• No results found

Waarom? Daarom! Themadossier - Samen aan tafel

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Waarom? Daarom! Themadossier - Samen aan tafel"

Copied!
11
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Waarom?

Daarom!

themadossier

T HEM A 6 : Samen aan tafel…

Hoe ouders en kinderen tot prettige eetgewoonten kunnen komen.

(2)

Eten, eetgedrag van kinderen, eetontwikkeling van kinderen, ... er komt heel wat bij kijken in het gezinsleven. De tafelsituatie leidt tot vinnige gesprekken, het is een actief, sociaal gebeuren.

Vaak treden frustraties op wanneer kinderen eens morsen, niet willen eten, bepaalde voeding niet lusten, enzovoort. Een goed eetmoment uitzoeken waarop iedereen mee kan tafelen, vergt de nodige afspraken. En wat met die televisie die steeds de voorrang krijgt? Of moet een kind dat niet wil eten aan tafel blijven tot het bord helemaal leeg is?

Bovenal zijn we van mening dat de eetsituatie best prettig verloopt. In dit dossier vind je heel

wat informatie over hoe je als ouder invloed kan uitoefenen op het eetgedrag van je kind en over

hoe de sfeer aan tafel zo optimaal mogelijk kan verlopen.

(3)

HONGER IS DE BESTE SAUS

Het is belangrijk dat je kind de signalen van honger en voldaan zijn van zijn lichaam goed leert herken- nen. Honger is de gezondste motivatie om te eten, maar je kind moet ook leren niet meer te eten dan nodig is.

• Een goed dagschema met maaltijden op vaste tijdstippen geeft je kind de kans om honger te voe- len. Maaltijden worden voorspelbaar. Je kind leert daardoor dat er steeds een volgende maaltijd komt en dat hij dus niet meer moet eten dan nodig.

• Als je kind een gezonde honger kan voelen, zal het gemotiveerd zijn om aan tafel te komen. Vóór de maaltijd knabbelen of drinken verstoort het natuurlijke eetpatroon van je kind. Als je een goed dagschema met regelmatige maaltijden hebt, is tussendoor eten geven ook helemaal niet nodig.

Durf dan gerust te wachten tot het voldoende honger heeft om tijdens de maaltijd te eten, zelfs als dat betekent dat je kind een paar maaltijden minder eet.

• ‘Gezonde buitenlucht’ en beweging wakkeren de eetlust aan.

• Je kind moet van alles eens proeven, maar hoeft zijn bord niet leeg te eten, tenzij hij iets bijvraagt.

Door je kind te dwingen zijn bord leeg te eten, ontneem je hem de kans om zelf te leren ervaren wanneer hij genoeg gegeten heeft.

Leren eten: zoveel meer

dan leren voeding verwerken!

Vanaf de geboorte beschikt je kind reeds over reflexen die hem helpen om voeding op te nemen. Zich voeden is immers een overlevingsinstinct.

Naarmate je kind zich ontwikkelt, wordt voeding zoveel meer dan dat.

Je kind moet naast zuigen niet alleen vele andere eetvaardigheden verwerven, hij moet nog heel wat meer leren om een goede eter te worden!

VERWACHTINGEN VAN OUDERS IN EETGEDRAG VAN KINDEREN

Alle ouders hebben verwachtingen over eetgedrag van kinderen. Je wil vooral dat je kind de nodige gezonde voedingswaren binnen krijgt, zodat je kind goed kan ontwikkelen. Een evenwichtig ontbijt, veel groenten bij het middagmaal en voldoende vezels en fruit tus- sendoor staan vaak mee op het lijstje. Wat doe je als je kind niet tegemoet komt aan die verwachtingen?

Je begint te twijfelen als ouder, je bent bezorgd, gaat aandringen om te gaan eten,... Wel, dan is een eerste geruststellende gedachte misschien op zijn plaats: er bestaan nog heel wat misverstanden over wat normaal eetgedrag is voor baby’s en kleine kinderen. De eet- lust van kinderen is niet constant, maar juist erg wisselend.

Eerder dan altijd voldoende en gevarieerd te eten, eet het doorsnee kind typisch enkele dagen goed en dan weer wat minder of selectiever gedurende een aantal dagen. Daar zijn verschillende redenen voor. Vanaf het tweede jaar bijvoorbeeld, groeit je kind onregelmati- ger. Nu eens krijgt het een groeischeut en heeft het wat meer voedsel nodig, dan weer eet het minder. Ook het krijgen van tanden of ziek zijn of zich niet lekker voelen, kan ervoor zorgen dat je kind minder goed eet.

Je kind eet het eerste jaar - zeker in verhou- ding tot zijn kleine lichaam - enorm veel. Het eerste jaar groeit je kind als kool: hij verdrievoudigt zijn geboortegewicht en verdubbelt bijna zijn lengte.

Nadien vertraagt de groei, en heeft hij door het verliezen van het babyvet en door zijn nieuwe li- chaamsverhoudingen relatief minder calorieën nodig om te functioneren. Voor jou kan het dan lijken of hij te weinig eetlust heeft en te weinig eet.

Kleine kinderen eten doorgaans niet tijdens alle drie maaltijden van de dag even veel.

Verwacht niet dat je kind drie volledige maaltijden per dag volledig opeet. Eén tot anderhalve volledige maaltijd per dag is realistischer. Zo kan het bijvoor- beeld matig eten bij het ontbijt, ‘s middags veel eten en ‘s avonds weer wat minder.

(4)

EEN BREDE SMAAK ONTWIKKELEN Net als volwassenen hebben ook kinderen voorkeu- ren. Als ouder kan je hen regelmatig nieuwe dingen aanbieden, zodat ze andere smaken kunnen uit- proberen, voorkeuren kunnen wijzigen. Er bestaan verschillende manieren om dat te doen:

• Je kan proberen hen een klein beetje te laten proeven, zonder te gaan forceren.

• Nieuwe voeding kan je aanbieden samen met ge- kende voeding. Zo voelt je kind zich veilig: het geeft hem de kans te kiezen en controle te hebben.

• Moedig je kind aan wanneer hij iets probeert dat er anders uitziet, anders aanvoelt, anders smaakt,...

en bevestig dat het ok is.

• Je kan zelf het goede voorbeeld geven: ook op vlak van nieuwe dingen proeven, leren kinderen veel door jou te observeren.

• Vroeg genoeg een grote variatie aan groenten aanbieden, maakt dat kinderen groenten ook gaan appreciëren, naast andere voeding. Wees enthousi- ast en maak je kind nieuwsgierig, duik samen in de moestuin, maak een eigen kruidentuintje,...

Niet eten van nieuw aangeboden voeding wil niet noodzakelijk zeggen dat je kind het niet lust.

Misschien was hij te moe, voldaan, was het nog te onbekend om te proberen. Blijf gerust regelmatig opnieuw aanbieden.

LEREN GENIETEN VAN HET ETEN Hoe kom je tot kinderen die eten écht lekker gaan vinden? Hoe kunnen kinderen leren genieten van hun maaltijd? We overlopen enkele gewoonten die je als ouder kan uitproberen:

• Betrek je kind bij het winkelen, koken, de tafel dekken enz. Laat hem eventueel alles nadoen voor zijn poppen. Spreek daarbij zijn nieuwsgierigheid en fanta- sie aan. Vertel bijvoorbeeld hoe uit een appelpitje een boom groeit. Bevestig zijn drang naar ‘groot en flink zijn’ door hem zelf zo veel mogelijk te laten mee beslis- sen (broccoli of bloemkool vanavond?) en meehelpen.

• Een leuke presentatie en enthousiast aanbieden maakt van iets gewoons een feest.

• Probeer bij elke maaltijd te zorgen voor minstens één ingrediënt dat je kind lust en goed kan eten.

• Zorg voor voldoende variatie, zodat je kind kan uitkijken naar een bepaald gerecht.

• Maak tijd voor de maaltijd. Probeer een vaste struc- tuur in je dagen te brengen zodat je je kunt richten naar de maaltijden. Het hoeven niet altijd driegangen- menu’s te zijn. Twee dagen hetzelfde eten, toch eerder rustig en in aangenaam gezelschap, is even voedzaam.

• Beperk de kans op een negatieve reactie. Keert je kind zich af wanneer je een lepel naar zijn mond brengt, dring dan niet aan. Schep zijn bordje niet te vol: dat kan ontmoedigen en uitnodigen om met het eten te beginnen spelen. Door een kleine hoeveelheid aan te bieden geef je je kind daarentegen de kans om zin te hebben in meer, bij te vragen en fier te zijn dat hij een flinke eter is.

GEZELLIG EETGEBEUREN

Een dagelijks terugkomende eetroutine zorgt voor een voorspelbaar, duidelijk eetmoment: heb je telkens dezelfde eetplek? Eet je elke dag op ongeveer hetzelfde tijdstip? Dek je samen de tafel?

• Samen eten is altijd gezelliger! Plan de maaltijden zo dat jullie samen kunnen eten. Indien dit ’s avonds niet mogelijk is, kan het ontbijt een uitstekend moment zijn om samen te eten.

• De maaltijden plannen op een goed moment kan stress voorkomen: bv. niet eten wanneer je kind al moe is, niet midden in zijn favoriete tv-programma, niet tien minuten voor je ergens naartoe moet enz.

• Problemen en beslommeringen hoeven niet altijd aan tafel besproken te worden. Probeer die twintig minuutjes eventjes tijd te maken om gewoon gezellig samen te zijn.

• Probeer op een ontspannen manier met voeding bezig te zijn. Leg voor kind en voor jezelf niet te veel nadruk op eten, noch belonend, noch bestraffend.

• Heb geduld met jezelf en je kind. Elk leerproces gaat met vallen en opstaan. Laat je dus niet ontmoe- digen door een stapje terug, maar houd ontspannen en met vertrouwen vol.

• Als het op eten aankomt, heeft ieder zijn verant- woordelijkheid. Jij beslist wat er op tafel komt, je kind beslist wat het eet! Jij als ouder bepaalt de regels die voor jou belangrijk zijn rond voeding, en maakt die duidelijk aan je kind.

Enkele voorbeelden van eetregels die je kan stellen

• Handen wassen voor je aan tafel gaat.

• Je hoeft niet aan tafel te blijven als je klaar bent met eten. Heb je genoeg gegeten, of draag je niet meer bij tot het eetgebeuren, dan mag je best van tafel, maar eens van de tafel is de maaltijd afgelopen. Dan moet je achteraf niet weer beginnen eten, maar mag je wel aan tafel komen zitten.

Eigen uitgangspunten waarop je regels kan baseren

• Kondig het eten tien minuten op voorhand aan.

• Bepaal de regels die voor jou belangrijk zijn rond voeding, en maak die duidelijk aan je kind.

• Geef het goede voorbeeld inzake tafelmanieren, een fijn gesprek hebben, naar elkaar luiste- ren enz. De regels die gelden voor je kind, gelden ook voor jou.

• Stel grenzen wanneer je kind op een of andere manier de maaltijd verstoort.

• Beslis of tv-kijken, computeren en lezen bij de maaltijd kan en blijf consequent in je keuze.

• Maak geen apart menu en ga niets anders halen dan hetgeen op tafel staat voor de kinderen.

Als er niets tussenzit wat je kind wil, zal hij moeten wachten tot de volgende maaltijd.

• Koop je kind niet om met toetjes of andere beloningen.

• Beperk de maaltijd tot twintig minuten (tenzij je kind langer wil eten).

(5)

KNOEIEN HOORT ER BIJ

• Knoeien bij het (leren) eten, is geen teken dat je faalt of dat je kind niet goed genoeg zijn best doet.

Morsen maakt deel uit van het leerproces.

• Kleine kinderen gaan niet alleen hun vingers, maar alles wat ze te pakken krijgen, in hun mond steken. Ze gebruiken hun mond immers net als bv. hun ogen om dingen te onderzoeken. Ze oefenen zo ook hun mond in het beter, fijner en gerichter gebruiken en hun mond en tong wennen erdoor aan prikkels. Daarom is het een belangrijke voorbereiding op het leren kauwen. Zorg dus voor veilige voorwerpen zoals een bijtring en aangepast speelgoed, dat je baby in zijn mondje kan steken.

• Eten leert je kind niet alleen met zijn mond, maar ook met zijn handjes. Wanneer je kind zijn eten betast, leert hij verschillende texturen kennen.

Tracht dus niet te vermijden dat je kind knoeit, maar bereid je er op voor.

• Onthoud dat het belangrijkste uiteindelijk het samen genieten van eten en het eetgebeuren is.

Op-voeden tot een zelfstandig etertje

Kleine baby’s zijn voor hun overleving afhankelijk van de voeding die ze van hun ouders krijgen. Tegelijk is het voedingsmoment een moment van nabijheid waarbij de emotionele band en hechting tussen de ouders en de baby wordt versterkt. Overstappen van borst- of flesvoeding op de eerste papjes kan je als ouder dan ook een beetje als een afscheid ervaren. Hetzelfde geldt wanneer je ophoudt je kind met de lepel te voeden om het zelf te laten eten.

Naast de voeding zijn er echter nog vele andere momenten en manieren waarop ouders voor hun kind kunnen zorgen en ermee samen kunnen zijn, en hoe ouder het kind wordt hoe meer manieren er zijn bv. samen een boekje lezen, een spelletje spelen,...

Net omdat er zoveel manieren zijn om je kind te tonen dat je hem graag ziet en goed voor hem zorgt, hoef je geen schuldgevoelens te hebben als je je kind zonder eten van tafel laat gaan, als je de borst- of flesvoe- ding afbouwt,... Omgekeerd moet je kind zich ook niet schuldig voelen als het zelfstandig wil eten of niet lust wat jij met veel liefde hebt bereid.

Het geeft enorm veel voldoening om je pasgeboren baby te voeden, ook omdat je zo gerust bent dat je kind voldoende eet om goed te groeien.

Wanneer je kind ouder wordt, heb je als ouder minder controle op de hoeveelheid die het eet: je kind eet wisselvalliger, lust niet alles,... Je moet er dan als ouder op leren vertrouwen dat je kind zelf aanvoelt hoeveel het nodig heeft. Die stap zetten, betekent aanvaarden dat je kind groter wordt. Het is leren loslaten en controle aan je kind geven.

Dat wil niet zeggen dat je je kind nu aan zijn lot overlaat. Zorgzaam zijn

betekent nu juist dat je je kind de kans geeft om voor zichzelf te leren

zorgen. Nu je kind groter wordt, kan hij ook steeds beter communice-

ren en wordt het eetmoment zoveel meer dan voeden: het wordt een

moment van samen zijn en aandacht hebben voor elkaar.

(6)

Leeftijd Eetvaardigheden Zelfstandig eten Texturen 0 tot 3-4

maanden Zuigen Dunvloeibaar

3-4 tot 6

maanden Beginnende lepelvoeding:

zuigen en pletten Dikvloeibaar

Gladde halfvaste voeding 6 tot 8

maanden Lepelvoeding: pletten

Beginnend bekerdrinken Halfvaste voeding met textuur

8 tot 12 maanden

Beginnend kauwen Bekerdrinken Zachte koek afbijten

Vingervoeding Beker/fles mee vasthouden

Halfvaste voeding met textuur Zachte vaste voeding Afsmeltende voeding

12 tot 18 maanden

Kauwen Rietje drinken Harde koek afbijten

Met lepel eten met morsen Zelf uit een fles drinken Zelf uit een beker drinken

met soms morsen

Kleine stukjes vaste voeding

18 maanden

tot 2-3 jaar Gevorderd kauwen Met mond toe eten

Met lepel eten (18 tot 24 maanden) Met lepel en vork eten (24

tot 36 maanden)

Taaiere voeding Gemengde texturen

3-4 jaar

en ouder Tafelmanieren

Met mes en vork eten Boterham smeren Snijden met mes (48 tot 60

maanden)

Alle consistenties Blijven opletten bij voeding met hoog risico op verslikken

AANDACHTSPUNTEN PER LEEFTIJD

0 tot 3 maanden

• Eén van de eerste taken voor je pasgeboren baby is evolueren naar natuurlijke ritmes: o.a. een slaap-waakritme en een ritme voor honger en voldaan zijn. Je baby moet leren te voelen wanneer hij honger heeft en alleen dan eten. Je kan hem hier het beste bij helpen door hem voeding op vraag te geven. Zo leert je baby te voelen of hij nu echt honger had of niet en kan hij zijn eigen ritme ontwikkelen. Hij leert zo ook dat hij erop kan ver- trouwen dat jij hem eten zal geven wanneer hij het nodig heeft. Door je baby eten te geven wanneer hij weent, leer je zelf ook welke voedingen succesvol zijn en welke niet en begin je de momenten waarop de baby echt honger heeft en de signalen die hij dan geeft beter te herkennen. Indien de baby niet zelf om eten vraagt, moet je hem wel om de 4 uur zelf eten aanbieden.

• Biedt als je borstvoeding geeft - eens deze goed loopt - regelmatig al eens een flesje aan en maak hier een even warm moment van als de borstvoe- ding. Een kleine baby went doorgaans gemakkelij- ker aan het flesje dan een baby die al een hele tijd enkel de borst gewend is. Zo voorkom je problemen met het niet nemen van het flesje bij terugkeer naar het werk.

3-4 tot 6 maanden

• Rond 3 à 4 maanden mag je verwachten dat de voedingen meer volgens een schema verlopen.

• Baby’s zijn vanaf deze leeftijd gemakkelijker afgeleid waardoor je eventueel een rustige plaats moet opzoeken voor de voeding.

EETVAARDIGHEDEN VERWERVEN

6 maanden

• Rond 6 maanden kunnen de eerste tandjes begin- nen doorkomen. Hoewel je ze nog niet ziet kan dit erg pijnlijk zijn en kan de voeding erdoor moeilijker verlopen. Het kan bv. wat pijn geven bij het zuigen, waardoor sommige baby’s tijdelijk minder goed drinken. Geef je baby eventueel tijdelijk een speen met een grotere opening of wissel af met een beker of lepel zodat hij minder (hard) hoeft te zuigen. Som- mige baby’s hebben een voorkeur voor ijskastkoude melk. De tandbogen masseren kan ook helpen.

• Baby’s kunnen gemiddeld rond 6 à 7 maanden zitten zonder steun en hebben dus hun handen vrij om te grijpen. Ze beginnen deel te nemen aan de maaltijd door naar de lepel te grijpen of eten in hun mond te steken. Het is belangrijk deze eerste stapjes naar zelfstandig eten te stimuleren.

• Ter voorbereiding op het leren eten van vaste voe- ding is het belangrijk de eerste afsmeltende brokjes te beginnen aanbieden.

8 tot 9 maanden

• Vanaf 8 à 9 maanden begint de groei te vertragen en begint je kind mogelijk relatief minder en ook wisselender te eten.

12 maanden

• Rond 12 maanden tonen kinderen dikwijls al duidelijk hun voorkeuren.

• Kinderen beginnen meer en meer hun nood aan zelfstandigheid en controle rond eten te uiten. Het is belangrijk hun die binnen bepaalde grenzen te geven.

12 tot 18 maanden

• Tijd om flesje af te bouwen en te vervangen door ander ritueel.

(7)

TIPS BIJ HET LEREN…

… eten van een lepel

• Kies een moment waarop je baby goed uitgerust is en niet te veel honger heeft.

• Houd je baby niet op schoot, maar zet hem goed gesteund in een wipstoeltje of kinderstoel. Zo heeft hij goede steun om de juiste bewegingen te maken en kun je goed voor hem gaan zitten.

• Doe een kleine portie van het hapje vooraan op een zachte, smalle en ondiepe lepel.

• Zorg dat je baby de lepel ziet aankomen en geef hem tijd om zijn mond te openen. Aanvankelijk zal hij zijn mond pas openen als hij de lepel op zijn lippen voelt.

• Bied de lepel horizontaal aan. Schraap de lepel niet af aan de bovenlip maar wacht tot je baby zijn mondje sluit en neem dan de lepel terug. Zo help je hem bij het leren afhappen.

• Om te eten van een lepel moet je baby het zuigen afleren omdat hij anders het eten met zijn tong uit zijn mond duwt. Hou daarom de lepel niet te lang in de mond, want dan heeft je baby de neiging erop te zuigen zoals op de tepel of speen.

• Ook al lukt het nog niet goed met die eerste le- pels: toon je enthousiast en zeg je baby hoe flink hij is en hoe lekker het hapje is. Zo motiveer je hem en leer je hem dat deze nieuwe ervaring iets leuks is.

• Laat voldoende tijd tussen twee lepels. Bied geen lepel aan wanneer je baby zijn gezicht weg- draait: de vorige hap is dan waarschijnlijk nog niet doorgeslikt. Bied de volgende lepel aan wanneer je baby zijn gezicht weer naar jou draait. Volg het tempo van je baby en onderbreek niet voortdurend om de mond af te vegen.

… bekerdrinken

• Rond negen maanden is een goede leeftijd om je kind te leren drinken uit een beker. Je kind moet leren zijn kaak stil te houden terwijl de beker erop rust. Dat lukt in het begin nog niet goed: je kindje zal eerst zijn kaak nog mee op en neer bewegen terwijl het drinkt, met alle morsen van dien.

• Omdat vloeistof veel sneller uit een beker vloeit dan uit een speen, moet je kind leren de vloeistof gedoseerd in zijn mond te laten komen. Omdat dit moeilijk is drinken kinderen eerst slok per slok en verslikken ze zich in het begin soms.

• Zet je kind in een stoel waarin het goede steun heeft.

• Begin met een dikkere vloeistof, met een textuur halfweg tussen melk en pudding. De pap moet zo vloeibaar zijn dat ze uit de beker kan lopen, maar langzaam genoeg zodat je kind de tijd heeft om de vloeistof te leren controleren. Begin met een smaak die je kind lekker vindt.

• Houd eerst zelf de beker vast en geef kleine slok- jes, slok voor slok. Help indien nodig in het begin je kind door zijn onderkaak te ondersteunen. Laat het hem vervolgens zelf proberen.

• Wacht niet tot je kind niet meer morst om het uit een beker te leren drinken: dit morsen is juist deel van het leerproces. Blijft je kind zich ook na veel oefenen regelmatig verslikken, dan kun je beter nader advies inwinnen.

… kauwen

• Om te kauwen, moet je baby leren met zijn tong, lippen en wangen meer gevarieerde, krachtiger en beter gecontroleerde bewegingen te maken.

• De tong brengt de brokjes heen en weer tussen de tanden of tandbogen waar ze door een malende beweging van de onderkaak worden geplet. Tong en wangen zorgen ervoor dat het eten bij elkaar blijft wanneer het vermalen wordt. Is het eten fijn genoeg, dan wordt het verzameld op de tong, die het voedsel in een achterwaartse beweging naar de keel brengt om door te slikken. Gelukkig beschikt je kind op deze leeftijd over een aantal reflexen die hem op weg helpen met deze nieuwe vaardigheid.

• Ga in de eerste plaats na of je kind klaar is om brokjes te verwerken. Je kind is pas klaar om te leren kauwen als het zijn hoofd goed rechtop kan houden, zodat hij kan leren zijn kaak- en tong- bewegingen te controleren. Daarnaast moet hij voldoende gewend zijn aan prikkels in zijn mond zodat hij niet meer kokhalst wanneer hij brokjes in zijn mond voelt.

• Kinderen aanvaarden gemakkelijker brokjes in hun mond wanneer ze er controle over hebben:

dit wil zeggen dat ze die zelf in hun mond mogen steken en dat ze deze indien nodig er ook weer uit kunnen halen. Het is daarom een goed idee om je baby hierop te laten oefenen met vingervoeding.

• Begin met het aanbieden van stukjes die smelten als ze in contact komen met speeksel (denk aan zachte crackers, lange vingers, beschuit, kroepoek, speculaas...). Zo kan je kind wennen aan het gevoel van brokjes, zonder dat hij er al echt op moet kauwen om ze veilig te kunnen doorslikken. Laat je baby de stukjes zelf in de mond steken of steek

de brokjes een voor een afwisselend links en rechts tussen wang en kaakrand van je baby.

• Als je baby dit eenmaal kan eten, kun je kleine zachte brokjes geven die niet smelten (zoals stukjes banaan of meloen, stukjes gekookte bloemkool, toast, hardgekookt ei...), en geleidelijk de textuur en grootte ervan opvoeren.

• Vermijd brokjes die in stukjes uiteenvallen (zoals een rijstwafel) en daardoor moeilijk te controleren zijn.

• Wacht nog met taaiere voeding (vlees, droge vruchten enz.) tot je kind voldoende kracht heeft opgebouwd in tong en kaken.

• Bedenk dat gemengde texturen, zoals fruit met yoghurt, voor je kind nu nog erg verwarrend zijn, omdat hij niet weet of hij dit nu moet opzuigen, pletten of kauwen. Hetzelfde geldt voor fruit met een schil of waar veel sap uitloopt. Niet alleen is de kans op verslikken bij deze voeding groter, de veelheid aan gewaarwordingen kan beangstigend zijn, waardoor sommige kinderen gaan kokhalzen. Wacht met deze voeding tot je kind ongeveer achttien maanden is.

• Geef je kind altijd voldoende tijd om de voeding te verwerken. Geef kleine hapjes en laat voldoende pauze tussen twee happen.

• Het is niet ongewoon dat je kind af en toe kok- halst, bijvoorbeeld omdat het nog niet voldoende gewend is aan brokjes in zijn mond, omdat het de kauwtechniek nog niet goed onder de knie heeft en de brokjes onvoldoende controleert of te snel wil inslikken alvorens ze goed te pletten. Blijft je kind ook na veel oefenen regelmatig kokhalzen, dan kun je beter nader advies vragen.

(8)

VEILIG ETEN

Verslikken betekent dat het voedsel letterlijk ‘in het verkeerde keelgat’ terechtkomt. In plaats van in de slokdarm komt het in de luchtpijp terecht.

Normaalgesproken ga je dan hoesten of kuchen om de voeding uit de luchtpijp te verwijderen. Maar soms lukt dat niet en raakt het stukje geblokkeerd, met verstikkingsgevaar tot gevolg.

Als ouder kun je bijdragen aan een veilige voeding door het risico op verslikken te beperken.

• Vermijd voedingsmiddelen die moeilijk te controleren zijn in de mond, grotere stukken die bij verslikken moeilijk op te hoesten zijn en kleverige voeding die onderweg vast kan gaan zitten of bij verslikken de luchtpijp kan blokkeren. Enkele voorbeelden van voeding waar je goed mee op moet passen zijn pinda’s en andere noten, fruit met pitten en zaden, zoals kersen, druiven en bessen, harde rauwe groenten uit het vuistje zoals wortel, selderij enz., grote stukken vlees, rozijnen en ander gedroogd fruit, hotdogs, winegums en dergelijke snoepjes, popcorn, kerstomaatjes, zacht vers brood zoals sandwiches en pistolets, kauwgom, blokjes kaas...

• Laat je kind nooit alleen als het eet en drinkt.

Zorg dat je in de buurt bent, zodat je meteen kunt ingrijpen als het zich verslikt.

• Laat je kind niet lopend eten en drinken en geef het geen eten of drinken in de auto

• Je spontane reflex als je kind zich verslikt, is het op de rug te kloppen. Dat helpt echter alleen als je het kind ondersteboven houdt.

• Informeer je in EHBO over hoe je moet reageren wanneer je kind zich verslikt.

Voedingsproblemen

WANNEER SPREKEN WE VAN EEN VOEDINGSPROBLEEM?

Herken je een of meerdere elementen uit onderstaande lijst, of ben je om een of andere reden ongerust, dan is het aangeraden om advies in te winnen bij een deskundige:

• je kind toont geen eetlust, geen duidelijk ritme honger/voldaanheid

• je kind eet onvoldoende of eenzijdig

• je kind heeft het moeilijk met het leren van nieuwe eetvaardigheden

• je kind verslikt zich regelmatig, hoest of kucht dikwijls tijdens de

maaltijd of het drinken

• je kind is ouder dan achttien maanden en eet niet zelfstandig

• de maaltijd duurt ongewild langer dan dertig minuten

• je kind geniet niet van de maaltijden

• de maaltijd is geen fijn familiemoment meer: er wordt zelden samen

gegegeten, de sfeer aan tafel is zoek, er is geen aandacht voor elkaar, ...

VOEDINGSPROBLEMEN AANPAKKEN

Geen brokjes eten

• Een eerste reden waarom brokjes leren eten moeilijk kan zijn, is omdat kinderen angstig zijn om zich te verslikken wanneer ze de brokjes niet kunnen controleren. Een kind dat zelfstandig kan eten, weet echter dat het controle heeft over wat het in zijn mond steekt, omdat het dit er ook weer uit kan halen. Daarom is het belangrijk vingervoe- ding te stimuleren.

• Sommige kinderen verdragen het gevoel van brokjes in de mond of op de tong moeilijk. We spreken dan van orale overgevoeligheid. Dikwijls zijn dit ook de kinderen die geen vuil op hun

handen kunnen verdragen, het moeilijk hebben met de kraag van een bepaalde trui of de naad in hun kousen. Deze kinderen kunnen het best worden geholpen door ze geleidelijk aan prikkels bloot te stellen en ze zo de kans te geven er aan te wennen. Je kunt hierbij het best advies vragen aan een logopediste of andere specialist.

• Als ouder kun je er op letten dat je in de al-Als ouder kun je er op letten dat je in de al- ledaagse omgang met je kind zijn verschillende zintuigen aanspreekt. Laat het bijvoorbeeld met zand spelen in de zandbak, voelen aan verschil- lende texturen, aan zaken ruiken in de badkamer en keuken. Laat je kind het eten met al zijn zin- tuigen (kijken, ruiken, voelen, proeven) onderzoe- ken. Voor deze kinderen kan het ook nuttig zijn

(9)

aanvankelijk voeding te kiezen met meer neutrale eigenschappen, bv. geen uitgesproken smaak of temperatuur.

• Sommige kinderen hebben nog niet de kracht en stabiliteit om hun kaak- en tongbewegingen te controleren om brokjes te leren verwerken bv.

kinderen die hun hoofd nog niet kunnen rechthou- den. In dat geval neem je best contact op met een kinesist of andere specialist.

• Wanneer je kind voldoende zelfstandig kan eten, prikkels in zijn mond kan verdragen en motorisch klaar is om vaste voeding te leren eten, moet hij stapsgewijs leren om de brokjes te verwerken (zie hoger).

Selectief eten

Elk kind heeft periodes waarin het kieskeuriger eet. Bij sommige kinderen gaan deze periodes niet voorbij en wordt kieskeurigheid een vast patroon van het eetgedrag.

• Als je denkt dat je kind te eenzijdig eet om goed te kunnen groeien en zich te ontwikkelen, houd dan enkele dagen bij wat het eet en bespreek het met je arts of een diëtist. Als deze je geruststellen, dan kun je voldoende afstand nemen om rustig aan een meer gevarieerd eetpatroon te werken.

• Houd je aan de verdeling van verantwoordelijk-Houd je aan de verdeling van verantwoordelijk- heden: jij bepaalt wat er wanneer op tafel komt, je kind bepaalt of en wat het eet van wat wordt voorgeschoteld.

• Zorg voor een goede eetlust (zie onvoldoende eten).

• Geef kleine porties. Geef je kind steeds iets wat het graag eet, maar ook een klein beetje van iets wat hij niet graag eet. Vooraleer je kind meer te geven van hetgeen hij graag eet, moet hij ook dat beetje van wat hij niet lust opeten. Zo is je kind gemotiveerd om te proeven.

• Forceer niet, maar blijf regelmatig dezelfde smaak aanbieden. Bedenk dat een kind een nieuwe smaak gemiddeld 15 maal moet proeven

vooraleer hij er aan gewend is of vooraleer iets defi- nitief te beschouwen als iets wat je kind niet lust.

• Maak variaties van hetgeen je kind lust: lust het graag spaghettisaus, mix er dan bv. eens een beetje spinazie onder ...

• Laat je kind het zelf doen: kinderen zullen snel-Laat je kind het zelf doen: kinderen zullen snel- ler voeding accepteren wanneer ze die zelf kunnen nemen dan wanneer die met de lepel wordt aangeboden.

• Houd je aan een strikt eetschema en geef in geen geval extra tussendoortjes (ook geen extra drinken) omdat je kind te weinig heeft gegeten.

Opstandige etertjes

• Maak de regels die voor jou belangrijk zijn duidelijk aan je kind en hou je daar aan.

• Geef je kind daarbuiten zoveel mogelijk controle over het eetgebeuren. Laat hem bv. mee kiezen of je vandaag of morgen rode kool eet, of je de aardappelen bakt of kookt,...

• Let op hoe je de voeding aanbiedt door bv. te vragen of je kind een boterham met ham of met kaas wil. Geef hem de kans om te kiezen. De vraag ‘wil je een boterham met kaas?’ zal eerder leiden tot een ‘nee!’

• Geef zo weinig mogelijk aandacht aan het negatieve gedrag van je kind, maar beloon wel de goede stapjes die hij zet.

• Wil je kind iets wat niet op tafel staat, zeg dan dat dat een goed idee is voor een volgende keer, maar zet tijdens deze maaltijd niets anders dan gepland op tafel. Hou er wel rekening mee voor een volgende maaltijd.

• Blijft je kind aandringen en eet hij na één waar-Blijft je kind aandringen en eet hij na één waar- schuwing nog niet, zeg hem dan dat voor hem de maaltijd is afgelopen, laat hem rustig van tafel gaan en niet meer terug komen. Geef hem geen extra tussendoortjes, maar laat hem wachten tot de volgende maaltijd.

Onvoldoende eten

• Ga in de eerste plaats na of je kind echt te weinig eet. Vraag bij twijfel advies aan een arts of diëtist.

• De belangrijkste reden om te eten is honger.

Geef je kind daarom de kans om honger te ervaren en naar het eten uit te kijken door je te houden aan drie maaltijden en twee tot drie geplande tus- sendoortjes per dag.

• Geef eventueel kleinere maaltijden en compen-Geef eventueel kleinere maaltijden en compen- seer die met grotere tussendoortjes.

• Plan de maaltijden op tijdstippen waarop een kind normaal honger heeft.

• Zorg voor buitenlucht en beweging die de eetlust aanwakkeren.

• Geef niet meer te drinken dan nodig is om de dorst te lessen en beperk het drinken vlak voor de maaltijd.

• Geef je kind kleinere porties dan hij normaal eet en vraag niet zelf of het meer wil. Een te grote portie kan weigering, frustratie en een gebrek aan eetlust tot gevolg hebben. Bij een kleinere portie geef je je kind de kans naar meer te verlangen, bij te vragen en trots te zijn dat hij flink eet!

Niet zelfstandig eten

Gemiddeld kunnen kinderen zelfstandig eten rond achttien maanden. Sommige kinderen kunnen het op die leeftijd nog niet, omdat ze onvoldoende gelegenheid hebben gekregen om er ervaring mee op te doen: het gaat te traag, er wordt te veel gemorst ... of de ouders willen zelf voeding blijven geven. Ze vinden het moeilijk om het voeden van hun kind los te laten.

Er zijn ook kinderen die wel zelfstandig kunnen eten, maar blijven vragen om gevoed te worden.

Gevoed worden is voor hen een manier gewor- den om de zorg van hun ouders te testen en zich van hun aandacht te verzekeren. Door getreuzel of vragen om gevoed te worden te negeren, en elk stapje naar zelfstandig eten te bekrachtigen, kan je deze kinderen stimuleren. Indien dit niet volstaat maak je iets wat je kind graag lust en zet het voor hem als hij honger heeft. Doe eventjes iets anders of ga in en uit de kamer om je kind te stimuleren zelf de lepel te nemen en te beginnen eten. Doe dit voor steeds langere perioden. Geef geen commentaar op het feit of je kind wel of niet iets eet. Als je kind vraagt om gevoed te worden of niet zelfstandig eet, voed hem dan zonder com- mentaar te geven. Oefen zo totdat je kind de helft van de voeding zelfstandig kan eten. Geef dan de rest niet meer, maar beëindig de maaltijd en laat je kind van tafel. Geef geen extra tussendoortjes!

(10)

Nood aan goede opvolging en controle

Het vergt enige controle om erop te kunnen vertrouwen dat je kind voldoende eet. Dat draagt ertoe bij dat je je kind met een gerust hart zelf kan laten zoeken naar zijn gevoel van honger en voldaan- heid. Laat regelmatig zijn gewicht, groei en algemene ontwikkeling bepalen. Opvolging door Kind en Gezin, het medisch onderzoek via de school, de huisarts kan jou als ouder dit vertrouwen geven. Ben je op die manier voldoende gerustgesteld, dan geeft dit jou en je kind de ruimte om hem zijn lichaam te leren volgen. Natuurlijk vergt het wat moed om te vertrouwen dat je kind vanzelf wel voldoende zal eten. Elke ouder vraagt zich wel eens bezorgd af of zijn kind niets tekort komt. Als je je té bezorgd opstelt, zal je kind merken dat eigen eetgedrag invloed, macht kan betekenen op hoe de omgeving gaat reageren. Het kind kan macht hebben door niet te eten of net te veel te eten. Het heeft het zelf in de hand. Zo kan een kind extreem gaan vermageren of extreem voedsel gaan opnemen. Voorkomen is dan beter dan genezen.

Bekijk het eens van op een afstand! Is je kind actief en vrolijk? Is het voldaan na de maaltijd? Laat dan de controle over hoeveel het eet over aan je kind.

WEBSITES www.kindengezin.be BOEKEN

• Uitgaven Kind en Gezin:

Aan tafel! Alles over eten en leren eten.

Vanaf welke leeftijd mag je baby vaste voeding krijgen? Begin je met fruitpap of met groente- pap? Vanaf welke leeftijd mag je baby vlees, vis of eieren eten? Praktische tips, eenvoudige en gezonde recepten. De brochure kost 6 euro en is verkrijgbaar bij Standaard Boekhandel.

Wat eten we vandaag? Een boek vol tips en recepten voor gezonde baby- en peutervoe- ding. De brochure kost 6 euro en is verkrijgbaar bij Standaard Boekhandel.

Eten, Julie Verfaillie, Lannoo

Kleine eters: peuters en kleuters met eetproblemen, Els Hofman

Moeilijke eters:Effectieve oplossingen voor eet- problemen bij kinderen, dr. Lori Ernsperger & Tania Stegen-Hanson

Eet- en drinkproblemen bij jonge kinderen, L. van den Engel-Hoek

Gezonde voeding voor uw baby, heerlijk vers en zelfgemaakt, evenwichtige en gevarieerde recepten voor babyvoeding, Anne Iburg, Deltas

Dooreten! Gezond en lekker koken voor je peuter, Sylvia Mouwes, Rosemarie Pasmooij, Niño

Kinderen met overgewicht, een gezond gewicht zonder afvallen, Gerbrand van Hout, Boom Uitgeverij

Kinderen met overgewicht, werkboek, Gerbrand van Hout, Boom Uitgeverij

Help! Mijn kind is te dik! Hoe je je spruiten lekker maakt voor gezond eten, Prof. dr. Kurt Widhalm, Dr.

Monika Berthold

Eet-en slaapproblemen, Martin Herbert, Intro

Van eetlast naar eetlust, eetproblemen van baby- leeftijd tot volwassenheid, Nadine Moyson, Eliane Roofthooft, Acco

THEMAPAKKET VOOR OUDERBIJEENKOMSTEN

Eten!!! Ja gezellig? Een themapakket over eetgedrag van kinderen voor bijeenkomsten met ouders van kinde- ren van 2-12 jaar, Top-punt

www.top-punt.nl/pages/producten/eten-ja-gezellig.php

SPELMATERIAAL OVER ETEN

Chef en co, Rolf

Voedingsdriehoek-puzzel, Rolf

5 maal eten, Vlaamse Liga tegen Kanker

PRENTENBOEKEN

Lekkerbek Violet, Marie-Anne Gillet, Isabelle Gilboux, Clavis

Honger!, Leen Van Durme, Clavis

‘Aan tafel!’, Wilma Degeling, Veronica Nahmias

Fien en Milo: Lekker eten, Pauline Oud, Clavis

Jules heeft honger!, Annemie Berebrouckx, Zwijsen Kinderboeken over gezonde voeding

Weet wat je eet!, Piet Duizer, Annette Fienieg, Cyclone

Het grote weetjes- en doeboek over voeding, een ontdekkingstocht voor kinderen, vol informatie, recep- ten en experimenten, Sonja Floto-Stammen, Charlotte Wagner, Deltas

KINDERKOOKBOEKEN

Jakkie jammie! Lekker en gezond eten voor en door kinderen, Guy Van Cauteren, Davidsfonds/Infodok

Snoep-goed. Over smaakbommen en andere gezonde snacks, Frank Fol, Davidsfonds/Infodok

Taarten en toetjes, creatief bakken met kinderen, Robert Inghelram, Kolet Janssen, Davidsfonds/Infodok

Ketnet kookt, het supercoole Ketnet-kookboek, Lannoo

Het lekkerbekkenalfabat, Moniek Vermeulen, Abimo Uitgeverij

Hapje, hapje, gezond koken voor baby’s en peuters, Pia en Pit Becker, De Lantaarn

Kinderkookboek, Prins, S.

Kinderkookboek zelf kweken, zelf koken. Lock, D.

Grote Kluitman Kinderkookboek, Ibbs K.

Nijntjes Kookboek Tussendoortjes, Dick Bruna

Nijntjes Kookboek Feestrecepten, Dick Bruna

Nijntjes restaurant, Dick Bruna

Kookplezier voor groot en klein, Bernadette Theulet Ook in je plaatselijke bibliotheek kan je heel wat info en literatuur vinden, zowel opvoedingsboeken als leuke (voor)lees- en kijkboeken voor je kind.

REFERENTIES EN BOEKEN VOOR OUDERS & ANDERE OPVOEDERS OM JE IN TE VERDIEPEN

(11)

INFO

Heb je nog vragen, dan kan je contact opnemen met de opvoedingswinkel, Charles Deberiotstraat 2, 3000 Leuven.

tel: 0473-42 54 91 of e-mail: info@opvoedingswinkel-leuven.be

www.opvoedingswinkel-leuven.be

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Indien er significante verschillen zijn (P= < 0,05) wordt er een post-hoc test uitgevoerd waaruit naar voren komt er verschil zit tussen de voor –en nameting, de voormeting en

In summary of this related theme it can be said that in general the occupational therapists working in the PHS of the FS are satisfied with their work hours. Flexi-time is classified

Trouwens, in onze aanname wordt slechts ondersteld dat al het onttrekbare water binnen het bereik van de wortels geheel kan worden verbruikt, wat nog niet het- zelfde is als al

Gooi kartonnen verpakkingen van eten niet weg, maar maak ze goed schoon en geef deze aan uw kind voor in zijn of haar eigen keuken.. Maak samen een eenvoudig keukentje van een kruk

Als je puber eens een halfuur te laat en nadien een uur te laat komt, de ene keer wel een straf krijgt en de andere keer geen, is dat niet duidelijk.. VOLG DE

• Interesse voor plassen en stoelgang Je kind wil mee naar toilet met jou, is gefascineerd door het doorspoelen van het toilet, wil zijn stoel- gang onderzoeken, het heeft

Aan- dachtig luisteren naar de ondergrond ervan, kin- deren het gevoel geven dat emoties uiten goed is, ingaan op hun vragen, kan kinderen leren dat gevoelens niet goed of

Die ongerustheid gaat vaak over gedrag dat te maken heeft met de fase van ontwikkeling waarin je kind zich be- vindt?. Elke leeftijdsfase brengt andere vragen en zorgen met