van de gebeurtenis in kwestie; de persoon of personen die de gebeurtenis schriftelijk, mondeling of visueel wordt bijgebracht – de ontvangers – zijn er geen getuige van geweest.

Toch wordt er, wanneer een gemeenschap gedeelde herinneringen heeft, wel gesproken van een ‘collectieve herinnering’ of een ‘collectief geheugen’. Een eenvoudig voorbeeld is een vriendengroep die naar een spannende voetbalwedstrijd gaat. De ruimtelijke, temporele en inhoudelijke details van de westrijd worden later door de hele groep herinnerd, waarbij het feit dat ze de wedstrijd gezamenlijk hebben bijgewoond nadrukkelijk deel uitmaakt van de herinnering.23 Sinds de term ‘mémoire collective’ in 1925 voor het eerst werd gebruikt door de bekende herinneringswetenschapper Maurice Halbwachs is dit fenomeen veelvuldig beschreven en onderwerp van veel discussie.24 En hoewel een gemeenschap als zodanig niet over een bewustzijn beschikt en dus geen herinneringen kan aanmaken, kunnen de individuele leden van de groep dat wel. Al in 1932 stelde psycholoog Frederic Bartlett vast dat wetenschappers die zich met het collectieve geheugen bezighielden, in feite te maken hadden met “memory in the group, and not memory of the group”, een mening die ook Halbwachs was toegedaan.25 Zodoende kunnen we van een collectief geheugen spreken

19 Poole, R. (2008), ‘Memory, Responsibility, and Identity’, Social Research, jg. 75, nr. 1, New

York: The New School, 265.

20 Ibid., 267. 21 Ibid., 267-268.

22 Assmann, ‘Transformations between History and Memory’, 50. 23 Hirst en Manier, ‘The Diverse Forms of Collective Memory’, 41-42. 24 Ibid., 51.

(15)

indien alle individuele leden van een gemeenschap over eenzelfde herinnering beschikken en dit ook een voorwaarde is voor lidmaatschap van deze gemeenschap.26

De wijze waarop een collectieve herinnering gestalte krijgt en aan nieuwe generaties wordt overgedragen bevat een aantal belangrijke elementen die het onderscheiden van de reguliere episodische herinnering. Allereerst is het niet de terugblik op een gebeurtenis als zodanig die een plek krijgt in het geheugen van de ontvanger. De ontvanger herinnert zich namelijk niet de gebeurtenis, maar het middel – bijvoorbeeld een gesprek, tekst of monument – dat is gebruikt om de herinnering over te brengen.27 Bovendien leert de ontvanger niet over hetgeen er werkelijk gebeurd is, maar neemt de ontvanger een representatie over: persoonlijke herinneringen zijn virtueel totdat ze worden omgezet in woord of beeld om te kunnen worden overgedragen.28 Tot slot is deze representatie een versie van de gebeurtenis, als we tenminste vooronderstellen dat een enkele, universeel geaccepteerde, feitelijk juiste, allesomvattende weergave van een gebeurtenis niet bestaat en niet kan bestaan.29 De ontvanger leert over het algemeen niet over de gebeurtenis aan de hand van onafhankelijk onderzoek; herinneringen die het overbrengen waard zijn, worden gewoonlijk door subjectieve bronnen als familieleden, kennissen en leraren doorgegeven.30

Een tweede belangrijk kenmerk is de selectiviteit en dus subjectiviteit van het collectieve geheugen. Gemeenschappen (zoals een dorp, een natie of de kerk) construeren een collectief geheugen aan de hand van symbolen, teksten, afbeeldingen, rituelen, tradities, ceremonies, feestdagen, historische locaties en monumenten.31 In zekere zin vormen al deze elementen samen het cement van een gemeenschap. Kinderen leren op school en van hun ouders over de geschiedenis van hun gemeenschap en vereenzelvigen zich hiermee. Op deze manier wordt het collectief geheugen verankerd in het hart en brein van de individuele leden van de gemeenschap. Collectieve herinneringen worden bewust geselecteerd door de overdragende partij en zijn daardoor uitermate subjectief: bruikbare herinneringen worden zorgvuldig gescheiden van de onbruikbare en relevante herinneringen van de irrelevante. Roemrijke gebeurtenissen uit het verleden zijn hierbij een evidente bron van trots en inspiratie

26 Poole, ‘Memory, Responsibility, and Identity’, 274. 27 Wertsch, Voices of Collective Remembering, 5.

28 Assmann, A. en L. Short (2005), ‘Memory and Political Change: Introduction’, in A. Assmann en L. Shortt,

Memory and Political Change, Basingstoke: Palgrave Macmillan, 3.

29 Ibid., 6. 30 Ibid.

(16)

voor het heden.32 Bovendien is het bij de overdracht erg eenvoudig om een ervaring – bewust dan wel onbewust – te overdrijven, bagatelliseren of verdraaien.

Een derde element is de vervlechting van herinneringen. Eerder werd al genoemd dat ons brein naarmate de tijd verstrijkt onbetrouwbaarder wordt, elementen van verschillende herinneringen door elkaar gaat halen en wel- en niet-gebeurde voorvallen met elkaar gaat verwarren. Dit laatste gebeurt ook met onderdelen van het collectieve geheugen, met name wanneer het traumatische herinneringen betreft. Historicus Orlando Figes schrijft hierover:

As psychoanalysts have shown, people with traumatic memories tend to block out parts of their own past. Their memory becomes fragmentary, organized by a series of disjointed episodes (such as the arrest of a parent or the moment of eviction from their home) rather than by a linear chronology. When they try to reconstruct the story of their life, particularly when their powers of recall are weakened by old age, such people tend to make up for the gaps in their own memory by drawing on what they have read, or what they have heard from others with experiences similar to theirs.33

Om gaten in het geheugen op te vullen, wordt geput uit herinneringen van anderen, collectieve herinneringen, legendes en mythes, aan de hand waarvan mensen zich inbeelden ‘wat er gebeurd moet zijn’. Zo beschreef een vrouw die in de jaren tachtig veel Goelagoverlevenden heeft geïnterviewd hoe bepaalde thema’s en details in diverse getuigenissen terugkeerden. Vier verschillende vrouwen vertelden haar exact dezelfde anekdote en sommige verhalen kwamen letterlijk overeen met verhaallijnen uit Aleksandr Solženitsyns De Goelagarchipel of andere Goelagmemoires.34

Net als de collectieve identiteit is ook de collectieve herinnering dus geen onwankelbaar, bestendig fenomeen. Het collectieve geheugen wordt bewust vormgegeven en gecultiveerd door leden van een gemeenschap of door een gezaghebbend orgaan, bijvoorbeeld een overheid, en nieuwe generaties kunnen de behoefte hebben om bepaalde gebeurtenissen minder te benadrukken en andere juist voor het voetlicht te brengen. Deze gevoeligheid voor beïnvloeding en verandering maakt de collectieve herinnering en de collectieve identiteit tot een middel dat door bijvoorbeeld een nationale overheid kan worden aangewend voor politieke doeleinden. In het volgende hoofdstuk zal worden aangetoond dat dit ook inderdaad gebeurt in Rusland en hoe dit proces tot stand is gekomen en tot uiting komt.

32 Poole, ‘Memory, Responsibility, and Identity’, 276.

(17)

1.3. Geheugen en geschiedenis

Voordat we ons tot het specifieke voorbeeld van Rusland wenden is het nuttig om het verschil tussen de begrippen geheugen en geschiedenis duidelijk te maken. Als een overheid immers invloed kan uitoefenen op de historiografie en op het collectieve geheugen, vervaagt dan niet de grens tussen de geschiedenis en het collectieve geheugen? Het verleden als zodanig verandert niet meer, maar dit geldt dit niet voor de historiografie. Nieuwe ontdekkingen en inzichten zorgen ervoor dat de geschiedenis continu herschreven wordt. Dit kan grote invloed hebben op politieke beleidsvorming en eveneens op persoonlijke of collectieve identiteit. De geschiedenis is dus nauw verwikkeld met de herinnering. In de achttiende en negentiende eeuw, toen de geschiedwetenschap nog in de kinderschoenen stond, werd er zelfs geen duidelijk onderscheid tussen de twee gemaakt, en zeker voor generaties die niet getuige zijn geweest van een bepaalde gebeurtenis kan het lijken alsof de collectieve semantische herinnering aan en de historiografische neerslag van deze gebeurtenis op hetzelfde neerkomen. Er bestaan echter belangrijke verschillen tussen de twee.

Een geschiedkundig verslag wordt tegenwoordig beschouwd als een zo compleet en objectief mogelijke, chronologische, schriftelijke weergave van een gebeurtenis, die nadrukkelijk losstaat van een individu of gemeenschap. Het collectieve geheugen daarentegen is altijd een uiterst subjectieve en selectieve constructie die door een gemeenschap gestalte wordt gegeven met als doel het verleden te verbinden met het heden: het verenigt een gemeenschap, vormt en bevestigt de groepsidentiteit en werkt inspirerend en motiverend.

Geheugen en geschiedenis hoeven echter niet dermate tegengesteld te zijn. Naarmate de tijd verstrijkt, kunnen de collectieve herinnering en de geschiedenis wel degelijk versmelten. Wanneer we de Holocaust als voorbeeld nemen, zien we dat de persoonlijke, episodische herinneringen van overlevenden sterk kunnen verschillen: sommigen hebben de gruwelen van de concentratiekampen moeten doorstaan, anderen zijn ondergedoken geweest en weer anderen zijn erin geslaagd de verschrikkingen te ontvluchten. Voor de tweede en derde generaties Holocaust-overlevenden, evenals voor ooggetuigen die niet rechtstreeks slachtoffer zijn geworden van de Holocaust en andere leden van de gemeenschap, wordt deze collectieve herinnering echter steeds homogener en beïnvloed door films, musea, het werk van historici en andere narratieven.35 Volgens Assmann kunnen de geschiedenis en het semantische collectieve geheugen op verregaande wijze samensmelten:

(18)

Abstract and generalized “history” turns into re-embodied collective “memory” when it is transformed into forms of shared knowledge and collective participation. In such cases, “history in general” is reconfigured into a particular and emotionally charged version of “our history” and absorbed as part of a collective identity.36

Het blijft echter noodzakelijk om de twee begrippen waar mogelijk los van elkaar te zien, en beide op hun eigen waarde te schatten en te beschouwen als belangrijke, elkaar aanvullende manieren om naar het verleden te kijken. De geschiedwetenschap is afhankelijk van herinneringen in de vorm van ooggetuigenverslagen, maar maakt ook gebruik van herinneringen om betekenis en relevantie toe te kennen aan de geschiedschrijving, terwijl herinneringen afhankelijk zijn van de historiografie om gebeurtenissen te verifiëren en vervalsing tegen te gaan.37

(19)

2. Identiteitsvorming en politieke manipulatie

Wie het verleden angstvallig verbergt,

Zal met de toekomst amper in het reine zijn... – Aleksandr Tvardovskij38

Aan het begin van de jaren negentig zagen de Russen hun wereld snel veranderen. Geografisch-staatskundig bezien was er opeens veel veranderd; het vanuit Moskou bestuurde gebied was met een derde deel afgenomen. Maar ook op sociaal-economisch gebied veranderde er veel. De snelle transitie van planeconomie naar vrijemarkteconomie (de zogeheten schoktherapie) verliep chaotisch en de ingevoerde prijscontroles veroorzaakten onmiddellijk hyperinflatie, waardoor het spaargeld van de Russen waardeloos werd. Huisvesting, transport en energie werden onbetaalbaar als gevolg van verminderde staatssubsidies en de werkloosheid steeg doordat niet-concurrerende bedrijven werden gesloten.39 Dit alles stond in schril contrast met de stabiele Brežnevperiode, waar iedere burger garantie had op een baan, gezondheidszorg, onderwijs en een pensioen.40 Rusland was een van de weinige ontwikkelde landen waar de gemiddelde levensverwachting daalde,41 de criminaliteit was hoog en corruptie binnen de overheid en het juridische systeem waren wijdverbreid.42

De onzekerheid onder de bevolking werd vergroot doordat El’cin zich presenteerde als een anticommunist en de ideologische tegenhanger van Michail Gorbačëv, op basis waarvan hij verkozen werd tot de eerste Russische president. Hij brak met de Sovjetperiode, was van mening dat de ondergang van de Sovjet-Unie in het belang van Rusland was43 en beschuldigde de communisten ervan het land een “doodlopende weg” in te hebben gestuurd.44 In het eerste hoofdstuk werd beschreven hoe het bestaan van een tegenhanger om ons aan te

38 Kto prjačet prošloe revnivo, / Tot vrjad li s buduščim v ladu... Tvardovskij, A.T. (1987) [1969], Po pravu

pamjati, in Poėmy, Moskou: Knižnaja palata, 329.

39 Ibid.

40 Satter, D. (2012), It Was a Long Time Ago, and It Never Happened Anyway: Russia and the Communist Past,

New Haven: Yale University Press, 97.

41 Merridale, C. (2001), Night of Stone: Death and Memory in Twentieth-Century Russia, New York: Viking, 47. 42 Billington, Russia in Search of Itself, 40.

43 Tolz, V. (1998), ‘Conflicting “Homeland Myths” and Nation-State Building in Postcommunist Russia’, Slavic

Review, jg. 57, nr. 2, Cambridge: American Association for the Advancement of Slavic Studies, 284.

44 Geciteerd in K.E. Smith (2002), Mythmaking in the New Russia: Politics & Memory during the Yeltsin Era,

(20)

spiegelen een bevestigend kenmerk van de identiteit is: voor El’cin en de Russische liberalen was de Sovjet-Unie deze tegenhanger.

De jaren negentig waren een tijd van neerslachtigheid en ontgoocheling. Een communiste beschreef hoe de mensen in de Sovjetperiode van mening waren dat ze deel uitmaakten van een samenhangend en sterk geheel, terwijl ze zelf het gevoel had nu helemaal op zichzelf aangewezen te zijn en niet langer deel uit te maken van iets groots.45 In de Sovjettijd verbond de ideologie de mensen; iedereen was een Sovjetburger. Nu was er niet langer een dergelijke verbindende factor en verdween het begeerde gevoel van collectivisme. Ook al had het communistische systeem talloze tekortkomingen, van ruwweg het einde van de jaren zestig tot het begin van de jaren tachtig werd de Sovjet-Unie door haar inwoners beschouwd als een stabiele staat, een militaire grootmacht en een van de belangrijkste spelers op het wereldwijde politieke toneel. Deels was dit een illusie, aangezien de Sovjet-Unie niet in staat was om de economische modernisering van het Westen te volgen en het communistische systeem kampte met een aantal fundamentele tekortkomingen, maar in de postcommunistische periode was het contrast met de jaren negentig in de perceptie van de Russen erg groot. Dat de vermeende stabiliteit had plaatsgemaakt voor economische problemen, politieke onrust, armoede en algehele onzekerheid was moeilijk te aanvaarden. De Russen verlangden er lang niet allemaal naar deze situatie te herstellen, maar hadden er wel behoefte aan om een nationale identiteit te formuleren: dit zou Rusland een bestaansrecht geven, zijn nieuwe positie in de wereld duidelijk maken en zekerheid brengen op weg naar de toekomst.

2.1. De moeilijkheid van identiteitsdefinitie

23 jaar na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie is het identiteitsvraagstuk nog steeds actueel. Waar president Putin in 2005 bijvoorbeeld nogal schamper sprak over een ‘Russisch idee’, spreekt hij in recente toespraken juist over de relevantie en het belang van de zoektocht naar zelfdefinitie. Eind 2013 zei Putin bijvoorbeeld het volgende:

Voor de Russen en voor Rusland klinken de vragen ‘Wie zijn wij?’ en ‘Wie willen wij zijn?’ steeds luider in onze samenleving. We hebben de Sovjetideologie achter ons gelaten en het is niet mogelijk deze terug te halen. [...] Het is duidelijk dat onze vooruitgang niet mogelijk is

45 Oushakine, S.A. (2009), The Patriotism of Despair: Nation, War, and Loss in Russia, Ithaca: Cornell

(21)

zonder spirituele, culturele en nationale zelfdefinitie, want anders zijn wij niet in staat weerstand te bieden aan binnen- en buitenlandse uitdagingen.46

Waarom is de zoektocht naar een Russische nationale identiteit zo lastig gebleken? Een belangrijke oorzaak hiervan is de in het vorige hoofdstuk geciteerde, veelomvattende definitie van het begrip ‘identiteit’. Om de vraag ‘Wie zijn wij eigenlijk als Russen?’ te beantwoorden, moet allereerst een onderscheid worden gemaakt tussen de Russen als etniciteit (russkie in het Russisch) en en Russen als staatsburgers van de Russische Federatie (rossijane). In 1991 werd de Sovjet-Unie ontbonden en werden alle unierepublieken onafhankelijke staten, maar zij werden niet allemaal natiestaten, i.e. staten wier grenzen overeenkomen met die van de primaire naties. In 1991 woonden vele etnische Russen opeens in het buitenland, terwijl het grondgebied van de Russische Federatie een groot aantal verschillende volkeren bleef huisvesten. Dit is een belangrijke oorzaak van het Russische identiteitsprobleem: er is niet één enkel universeel kenmerk dat de inwoners van de Russische Federatie verbindt en de basis vormt van een collectieve identiteit.

In het intellectuele debat dat in de afgelopen 23 jaar is gevoerd en dat nog altijd gaande is, heeft historica Vera Tolz vijf verschillende definities van de Russische natie onderscheiden: de Russen als een supranationaal volk of de bevolking van een imperium, de Russen als een natie van alle Oost-Slaven, de Russen als een multi-etnische gemeenschap van Russischsprekenden, de Russen als één ras op basis van bloedverwantschap en de Russen als multi-etnische en multiculturele bevolking van de Russische staat.47 Het is duidelijk dat voor elk van de eerste drie definities de landsgrenzen drastisch herlegd zouden moeten worden en dat voor de vierde definitie de bevolkingssamenstelling zou moeten worden aangepast; geen van deze theorieën was dus bruikbaar voor de Russische Federatie zoals deze er in 1991 uitzag. El’cin koos er vrijwel direct na zijn aantreden voor om de vijfde definitie, de civiele (graždanskaja / civic) identiteit, te gebruiken in het staatsvormingsproces.48 Uiteraard was hiermee het identiteitsvraagstuk niet opgelost, want afgezien van gedeelde landsgrenzen, politieke leiding en burgerrechten was er weinig dat de Russen in wezen verbond; de bevolking was eenvoudigweg te diffuus en pluriform.

Vanwege het gebrek aan weerklank dat de civiele identiteit vond onder de Russische bevolking en de druk van de oppositie om ook de Russischsprekenden in het ‘nabij

46 ‘Vystuplenie Vladimira Putina na zasedanii kluba “Valdaj”’, Rossijskaja gazeta, 19 september 2013. Link:

http://www.rg.ru/2013/09/19/stenogramma-site.html. Geraadpleegd op 24 november 2014.

47 Tolz, Russia, 237-250.

48 Duncan, P.J.S. (2005), ‘Contemporary Russian Identity Between East and West’, The History Journal,

(22)

buitenland’49 te beschouwen als een integraal onderdeel van de Russische natie, werd vanaf 1993 ook de Russische taal als onderdeel van de Russische identiteit genoemd in toespraken en overheidsbesluiten.50 Er was echter regelmatig ambiguïteit en tegenspraak te zien in het overheidsbeleid, en bovendien was de volksvertegenwoordiging verdeeld: met name de communisten en nationalisten in de oppositie waren tegen de civiele visie van Russische identiteit.

In 1996, het jaar van zijn herverkiezingscampagne, besloot El’cin om de hulp van de bevolking in te schakelen. Hij verklaarde dat er een nationaal idee voor het nieuwe Rusland moest worden uitgedacht, dat “de natie zou verbinden, de mensen zou verenigen en ertoe aan zou zetten Rusland te doen wederopleven en een tegenwicht zou bieden aan de politieke verwarring, die niet alleen leidt tot verscheuring van de maatschappij, maar ook van het land.”51 In het verlengde hiervan loofde het dagblad Rossijskaja gazeta in juli 1996 zelfs een beloning van tien miljoen roebel (destijds bijna 15.000 euro) uit voor degene die het beste ‘idee voor Rusland’ (ideja dlja Rossii) voor het scheppen van een nationaal saamhorigheidsgevoel wist te formuleren.52 Het plan mislukte: in de meeste ingestuurde suggesties werd gesproken over het aanmoedigen van het staatspatriottisme, maar patriottisme kon de Russische maatschappij in deze tijd van crisis niet verenigen. De bevolking was bovendien veel te gefragmenteerd om een consensus te bereiken over haar langetermijndoelen, -perspectieven en -verwachtingen.

2.2. Geschiedenis binnen het identiteitsdefiniërend beleid

Het is opvallend dat binnen El’cin pogingen tot een zelfdefinitie te komen, voor geschiedenis vrijwel geen plek was. Dat is opvallend, aangezien – zoals we in het vorige hoofdstuk hebben gezien – een gemeenschap haar eigenheid en gevoel van eenheid ontleent aan het herdenken van historische gebeurtenissen en het benadrukken van de historische continuïteit van de gemeenschap. Het mobiliseren van het Sovjetverleden vond onder El’cin eigenlijk alleen plaats wanneer dit echt nodig was als een politiek wapen. Zo stelden El’cin en zijn aanhangers tijdens de ontbinding van het parlement in de politieke crisis van 1993 of gedurende de

49 Het ‘nabij buitenland’ (bližnee zarubež’e / near abroad) is de Russische aanduiding voor de buurlanden die

met de val van de Sovjet-Unie onafhankelijk werden.

50 Tolz, Russia, 253-254.

51 V’junov, Ju.A. (2011), Russkij kul’turnyj archetip. Stranovedenie Rossii. Charakter. Sklad myšlenija.

Duchovnye orientacii, Moskou: Flinta, 376.

(23)

verkiezingscampagne van 1996 oppositie jegens het overheidsbeleid gelijk aan een hang naar totalitair communisme53 en werden de negatieve kanten van het Sovjetregime benadrukt in de strijd tegen de communistische kandidaat Gennadij Zjuganov.54

In haar halfslachtige zoektocht naar positieve elementen uit de geschiedenis kwam de regering-El’cin voornamelijk uit bij tsaristische symbolen. De regering stelde de Russische staat – met enige terughoudendheid – dan ook voor als een voortzetting van het Russische Rijk van voor 1917. Vele steden, pleinen en straten kregen hun prerevolutionaire naam terug, de rode ster maakte plaats voor de tweekoppige adelaar van de Romanov-dynastie, in El’cins kantoor hing een portret van tsaar Nicolaas II en de wit-blauw-rode driekleur van Peter de Grote verving het rode vaandel met de hamer en sikkel.55 De Communistische Partij werd in 1992 zelfs voor het gerecht gedaagd in een poging – die echter geen succes had – om de partij te verbieden.

Vanaf 1995 begon El’cin in te zien dat zijn anticommunistische houding er niet in kon slagen om de bevolking te verenigen en de Russische staat legitimiteit te verschaffen.56 In december 1991 was een groot deel van de bevolking enthousiast geweest over het uiteenvallen van de Sovjet-Unie, met name vanwege het positieve vooruitzicht een op westerse leest geschoeide, ontwikkelde democratie te kunnen worden, maar deze stemming sloeg met de jaren steeds verder om. Volgens een opiniepeiling uit 1996 zag 68 procent van de bevolking de ontbinding van de Sovjet-Unie als een onjuist besluit, en tijdens de presidentsverkiezingen van 1996 uitten de voornaamste presidentskandidaten dan ook allen nostalgische gevoelens ten aanzien van de Sovjet-Unie.57

Kenmerkend voor de El’cin-jaren was de zoektocht naar een identiteit, een poging om een identiteit te formuleren die alle Russen – de rossijane, maar ten dele ook de russkie, waarvan een groot deel in het buitenland woonde – zou verbinden. Het ambigue en weinig kordate overheidsbeleid reflecteerde het onvermogen van de bevolking om een consensus te bereiken ten aanzien van het Sovjetverleden. Een groot aantal communistische symbolen werd verwijderd, maar Lenin behield bijvoorbeeld zijn mausoleum op het Rode Plein. Evenmin was de overheid erin geslaagd om een zinvolle herdenking van de slachtoffers van het Sovjetregime vorm te geven.

53 Sherlock, T. (2007), Historical Narratives in the Soviet Union and Post-Soviet Russia: Destroying the Settled

Past, Creating an Uncertain Future, New York: Palgrave Macmillan, 158.

54 Gill, Symbolism and Regime Change, 151.

55 Bagger, H. (2007), ‘The Study of History in Russia during the Post-Soviet Identity Crisis’, Scando-Slavica, jg.

53, nr. 1, London: Routledge, 113.

(24)

Er was in deze periode vrijwel geen sprake van identiteitsvorming. Critici, waaronder fervente voorstanders van de civiele identiteitsvariant, verweten El’cin dat hij onvoldoende aandacht besteedde aan het cultiveren van een identiteit aan de hand van symbolen en normen & waarden. Deze zouden betekenis kunnen hebben voor alle staatsburgers van de Russische Federatie, ongeacht hun etniciteit. Waar El’cin slechts beperkt gebruikmaakte van communistische symbolen en zeer terughoudend was in het verwijzen naar gebeurtenissen uit de Sovjettijd, heeft zijn opvolger, Vladimir Putin, op dit gebied een volledig andere koers gevolgd.

2.3. De oorlog als onderdeel van de Russische identiteit

Meerdere wetenschappers hebben gewezen op de Russische behoefte aan een metanarratief.58 Een metanarratief is een allesomvattend teleologisch ‘verhaal’ dat de zin en de doelstellingen van de staat uitlegt en verleden, heden en toekomst verbindt, en is zodoende zeer nauw verbonden met de collectieve identiteit. Het metanarratief is in de woorden van politicoloog Graeme Gill “the means of transforming the principles of the ideology into the practice of day-to-day reality for the citizenry”.59 Om een metanarratief op de bevolking over te brengen wordt gebruik gemaakt van een breed scala aan middelen, zoals geschiedenisboeken, symbolen, afbeeldingen, rituelen, tradities, ceremonies, feestdagen, historische locaties en monumenten: de eerder genoemde overdrachtsmiddelen aan de hand waarvan het collectieve geheugen wordt geconstrueerd. De communistische ideologie had de Sovjetstaat decennialang van een dergelijk metanarratief voorzien. Putin zag op zijn beurt het belang in van een nieuw metanarratief voor de Russische staat, dat de tsaristische, communistische en postcommunistische periode op organische wijze moest verbinden.60 Twee belangrijke componenten van een metanarratief zijn mythes en symbolen.61 Omdat de Sovjetmythe van de Grote Vaderlandse Oorlog in 1999 nog altijd grote populariteit genoot en rijk was aan symboliek, zou de herinnering aan deze oorlog een centrale rol gaan spelen in het nieuwe Russische metanarratief.

58 O.a. Sherlock, Historical Narratives, 162-167, Gill, Symbolism and Regime Change, 26-27. 59 Gill, Symbolism and Regime Change, 3.

(25)

De ‘Grote Vaderlandse Oorlog’62 (Velikaja Otečestvennaja vojna) is een term die al in 1941 werd gemunt en sindsdien wordt gebruikt om de strijd tussen de asmogendheden en de Sovjet-Unie aan het oostfront aan te duiden.63 Dat de Grote Vaderlandse Oorlog een enorme impact heeft gehad op het collectieve geheugen van de betrokkenen is ontegenzeggelijk. Ongeveer 27 miljoen Sovjetburgers en –militairen kwamen om, en vrijwel de hele maatschappij was op de een of andere wijze bij de oorlog betrokken. De overwinning in de Grote Vaderlandse Oorlog werd in de Sovjettijd al beschouwd als de voornaamste prestatie die de Sovjet-Unie geleverd had. Opiniepeilingen die door het Levada-Centrum tussen 1999 en 2008 zijn afgenomen laten zien dat dit beeld niet veranderd is: op de vraag welke gebeurtenis uit de 20e eeuw het belangrijkst is geweest voor Rusland, antwoordde telkens tussen de 83 en 85 procent van de bevolking “de overwinning in de Grote Vaderlandse Oorlog”.64 De ruimtevlucht van Jurij Gagarin, de Oktoberrevolutie en het uiteenvallen van de Sovjet-Unie volgen op ruime afstand. Naar mening van tussen de 86 en 89 procent van de ondervraagden is de gebeurtenis uit de geschiedenis die de meeste trots oproept eveneens de overwinning in de oorlog, op afstand gevolgd door “de leidende rol in de ruimtevaart”, “de verworvenheden van de Russische wetenschap” en “de grote Russische literatuur”.65

2.4. Mythes

Zoals gezegd vormen mythes een belangrijke component van elk metanarratief. Een mythe is een sociale constructie die de leden van een gemeenschap betekenis geeft. “Myths generate social solidarity and identity by creating images of the past which are meant to resonate with the present, linking past and present in a way which gives meaning to the current state of

62 Naar analogie van de ‘Vaderlandse Oorlog’, Napoleons invasie van Rusland in 1812, die in de

prerevolutionaire en Sovjethistoriografie eveneens mythische proporties aannam.

63 De Grote Vaderlandse Oorlog beslaat alleen de periode tussen 22 juni 1941, de dag dat de asmogendheden de

Sovjet-Unie binnenvielen, en 8 mei 1945, de dag dat Duitsland capituleerde. Tot op heden is het begrip ‘Grote Vaderlandse Oorlog’ in Rusland veel gangbaarder dan het begrip ‘Tweede Wereldoorlog’ (Vtoraja mirovaja

vojna), dat de periode september 1939–september 1945 beslaat. Het is belangrijk om een onderscheid te maken tussen de twee termen, omdat de Sovjet-Unie – volgens de Sovjetmythes althans – in de Grote Vaderlandse Oorlog louter een verdedigende rol speelde, terwijl ze in de Tweede Wereldoorlog ook een aantal campagnes als agressor uitvocht. Opmerkelijk is dat een groot deel van de Russische bevolking geen verschil ziet tussen de twee begrippen: in een opiniepeiling uit juli 2014 blijkt dat 30 procent van de Russen meent dat de Tweede Wereldoorlog op 22 juni 1941 begon. ‘Vtoraja mirovaja vojna i Velikaja Otečestvennaja vojny’, Levada-Centr, 31 augustus 2014. Link: http://www.levada.ru/31-08-2014/vtoraya-mirovaya-i-velikaya-otechestvennaya-voiny. Geraadpleegd op 24 november 2014.

64 De ondervraagden mochten meerdere antwoorden geven. Levada-Centr, Vestnik obščestvennogo mnenija.

Dannye. Analiz. Diskussii, jg. 17, nr. 2(104), juni 2010, 30.

(26)

affairs”, zo stelt Gill.66 Mythes kunnen gebaseerd zijn op historische gebeurtenissen, maar zijn altijd deels of grotendeels fictief; de mythe is “a means of both defining and explaining reality for those who believe in it”.67 Belangrijker dan het realiteitsgehalte is echter de geloofwaardigheid en de weerklank die een mythe vindt onder de bevolking.

Zoals alle historische gebeurtenissen zijn mythes belangrijk in het identiteitsvormingsproces van een gemeenschap; het verschaft de gemeenschap legitimiteit, eigenheid en een doel. Gill onderscheidt zes onderling nauw verbonden mythes die de bouwstenen van het Sovjetmetanarratief vormden: de Oktoberrevolutie, de opbouw van het socialisme, interne en externe oppositie tegen de partijkoers, de aard van leiderschap en de overwinning in de oorlog.68 Deze laatste mythe was halverwege de jaren zestig ontstaan onder Leonid Brežnev, die in 1964 Nikita Chruščëv had opgevolgd als leider van de Sovjet-Unie. Chruščëv had een destalinisatie-campagne uitgevoerd, een einde gemaakt aan Stalins persoonlijkheidscultus en tijdelijk een realistische terugblik op de oorlog mogelijk gemaakt, maar onder Brežnev nam de oorlog mythische proporties aan. Het nieuwe narratief beschreef de oorlog als een strijd tussen de heroïsche communisten en de verraderlijke fascistische agressors. De zege in de oorlog was niet langer uitsluitend een militaire triomf, maar werd een rechtvaardiging voor de Sovjetideologie en kreeg zo een politieke functie.69 Vanaf 1965 was 9 mei, Overwinningsdag, een officiële feestdag, compleet met een grootse militaire parade op het Rode Plein. De alomtegenwoordigheid van de oorlogsmythe en de belangrijke plek die de Grote Vaderlandse Oorlog innam in het collectieve geheugen, verklaren waarom het – van alle twisten omtrent de geschiedenis – vooral de oorlog was die in de tweede helft van de jaren tachtig, als gevolg van Gorbačëvs glasnost-beleid, de felste en langstdurende discussies teweegbracht.70

De glasnost leidde niet tot fundamentele, definitieve herzieningen van de geschiedschrijving en in de nieuwe Russische staat bleef de oorlogsmythe in leven, hoewel zonder steun van de autoriteiten. Pas halverwege de jaren negentig stond El’cin eerbetoon aan enkele facetten van de Sovjetperiode toe, waaronder de overwinning op nazi-Duitsland en de verheerlijking van maarschalk Georgij Žukov.71 Er werd jaarlijks een krans gelegd bij het graf van de onbekende soldaat achter het Kremlin, maar vanaf 1995, ter gelegenheid van de

66 Gill, Symbolism and Regime Change, 4.

67 Gill, G. (2011), Symbols and Legitimacy in Soviet Politics, Cambridge: Cambridge University Press, 4. 68 Ibid., 4-5.

69 Overy, R. (1997), Russia’s War, London: Penguin Books, 325.

70 Carleton, G. (2010), ‘Victory in Death: Annihilation Narratives in Russia Today’, History & Memory, jg. 22,

nr. 1, Indiana University Press, 141.

(27)

vijftigste verjaardag van de overwinning op nazi-Duitsland, werd de viering van Overwinningsdag iets uitbundiger: er vond weer jaarlijks een militaire parade plaats op het Rode Plein en het rode vaandel met de hamer en sikkel werd erkend als staatssymbool en wapperde over het Rode Plein, naast de Russische driekleur.72 Het jaar erna was ook de ‘Overwinningsbanier’, de vlag die op 30 april 1945 door het Rode Leger op de Reichstag was gehesen, te zien tijdens de parade.73

2.5. Putin en de oorlogsmythe

Putin zag in dat de oorlogsmythe, die bij de Russen diep in het collectieve geheugen geworteld was, een maatschappelijk verbindende werking had en een bron van trots was. De oorlog onderstreepte de eendracht en cohesie van de natie. De keuze om de oorlogsmythe nieuw leven in te blazen lag dan ook voor de hand en stoelde op gevoelens die al diep in het identiteitsgevoel van de bevolking besloten lagen. Hierbij speelt ook mee dat Putin en zijn vertrouwelingen een achtergrond hebben in de zogeheten machtsorganen (het leger, de politie en de veiligheidsdiensten) en dat de herinnering aan de Tweede Wereldoorlog altijd diep in de kern van de institutionele identiteit van deze organisaties besloten lag.74 Gezien de inherente waakzaamheid van deze organisaties en hun aandacht voor binnen- en buitenlandse vijanden is het niet verwonderlijk dat de herinnering aan de oorlog binnen deze organisaties heilig is en niet openstaat voor herinterpretaties. Het aantal siloviki75 op hoge posten groeide na Putins aantreden gestaag; statistieken uit 2004 tonen aan dat meer dan een kwart van alle hoge ambtenarenposten bekleed werd door alumni van militaire academies.76 Hun invloed op het politieke beleid nam in de jaren na El’cins aftreden dan ook snel toe.

De viering van Overwinningsdag werd onder Putin steeds groter opgezet. Het aantal troepen dat deelneemt aan de parade op het Rode Plein stijgt nog altijd, en sinds 2008 rijden ook voertuigen mee in de parade en vliegen er vliegtuigen en helikopters over, net als in de Sovjetperiode. In 2011 liep een recordaantal van bijna 20.000 soldaten mee in de parade.77 Op diverse wijzen wordt gepoogd de parades een gevoel van historische verbinding mee te geven:

72 Smith, Mythmaking in the New Russia, 89. 73 Ibid.

74 Sherlock, Historical Narratives, 163.

75 De aanduiding van Putins vertrouwelingen en volgelingen met een achtergrond in de machtsorganen. Letterlijk

betekent het woord silovik ‘man van kracht’ of vrijer ‘sterke man’.

76 Sherlock, Historical Narratives, 162.

77 ‘Parad Pobedy: po Krasnoj ploščadi prošli 20 tysjač voennych’, Vesti, 9 mei 2011. Link:

(28)

er lopen altijd eenheden mee in historische uniformen en in 2010 werd een Turkmeens bataljon aangevoerd door een ruiter op een witte hengst die een rechtstreekse afstammeling was van het paard dat tijdens de parade van 1945 bereden werd door maarschalk Žukov.78

Daarnaast werd op 7 november 2011 nog een grootschalige parade georganiseerd op het Rode Plein. Deze parade had niets te maken met de 94e verjaardag van de Oktoberrevolutie, maar was een eerbetoon aan de parade die in november 1941 had plaatsgevonden. Het evenement was een perfecte historische reconstructie met duizenden deelnemers in historische uniformen en originele tanks en ballonversperringen, en de parade riep zo een gevoel van historische verwantschap op.79 Slavist en antropoloog Serguei Oushakine noemde de parade een “repetition of perceptual activity”: het evenement draaide niet zozeer om het herinneren van het verleden en het aanpassen van historisch erfgoed aan hedendaagse conventies, maar was de belichaming van geërfde symbolen en zodoende een herbeleving van de geschiedenis, een “experience of verisimilitude”.80 Precies drie jaar later, op 7 november 2014, werd tijdens de herdenkingsparade zelfs de aanval op de Reichstag nagespeeld. Het verleden wordt zo op tastbare wijze vertaald naar het heden, met echte mensen en echte objecten, en verbindt de generaties van toen met de generaties van nu. De perfecte mythe creëert, zo schrijft historicus Elizabeth Wood, “a moment that is simultaneously timeless and rooted in time”,81 en voornoemde parades zijn een perfect middel om een dergelijke mythe te ondersteunen.

De belangrijkste Russische televisiezenders, die onder Putin vrijwel allemaal onder staatscontrole zijn komen te staan, worden actief gebruikt om de oorlogsmythe voortdurend op de bevolking over te brengen. Het hele jaar door wordt zes tot acht procent van de uitzendtijd op staatstelevisiekanalen gewijd aan films, documentaires en reportages met betrekking tot de Tweede Wereldoorlog.82 In de dagen voorafgaand aan 9 mei stijgt dit percentage aanzienlijk.83

Naast onpersoonlijke tv-programma’s die een algemeen beeld van de oorlog laten zien, zijn er overigens ook zenders die aandacht besteden aan petite histoire. Het kanaal NTV startte in 2008 met een serie waarin Russen worden gevolgd in hun zoektocht naar

78 Oushakine, S.A. (2013), ‘Remembering in Public: On the Affective Management of History’, Ab Imperio,

1/2013, 280.

79 Ibid., 270-271. 80 Ibid., 272.

81 Wood, E.A. (2011), ‘Performing Memory: Vladimir Putin and the Celebration of WWII in Russia’, The Soviet

and Post-Soviet Review, jg. 38, Leiden: Brill, 174.

82 Mijnssen, I. (2014), The Quest for an Ideal Youth in Putin’s Russia I: Back to Our Future! History, Modernity,

and Patriotism according to Nashi, 2005-2013, Stuttgart: ibidem-Verlag, 44.

(29)

familieleden die sinds de oorlog als vermist te boek staan. Over het algemeen wordt de nabestaande aan het begin van de aflevering geïnformeerd over het stoffelijk overschot dat de NTV-ploeg met hulp van amateur-historici en poiskoviki84 heeft weten te localiseren, waarna de nabestaande wordt gevolgd tijdens zijn reis naar de vindplaats, ergens op een van de voormalige slagvelden in Oost-Europa. NTV-verslaggever Ajrat Šavaliev verklaart deze persoonlijke benadering:

De geschiedenis van de Grote Vaderlandse Oorlog is erg chrestomathisch geworden. We lezen er van kinds af aan over, waardoor alle menselijkheid verloren is gegaan. Het is voor ons te ‘historisch’. Maar wanneer je deze locaties bezoekt, deze moerassen, waar daadwerkelijk nog menselijke resten liggen... De poiskoviki zeggen dat het nog 200 jaar duurt voordat al deze resten zijn herbegraven. Dat is een totaal andere gewaarwording.85

Het resultaat is emotionele televisie die het lijden van de oorlog realistisch weet weer te geven. De persoonlijke verhalen brengen de oorlog erg dichtbij: een zoektocht naar een grootvader laat de rechtstreekse verbinding van de generaties zien. Bovendien, zo stelt een van de presentatoren, zijn de nabestaanden die NTV hebben aangeschreven “mensen van verschillende leeftijden, beroepen en levensvisies. Het enige dat hen verbindt is de Grote Vaderlandse Oorlog”.86

Putin kreeg vanwege zijn steun aan de oorlogsmythe al snel kritiek te verduren. Het bejubelen van de overwinning in de oorlog zou een indirecte goedkeuring betekenen van Stalin, het Sovjetregime en de gruweldaden goedpraten die de overwinning mogelijk hadden gemaakt: de repressies en de terreur, de armoede, de dekoelakisatie, de deportaties en de talloze zinloze oorlogsslachtoffers. Putin heeft hier herhaaldelijk tegenover gesteld dat de Sovjetperiode ook vele positieve ontwikkelingen heeft gezien, zoals de zege in de oorlog, de transformatie van agrarische gemeenschap naar industriële supermacht, de verovering van de ruimte, de snelle verstedelijking, een onderwijssysteem van hoge kwaliteit en universele geletterdheid. Al in zijn inauguratierede stelde hij dat “onze geschiedenis zowel tragische als

84 Een poiskovik, letterlijk een ‘speurder’, is iemand die – meestal in zijn vrije tijd – op voormalige slagvelden op

zoek is naar stoffelijke overschotten. Na het opgraven en – indien mogelijk – het identificeren volgt een ‘echte’ begrafenis.

85 ‘Telekompania NTV zaveršaet pokaz cikla reportažej ko Dnju Pobedy’, NTV, 9 mei 2008. Link:

http://www.ntv.ru/novosti/131849/#sel=. Geraadpleegd op 24 november 2014.

(30)

lichtende bladzijden” heeft gekend.87 In 2013 nog benadrukte Putin het feit dat er een brug moest worden geslagen tussen alle periodes en gebeurtenissen uit de Russische geschiedenis:

We moeten trots zijn op onze geschiedenis, en we hebben zeker iets om trots op te zijn. Onze hele geschiedenis moet zonder uitzonderingen deel gaan uitmaken van de Russische identiteit. Als dit niet erkend wordt, zijn wederzijds vertrouwen en de vooruitgang van onze samenleving onmogelijk.88

In het openbaar schippert Putin weldoordacht tussen enerzijds het erkennen van de negatieve kanten van het communistische regime, en anderszijds het benadrukken van de positieve gebeurtenissen uit deze periode. In zijn opinie is het belangrijk dat de Sovjetperiode niet vergeten of verdrukt wordt, omdat dit anders zou betekenen dat hele generaties een zinloos leven hebben geleid.89

2.6. Symboliek

Waar mythes gebruikt worden om een metanarratief op een samenleving over te dragen, zijn het symbolen die het metanarratief en de mythes tastbaar en toegankelijk maken. Symbolen behoren tot de voornaamste middelen aan de hand waarvan we begrip krijgen van de wereld om ons heen. Graeme Gill schrijft over symbolen:

They constitute a form of language which gives expression to principles, assumptions, conceptions and ideas which can be very complex, and thereby through image and allegory can express things simply and give meaning to them more effectively than would be possible through a longer exegesis.90

Een nationale vlag bijvoorbeeld is meer dan een lap stof; ze wordt geassocieerd met de nationale identiteit en kan velerlei beelden en emoties oproepen. Door protocol aan het gebruik van vlaggen te koppelen (vlaggen mogen de grond niet raken, overheidsgebouwen dienen een vlag uit te hangen, vlaggen kunnen halfstok gehesen worden als teken van rouw, et cetera) krijgt de vlag status. Het maakt de vlag een toegankelijke uitbeelding van minder tastbare identiteitsformuleringen. Symbolen versimpelen de realiteit en kennen betekenis toe

87 Gavrilova, M.V. (2004), Kognitivnye i ritoričeskie osnovy prezidentskoj reči (na materiale vystuplenij V. V.

Putina i B. N. El’cina), Sint-Petersburg: Filologičeskij fakul’tet SPbGU, 93.

88 ‘Vystuplenie Vladimira Putina’.

(31)

aan alledaagse gebeurtenissen.91 Voor nieuwe overheden, vooral zij die een grote transitie achter de rug hebben, is het bovenal belangrijk om zich te associëren met symbolen die resoneren in de maatschappij en het nieuwe gezag zo legitimiteit verschaffen.92

Vladimir Putin heeft als geen ander het politieke belang van symbolen ingezien. In het licht van groeiende nostalgie onder de bevolking voor de Sovjetperiode en het simpele feit dat de Sovjettijd het hele leven van vrijwel iedere Rus had beslagen, voerde Putin, kort na zijn aantreden als president, op dit gebied een aantal belangrijke veranderingen door. Vanaf het begin van zijn presidentschap heeft Putin erkend dat Sovjetsymbolen gevoelig kunnen liggen onder de slachtoffers van de repressies, maar dat deze symbolen eveneens worden geassocieerd met de grote prestaties die in de communistische periode zijn bereikt.93

De door El’cin geherintroduceerde tsaristische tweekoppige adelaar werd een officieel staatssymbool, maar Putin verving El’cins impopulaire volkslied Patriotičeskaja pesnja (Patriottenlied) door het Sovjetvolkslied, voorzien van nieuwe tekst, om een brug te slaan tussen het verleden en het heden, zo stelde hij.94 Lenin zou zijn mausoleum op het Rode Plein behouden, omdat de 70 jaar communisme gelijkstaat aan “de levensduur van een hele generatie” en vele mensen “hun eigen leven met de naam van Lenin hebben verbonden”; voor hen zou de begrafenis van Lenin betekenen “dat ze zich hebben gewijd aan valse waarden, zich valse taken hebben gesteld en hun leven voor niets hebben geleefd”.95

2.7. De oorlog in symbolen

De symbolen die Putin heeft geherintroduceerd lijken drie belangrijke doelen te dienen: het benadrukken van de continuïteit van de tsaristische, communistische en post-communistische periode, het benadrukken van het transgenerationele aspect van grootse momenten uit de Russische geschiedenis, met name de zege in de oorlog, en het voorkomen van negatieve herinterpretaties van het verleden, of beter gezegd, herinterpretaties die niet in lijn zijn met de door het Kremlin goedgekeurde, gemythologiseerde versie van de geschiedenis. Een groot deel van de symbolen die Putin heeft geherintroduceerd verwijzen derhalve direct of indirect naar het Sovjetleger of de Grote Vaderlandse Oorlog. In 2000 werd het rode vaandel de

91 Wydra, H. (2012), ‘The Power of Symbols—Communism and Beyond’, International Journal of Politics,

Culture, and Society, jg. 25, nr. 1-3, New York: Springer, 49.

92 Gill, Symbolism and Regime Change, 2. 93 Ibid., 52.

94 Ibid., 52-53.

95 ‘Stenografičeskij otčët o rasširennoj press-konferencii dlja rossijskich i inostrannych žurnalistov’, Prezident

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

The comparison of private and social products is neither here nor there." Geluidshinder is slechts één aspect van Schiphol, het is onredelijk de luchthaven wel te belasten voor

Zoals hierboven beschreven, is de Grote Rekendag een dag die volledig in het teken staat van op een onderzoekende manier aan de slag gaan met open geformuleerde problemen,

Als je puber eens een halfuur te laat en nadien een uur te laat komt, de ene keer wel een straf krijgt en de andere keer geen, is dat niet duidelijk.. VOLG DE

• Interesse voor plassen en stoelgang Je kind wil mee naar toilet met jou, is gefascineerd door het doorspoelen van het toilet, wil zijn stoel- gang onderzoeken, het heeft

Aan- dachtig luisteren naar de ondergrond ervan, kin- deren het gevoel geven dat emoties uiten goed is, ingaan op hun vragen, kan kinderen leren dat gevoelens niet goed of

• Wanneer je kind voldoende zelfstandig kan eten, prikkels in zijn mond kan verdragen en motorisch klaar is om vaste voeding te leren eten, moet hij stapsgewijs leren om de

• Als je ziet dat je kind zich niet goed in zijn vel voelt, neem dan gerust de eerste stap om een gesprek aan te knopen.. • Zoek ondersteuning als jij en je kind er zelf niet

De knul in de trein, die ik ver- zocht om zijn walkman zachter te zetten vanwege de overlast die hij veroorzaakte, repliceerde met: ’Ach, daar ga je toch niet dood aan man ’.