BESLUIT
Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.
Zaaknummer 1415/ Watco - Cleanaway
I. MELDING
1. Op 19 juli 1999 heeft de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit een melding ontvangen van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 34 van de Mededingingswet. Hierin is medegedeeld dat Watco B.V. voornemens is zeggenschap te verkrijgen, in de zin van artikel 27, onder b, van de Mededingingswet, over Cleanaway
Nederland B.V.. Van de melding is mededeling gedaan in Staatscourant 138 van 22 juli 1999. Naar aanleiding van de mededeling in de Staatscourant zijn geen zienswijzen van derden naar voren gebracht.
II. PARTIJEN
2. Watco B.V. (hierna: Watco) is een besloten vennootschap naar Nederlands recht. Watco maakt deel uit van de Belgische Tractebel Groep die onder leiding staat van Tractebel N.V..[1] Watco is actief op het gebied van het gentegreerd afvalbeheer en inzameling, transport en overslag, behandeling, recycling en definitieve eindverwerking van gevaarlijk en niet-gevaarlijk afval.
[1] Zie voor de zeggenschapsstructuur in Tractebel: Zaaknr. 431/Watco-Ecotechniek, besluit van 19 juni 1998, nr. 431/6.
3. Cleanaway Nederland B.V. (hierna: Cleanaway) is een besloten vennootschap naar Nederlands recht. De aandelen in Cleanaway worden thans voor 25% gehouden door GKN Industries Ltd, voor 25% door Brambles Holdings Europe B.V. en voor 50% door Leto Holding B.V. Cleanaway is actief op het gebied van de inzameling van niet-gevaarlijk industrieel afval, de inzameling van gevaarlijk afval, be- en verwerking van gevaarlijk bedrijfsafval, inzameling van verontreinigde grond en recycling van wit- en bruingoed.
III. DE GEMELDE OPERATIE
4. De gemelde operatie, zoals uiteengezet in de "Share Purchase Agreement" d.d 14 juli 1999, betreft de verwerving door Watco van alle uitstaande aandelen in Cleanaway van de bestaande aandeelhouders.
5. De gemelde operatie is een concentratie in de zin van artikel 27, onder b, van de Mededingingswet. De hierboven, onder punt 4, omschreven transactie leidt er toe dat Watco uitsluitende zeggenschap verwerft over Cleanaway. 6. Betrokken ondernemingen, in de zin van het Besluit vaststelling formulieren Mededingingswet (Staatscourant 1 van 2 januari 1998), zijn Tractebel en Cleanaway.
7. Uit de bij de melding ter beschikking gestelde omzetgegevens blijkt dat de gemelde concentratie binnen de werkingssfeer van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde concentratietoezicht valt.
V. BEOORDELING A. Relevante markten Relevante productmarkten
8. De activiteiten van Watco en Cleanaway vertonen overlap op de volgende gebieden: inzameling van niet-gevaarlijk (industrieel) afval, inzameling van gevaarlijk afval en be- en verwerking van gevaarlijk afval. Voorts staan Watco en Cleanaway in een verticale relatie ten opzichte van elkaar omdat Watco actief is op het gebied van recycling van verontreinigde grond en Cleanaway op beperkte schaal actief is als inzamelaar van verontreinigde grond. Inzameling van afvalstoffen
9. In eerdere besluiten is geconcludeerd dat de markt voor inzameling van gevaarlijk afval, gelet op de uiteenlopende regelgeving, de verschillende aanbieders en afnemers, de benodigde kennis alsmede de verschillende apparatuur die is vereist en niet of nauwelijks kan worden gebruikt op andere markten, moet worden onderscheiden van de markt(en) voor inzameling van niet-gevaarlijk afval.[2]
[2] Onder meer: Zaaknr. 1004/PNEM/MEGA-Van Gansewinkel, besluit van 28 oktober 1998, nr. 1004/25, punt 22.
10. De vraag of binnen de markt voor inzameling van gevaarlijk afval mogelijkerwijs een onderscheid moet worden gemaakt tussen gevaarlijk bedrijfsafval en gevaarlijk huishoudelijk afval kan in het onderhavige geval onbeantwoord blijven aangezien de uiteindelijke beoordeling daardoor niet wordt benvloed (zie punt 20).
11. Ten aanzien van de markten voor inzameling van niet-gevaarlijk afval is in eerdere besluiten geconcludeerd dat inzameling van huishoudelijk afval en inzameling van bedrijfsafval tot afzonderlijke markten behoren.[3]
[3] Zaaknr. 1004/PNEM/MEGA-Van Gansewinkel, besluit van 28 oktober 1998, nr. 1004/25, punt 16.
Be- en verwerking van gevaarlijke afvalstoffen
activiteiten die leiden tot hetzij het scheiden voor hergebruik, hetzij het scheiden voor n van de eindverwerkingsvormen van afval (storten of verbranden).
13. In een eerder besluit is opgemerkt dat binnen de markt voor be- en verwerking van gevaarlijk afval mogelijkerwijs een markt voor be- en verwerking van landstromen en een markt voor be- en verwerking van scheepsafvalstoffen onderscheiden kunnen worden.[4] Cleanaway is in het geheel niet actief op het gebied van inzameling en be- en verwerking van scheepsafval-stoffen. In de onderhavige zaak is het niet noodzakelijk verder op dit mogelijke onderscheid in te gaan aangezien de uiteindelijke beoordeling daardoor niet wordt benvloed (zie punt 22).
[4] Zaaknr. 1244/AVR-RCM, besluit van 24 maart 1999, nr. 1244/25.
Inzameling en recycling van verontreinigde grond
14. In lijn met eerdere besluiten kan met partijen worden aangenomen dat inzameling en recycling van verontreinigde grond aparte productmarkten vormen.[5]
[5] Zie voetnoot 2.
15. Voor de recycling van verontreinigde grond bestaan verschillende
methoden: extractie, biologisch reinigen, thermisch reinigen en slibscheiding. Welke methode wordt toegepast is afhankelijk van een aantal factoren zoals: het soort grond en de structuur van de grond enerzijds en de aard, soort en concentratie van de verontreiniging anderzijds.
16. Wacto is alleen actief op het gebied van thermisch reinigen. Met partijen kan worden aangenomen dat thermisch reinigen de engst mogelijke
productmarkt vormt. Gelet op de bescheiden positie van Cleanaway als inzamelaar van verontreinigde grond, kan een meer exacte afbakening van de markt voor recycling van verontreinigde grond in het onderhavige geval achterwege blijven (zie punt 23).
Relevante geografische markten
17. Ten aanzien van de geografische dimensie van de markt voor inzameling van niet-gevaarlijk bedrijfsafval, de markt voor inzameling van gevaarlijk afval en de markt voor be- en verwerking van gevaarlijk afval is in eerdere besluiten geconcludeerd dat sprake is van nationale markten[6]. In het onderhavige geval wordt daarvan eveneens uitgegaan.
[6] Zie voetnoten 2 en 4.
18. Ten aanzien van de markt voor recycling van verontreinigde grond is in een eerder besluit uitgegaan van een nationale dimensie maar is eveneens
opgemerkt dat mogelijk sprake is van in geografisch opzicht kleinere markten. [7] Gelet op de bescheiden positie van Cleanaway als inzamelaar van
verontreinigde grond, kan een meer exacte afbakening van de markt voor recycling van verontreinigde grond in het onderhavige geval achterwege blijven.
[7] Zaak 1277/EDON-VAM, besluit van 21 april 1999, nr. 1277/5.
Horizontale effecten
19. Op de Nederlandse markt voor inzameling van niet-gevaarlijk bedrijfsafval bedraagt het gezamenlijke marktaandeel van Watco en Cleanaway minder dan [0%-10%].[8]
[8] Marktaandelen zijn berekend op basis van volume- en omzetgegevens van partijen. De marktomvang is daarbij gebaseerd op: AOO, Tienjarenprogramma Afval 1995 - 2005 en RIVM, Monitoring Prioritaire Afvalstoffen, maart 1999.
20. Op de Nederlandse markt voor inzameling van gevaarlijk afval ligt het marktaandeel van Watco tussen de [0%-10%] terwijl het marktaandeel van Cleanaway op deze markt kleiner dan [0%-10%] is. Indien wordt uitgegaan van een markt voor inzameling van gevaarlijk bedrijfsafval ligt het gezamenlijke marktaandeel onder de [10%-20%].[9]
[9] Ministerie van VROM, Meerjarenplan gevaarlijke afvalstoffen II, 1997 en http://www.minvrom.nl/milieu.
21. Op grond van het voorgaande is het niet aannemelijk dat als gevolg van de concentratie een economische machtspositie ontstaat of wordt versterkt op de markten voor inzameling van niet-gevaarlijk bedrijfsafval en voor inzameling van gevaarlijk afval.
22. De omvang van de Nederlandse markt voor be- en verwerking van gevaarlijk afval bedroeg in 1998 ongeveer 900 kiloton.[10] Deze hoeveelheid betreft de zogenaamde landstromen, de scheepsafvalstoffen zijn hierbij niet inbegrepen (zie punt 13). Uitgaande van deze marktomvang is het
gezamenlijke marktaandeel van Watco en Cleanaway kleiner dan [0%-10%]. Derhalve is niet aannemelijk dat als gevolg van de concentratie een
economische machtspositie ontstaat of wordt versterkt op de markt voor be- en verwerking van gevaarlijke afvalstoffen.
[10] Zie voetnoot 8.
Verticale effecten
23. Indien zou worden uitgegaan van een Nederlandse markt voor thermische reiniging van verontreinigde grond, bedraagt het marktaandeel van Watco ongeveer [30%-40%]. Belangrijkste concurrent op deze markt is Afvalstoffen Terminal Moerdijk B.V. welke een groter marktaandeel heeft. In een breder gedefinieerde markt (inclusief andere recyclingmethoden) ligt het
marktaandeel van Watco onder de [10%-20%]. Op deze markt zijn diverse grote nationaal opererende spelers actief zoals: Heijmans en Arcadis. Het marktaandeel van Cleanaway op het gebied van inzameling van verontreinigde grond ligt rond de [0%-10%]. Op grond van het voorgaande is het niet
aannemelijk dat de onderhavige concentratie marktafsluitings-effecten heeft op de markten voor inzameling en recycling van verontreinigde grond.
VI. CONCLUSIE
25. Na onderzoek van deze melding is de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit tot de conclusie gekomen dat de gemelde operatie binnen de werkingssfeer valt van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde concentratietoezicht. Hij heeft geen reden om aan te nemen dat als gevolg van die concentratie een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze wordt belemmerd.
26. Gelet op het bovenstaande deelt de directeur-generaal van de
Nederlandse mededingingsautoriteit mede dat voor het tot stand brengen van de concentratie waarop de melding betrekking heeft geen vergunning is vereist.
Datum: 13-08-1999
w.g. A.W. Kist
Directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit
Tegen dit besluit kan degene, wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit een gemotiveerd beroepschrift indienen bij de arrondissementsrechtbank te Rotterdam, sector bestuursrecht, Postbus 50951, 3007 BM, Rotterdam.
