Vraag nr. 10 van 7 oktober 1999
van de heer LUK VAN NIEUWENHUYSEN Faciliteitengemeenten – Dossiers "onbehoorlijk be-stuur"
Tijdens de vorige zittingsperiode gaf de voorganger van de minister te kennen dat hij zijn federale col-lega systematisch op de hoogte hield van daden van onbehoorlijk bestuur die werden gesteld door de burgemeesters van een aantal Vlaamse gemeen-ten met faciliteigemeen-ten voor Franstaligen.
1. Heeft de Vlaamse regering ooit enig bericht ontvangen van het verder gevolg dat hieraan werd gegeven door de federale overheid ? 2. Informeert de minister geregeld naar het
ver-loop van de verschillende dossiers die in het verleden door de Vlaamse regering aan de fede-rale minister van Binnenlandse Zaken werden bezorgd ?
3. Werden tijdens deze zittingsperiode door de mi-nister al dossiers van burgemeesters uit de faci-liteitengemeenten voor verder gevolg overge-zonden aan de federale regering ?
4. Wordt er eventueel op aangedrongen dat de fe-derale minister zijn verantwoordelijkheid terza-ke zou nemen ?
Antwoord
Uit mijn onderzoek terzake blijkt dat mijn voor-ganger bij brief van 1 augustus 1997 een tuchtdos-sier doorstuurde naar de toenmalige minister van Binnenlandse Zaken over de verspreiding van een artikel in het gemeentelijk informatieblad "Vo e r e n i n f o " , verspreid in de loop van maart 1997, w a a r i n beledigingen stonden aan het adres van de V l a m i n-g e n , de Vlaamse overheid en de Vlaamse instellin-g e n . Hierop heeft de minister van Binnenlandse Zaken aan het gemeentebestuur laten weten dat een informatieblad uitgaande van de gemeentelijke overheid en door haar gefinancierd, objectief moet z i j n , aan de bevolking een volledig beeld moet geven van de organisatie en werking van de ge-meentelijke diensten en niet mag verworden tot een politiek pamflet van een individueel mandata-ris of een bepaalde politieke stroming. D a a r b i j heeft hij duidelijk laten aanvoelen dat, indien men op die manier doorgaat, het wel eens een zwaar-wichtig dossier zou kunnen worden.
Wat de andere faciliteitengemeenten betreft, w e r-den in het verler-den geen tuchtdossiers naar de fe-derale minister van Binnenlandse Zaken gezon-den.
Tijdens deze zittingsperiode werden door mij nog geen tuchtdossiers betreffende de faciliteitenge-meenten voor verder gevolg overgezonden aan de federale minister van Binnenlandse Zaken.