Vraag nr. 8
van 6 oktober 1999
van de heer LUK VAN NIEUWENHUYSEN Voeren – Subsidiëring sportinfrastructuur
Het is bekend dat de loyale Voerenaars de concur-rentiestrijd met de sportinfrastructuur die door toedoen van de Franse Gemeenschap werd uitge-bouwd, niet aankunnen.
Sedert geruime tijd zijn de Voerenaars vragende partij voor de bouw van een sportschuur met mini-male afmetingen van 44 m x 24 m x 7 m, z o d a t sportdisciplines kunnen worden beoefend waar-voor de Voerenaars nu alleen bij de Fr a n s t a l i g e n t e r e c h t k u n n e n . De sportschuur zou kunnen wor-den gebruikt voor binnen- en buitenschoolse acti-viteiten.
Heeft de minister terzake reeds een beslissing ge-nomen ?
Antwoord
In een recent verleden werden door het Commissa-riaat-generaal voor de Bevordering van de Licha-melijke Opvoeding, de Sport en de Openluchtre-creatie (Bloso) reeds de mogelijkheden onderzocht in verband met de bouw van een nieuwe sporthal in de gemeente Vo e r e n . Hieromtrent werd de Vlaamse volksvertegenwoordiger reeds in 1996 geïnformeerd door mijn voorganger, de heer Luc M a r t e n s, toenmalig Vlaams minister van Cultuur, Gezin en Welzijn.
In verband met de behoefte in Voeren voor een nieuwe sporthal van 44 m x 24 m x 7 m, heb ik Bloso gevraagd nogmaals een onderzoek hierom-trent in te stellen. Hieruit blijkt onder meer het volgende.
1. Het naschools gebruik van de bestaande turn-zaal in de provinciale school in 's Gravenvoeren (afmetingen 23 m x 11 m x 7 m) blijft beperkt. In deze zaal kunnen weliswaar slechts kleinere sportdisciplines worden beoefend (badminton, volleybal, gymnastiek, judo, aerobic, ...).
Er bestaat op dit ogenblik geen enkele garantie dat een zaal met grotere afmetingen een betere naschoolse bezetting zal opleveren dan de be-staande kleinere zaal.
2. In de plaats van een nieuwe sporthal lijkt veel-eer behoefte te bestaan aan een degelijke
s p o r t o m k a d e r i n g, waarbij nieuwe sportinitiatie-ven worden genomen en bestaande sport-voor-allen-activiteiten verder worden ondersteund en begeleid.
Dit kan leiden tot beter uitgebouwde sport-structuren en een betere bezetting van de be-staande sportaccomodaties (inclusief het over-dekt zwembad).
3. Er is behoefte aan veeleer kleinschalige sport-en recreatie-infrastructuur, zoals de aanleg van enkele kleine sportterreinen.
Rekening houdende met deze bevindingen, m e t het feit dat sport een belangrijke factor is van ge-meenschapsvorming en inburgering, alsook met het belang voor de jeugd om als overheid een degelijke competitie-infrastructuur te bezitten, wil ik graag onderzoeken hoe de Vlaamse Gemeenschap op korte termijn iets concreet kan doen voor het Vlaamse sportleven in Voeren.