• No results found

(hierna: TenneT) Verordening (EU) Verordening (EU) 2017/1485 van de Commissie tot vaststelling van richtsnoeren betreffende het beheer van elektriciteitstransmissiesystemen Besluit Openbaar

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "(hierna: TenneT) Verordening (EU) Verordening (EU) 2017/1485 van de Commissie tot vaststelling van richtsnoeren betreffende het beheer van elektriciteitstransmissiesystemen Besluit Openbaar"

Copied!
11
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Besluit

Voorstel ROSC Hansa TSO’s

Ons kenmerk : ACM/UIT/548517 Zaaknummer : ACM/20/038335

Besluit van de Autoriteit Consument en Markt op grond van artikel 6, derde lid, onder b en artikel 76 van Verordening (EU) Verordening (EU) 2017/1485 van de Commissie tot

(2)

Samenvatting

Verordening (EU) 2017/1485 (hierna: SO Verordening) heeft tot doel om de operationele veiligheid van het geïnterconnecteerde transmissiesysteem te waarborgen.

Als onderdeel van de uitvoering van de SO Verordening heeft TenneT een voorstel voor

gemeenschappelijke bepalingen ten aanzien van regionale coördinatie van operationele veiligheid in de Hansa capaciteitsberekeningsregio (hierna: Hansa regio) ter goedkeuring aan de Autoriteit Consument en Markt (hierna: de ACM) voorgelegd.

Het voorstel betreft een gezamenlijk voorstel van de transmissiesysteembeheerders (hierna: TSB’s) van de Hansa regio. Het voorstel bevat de algemene bepalingen voor de Regional Operational Security Coordination en de Intraday security analysis. Verder omvat het voorstel de definities en bepalingen rond de Hansa cross-border Network Elements (XNEs), Hansa cross-border Remedial Actions (XRAs), beperkingen en onvoorziene omstandigheden.

De ACM concludeert dat niet is gebleken dat het voorstel in strijd is met de doelstellingen en eisen van de SO Verordening. De ACM keurt daarom het voorstel goed.

(3)

Inleiding en procedure van totstandkoming van dit besluit

1. De SO Verordening heeft tot doel om de operationele veiligheid, de kwaliteit en stabiliteit van het nauw verbonden Europese transmissiesysteem te waarborgen en om de efficiënte werking van de Europese interne elektriciteitsmarkt en de integratie van duurzame energie te ondersteunen.

2. Overeenkomstig artikel 76 van de SO Verordening heeft TenneT samen met de andere TSB’s van de Hansa regio een voorstel ontwikkeld voor de regionale coördinatie van de operationele

veiligheid in de Channel regio. Dit voorstel is overeenkomstig artikel 11 van de SO Verordening van 18 oktober 2019 tot 15 november 2019 geconsulteerd via de internetpagina van het European Network of Transmission System Operators for Electricity (hierna: ENTSO-E).]

3. De TSB’s van de Hansa regio moeten binnen een termijn van drie maanden na goedkeuring van de methodologie voor coördinatie van de operationele veiligheid volgens artikel 75, eerste lid, SO Verordening dit voorstel voor goedkeuring bij hun regulerende instantie indienen. Op 20 december 2019 heeft de ACM van TenneT een aanvraag ontvangen tot goedkeuring van het voorstel.

4. Op grond van artikel 2, eerste lid, van het Besluit van 19 december 2018, houdende regels ter uitvoering van Europese verordeningen betreffende de interne energiemarkt (hierna: Besluit uitvoering van Europese verordeningen) is TenneT verplicht om het voorstel ter goedkeuring voor te leggen aan de ACM.

5. Om een zorgvuldige besluitvorming te waarborgen heeft de ACM het voorstel met bijbehorende documenten ter inzage gelegd en gepubliceerd op haar internetpagina. Van de terinzagelegging is kennis gegeven in Staatscourant 4029 van 20 januari 2020. De ACM heeft hiermee

belanghebbenden in de gelegenheid gesteld zienswijzen te geven. Naar aanleiding van de terinzagelegging zijn geen zienswijzen ontvangen.

6. Op 23 juli 2020 heeft de ACM aan TenneT een wijzigingsverzoek verzonden.

7. Op 13 oktober 2020 heeft de ACM van TenneT het gewijzigde voorstel ontvangen.. De laatste betrokken regulerende instantie heeft het gewijzigde voorstel ontvangen op 4 november 2020. De betrokken regulerende instanties moeten het voorstel daarom uiterlijk op 4 januari 2021

goedkeuren.

8. De regulerende instanties van de Hansa regio hebben elkaar geraadpleegd en in nauwe coördinatie samengewerkt met het oog op het bereiken van overeenstemming overeenkomstig artikel 6, zevende lid, van de SO Verordening Verordening. Op 23 december 2020 hebben de regulerende instanties van de Hansa regio overeenstemming bereikt over het goedkeuren van het voorstel. Na de goedkeuring door de regulerende instanties moeten de TSB’s het voorstel

(4)

9. De indeling van dit besluit is als volgt. Hoofdstuk 2 van dit besluit bevat het wettelijk kader. Het ontvangen voorstel en relevante informatie die de ACM naar aanleiding van het voorstel heeft ontvangen, is samengevat in hoofdstuk 3. Hoofdstuk 4 bevat de beoordeling van het voorstel en hoofdstuk 5 het dictum.

10. Dit besluit bevat twee bijlagen. Deze bijlagen zijn onderdeel van het besluit en bevatten respectievelijk de relevante artikelen van de SO Verordening en het voorstel.

Wettelijk kader

11. In dit hoofdstuk beschrijft de ACM de bepalingen die gezamenlijk het wettelijk kader vormen voor dit besluit.

Bevoegdheidsgrondslag ACM

12. De ACM beslist op grond van artikel 5, derde lid, onder j, en artikel 2 tweede lid, van het Besluit uitvoering van Europese verordeningen.

Relevante artikelen SO Verordening

13. Artikel 4 van de SO Verordening bevat de doelstellingen van de Verordening. In artikel 6 van de SO Verordening wordt het proces van de vaststelling van voorwaarden of methodologieën beschreven. De artikelen 75 en 76 van de SO Verordening zijn relevant in verband met het voorstel van TenneT. Zie bijlage 1 bij dit besluit voor een overzicht van de artikelen die in dit randnummer genoemd worden.

Het voorstel

14. Het voorstel bevat de algemene bepalingen voor de Regional Operational Security Coordination en de Intraday security analysis. Verder omvat het voorstel de definities en bepalingen rond de Channel cross-border Network Elements (XNEs), Channel cross-border Remedial Actions (XRAs), beperkingen en onvoorziene omstandigheden. Artikel 40 van het voorstel omvat een uitgebreide beschrijving van de implementatie.

15. Het voorstel is opgenomen in bijlage 2 bij dit besluit.

Beoordeling

(5)

17. Artikel 76 van de SO Verordening beschrijft wat het voorstel moet omvatten.

18. Artikel 6, zesde lid, van de SO Verordening bepaalt dat het voorstel een voorgesteld tijdschema voor de tenuitvoerlegging bevat. Het voorstel bevat een dergelijk tijdschema in artikel 28.

19. Artikel 4 van de SO Verordening omschrijft de doelstellingen van de SO Verordening. De ACM ziet in het voorstel geen strijdigheid met deze doelstellingen.

20. Op grond van het voorgaande concludeert de ACM dat het voorstel niet in strijd is met de

(6)

Dictum

21. De Autoriteit Consument en Markt keurt het voorstel goed.

22. Van dit besluit wordt mededeling gedaan in de Staatscourant. Voorts publiceert de Autoriteit Consument en Markt dit besluit op de internetpagina van de Autoriteit Consument en Markt.

23. Dit besluit treedt in werking op de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin deze is medegedeeld.

‘s-Gravenhage, Datum: 05 januari 2021

Autoriteit Consument en Markt, namens deze,

w.g.

mr. P.C.M. Bijlenga

Teammanager Directie Energie

Als u belanghebbende bent, kunt u schriftelijk bezwaar maken tegen dit besluit. Stuur uw gemotiveerde bezwaarschrift naar de Autoriteit Consument en Markt, Juridische Zaken, postbus 16326, 2500 BH Den Haag. Dit moet u doen binnen zes weken na de dag waarop dit besluit bekend is gemaakt. In uw

(7)

Bijlage 1: relevante artikelen SO Verordening

Artikel 4

1. Met deze verordening worden de volgende doelstellingen nagestreefd:

a) vaststellen van gemeenschappelijke eisen en beginselen ten aanzien van de operationele veiligheid;

b) vaststellen van gemeenschappelijke beginselen inzake de planning van geïnterconnecteerde systemen;

c) vaststellen van gemeenschappelijke belasting-frequentieregelprocessen en -structuren; d) voorzien in de voorwaarden voor het handhaven van de operationele veiligheid in de gehele

Unie;

e) voorzien in de voorwaarden voor het handhaven van een zeker frequentiekwaliteitsniveau in alle synchrone zones van de Unie;

f) bevorderen van de coördinatie tussen systeembeheer en operationele planning;

g) waarborgen en versterken van de transparantie en betrouwbaarheid van informatie over het beheer van transmissiesystemen;

h) bijdragen tot de efficiënte exploitatie en ontwikkeling van het elektriciteitstransmissiesysteem en de elektriciteitssector in de Unie.

2. Bij de toepassing van deze verordening zorgen de lidstaten, bevoegde autoriteiten en systeembeheerders ervoor dat zij:

a) de beginselen van evenredigheid en niet-discriminatie toepassen; b) de transparantie waarborgen;

c) het beginsel toepassen van optimalisering tussen de hoogste totale efficiëntie en laagste totale kosten voor alle betrokken partijen;

d) erop toezien dat de TSB's bij het waarborgen van de veiligheid en stabiliteit van het netwerk zo veel mogelijk gebruikmaken van marktwerking;

e) de aan de relevante TSB toegewezen verantwoordelijkheid respecteren om de systeemveiligheid te waarborgen, inclusief als vereist door de nationale wetgeving; f) de relevante DSB's raadplegen en rekening houden met de potentiële effecten op hun

systemen, en

g) rekening houden met de overeengekomen Europese normen en technische specificaties.

Artikel 6

1. Elke reguleringsinstantie keurt de voorwaarden of methodologieën goed die door TSB's

overeenkomstig de leden 2 en 3 worden ontwikkeld. De door de lidstaat aangewezen entiteit keurt de voorwaarden of methodologieën goed die door de TSB's overeenkomstig lid 4 worden

ontwikkeld. De aangewezen entiteit is de reguleringsinstantie tenzij anderszins beslist door de lidstaat.

2. […].

(8)

a) […];

b) gemeenschappelijke bepalingen voor elke capaciteitsberekeningsregio voor de coördinatie van de regionale operationele veiligheid overeenkomstig artikel 76;

c) […]; d) […]; e) […]; f) […]; g) […]. 4. […]. 5. […].

6. Het voorstel voor de voorwaarden of methodologieën omvat een voorgesteld tijdschema voor de tenuitvoerlegging ervan en een beschrijving van het verwachte effect ervan op de doelstellingen van deze verordening. Voorstellen betreffende voorwaarden of methodologieën die ter

goedkeuring aan verschillende of aan alle reguleringsinstanties moeten worden voorgelegd, worden bij het Agentschap ingediend op hetzelfde tijdstip als dat van indiening bij de

reguleringsinstanties. Op verzoek van de bevoegde reguleringsinstanties brengt het Agentschap binnen een termijn van drie maanden advies uit over de voorstellen voor voorwaarden of methodologieën.

7. Wanneer de vaststelling van de voorwaarden of methodologieën een besluit van meer dan één reguleringsinstantie vergt, raadplegen de bevoegde reguleringsinstanties elkaar en werken zij in nauw overleg samen met het oog op het bereiken van overeenstemming. Wanneer het

Agentschap advies uitbrengt, dienen de bevoegde reguleringsinstanties dat advies in aanmerking te nemen. De reguleringsinstanties nemen besluiten betreffende de ingediende voorwaarden of methodologieën overeenkomstig de leden 2 en 3 binnen een termijn van zes maanden na de ontvangst van de voorwaarden of methodologieën door de reguleringsinstantie of, indien van toepassing, door de laatste betrokken reguleringsinstantie.

8. […]. 9. […].

10. Het staat iedere partij vrij om tegen een relevante systeembeheerder of TSB in verband met de uit deze verordening voortvloeiende verplichtingen of besluiten van die systeembeheerder of TSB een klacht in te dienen bij de reguleringsinstantie die, handelend als

(9)

Artikel 8

1. De TSB's die verantwoordelijk zijn voor het vaststellen van de voorwaarden of methodologieën overeenkomstig deze verordening, maken die bekend op internet na de goedkeuring door de bevoegde reguleringsinstanties of, wanneer een dergelijke goedkeuring niet vereist is, na de vaststelling ervan, behalve wanneer dergelijke informatie overeenkomstig artikel 12 als vertrouwelijk wordt beschouwd.

2. […].

Artikel 75

1. Uiterlijk twaalf maanden na de inwerkingtreding van deze verordening ontwikkelen alle TSB's een gezamenlijk voorstel voor een methodologie voor coördinatie van de

operationeleveiligheidsanalyse. Die methodologie is gericht op standaardisering van de operationeleveiligheidsanalyse ten minste per synchrone zone en omvat in ieder geval: a) methoden voor de beoordeling van de invloed van transmissiesysteemelementen en SNG's

die zich buiten de regelzone van een TSB bevinden, teneinde de elementen te identificeren die deel uitmaken van de observatiezone van de TSB en de invloeddrempelwaarden voor uitvalsituaties vast te stellen waarboven uitvalsituaties voor die elementen als externe uitvalsituaties worden aangemerkt;

b) beginselen voor gemeenschappelijke risicobeoordeling, voor wat betreft de in artikel 33 genoemde uitvalsituaties in ieder geval met betrekking tot:

i) de daarmee verband houdende waarschijnlijkheid; ii) kortstondig toelaatbare overbelasting, en

iii) de gevolgen van uitvalsituaties;

c) beginselen voor het beoordelen van en omgaan met onzekerheden ten aanzien van productie en belasting, rekening houdend met een betrouwbaarheidsmarge overeenkomstig artikel 22 van Verordening (EU) 2015/1222;

d) vereisten betreffende de afstemming en uitwisseling van informatie tussen regionale veiligheidscoördinatoren met betrekking tot de in artikel 77, lid 3, genoemde taken; de rol van het ENTSB voor elektriciteit in het beheer van gemeenschappelijke tools, verbetering van de voorschriften voor gegevenskwaliteit, toezicht op de methodologie voor gecoördineerde operationeleveiligheidsanalyses en op de gemeenschappelijke voorschriften voor regionale coördinatie van de operationele veiligheid in elke capaciteitsberekeningsregio. 2. […].

(10)

Artikel 76

1. Uiterlijk drie maanden na goedkeuring van de methodologie voor coördinatie van de operationele veiligheid volgens artikel 75, lid 1, ontwikkelen alle TSB's van elke capaciteitsberekeningsregio een gezamenlijk voorstel voor gemeenschappelijke bepalingen ten aanzien van de regionale coördinatie van de operationele veiligheid die moeten worden toegepast door de regionale veiligheidscoördinatoren en de TSB's van de capaciteitsberekeningsregio. In het voorstel wordt rekening gehouden met de methodologieën voor coördinatie van de

operationeleveiligheidsanalyse overeenkomstig artikel 75, lid 1, en worden zo nodig de methodologieën aangevuld die zijn ontwikkeld overeenkomstig de artikelen 35 en 74 van Verordening (EU) 2015/1222. In het voorstel wordt het volgende vastgesteld:

a) de voorwaarden en frequentie van de intradaycoördinatie van de

operationeleveiligheidsanalyse en aanpassingen van het gemeenschappelijk netwerkmodel door de regionale veiligheidscoördinator;

b) de methodologie voor het op gecoördineerde wijze opstellen van remediërende maatregelen, met inachtneming van hun grensoverschrijdend belang zoals vastgesteld overeenkomstig artikel 35 van Verordening (EU) 2015/1222, rekening houdend met de vereisten van de artikelen 20 tot en met 23 en met vaststelling van in ieder geval:

i) de procedure voor uitwisseling van de informatie over de beschikbare remediërende maatregelen tussen relevante TSB's en de regionale veiligheidscoördinator;

ii) de classificatie van beperkingen en remediërende maatregelen overeenkomstig artikel 22; iii) de identificatie van de meest effectieve en kostenefficiënte remediërende maatregelen in

het geval van schendingen van de operationele veiligheid zoals bedoeld in artikel 22; iv) het opstellen en uitvoeren van remediërende maatregelen overeenkomstig artikel 23, lid 2;

v) de verdeling van de kosten van remediërende maatregelen zoals bedoeld in artikel 22, zo nodig ter aanvulling op de overeenkomstig artikel 74 van Verordening (EU) 2015/1222 ontwikkelde gemeenschappelijke methodologie. Als algemeen beginsel geldt dat de kosten van congesties zonder grensoverschrijdende relevantie worden gedragen door de TSB die verantwoordelijk is voor de betreffende regelzone en worden de kosten van het opheffen van congesties met grensoverschrijdende relevantie gedragen door de TSB's die verantwoordelijk zijn voor de regelzones naargelang van het verergerende effect van de uitwisseling van energie tussen de desbetreffende regelzones op het netelement waar zich congestie voordoet.

2. Bij het bepalen of congestie grensoverschrijdende relevantie heeft, houden de TSB's rekening met de congestie die zou plaatsvinden bij afwezigheid van de uitwisseling van energie tussen

(11)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Artikel 1 Verordening (EU) nr. In afwijking van de punten 21.B.433 d) 1 en 2, van bijlage I (deel-21) mag een ontwerporganisatie die houder is van een geldig

 Aan artikel 3 wordt een derde lid toegevoegd om mogelijk te maken dat contracten met een in het Verenigd Koninkrijk gevestigde tegenpartij die momenteel van

(b) indien de overeenkomsten verband houden met rechten en verplichtingen ten aanzien van systemen als gedefinieerd in artikel 2, onder a), van Richtlijn 98/26/EG

g) de dieren zijn niet in contact geweest met gehouden dieren van soorten die voor de in de punten a) tot en met f) bedoelde ziekten in de lijst zijn

(3) Op grond van Uitvoeringsverordening (EU) 2016/x van de Commissie 2 mogen erkende producentenorganisaties, unies daarvan en erkende brancheorganisaties in de sector

2 Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/1549 van de Commissie van 17 september 2015 tot vaststelling van tijdelijke buitengewone maatregelen voor de sector melk en

(b) zij sluit de marktdeelnemer voor het betrokken invoer- of uitvoertariefcontingent uit het certificaataanvraagsysteem uit voor een.. tariefcontingentperiode die

c) de economische voorwaarden hoefden niet te worden onderzocht overeenkomstig artikel 166. Artikel 86, lid 3, van het wetboek is ook van toepassing zonder een verzoek van de