Vraag nr. 8
van 6 oktober 1999
van de heer LUK VAN NIEUWENHUYSEN VGC-subsidiëring – Bicommunautaire instellingen Zoals de minister ongetwijfeld weet, worden de Nederlandstalige Brusselaars in tal van bicommu-nautaire instellingen in Brussel niet correct behan-deld.
De Vlaamse regering kan, in haar hoedanigheid van toezichthoudende overheid, druk uitoefenen op de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VG C ) om de financiering te blokkeren van die bicommu-nautaire instellingen waar de taalwet niet wordt nageleefd.
Heeft de minister terzake al overleg gepleegd met de VGC ?
Antwoord
De Vlaamse Gemeenschapscommissie subsidieert enkele tweetalige verenigingen, zoals het Ku n s t e n-festival des A r t s, Compagnie Th o r, Ars Musica/Mu-sique Présentes, de Vereniging voor Te n t o o n s t e l l i n-gen van het Paleis voor Schone Ku n s t e n , het Bel-gisch Centrum van het Beeldverhaal, het Po s t m u-seum, Cinema Nova, ...
Wat de naleving van de taalwetgeving betreft, v e r-wijs ik naar de bescherming die wordt geboden door de gecoördineerde wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken van 18 juli 1966. Uit de vaste rechtspraak van de Vaste Commissie voor Taaltoezicht blijkt duidelijk dat natuurlijke en rechtspersonen enkel onderworpen zijn aan de taalwetgeving voorzover zij concessiehouder zijn van een openbare dienst of worden belast met een taak die de perken van een privé-bedrijf te buiten gaat en voorzover er een nauwe band bestaat tus-sen de instelling en de overheid.
Dit is zeker niet het geval voor alle tweetalige or-ganisaties.
In ieder geval ondersteunt de administratie van de VGC de bovenvermelde organisaties op basis van criteria waaraan de werkingen en projecten moe-ten voldoen om in aanmerking te komen voor sub-sidiëring.
Het Nederlandstalig karakter van een werking of van een project is één van deze criteria en wordt beoordeeld aan de hand van onder andere het
be-staan van de Nederlandstalige statuten van de or-g a n i s a t i e, het evenwaardior-g or-gebruik van het Neder-l a n d s, de organisatorische aspecten en de uitstra-ling en locatie van de activiteiten. Wordt hieraan niet voldaan, dan wordt de instelling niet gesubsi-dieerd.
Deze uitgangspunten maken thans het voorwerp uit van een bespreking van een ontwerp van veror-dening houdende de subsidiëring van kunsten in het kader van het overleg met en het toezicht op de VGC.