• No results found

2. Identiteitsvorming en politieke manipulatie

2.7. De oorlog in symbolen

De symbolen die Putin heeft geherintroduceerd lijken drie belangrijke doelen te dienen: het benadrukken van de continuïteit van de tsaristische, communistische en post-communistische periode, het benadrukken van het transgenerationele aspect van grootse momenten uit de Russische geschiedenis, met name de zege in de oorlog, en het voorkomen van negatieve herinterpretaties van het verleden, of beter gezegd, herinterpretaties die niet in lijn zijn met de door het Kremlin goedgekeurde, gemythologiseerde versie van de geschiedenis. Een groot deel van de symbolen die Putin heeft geherintroduceerd verwijzen derhalve direct of indirect naar het Sovjetleger of de Grote Vaderlandse Oorlog. In 2000 werd het rode vaandel de

91 Wydra, H. (2012), ‘The Power of Symbols—Communism and Beyond’, International Journal of Politics,

Culture, and Society, jg. 25, nr. 1-3, New York: Springer, 49.

92 Gill, Symbolism and Regime Change, 2.

93 Ibid., 52.

94 Ibid., 52-53.

95 ‘Stenografičeskij otčët o rasširennoj press-konferencii dlja rossijskich i inostrannych žurnalistov’, Prezident

officiële vlag van de krijgsmacht, in 2002 werd de rode ster in ere hersteld als militair embleem en in 2007 werd de ‘Overwinningsbanier’ goedgekeurd als staatssymbool.96

Het beroemdste symbool is waarschijnlijk het Sint-Jorislintje. De Orde van Sint-Joris was in 1769 door Catharina de Grote ingesteld als een militaire dapperheidsonderscheiding. Het bijbehorende lint was oranje met drie zwarte banen Dit zou naar verluidt vuur en kruit symboliseren, maar volgens andere bronnen was het ontwerp gebaseerd op het wapen van de Russische staat: een zwarte adelaar tegen een gouden

achtergrond.97 Na de machtsovername door de bolsjewieken werd de orde afgeschaft, maar het Sint-Jorislintje kwam tijdens de Tweede Wereldoorlog terug: in 1943 als lintje voor de Roemsorde, een veelvuldig uitgereikte onderscheiding voor manschappen, en in 1945 als lintje voor de ‘Medaille voor de Overwinning op Duitsland’, die aan bijna 15 miljoen oorlogsveteranen is uitgereikt. In 1992 keerde de Orde van Sint-Joris terug in het Russische decoratiesysteem. Vanwege de lange en continue geschiedenis van het lintje werd in 2005 door

staatspersbureau Ria Novosti en een jeugdorganisatie een actie georganiseerd rondom het lintje. Met steun van de staat werden er, voornamelijk door jongeren, op straat 800.000 lintjes uitgedeeld aan voorbijgangers. De actie werd al snel erg populair en wordt nu jaarlijks herhaald. De lintjes worden bevestigd aan auto-antennes, achteruitkijkspiegeltjes, tassen en kledingstukken, maar het symbool is ook terug te vinden op alle denkbare commerciële artikelen, van wodkaflessen tot telefoonhoesjes. In 2006 klom een 82-jarige bergbeklimmer zelfs naar de torenspits van de Petrus- en Paulusvesting, op honder meter hoogte, om daar een lintje te bevestigen.98 Rond 9 mei dragen ook hoogwaardigheidsbekleders, nieuwslezers en veteranen massaal een Sint-Jorislintje. Sinds 2005 zijn in Rusland en in zeker 75 andere landen al minstens 100 miljoen exemplaren uitgedeeld.99

96 Gill, Symbolism and Regime Change, 82.

97 ‘Počemu imenno «Georgievskaja lentočka» stala simvolom Prazdnika Pobedy?’, Argumenty i Fakty, 27 april 2010. Link: http://www.aif.ru/society/history/17728. Geraadpleegd op 24 november 2014.

98 Oushakine, ‘Remembering in Public’, 288.

99 ‘Okolo 100 mln georgievskich lentoček rasprostraneno za vse gody akcii’, Ria Novosti, 24 april 2014. Link: http://ria.ru/gl/20140424/1005307101.html. Geraadpleegd op 24 november 2014.

De actie wordt voornamelijk georganiseerd door jongeren, en de bijbehorende slogans, waaronder “Opa’s Overwinning is mijn Overwinning” en “Wij zijn de erfgenamen van de Grote Overwinning”100 geven

duidelijk het transgenerationele doel van de actie weer. Dezelfde slogans komen ook in overheidsreclame terug. In mei 2010, tijdens het recentste lustrum van de oorlog, waren overal in Moskou grote billboards te zien die de transgenerationele aard van de overwinning benadrukten. De

afbeeldingen toonden over het algemeen jonge stelletjes, een jonge moeder met kind of een veteraan met zijn kleindochter. Als achtergrond was een historische foto gebruikt, vaak van een jonge soldaat – al dan niet omarmd door een burger op

leeftijd – met daaronder teksten als “65 jaar overwinning door de tijd heen”, “door het lot verbonden”, “door de generaties heen” of “65 jaar overwinning in de harten van de generaties”. Er waren spandoeken te zien met de tekst “Uw heldendaad is is ons leven”, er werden marathons georganiseerd onder de titel “Wij zijn de erfgenamen van de Grote Overwinning” en er vond een festival plaats met de naam “Opa’s Overwinning is mijn Overwinning”. Het officiële logo van de viering was een vijfhoekige ster

waaruit een vlam komt die het cijfer ‘65’ vormt; het symbool was duidelijk ontworpen op basis van de eeuwige vlammen die te zien zijn bij veel oorlogsmonumenten en het graf van de onbekende soldaat achter het Kremlin.

Het voorkomen van negatieve herinterpretaties van het verleden werd vooral vanaf 2009 zichtbaar, toen Dmitrij Medvedev het presidentschap had overgenomen en Putin premier was geworden. In februari 2009 stelde Sergej Šojgu, de minister van Noodsituaties en een

100 ‘Istorija akcii’, Georgievskaja lentočka. Link: http://www.gl9may.ru/about/history. Geraadpleegd op 24 november 2014.

Figuur 4. 65 jaar Overwinning, door het lot verbonden

Figuur 3. Het logo van de viering van 65 jaar overwinning

prominent lid van Edinaja Rossija101, voor dat geschiedrevisionisme ten aanzien van de Grote Vaderlandse Oorlog voortaan verboden zou moeten zijn. Korte tijd later kwam er inderdaad een wetsvoorstel dat de ‘rehabilitatie van het nazisme’ en het ontkennen van de ‘cruciale rol die het Sovjetvolk had gespeeld in de overwinning op nazi-Duitsland’ strafbaar zou stellen.102 Bizar genoeg zou de wet niet alleen op Russen van toepassing zijn, maar ook op inwoners van de andere voormalige Sovjetstaten.103 De wet werd uiteindelijk niet aan het parlement aangeboden, mogelijk vanwege de juridische onmogelijkheid om handelingen van buitenlanders strafbaar te stellen.104 In plaats daarvan stelde Medvedev op 7 mei 2009 een federale commissie in met als doel “het bestrijden van pogingen tot geschiedvervalsing ten nadele van de Russische belangen”.105 Dit nieuws deed destijds veel stof opwaaien; onder de 28 commissieleden bevonden zich slechts drie professionele historici, en critici beschouwden het instellen van de commissie als de introductie van een staatsideologie. Omdat het instellingsdecreet geen juridische definitie gaf van ‘geschiedvervalsing’, leek het erop dat de commissie op willekeurige wijze te werk zou gaan en eenvoudigweg alle historiografische inspanningen zou aanpakken die niet in het geschiednarratief pasten.

De commissie, die nooit noemenswaardig in actie is gekomen, is in 2012 weer ontbonden, maar herinterpretaties van het verleden worden nog altijd als een grote bedreiging gezien en er zijn regelmatig incidenten op dit gebied. Zo werd eind 2009 een hoogleraar gearresteerd vanwege zijn onderzoek naar het lot van Duitse soldaten die in goelags waren opgesloten.106 In januari 2014 werd door de televisiezender Dožd’, het enige Russische particuliere tv-kanaal wiens politieke nieuws niet wordt ingegeven door loyaliteit aan het Kremlin, een enquête gehouden met de vraag of Leningrad had moeten worden opgegeven zodat honderduizenden mensenlevens hadden kunnen worden gespaard.107 De opiniepeiling werd als een schande gezien en politici, activisten en Doema-leden uitten felle kritiek. “Ik denk niet dat dit juridisch gezien een of andere wetsovertreding was”, zo concludeerde

101 ‘Verenigd Rusland’, de heersende politieke partij in Rusland, die van 2008 tot 2012 door Putin werd aangevoerd en sindsdien door Medvedev.

102 Koposov, N., ‘The debate in Russia over the “history” laws’, Liberté Pour l’Histoire, 5 juli 2009. Link: http://www.lph-asso.fr/index.php?option=com_content&view=article&id=73. Geraadpleegd op 24 november 2014.

103 Ibid.

104 Laruelle, M. (2011), ‘Negotiating History: Memory Wars in the Near Abroad and Pro-Kremlin Youth Movements’, Demokratizatsiya: The Journal of Post-Soviet Democratization, jg. 19, nr. 3, 235.

105 ‘Ukaz prezidenta RF ot 15.05.2009 № 549 “O Komissii pri Prezidente Rossijskoj Federacii po

protivodejstviju popytkam fal’sifikacii istorii v uščerb interesam Rossii”’, Prezident Rossii, 15 mei 2009. Link: http://document.kremlin.ru/doc.asp?ID=052421. Geraadpleegd op 24 november 2014.

106 Laruelle, ‘Negotiating History’, 236.

107 Lipman, M., ‘Asking the Wrong Question on Russian TV’, The New Yorker, 5 februari 2014. Link:

http://www.newyorker.com/news/daily-comment/asking-the-wrong-question-on-russian-tv. Geraadpleegd op 24 november 2014.

Dmitrij Peskov, Putins persvoorlichter, maar de zender had “meer dan alleen een wet overtreden”: er was bovenal vanuit moreel-ethisch oogpunt een grens overschreden.108 “Zodra we de allergeringste tolerantie beginnen te vertonen voor dergelijke enquêtes”, zo stelde hij, “dan start de erosie van onze natie, de erosie van ons geheugen, het genetische geheugen van ons volk.”109

Niet alleen besloten alle grote tv-aanbieders Dožd’ uit hun pakket te halen, het leidde er ook toe dat Edinaja Rossija de ‘rehabilitatie van nazisme’ en ‘militant nationalisme’ strafbaar wilde stellen.110 De wet werd uiteindelijk in april 2014 goedgekeurd; Russen kunnen nu onder andere gestraft worden voor het “bewust verspreiden van onjuiste informatie over de handelingen van de Sovjet-Unie tijdens de Tweede Wereldoorlog”.111

De symbolische waarde van deze commissies en wetten is groot: kritiek op het officiële geschiednarratief wordt niet geaccepteerd, noch van Russische staatsburgers, noch van (inwoners van) de andere voormalige Sovjetstaten. Waarschijnlijk doelde Medvedev met name op deze buurlanden toen hij in 2009 stelde dat Rusland “steeds vaker wordt geconfronteerd met wat nu geschiedvervalsing wordt genoemd” en dat zulke pogingen “steeds ruwer, verdorvener en agressiever” worden.112

De meeste voormalige Sovjetstaten, waaronder Oekraïne, Polen, Tsjechië en de Baltische Staten, ontdoen zich sinds de jaren negentig in groeiende mate van het communistische erfgoed – de zogeheten lustratie – als onderdeel van hun eigen identiteitsvormingsprocessen en om de banden met West-Europa te versterken.113 Estland en Letland verzochten Moskou in 2004 om financiële compensatie voor de Sovjetbezetting, in Polen werd in 2007 voorgesteld om alle oorlogsmonumenten uit de Sovjettijd te verwijderen, Estland heeft een oorlogsmonument en -begraafplaats uit het centrum van Tallinn verwijderd, in Georgië werd in december 2009 een oorlogsmonument opgeblazen om ruimte te maken voor een parlementsgebouw, Oekraïne probeert de Holodomor114 internationaal erkend te

108 ‘Dmitrij Peskov o situacii s DOŽDËM: ja ne vižu smysla zakryvat’ telekanal, no oni narušili bol’še, čem zakon, perešli krasnuju liniju’, TVRain.ru, 29 januari 2014. Link:

http://www.tvrain.ru/articles/dmitrij_peskov_o_situatsii_s_dozhdem_ja_ne_vizhu_smysla_zakryvat_telekanal_n o_oni_narushili_bolshe_chem_zakon_pereshli_krasnuju_liniju-361620. Geraadpleegd op 24 november 2014.

109 Ibid.

110 ‘MPs urge Nazi rehabilitation ban after nationwide scandal’, RT, 31 januari 2014. Link:

http://www.rt.com/politics/russian-nazi-rehabilitation-dozhd-461. Geraadpleegd op 24 november 2014.

111 ‘Zakon ob ugolovnoj otvetstvennosti za opravdanie nacizma. Dos’e’, Itar-Tass, 28 april 2014. Link: http://www.itar-tass.com/info/1152908. Geraadpleegd op 24 november 2014.

112 ‘O Velikoj Otečestvennoj vojne, istoričeskoj istine i o našej pamjati. Novaja videozapis’ v bloge Dmitrija Medvedeva’, Prezident Rossii, 7 mei 2009. Link: http://www.kremlin.ru/transcripts/25196. Geraadpleegd op 24 november 2014.

113 Laruelle, ‘Negotiating History’, 237.

krijgen als genocide en misdaad tegen de menselijkheid, en zo zijn er legio andere voorbeelden. Vanuit Russisch oogpunt bedreigen deze buitenlandse herinterpretaties de Russische oorlogsmythe die Putin en Medvedev in stand pogen te houden, en in het verlengde daarvan – omdat de oorlogsmythe een hoeksteen is van de nieuwe Russische identiteit – ook de legitimiteit van de Russische staat en zijn machthebbers.

Buitenlandse vijanden spelen een belangrijke rol in de retoriek van de Russische autoriteiten. Zowel Putin als Medvedev verwijst regelmatig naar deze vermeende buitenlandse vijanden. De westerse media waren geschokt toen Putin in zijn toespraak voorafgaand aan de Overwinningsparade van 2007 het buitenlandse beleid van de Verenigde Staten indirect leek te vergelijken met dat van het Derde Rijk.115 Wat Putin zei was het volgende:

De oorzaken van iedere oorlog moeten bovenal worden gezocht in de vergissingen en misrekeningen die in vredestijd worden begaan, en de wortels ervan in de ideologie van confrontaties en extremisme. Vandaag de dag nemen dergelijke dreigingen zeker niet af. Ze transformeren slechts, hun karakter verandert. Deze nieuwe dreigingen vertonen, net als in de tijd van het Derde Rijk, een minachting voor mensenlevens, evenals een wilsoplegging en een aanspraak op een uitzonderingspositie in de wereld.116

De persvoorlichters van het Kremlin weigerden de uitspraak toe te lichten, maar volgens politicoloog Sergej Markov, die veel met het Kremlin samenwerkt, verwees Putin naar de VS en de NAVO; hij onderstreepte daarnaast “that the Second World War teaches lessons that can be applied in today’s world”.117 Het fragment doet sterk denken aan de retoriek uit de Brežnev-periode, waarin het kapitalisme gewoonlijk werd voorgesteld als de agressor en de veroorzaker van de Tweede Wereldoorlog, het grootkapitaal als doel had de Sovjet-Unie te vernietigen en kapitalisten werden gelijkgesteld aan fascisten. De uitspraak was, aangezien ze gedaan werd op 9 mei, waarschijnlijk bovenal van symbolische waarde voor de Russische bevolking: alleen eenheid en opoffering zouden buitenlandse agressie de baas kunnen.118

De gebeurtenissen rond het overlijden van de bekende Estse oorlogsveteraan Arnold Meri passen ook in deze trend. Meri diende tijdens de oorlog als een politiek officier in het

115 O.a. Carleton, ‘Victory in Death’, 145 en A.E. Kramer, ‘Putin Is Said to Compare U.S. Policies to Third Reich’, The New York Times, 10 mei 2007. Link:

http://www.nytimes.com/2007/05/10/world/europe/10russia.html. Geraadpleegd op 24 november 2014.

116 ‘Vystuplenie na voennom parade v čest’ 62-j godovščiny Pobedy v Velikoj Otečestvennoj vojne’, Prezident

Rossii, 9 mei 2007. Link:

http://archive.kremlin.ru/appears/2007/05/09/1127_type63374type82634type122346_127658.shtml. Geraadpleegd op 24 november 2014.

117 Kramer, ‘Putin Is Said to Compare U.S. Policies to Third Reich’.

Rode Leger en werd na de Duitse capitulatie een fervent bevechter van fascisme en neonazisme. In 2003 startten de Estse autoriteiten een onderzoek naar Meri’s vermeende deelname aan de deportatie van 251 Esten naar Siberië in 1949, en in augustus 2007 werd hem officieel genocide ten laste gelegd. Het proces was nog niet afgerond toen hij in maart 2009 overleed. Een dag na zijn overlijden werd Meri door de Russische regering hoog onderscheiden voor onder andere “het tegenwerken van het vervalsen van de uitkomst van de Tweede Wereldoorlog”.119 Er lijkt in het Kremlin echter geen uitgebreide discussie te hebben plaatsgevonden over de vraag of Meri’s vermeende deportatieverleden niet zwaarder woog dan zijn strijd tegen het neonazisme en het in de visie van de Russische overheid nadelige geschiedrevisionisme. De boodschap dat buitenlandse vijanden bestreden en herinterpretaties voorkomen moeten worden, is onmiskenbaar.

Putin en Medvedev zijn zich zeer bewust van de gevoeligheid van onderwerpen als de stalinistische terreur en de verdeeldheid van de bevolking omtrent figuren als Stalin. Beide presidenten vermijden expliciete stellingname, mogelijk om verdere polarisatie onder de bevolking tegen te gaan, maar door middel van symboolpolitiek maken ze hun opinie op indirecte wijze meer dan duidelijk. Het toekennen van onderscheidingen aan controversiële personen is binnen de symboolpolitiek een veelbeproefd middel. Een voorbeeld van de indirecte verering van Stalin – en daardoor ook de discreditering van Gorbačëv en El’cin – is het herhaaldelijke eerbetoon aan Dmitrij Jazov, die in 2004, 2009 en 2014 een hoge Russische orde kreeg uit handen van de president. Jazov diende van 1941 tot 1994 in het Sovjetleger en behaalde de rang van Maarschalk van de Sovjet-Unie. Hij was minister van Defensie van 1987 to 1991 en had in deze periode de aanval op Dmitrij Volkogonov geleid, de prominente historicus die bekend stond om zijn felle kritiek op Stalin. Hij was eveneens een belangrijk tegenstander van El’cin en een van de leiders van de mislukte couppoging van augustus 1991 tegen Gorbačëvs regering. Jazov publiceerde in 2005 een lang artikel waarin hij Stalin verdedigde en pleitte voor diens rehabilitatie; zijn enige kritiek op het beleid van Stalin was de opmerking dat “zelfs genieën vergissingen begaan”.120 Door Jazov te eren, spraken Putin en Medvedev op indirecte wijze hun steun uit voor het stalinisme en de couppoging van augustus 1991.121

119 ‘Ukaz prezidenta RF ot 28.03.2009 № 332 “O nagraždenii ordenom Počëta Meri A.K.”’, Prezident Rossii, 28 maart 2009. Link: http://document.kremlin.ru/doc.asp?ID=051528. Geraadpleegd op 24 november 2014.

120 Sherlock, Historical Narratives, 164.