Vraag nr. 41
van 7 november 2003 van de heer JAN LOONES IJzermonding – Zwerfvuil
Destijds ondervroeg ik voormalig minister Stevaert omtrent voortdurend aanspoelend zwerfvuil op de schorren van de IJzermonding (vraag nr. 78 van 12 november 2001 ; Bulletin van Vragen en A n t w o o r-den nr. 10 van 29 maart 2002, b l z . 9 2 9 ) . Het initia-tief om een oplossing hiervoor te bieden, moest na-melijk komen van de AWZ (administratie Wa t e r-wegen en Zeewezen), afdeling Waterr-wegen Ku s t , die de IJzer (als waterloop) beheert, en bijgevolg ook moet instaan voor de verwijdering van het zwerfvuil.
Het antwoord van minister Stevaert maakte duide-lijk dat het zwerfvuil dat aanspoelt op de schorren van de IJzermonding in Nieuwpoort zowel vanuit de zee, de haven en de IJzer zelf komt, als vanuit de waterlopen die uitmonden in de IJzer.
Hij deelde toen mee dat de afdeling Wa t e r w e g e n Kust een aanbesteding uitschreef om het drijvend vuil uit de waterlopen onder het beheer van de af-deling Waterwegen Ku s t , te verwijderen. Een Oos-tendse firma zorgt er nu voor dat op geregelde tijd-stippen het zwerfvuil uit die waterlopen (waaron-der de IJzer, het Kanaal Plassendale- N i e u w p o o r t en het Kanaal Nieuwpoort-Duinkerke) wordt ver-w i j d e r d . Op deze kanalen zou nu haast geen zver-werf- zwerf-vuil meer aanwezig zijn.
Er werd wel vastgesteld dat er bij grote wassen op de IJzer veel zwerfvuil komt uit de wateringen die in de IJzer uitmonden, en dat dit zwerfvuil verder uitstroomt naar zee. Om daarvoor een oplossing te b i e d e n , zou minister Stevaert zijn administratie Waterwegen en Zeewezen opdracht geven de col-lega's van Aminal (administratie Milieu-, N a t u u r-, Land en Waterbeheer) te contacteren, a a n g e z i e n de onbevaarbare waterlopen onder de bevoegd-heid van de minister van Leefmilieu vallen.
1. Kan de minister meedelen of zijn administratie M i l i e u-, N a t u u r-, L a n d- en Waterbeheer (Ami-nal) gecontacteerd werd door de administratie Waterwegen en Zeewezen omtrent dit pro-bleem ?
2. Werd dit onderwerp besproken op het bekken-comité-overleg ?
3. Welke oplossing heeft de betrokken administra-tie (Aminal) voorgelegd aan de minister ?
N B. Een gelijkaardige vraag werd gesteld aan mi-nister Bossuyt (nr. 64).
Antwoord
1. De afdeling Water We s t-Vlaanderen werd op 17 november 2003 door de administratie Wa t e r w e-gen en Zeewezen aangesproken over de proble-matiek van het zwerfvuil.
2. Volgens de verantwoordelijken van het IJzer-bekken werd het probleem nog niet in het bek-kencomité besproken.
3. De afdeling Water heeft één project gereali-seerd dat specifiek tot doel had te beletten dat zwerfvuil in de IJzer terechtkomt. Het betreft het rooster op de noodoverlaat van de Ieperlee naar het Kanaal Ieper-IJzer.
Dit neemt niet weg dat meerdere werken op waterlopen van de Ie categorie de toevoer van zwerfvuil verminderden :
– de roosters op de Verdronken We i d e n , d i e geïnstalleerd werden om vuil uit de over-welfde IJzerwegbeek te houden, h o u d t zwerfvuil naar de Ieperlee tegen ;
– de slibvang op de Handzamevaart houdt in mindere mate ook zwerfvuil tegen langs de randen ;
– dergelijke slibvang wordt in de toekomst ook op de Martjesvaart gebouwd ;
– de inrichtingswerken van de Handzamevaart in Diksmuide zullen door hun esthetisch ka-rakter de bewoners ervan weerhouden vuil in de waterloop te dumpen.
Het is ook belangrijk aan te geven dat er slechts zes waterlopen van 1e categorie zijn die zwerf-vuil naar de IJzer kunnen afvoeren. D a a r n a a s t zijn er ook nog tien waterlopen van 2e catego-r i e, 10 watecatego-rlopen van 3e categocatego-rie en enkele niet geklasseerde waterlopen die in de IJzer uit-monden.
