Vraag nr. 131 van 27 juni 2003
van de heer JAN LOONES Kosteloos onderwijs – Beleid
In zijn Beleidsproject anno 2003 vraagt de Gezins-bond speciale aandacht voor kosteloos onderwijs. De Bond is van oordeel dat de werkingsmiddelen van de scholen voldoende moeten zijn om de kos-teloosheid te realiseren, en dat ze dan ook stapsge-wijs moeten worden verhoogd.
Wat het kleuter- en basisonderwijs betreft, eist de Bond dat alles gratis is wat nodig is om de eindter-men te realiseren, of door de school wordt ver-p l i c h t . Daarom moet in een eerste fase (sever-ptember 2005) essentieel schoolmateriaal gratis zijn, en die-nen in een tweede fase (september 2006) de bijdra-gen voor sport en cultuur te worden afgeschaft. Gebruik van infrastructuur (bv. reftergeld) mag niet aan de ouders worden doorgerekend.
Wat het secundair onderwijs betreft, eist de Bond dat de school- en werkboeken en fotokopieën gra-tis zijn (september 2007). Analoog aan de sterk uit-eenlopende kosten in de richtingen van het T S O (technisch secundair onderwijs) en het BSO (be-roepssecundair onderwijs), moeten de werkings-middelen worden verhoogd, aldus de Bond, e n zeker wanneer nieuwe wet- of decreetgeving extra kosten voor de school met zich meebrengt.
1. Sluit het Beleidsproject van de Gezinsbond in-zake kosteloos onderwijs aan bij de beleidsdoel-stellingen van de minister ?
2. Worden de werkingsmiddelen daartoe in fasen verhoogd ?
3. Gaat de minister ervan uit dat het gebruik van infrastructuur niet mag doorgerekend worden aan de ouders ?
Antwoord
Wat het basisonderwijs betreft, sluit mijn standpunt inzake kosteloos onderwijs duidelijk aan bij het Beleidsproject van de Gezinsbond, in die zin dat alles wat noodzakelijk is voor het bereiken van de eindtermen en essentieel schoolmateriaal is, v o l l e-dig gratis moet zijn. Of bijdragen m.b. t . sport en cultuur kunnen gevraagd worden, hangt ervan af of de sport- of cultuuractiviteiten nodig zijn om de eindtermen te bereiken. Indien dit het geval is, d a n moeten ook deze kosteloos zijn. Voor extra sport
en cultuur (niet binnen de eindtermen) kan wel een bijdrage aan de ouders gevraagd worden. H e t is steeds de Commissie Zorgvuldig Bestuur die in individuele situaties/betwistingen een oordeel zal moeten vellen.
In het secundair onderwijs is enkel de toegang kos-teloos (cf. M o z a ï e k d e c r e e t ) . Voor bepaalde onder-wijsactiviteiten en voor didactisch materiaal mogen aan ouders en meerderjarige leerlingen bepaalde kosten worden doorgerekend. Ook fotokopieën, schoolboeken en werkboeken vallen hieronder. B i j deze kosten dient het evenwel te gaan om effectie-v e, aantoonbare en effectie-verantwoordbare kosten die in een evenwichtige verhouding tot de eigenheid en de doelgroep van het secundair onderwijs staan. Wat het aanrekenen van kosten m.b. t . het gebruik van de infrastructuur betreft, wens ik opnieuw te verwijzen naar de uitspraken van de Commissie Zorgvuldig Bestuur. Het is immers deze Commis-sie die (in uitvoering van Onderwijsdecreet XIII) opgericht is om vragen en klachten omtrent deze thema's te behandelen. De Commissie Zorgvuldig Bestuur oordeelt bijvoorbeeld dat een bijdrage voor het gebruik van het eigen zwembad van de school aan de ouders gevraagd mag worden. E e n bijdrage vragen voor het gebruik van de refter of sporthal tijdens de schooluren daarentegen mag n i e t . De Commissie Zorgvuldig Bestuur beschouwt dit als een indirect inschrijvingsgeld en dat kan dus niet gevraagd worden.
Wat betreft het secundair onderwijs is de situatie verschillend van die van het basisonderwijs. Vo o r het secundair onderwijs is, in tegenstelling tot het b a s i s o n d e r w i j s, alleen de toegang kosteloos. In het basisonderwijs mag niet alleen geen direct of indi-rect inschrijvingsgeld gevraagd worden, m a a r mogen ook geen bijdragen gevraagd worden voor onderwijsgebonden kosten die noodzakelijk zijn om een eindterm te bereiken of om een ontwikke-lingsdoel na te streven.
Onder meer rekening houdende met het feit dat dergelijke bijdragen niet mogen gevraagd worden aan ouders van leerlingen in het basisonderwijs, zijn de werkingsmiddelen m.b. t . het basisonderwijs dan ook de afgelopen jaar gefaseerd verhoogd. Daarnaast is er nog een groeipad uitgetekend tot 2006.