Vraag nr. 108 van 27 juni 2002
van de heer JAN LOONES
Studie-informatiedagen West-Vlaanderen – Locatie Bij de We s t-Vlaamse hogeronderwijsinstellingen (Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende – K H B O, Vrij Hoger Instituut voor Technologie en Informatica – Katho, Katholieke Universiteit Leuven Campus Kortrijk – Kulak) is er nogal wat ongerustheid gerezen over een schrijven van de mi-nister omtrent de definitieve locatie in Roeselare voor de SID-beurzen (studie-informatiedagen) in West-Vlaanderen.
Tot op heden werden – tot ieders tevredenheid – de SID-beurzen afwisselend georganiseerd in Brugge en Kortrijk.
De keuze voor deze twee steden werd gebaseerd op verschillende argumenten.
– In We s t-Vlaanderen ligt het aanbod van hoger onderwijs vooral in de regio's Brugge en Ko r t-rijk, en slechts in beperkte mate in Roeselare. – Voor de leerlingen secundair onderwijs in
We s t-Vlaanderen – met het hoogste aantal in Kortrijk en Brugge – zijn deze beide steden veel gemakkelijker te bereiken met het open-baar vervoer dan Roeselare. Bovendien liggen de gebouwen waar de SID-beurzen in Brugge en Kortrijk plaatsvinden op korte afstand van het station, met een zeer goede verbinding met De Lijn.
In We s t-V l a a n d e r e n , dat reeds zware concurrentie ondervindt van de meer traditionele hogeronder-wijssteden in de andere provincies en al te kampen heeft met een achterstand op gebied van het hoger o n d e r w i j s, leveren de provinciale overheid en de instellingen nochtans zware inspanningen om de We s t-Vlaamse studenten te laten kiezen voor op-leidingen in hun eigen provincie.
Er wordt dan ook gevreesd dat door de keuze van het moeilijker te bereiken Roeselare veel meer scholen zullen opteren voor een bezoek aan de S I D-beurs in Oost-V l a a n d e r e n . Gent is nu eenmaal zeer gemakkelijk te bereiken met het openbaar v e r v o e r, vooral voor wie uit het noorden van West-Vlaanderen komt.
Verder worden er ook vragen gesteld bij het feit dat de CLB's (centra voor leerlingenbegeleiding) blijkbaar als enige die beslissing zouden hebben
g e n o m e n , terwijl er in de stuurgroep We s t-V l a a n-deren (waarin naast de CLB's ook vertegenwoor-digers van de vier hogeronderwijsinstellingen zete-len) nooit een discussie ten gronde werd gevoerd, en zeker geen consensus werd bereikt omtrent de locatie van de SID-beurs in West-Vlaanderen. 1. Heeft de minister kennis genomen van de
argu-menten van de We s t-Vlaamse hogeronderwijs-instellingen om Roeselare niet in aanmerking te nemen als locatie voor de SID-beurs in West-Vlaanderen ? Wat is haar reactie daarop ? 2. Onderkent de minister de vrees dat
We s t-Vlaamse scholieren, als gevolg van de ge-maakte keuze, de SID-beurs buiten hun provin-cie zullen bezoeken ?
Onderkent de minister het feit dat daardoor deze scholieren veeleer geneigd zullen zijn te opteren voor hogeronderwijsinstellingen buiten hun provincie ?
3. Kan op basis van een gesprek met alle actoren de beslissing nog worden herzien, zodat de beurs alsnog afwisselend kan worden georgani-seerd in Kortrijk en Brugge ?
Antwoord