Vraag nr. 60 van 7 februari 2003
van de heer JAN LOONES Leegstand – VZW Lancelot (2)
Op mijn schriftelijke vraag nr. 15 van 8 november 2002 omtrent de strijd tegen verkrotting en leeg-stand naar aanleiding van een voorstel van de VZW Lancelot, kreeg ik van de minister slechts een gedeeltelijk (gecoördineerd) antwoord, n a m e-lijk op dat deel van de vraag dat betrekking heeft op de juridische aanvaardbaarheid van de "Lance-lot-aanpak" ter vervanging van de leegstandtaks. Ik stelde de minister evenwel ook vragen omtrent de evaluatie van de manier van bescherming van leegstaande panden, zoals voorgesteld door de VZW Lancelot : het tijdelijk laten bewonen van leegstaande panden tot er een nieuwe bestemming voor gevonden is, met andere woorden de "Lance-l o t-aanpak" (Bu"Lance-l"Lance-letin van Vragen en A n t w o o r d e n n r. 6 van 18 december 2002 blz. 1 2 5 4 ) . Sta mij toe mij deze vragen te herhalen.
1. Heeft de minister deze manier van bescherming van leegstaande panden (tijdelijk laten bewo-nen) reeds geëvalueerd ?
2. Ziet hij in deze aanpak inderdaad alternatieve of bijkomende mogelijkheden om de verkrot-ting van leegstaande woningen en panden tegen te gaan ? Zo ja, zijn er al initiatieven terzake ge-nomen ?
Antwoord
De initiatieven die de VZW Lancelot ontwikkelt op het vlak van het beheren van leegstaande pan-den zijn mij bekend.
Lancelot is een professionele organisatie die zich specialiseert in het beheren van tijdelijk leegstaand vastgoed (zowel grotere (bedrijfs)gebouwen als woonhuizen en alternatieve woonvormen, z o a l s woonboten) voor korte of langere termijn. De or-ganisatie is reeds langer actief in Nederland en werkt daar voornamelijk voor grotere opdrachtge-v e r s, zoals banken, opdrachtge-v a s t g o e d m a a t s c h a p p i j e n , m a a r ook voor overheidsdiensten.
De eigenaar die geconfronteerd wordt met leeg-s t a n d , dient zich niet te bekommeren over het da-gelijks beheer van zijn pand. De organisatie zorgt ervoor dat de panden representatief blijven door ze een tijdelijke gebruiksstatus te geven. Zo wordt
vermeden dat panden verder schade oplopen ten gevolge van leegstand. Deze aanpak heeft onrecht-streeks tot gevolg dat buurten niet verloederen en dat het maatschappelijk weefsel behouden blijft. Deze aanpak genereert bijgevolg duidelijk positie-ve effecten op het terrein.
Dit opzet sluit op zich perfect aan bij de doelstel-lingen die de regelgever voor ogen had met het in-voeren van de heffing op leegstand en verkrotting van gebouwen en/of woningen. De heffing past ook in een ruimer geheel en kan niet los gezien worden van het instrumentarium van de Vlaamse Wo o n c o-d e. De heffing is erop gericht (1) leegstaano-de wo-ningen te recupereren voor de woonmarkt, (2) ver-krotting van woningen en verloedering van buur-ten tegen te gaan en (3) ongeschikte en onbewoon-bare woningen te voorkomen.
Vooraleer initiatieven terzake te ontwikkelen, dient de "Lancelot-aanpak" op zijn juridische haal-baarheid te worden getoetst. Het is mijns inziens bijvoorbeeld maatschappelijk niet aanvaardbaar dat een eigenaar zijn pand uit de inventaris van leegstaande en verwaarloosde gebouwen en/of wo-ningen kan laten schrappen door het voor zes op-eenvolgende maanden te laten in beheer nemen door de VZW Lancelot, maar er na de afloop van deze zes maanden toch geen nieuwe bestemming voor heeft (cf. de bepalingen van artikel 35 van het heffingsdecreet).