Vraag nr. 59 van 27 januari 2000
van de heer JAN LOONES
Beroepssecundair onderwijs – Bloemsierkunst Ingevolge het decreet op het secundair onderwijs w e r d , bij de reductie van studierichtingen, de (nu nog bestaande) derde graad Bloemsierkunst niet behouden.
Het provinciaal onderwijs van We s t-V l a a n d e r e n , en meer in het bijzonder het Provinciaal Te c h n i s c h Instituut met haar campus Tu i n b o u w s c h o o l ( P T I-campus TBS) in Ko r t r i j k , stellen dit met te-rechte bezorgdheid vast.
Nochtans stelt de provincie We s t-Vlaanderen alles in het werk om tegemoet te komen aan de wensen van het decreet. Zo werd de gewenste rationalisa-tie totstandgebracht door de fusie van het Provinci-aal Technisch Instituut in Kortrijk met de Ko r t r i j k-se Stedelijke Tuinbouwschool tot de bovenvermel-de PTI-campus TBS.
De provincie We s t-Vlaanderen wil ook maximale kansen bieden aan kansarme jongeren om zich te handhaven in de maatschappij en op de arbeids-m a r k t , en engageert zich daarbij door het onder-steunen van bedreigde onderwijssegmenten (tex-t i e l , mari(tex-tiem onderwijs en land- en (tex- tuinbouwon-derwijs).
Vandaag volgen veertig leerlingen (het aantal is de laatste vijf jaar steeds toegenomen) die opleiding Bloemsierkunst in Ko r t r i j k . Deze zeer creatieve, artistiek begaafde beroepsleerlingen krijgen langs deze weg de kans een getuigschrift van hoger se-cundair onderwijs te behalen.
Het is dan ook van het uiterste belang dat de der-degraadsopleiding Bloemsierkunst behouden blijft, temeer daar er van overaanbod geen sprake is : i n heel Vlaanderen geven slechts twee scholen (de ge-noemde in Kortrijk en het Provinciaal Instituut Tuinbouwonderwijs in Mechelen) die opleiding, e n noch het gemeenschapsonderwijs, noch het vrij ge-subsidieerd onderwijs organiseren deze opleiding. 1. Waarom werd de derdegraadsopleiding
Bloem-sierkunst niet behouden en hoe staat de minis-ter daartegenover ?
Kan de minister begrip opbrengen voor de be-zorgdheid vanuit het Provinciaal Onderwijs We s t-Vlaanderen voor de toekomst van de jon-geren die deze opleiding volgen ?
2. Hoe beoordeelt de minister, meer in het bijzon-d e r, het wegvallen van bijzon-de kans voor bijzon-de betrok-ken jongeren op het behalen van een getuig-schrift hoger secundair onderwijs, door het niet behouden van de derde graad Bloemsierkunst ? 3. Is deze beslissing alsnog voor herziening
vat-baar ?
Worden de betrokkenen (provincie We s t-V l a a n-deren) dan in deze beslissing betrokken ?
Antwoord
1. Het decreet van 14 juli 1998 voorziet in een reeks belangrijke hervormingsmaatregelen voor het secundair onderwijs. Eén van de doelstellin-gen is het secundaironderwijsaanbod transpa-ranten te maken, teneinde de leerlingenoriënte-ring en de studiekeuze te bevorderen.
Transparantie wordt onder meer bewerkstelligd door de waaier aan opleidingen geleidelijk, l e e r-jaar na leerr-jaar, te reduceren. Opleidingen die geen actualiteitswaarde meer hebben, die niet relevant zijn voor het secundair onderwijs, d i e overlappen met andere opleidingen, of die een te vroegtijdige specialisatie inhouden, z u l l e n worden opgeheven of eventueel geïntegreerd in andere benamingen. Uitsluitend inhoudelijke criteria liggen aan de basis van deze zogenaam-de "omzettingsprocedure" ; noch zogenaam-de frequentie van het aanbod, noch de omvang van de leerlin-genpopulatie spelen daarbij een rol.
Het resultaat van dit alles zal zijn dat het aantal benamingen met ongeveer een kwart vermin-d e r t , waarvermin-door het secunvermin-daironvermin-derwijsaanbovermin-d bij onderwijsconsumenten en -afnemers duide-lijker wordt geprofileerd.
Bij deze visie sluit ik mij nog steeds volledig aan.
2. De uitvoering van voormelde decretale maatre-gel is opgenomen in het besluit van de V l a a m s e regering van 7 september 1999.
derde jaar van de derde graad, blijft daarente-gen behouden.
In het beroepssecundair onderwijs wordt het di-ploma van secundair onderwijs (titulatuur die sedert 1992 in de plaats is gekomen van "getuig-schrift van hoger secundair onderwijs") uitge-reikt in het derde leerjaar van de derde graad ; van het wegvallen van de kans op het behalen van dit diploma door de opheffing van de basis-opleiding Bloemsierkunst is dan ook geen spra-ke.
3. Ik zal geen initiatief nemen om de beslissing ten aanzien van de opleiding Bloemsierkunst te h e r z i e n . Aan het besluit van 7 september 1999 i s, gespreid over verscheidene jaren, g r o n d i g overleg voorafgegaan met alle bij het onderwijs betrokken gebruikelijke gesprekspartners, waaronder de Cel voor Vlaams Provinciaal On-derwijs als representatieve vereniging van de in-richtende machten van het provinciaal onder-wijs.
In onderwijsmateries met een ruim toepassings-v e l d , zoals de reductie toepassings-van benamingen waar alle scholen bij betrokken zijn, is het onmogelijk om met alle inrichtende machten en directies rechtstreeks te onderhandelen.