• No results found

Zomercursus Wiskunde A Week 3, les 2 Gerrit Oomens

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Zomercursus Wiskunde A Week 3, les 2 Gerrit Oomens"

Copied!
155
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Zomercursus Wiskunde A

Week 3, les 2

Gerrit Oomens

G.Oomens@uva.nl

Korteweg-de Vries Instituut voor Wiskunde Faculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica

Universiteit van Amsterdam

28 juli 2011

(2)

Ballen tellen

Hoeveel manieren zijn er om drie verschillende ballen te ordenen?

Zes:

Gerrit Oomens Zomercursus Wiskunde A

(3)

Ballen tellen

Hoeveel manieren zijn er om drie verschillende ballen te ordenen?

Zes:

(4)

Ballen tellen

Hoeveel manieren zijn er om drie verschillende ballen te ordenen?

Zes:

Gerrit Oomens Zomercursus Wiskunde A

(5)

Ballen tellen

Hoeveel manieren zijn er om drie verschillende ballen te ordenen?

Zes:

(6)

Ballen tellen

Hoeveel manieren zijn er om drie verschillende ballen te ordenen?

Zes:

Gerrit Oomens Zomercursus Wiskunde A

(7)

Ballen tellen

Hoeveel manieren zijn er om drie verschillende ballen te ordenen?

Zes:

(8)

Ballen tellen

Hoeveel manieren zijn er om drie verschillende ballen te ordenen?

Zes:

Gerrit Oomens Zomercursus Wiskunde A

(9)

Ballen tellen

Hoeveel manieren zijn er om drie verschillende ballen te ordenen?

Zes:

(10)

Vier ballen tellen

Er zijn zes manieren om drie ballen te ordenen. En vier ballen?

We beginnen met de eerste bal:

? ? ?

6 manieren

? ? ?

6 manieren

? ? ? 6 manieren

? ? ? 6 manieren

Totaal: 4 · 6 = 24 manieren.

Gerrit Oomens Zomercursus Wiskunde A

(11)

Vier ballen tellen

Er zijn zes manieren om drie ballen te ordenen. En vier ballen?

We beginnen met de eerste bal:

? ? ?

6 manieren

? ? ?

6 manieren

? ? ? 6 manieren

? ? ? 6 manieren

Totaal: 4 · 6 = 24 manieren.

(12)

Vier ballen tellen

Er zijn zes manieren om drie ballen te ordenen. En vier ballen?

We beginnen met de eerste bal:

? ? ?

6 manieren

? ? ?

6 manieren

? ? ? 6 manieren

? ? ? 6 manieren

Totaal: 4 · 6 = 24 manieren.

Gerrit Oomens Zomercursus Wiskunde A

(13)

Vier ballen tellen

Er zijn zes manieren om drie ballen te ordenen. En vier ballen?

We beginnen met de eerste bal:

? ? ? 6 manieren

? ? ?

6 manieren

? ? ? 6 manieren

? ? ? 6 manieren

Totaal: 4 · 6 = 24 manieren.

(14)

Vier ballen tellen

Er zijn zes manieren om drie ballen te ordenen. En vier ballen?

We beginnen met de eerste bal:

? ? ? 6 manieren

? ? ?

6 manieren

? ? ? 6 manieren

? ? ? 6 manieren

Totaal: 4 · 6 = 24 manieren.

Gerrit Oomens Zomercursus Wiskunde A

(15)

Vier ballen tellen

Er zijn zes manieren om drie ballen te ordenen. En vier ballen?

We beginnen met de eerste bal:

? ? ? 6 manieren

? ? ? 6 manieren

? ? ? 6 manieren

? ? ? 6 manieren

Totaal: 4 · 6 = 24 manieren.

(16)

Vier ballen tellen

Er zijn zes manieren om drie ballen te ordenen. En vier ballen?

We beginnen met de eerste bal:

? ? ? 6 manieren

? ? ? 6 manieren

? ? ? 6 manieren

? ? ? 6 manieren

Totaal: 4 · 6 = 24 manieren.

Gerrit Oomens Zomercursus Wiskunde A

(17)

Vier ballen tellen

Er zijn zes manieren om drie ballen te ordenen. En vier ballen?

We beginnen met de eerste bal:

? ? ? 6 manieren

? ? ? 6 manieren

? ? ? 6 manieren

Totaal: 4 · 6 = 24 manieren.

(18)

Vier ballen tellen

Er zijn zes manieren om drie ballen te ordenen. En vier ballen?

We beginnen met de eerste bal:

? ? ? 6 manieren

? ? ? 6 manieren

? ? ? 6 manieren

? ? ? 6 manieren

Totaal: 4 · 6

= 24 manieren.

Gerrit Oomens Zomercursus Wiskunde A

(19)

Vier ballen tellen

Er zijn zes manieren om drie ballen te ordenen. En vier ballen?

We beginnen met de eerste bal:

? ? ? 6 manieren

? ? ? 6 manieren

? ? ? 6 manieren

(20)

Meer ballen tellen

Er is ´e´en manier om 1 bal te ordenen. Er zijn 2 manieren om 2 ballen te ordenen. Er zijn 6 manieren om 3 ballen te ordenen.

Er zijn 4 · 6 = 24 manieren om 4 ballen te ordenen. Er zijn 5 · 24 = 120 manieren om 5 ballen te ordenen.

Merk op dat 5 · 24 = 5 · 4 · 3 · 2 · 1 = 5!. Voor een getal n schrijven we n! = n · (n − 1) · (n − 2) · · · 3 · 2 · 1, spreek uit “n faculteit”. Het aantal manieren om n verschillende ballen te ordenen is n!.

? ? ? ? ?

Gerrit Oomens Zomercursus Wiskunde A

(21)

Meer ballen tellen

Er is ´e´en manier om 1 bal te ordenen. Er zijn 2 manieren om 2 ballen te ordenen. Er zijn 6 manieren om 3 ballen te ordenen.

Er zijn 4 · 6 = 24 manieren om 4 ballen te ordenen.

Er zijn 5 · 24 = 120 manieren om 5 ballen te ordenen.

Merk op dat 5 · 24 = 5 · 4 · 3 · 2 · 1 = 5!. Voor een getal n schrijven we n! = n · (n − 1) · (n − 2) · · · 3 · 2 · 1, spreek uit “n faculteit”. Het aantal manieren om n verschillende ballen te ordenen is n!.

? ? ? ? ?

(22)

Meer ballen tellen

Er is ´e´en manier om 1 bal te ordenen. Er zijn 2 manieren om 2 ballen te ordenen. Er zijn 6 manieren om 3 ballen te ordenen.

Er zijn 4 · 6 = 24 manieren om 4 ballen te ordenen.

Er zijn 5 · 24 = 120 manieren om 5 ballen te ordenen.

Merk op dat 5 · 24 = 5 · 4 · 3 · 2 · 1 = 5!. Voor een getal n schrijven we n! = n · (n − 1) · (n − 2) · · · 3 · 2 · 1, spreek uit “n faculteit”. Het aantal manieren om n verschillende ballen te ordenen is n!.

? ? ? ? ?

Gerrit Oomens Zomercursus Wiskunde A

(23)

Meer ballen tellen

Er is ´e´en manier om 1 bal te ordenen. Er zijn 2 manieren om 2 ballen te ordenen. Er zijn 6 manieren om 3 ballen te ordenen.

Er zijn 4 · 6 = 24 manieren om 4 ballen te ordenen.

Er zijn 5 · 24 = 120 manieren om 5 ballen te ordenen.

Merk op dat 5 · 24 = 5 · 4 · 3 · 2 · 1 = 5!. Voor een getal n schrijven we n! = n · (n − 1) · (n − 2) · · · 3 · 2 · 1, spreek uit “n faculteit”. Het aantal manieren om n verschillende ballen te ordenen is n!.

? ? ? ? ?

(24)

Meer ballen tellen

Er is ´e´en manier om 1 bal te ordenen.

Er zijn 2 manieren om 2 ballen te ordenen. Er zijn 6 manieren om 3 ballen te ordenen.

Er zijn 4 · 6 = 24 manieren om 4 ballen te ordenen.

Er zijn 5 · 24 = 120 manieren om 5 ballen te ordenen.

Merk op dat 5 · 24 = 5 · 4 · 3 · 2 · 1 = 5!. Voor een getal n schrijven we n! = n · (n − 1) · (n − 2) · · · 3 · 2 · 1, spreek uit “n faculteit”. Het aantal manieren om n verschillende ballen te ordenen is n!.

? ? ? ? ?

Gerrit Oomens Zomercursus Wiskunde A

(25)

Meer ballen tellen

Er is ´e´en manier om 1 bal te ordenen.

Er zijn 2 manieren om 2 ballen te ordenen.

Er zijn 6 manieren om 3 ballen te ordenen.

Er zijn 4 · 6 = 24 manieren om 4 ballen te ordenen.

Er zijn 5 · 24 = 120 manieren om 5 ballen te ordenen.

Merk op dat 5 · 24 = 5 · 4 · 3 · 2 · 1 = 5!. Voor een getal n schrijven we n! = n · (n − 1) · (n − 2) · · · 3 · 2 · 1, spreek uit “n faculteit”. Het aantal manieren om n verschillende ballen te ordenen is n!.

? ? ? ? ?

(26)

Meer ballen tellen

Er is ´e´en manier om 1 bal te ordenen.

Er zijn 2 manieren om 2 ballen te ordenen.

Er zijn 6 manieren om 3 ballen te ordenen.

Er zijn 4 · 6 = 24 manieren om 4 ballen te ordenen.

Er zijn 5 · 24 = 120 manieren om 5 ballen te ordenen.

Merk op dat 5 · 24 = 5 · 4 · 3 · 2 · 1 = 5!. Voor een getal n schrijven we n! = n · (n − 1) · (n − 2) · · · 3 · 2 · 1, spreek uit “n faculteit”. Het aantal manieren om n verschillende ballen te ordenen is n!.

? ? ? ? ?

Gerrit Oomens Zomercursus Wiskunde A

(27)

Meer ballen tellen

Er is ´e´en manier om 1 bal te ordenen.

Er zijn 2 manieren om 2 ballen te ordenen.

Er zijn 3 · 2 = 6 manieren om 3 ballen te ordenen.

Er zijn 4 · 6 = 24 manieren om 4 ballen te ordenen.

Er zijn 5 · 24 = 120 manieren om 5 ballen te ordenen.

Merk op dat 5 · 24 = 5 · 4 · 3 · 2 · 1 = 5!. Voor een getal n schrijven we n! = n · (n − 1) · (n − 2) · · · 3 · 2 · 1, spreek uit “n faculteit”. Het aantal manieren om n verschillende ballen te ordenen is n!.

? ? ? ? ?

(28)

Meer ballen tellen

Er is ´e´en manier om 1 bal te ordenen.

Er zijn 2 · 1 = 2 manieren om 2 ballen te ordenen.

Er zijn 3 · 2 = 6 manieren om 3 ballen te ordenen.

Er zijn 4 · 6 = 24 manieren om 4 ballen te ordenen.

Er zijn 5 · 24 = 120 manieren om 5 ballen te ordenen.

Merk op dat 5 · 24 = 5 · 4 · 3 · 2 · 1 = 5!. Voor een getal n schrijven we n! = n · (n − 1) · (n − 2) · · · 3 · 2 · 1, spreek uit “n faculteit”. Het aantal manieren om n verschillende ballen te ordenen is n!.

? ? ? ? ?

Gerrit Oomens Zomercursus Wiskunde A

(29)

Meer ballen tellen

Er is ´e´en manier om 1 bal te ordenen.

Er zijn 2 · 1 = 2 manieren om 2 ballen te ordenen.

Er zijn 3 · 2 = 6 manieren om 3 ballen te ordenen.

Er zijn 4 · 6 = 24 manieren om 4 ballen te ordenen.

Er zijn 5 · 24 = 120 manieren om 5 ballen te ordenen.

Merk op dat 5 · 24

= 5 · 4 · 3 · 2 · 1 = 5!. Voor een getal n schrijven we n! = n · (n − 1) · (n − 2) · · · 3 · 2 · 1, spreek uit “n faculteit”. Het aantal manieren om n verschillende ballen te ordenen is n!.

? ? ? ? ?

(30)

Meer ballen tellen

Er is ´e´en manier om 1 bal te ordenen.

Er zijn 2 · 1 = 2 manieren om 2 ballen te ordenen.

Er zijn 3 · 2 = 6 manieren om 3 ballen te ordenen.

Er zijn 4 · 6 = 24 manieren om 4 ballen te ordenen.

Er zijn 5 · 24 = 120 manieren om 5 ballen te ordenen.

Merk op dat 5 · 24 = 5 · 4 · 3 · 2 · 1

= 5!. Voor een getal n schrijven we n! = n · (n − 1) · (n − 2) · · · 3 · 2 · 1, spreek uit “n faculteit”. Het aantal manieren om n verschillende ballen te ordenen is n!.

? ? ? ? ?

Gerrit Oomens Zomercursus Wiskunde A

(31)

Meer ballen tellen

Er is ´e´en manier om 1 bal te ordenen.

Er zijn 2 · 1 = 2 manieren om 2 ballen te ordenen.

Er zijn 3 · 2 = 6 manieren om 3 ballen te ordenen.

Er zijn 4 · 6 = 24 manieren om 4 ballen te ordenen.

Er zijn 5 · 24 = 120 manieren om 5 ballen te ordenen.

Merk op dat 5 · 24 = 5 · 4 · 3 · 2 · 1 = 5!.

Voor een getal n schrijven we n! = n · (n − 1) · (n − 2) · · · 3 · 2 · 1, spreek uit “n faculteit”. Het aantal manieren om n verschillende ballen te ordenen is n!.

? ? ? ? ?

(32)

Meer ballen tellen

Er is ´e´en manier om 1 bal te ordenen.

Er zijn 2 · 1 = 2 manieren om 2 ballen te ordenen.

Er zijn 3 · 2 = 6 manieren om 3 ballen te ordenen.

Er zijn 4 · 6 = 24 manieren om 4 ballen te ordenen.

Er zijn 5 · 24 = 120 manieren om 5 ballen te ordenen.

Merk op dat 5 · 24 = 5 · 4 · 3 · 2 · 1 = 5!. Voor een getal n schrijven we n! = n · (n − 1) · (n − 2) · · · 3 · 2 · 1

, spreek uit “n faculteit”. Het aantal manieren om n verschillende ballen te ordenen is n!.

? ? ? ? ?

Gerrit Oomens Zomercursus Wiskunde A

(33)

Meer ballen tellen

Er is ´e´en manier om 1 bal te ordenen.

Er zijn 2 · 1 = 2 manieren om 2 ballen te ordenen.

Er zijn 3 · 2 = 6 manieren om 3 ballen te ordenen.

Er zijn 4 · 6 = 24 manieren om 4 ballen te ordenen.

Er zijn 5 · 24 = 120 manieren om 5 ballen te ordenen.

Merk op dat 5 · 24 = 5 · 4 · 3 · 2 · 1 = 5!. Voor een getal n schrijven we n! = n · (n − 1) · (n − 2) · · · 3 · 2 · 1, spreek uit “n faculteit”.

Het aantal manieren om n verschillende ballen te ordenen is n!.

? ? ? ? ?

(34)

Meer ballen tellen

Er is ´e´en manier om 1 bal te ordenen.

Er zijn 2 · 1 = 2 manieren om 2 ballen te ordenen.

Er zijn 3 · 2 = 6 manieren om 3 ballen te ordenen.

Er zijn 4 · 6 = 24 manieren om 4 ballen te ordenen.

Er zijn 5 · 24 = 120 manieren om 5 ballen te ordenen.

Merk op dat 5 · 24 = 5 · 4 · 3 · 2 · 1 = 5!. Voor een getal n schrijven we n! = n · (n − 1) · (n − 2) · · · 3 · 2 · 1, spreek uit “n faculteit”.

Het aantal manieren om n verschillende ballen te ordenen is n!.

? ? ? ? ?

Gerrit Oomens Zomercursus Wiskunde A

(35)

Meer ballen tellen

Er is ´e´en manier om 1 bal te ordenen.

Er zijn 2 · 1 = 2 manieren om 2 ballen te ordenen.

Er zijn 3 · 2 = 6 manieren om 3 ballen te ordenen.

Er zijn 4 · 6 = 24 manieren om 4 ballen te ordenen.

Er zijn 5 · 24 = 120 manieren om 5 ballen te ordenen.

Merk op dat 5 · 24 = 5 · 4 · 3 · 2 · 1 = 5!. Voor een getal n schrijven we n! = n · (n − 1) · (n − 2) · · · 3 · 2 · 1, spreek uit “n faculteit”.

Het aantal manieren om n verschillende ballen te ordenen is n!.

(36)

Identieke ballen tellen

Wat als er twee ballen hetzelfde zijn?

Er waren 4! = 4 · 3 · 2 · 1 = 24 manieren om 4 verschillende ballen te ordenen, maar hier tellen we elke manier dubbel:

1 2

=

1 2

Er zijn dus 24/2

= 12

manieren om deze ballen te ordenen.

Gerrit Oomens Zomercursus Wiskunde A

(37)

Identieke ballen tellen

Wat als er twee ballen hetzelfde zijn?

Er waren 4! = 4 · 3 · 2 · 1 = 24 manieren om 4 verschillende ballen te ordenen, maar hier tellen we elke manier dubbel:

1 2

=

1 2

Er zijn dus 24/2

= 12

manieren om deze ballen te ordenen.

(38)

Identieke ballen tellen

Wat als er twee ballen hetzelfde zijn?

Er waren 4! = 4 · 3 · 2 · 1 = 24 manieren om 4 verschillende ballen te ordenen

, maar hier tellen we elke manier dubbel:

1 2

=

1 2

Er zijn dus 24/2

= 12

manieren om deze ballen te ordenen.

Gerrit Oomens Zomercursus Wiskunde A

(39)

Identieke ballen tellen

Wat als er twee ballen hetzelfde zijn?

Er waren 4! = 4 · 3 · 2 · 1 = 24 manieren om 4 verschillende ballen te ordenen, maar hier tellen we elke manier dubbel:

1 2

=

1 2

Er zijn dus 24/2

= 12

manieren om deze ballen te ordenen.

(40)

Identieke ballen tellen

Wat als er twee ballen hetzelfde zijn?

Er waren 4! = 4 · 3 · 2 · 1 = 24 manieren om 4 verschillende ballen te ordenen, maar hier tellen we elke manier dubbel:

1 2

=

2 1

Er zijn dus 24/2

= 12

manieren om deze ballen te ordenen.

Gerrit Oomens Zomercursus Wiskunde A

(41)

Identieke ballen tellen

Wat als er twee ballen hetzelfde zijn?

Er waren 4! = 4 · 3 · 2 · 1 = 24 manieren om 4 verschillende ballen te ordenen, maar hier tellen we elke manier dubbel:

1 2

=

1 2

Er zijn dus 24/2

= 12

manieren om deze ballen te ordenen.

(42)

Identieke ballen tellen

Wat als er twee ballen hetzelfde zijn?

Er waren 4! = 4 · 3 · 2 · 1 = 24 manieren om 4 verschillende ballen te ordenen, maar hier tellen we elke manier dubbel:

1 2

=

2 1

Er zijn dus 24/2

= 12

manieren om deze ballen te ordenen.

Gerrit Oomens Zomercursus Wiskunde A

(43)

Identieke ballen tellen

Wat als er twee ballen hetzelfde zijn?

Er waren 4! = 4 · 3 · 2 · 1 = 24 manieren om 4 verschillende ballen te ordenen, maar hier tellen we elke manier dubbel:

1 2

=

2 1

Er zijn dus 24/2

= 12

manieren om deze ballen te ordenen.

(44)

Identieke ballen tellen

Wat als er twee ballen hetzelfde zijn?

Er waren 4! = 4 · 3 · 2 · 1 = 24 manieren om 4 verschillende ballen te ordenen, maar hier tellen we elke manier dubbel:

1 2

=

2 1

Er zijn dus 24/2 = 12 manieren om deze ballen te ordenen.

Gerrit Oomens Zomercursus Wiskunde A

(45)

Meer identieke ballen

Wat gebeurt er als drie ballen hetzelfde zijn?

Nu zijn er vier manieren:

1 2 3

Het aantal mogelijkheden is 4!/3!

= 24/6 = 4

(46)

Meer identieke ballen

Wat gebeurt er als drie ballen hetzelfde zijn?

Nu zijn er vier manieren:

1 2 3

Het aantal mogelijkheden is 4!/3!

= 24/6 = 4

.

Gerrit Oomens Zomercursus Wiskunde A

(47)

Meer identieke ballen

Wat gebeurt er als drie ballen hetzelfde zijn?

Nu zijn er vier manieren:

1 2 3

Het aantal mogelijkheden is 4!/3!

= 24/6 = 4

(48)

Meer identieke ballen

Wat gebeurt er als drie ballen hetzelfde zijn?

Nu zijn er vier manieren:

1 2 3

Het aantal mogelijkheden is 4!/3!

= 24/6 = 4

.

Gerrit Oomens Zomercursus Wiskunde A

(49)

Meer identieke ballen

Wat gebeurt er als drie ballen hetzelfde zijn?

Nu zijn er vier manieren:

1 2 3

Het aantal mogelijkheden is 4!/3!

= 24/6 = 4

(50)

Meer identieke ballen

Wat gebeurt er als drie ballen hetzelfde zijn?

Nu zijn er vier manieren:

1 2 3

Het aantal mogelijkheden is 4!/3!

= 24/6 = 4

.

Gerrit Oomens Zomercursus Wiskunde A

(51)

Meer identieke ballen

Wat gebeurt er als drie ballen hetzelfde zijn?

Nu zijn er vier manieren:

1 2 3

4!/3!

= 24/6 = 4

(52)

Meer identieke ballen

Wat gebeurt er als drie ballen hetzelfde zijn?

Nu zijn er vier manieren:

1 2 3

Het aantal mogelijkheden is

4!/3!

= 24/6 = 4

.

Gerrit Oomens Zomercursus Wiskunde A

(53)

Meer identieke ballen

Wat gebeurt er als drie ballen hetzelfde zijn?

Nu zijn er vier manieren:

1 2 3

= 24/6 = 4

(54)

Meer identieke ballen

Wat gebeurt er als drie ballen hetzelfde zijn?

Nu zijn er vier manieren:

1 2 3

Het aantal mogelijkheden is 4!/3! = 24/6

= 4

.

Gerrit Oomens Zomercursus Wiskunde A

(55)

Meer identieke ballen

Wat gebeurt er als drie ballen hetzelfde zijn?

Nu zijn er vier manieren:

1 2 3

(56)

2 blauw, 3 groen

Als ze allemaal verschillend waren, zouden er 5! = 120 manieren zijn.

Maar we mogen de 2 blauwe ballen op willekeurige manier ordenen

, net zoals de 3 groene ballen.

Er zijn 2! = 2 manieren om de 2 blauwe ballen te ordenen

en 3! = 6 manieren om de 3 blauwe ballen te ordenen.

We tellen elke mogelijkheid 2 · 6 = 12 keer. Het aantal manieren is 120/12

= 10.

Gerrit Oomens Zomercursus Wiskunde A

(57)

2 blauw, 3 groen

Als ze allemaal verschillend waren, zouden er 5! = 120 manieren zijn.

Maar we mogen de 2 blauwe ballen op willekeurige manier ordenen

, net zoals de 3 groene ballen.

Er zijn 2! = 2 manieren om de 2 blauwe ballen te ordenen

en 3! = 6 manieren om de 3 blauwe ballen te ordenen.

We tellen elke mogelijkheid 2 · 6 = 12 keer. Het aantal manieren is 120/12

= 10.

(58)

2 blauw, 3 groen

Als ze allemaal verschillend waren, zouden er 5! = 120 manieren zijn.

Maar we mogen de 2 blauwe ballen op willekeurige manier ordenen

, net zoals de 3 groene ballen.

Er zijn 2! = 2 manieren om de 2 blauwe ballen te ordenen

en 3! = 6 manieren om de 3 blauwe ballen te ordenen.

We tellen elke mogelijkheid 2 · 6 = 12 keer. Het aantal manieren is 120/12

= 10.

Gerrit Oomens Zomercursus Wiskunde A

(59)

2 blauw, 3 groen

Als ze allemaal verschillend waren, zouden er 5! = 120 manieren zijn.

Maar we mogen de 2 blauwe ballen op willekeurige manier ordenen, net zoals de 3 groene ballen.

Er zijn 2! = 2 manieren om de 2 blauwe ballen te ordenen

en 3! = 6 manieren om de 3 blauwe ballen te ordenen.

We tellen elke mogelijkheid 2 · 6 = 12 keer. Het aantal manieren is 120/12

= 10.

(60)

2 blauw, 3 groen

Als ze allemaal verschillend waren, zouden er 5! = 120 manieren zijn.

Maar we mogen de 2 blauwe ballen op willekeurige manier ordenen, net zoals de 3 groene ballen.

Er zijn 2! = 2 manieren om de 2 blauwe ballen te ordenen

en 3! = 6 manieren om de 3 blauwe ballen te ordenen.

We tellen elke mogelijkheid 2 · 6 = 12 keer. Het aantal manieren is 120/12

= 10.

Gerrit Oomens Zomercursus Wiskunde A

(61)

2 blauw, 3 groen

Als ze allemaal verschillend waren, zouden er 5! = 120 manieren zijn.

Maar we mogen de 2 blauwe ballen op willekeurige manier ordenen, net zoals de 3 groene ballen.

Er zijn 2! = 2 manieren om de 2 blauwe ballen te ordenen en 3! = 6 manieren om de 3 blauwe ballen te ordenen.

We tellen elke mogelijkheid 2 · 6 = 12 keer. Het aantal manieren is 120/12

= 10.

(62)

2 blauw, 3 groen

Als ze allemaal verschillend waren, zouden er 5! = 120 manieren zijn.

Maar we mogen de 2 blauwe ballen op willekeurige manier ordenen, net zoals de 3 groene ballen.

Er zijn 2! = 2 manieren om de 2 blauwe ballen te ordenen en 3! = 6 manieren om de 3 blauwe ballen te ordenen.

We tellen elke mogelijkheid 2 · 6 = 12 keer.

Het aantal manieren is 120/12

= 10.

Gerrit Oomens Zomercursus Wiskunde A

(63)

2 blauw, 3 groen

Als ze allemaal verschillend waren, zouden er 5! = 120 manieren zijn.

Maar we mogen de 2 blauwe ballen op willekeurige manier ordenen, net zoals de 3 groene ballen.

Er zijn 2! = 2 manieren om de 2 blauwe ballen te ordenen en 3! = 6 manieren om de 3 blauwe ballen te ordenen.

We tellen elke mogelijkheid 2 · 6 = 12 keer.

Het aantal manieren is 120/12

= 10.

(64)

2 blauw, 3 groen

Als ze allemaal verschillend waren, zouden er 5! = 120 manieren zijn.

Maar we mogen de 2 blauwe ballen op willekeurige manier ordenen, net zoals de 3 groene ballen.

Er zijn 2! = 2 manieren om de 2 blauwe ballen te ordenen en 3! = 6 manieren om de 3 blauwe ballen te ordenen.

We tellen elke mogelijkheid 2 · 6 = 12 keer.

Het aantal manieren is 120/12 = 10.

Gerrit Oomens Zomercursus Wiskunde A

(65)

3 blauw, 4 groen

Het aantal manieren om deze te ordenen is

7 3



= 7!

3! · 4! = 7 · 6 · 5 · 4 · 3 · 2

(3 · 2) · (4 · 3 · 2) = 7 · 6 · 5

3 · 2 = 7 · 5 = 35. Als we n ballen hebben, waarvan k blauw en de rest groen, dan is het aantal manieren om deze te ordenen gelijk aan

n k



= n!

k! · (n − k)!,

wat we uitspreken als “n boven k”.

(66)

3 blauw, 4 groen

Het aantal manieren om deze te ordenen is

7 3



= 7!

3! · 4! = 7 · 6 · 5 · 4 · 3 · 2

(3 · 2) · (4 · 3 · 2) = 7 · 6 · 5

3 · 2 = 7 · 5 = 35. Als we n ballen hebben, waarvan k blauw en de rest groen, dan is het aantal manieren om deze te ordenen gelijk aan

n k



= n!

k! · (n − k)!,

wat we uitspreken als “n boven k”.

Gerrit Oomens Zomercursus Wiskunde A

(67)

3 blauw, 4 groen

Het aantal manieren om deze te ordenen is

7 3



=

7!

3! · 4!

= 7 · 6 · 5 · 4 · 3 · 2

(3 · 2) · (4 · 3 · 2) = 7 · 6 · 5

3 · 2 = 7 · 5 = 35. Als we n ballen hebben, waarvan k blauw en de rest groen, dan is het aantal manieren om deze te ordenen gelijk aan

n k



= n!

k! · (n − k)!,

wat we uitspreken als “n boven k”.

(68)

3 blauw, 4 groen

Het aantal manieren om deze te ordenen is

7 3



=

7!

3! · 4! = 7 · 6 · 5 · 4 · 3 · 2 (3 · 2) · (4 · 3 · 2)

= 7 · 6 · 5

3 · 2 = 7 · 5 = 35. Als we n ballen hebben, waarvan k blauw en de rest groen, dan is het aantal manieren om deze te ordenen gelijk aan

n k



= n!

k! · (n − k)!,

wat we uitspreken als “n boven k”.

Gerrit Oomens Zomercursus Wiskunde A

(69)

3 blauw, 4 groen

Het aantal manieren om deze te ordenen is

7 3



=

7!

3! · 4! = 7 · 6 · 5 · 4 · 3 · 2

(3 · 2) · (4 · 3 · 2) = 7 · 6 · 5 3 · 2

= 7 · 5 = 35. Als we n ballen hebben, waarvan k blauw en de rest groen, dan is het aantal manieren om deze te ordenen gelijk aan

n k



= n!

k! · (n − k)!,

wat we uitspreken als “n boven k”.

(70)

3 blauw, 4 groen

Het aantal manieren om deze te ordenen is

7 3



=

7!

3! · 4! = 7 · 6 · 5 · 4 · 3 · 2

(3 · 2) · (4 · 3 · 2) = 7 · 6 · 5

3 · 2 = 7 · 5

= 35. Als we n ballen hebben, waarvan k blauw en de rest groen, dan is het aantal manieren om deze te ordenen gelijk aan

n k



= n!

k! · (n − k)!,

wat we uitspreken als “n boven k”.

Gerrit Oomens Zomercursus Wiskunde A

(71)

3 blauw, 4 groen

Het aantal manieren om deze te ordenen is

7 3



=

7!

3! · 4! = 7 · 6 · 5 · 4 · 3 · 2

(3 · 2) · (4 · 3 · 2) = 7 · 6 · 5

3 · 2 = 7 · 5 = 35.

Als we n ballen hebben, waarvan k blauw en de rest groen, dan is het aantal manieren om deze te ordenen gelijk aan

n k



= n!

k! · (n − k)!,

wat we uitspreken als “n boven k”.

(72)

3 blauw, 4 groen

Het aantal manieren om deze te ordenen is

7 3



=

7!

3! · 4! = 7 · 6 · 5 · 4 · 3 · 2

(3 · 2) · (4 · 3 · 2) = 7 · 6 · 5

3 · 2 = 7 · 5 = 35.

Als we n ballen hebben, waarvan k blauw en de rest groen

, dan is het aantal manieren om deze te ordenen gelijk aan

n k



= n!

k! · (n − k)!,

wat we uitspreken als “n boven k”.

Gerrit Oomens Zomercursus Wiskunde A

(73)

3 blauw, 4 groen

Het aantal manieren om deze te ordenen is

7 3



=

7!

3! · 4! = 7 · 6 · 5 · 4 · 3 · 2

(3 · 2) · (4 · 3 · 2) = 7 · 6 · 5

3 · 2 = 7 · 5 = 35.

Als we n ballen hebben, waarvan k blauw en de rest groen, dan is het aantal manieren om deze te ordenen gelijk aan

n k



= n!

k! · (n − k)!,

wat we uitspreken als “n boven k”.

(74)

3 blauw, 4 groen

Het aantal manieren om deze te ordenen is

7 3



=

7!

3! · 4! = 7 · 6 · 5 · 4 · 3 · 2

(3 · 2) · (4 · 3 · 2) = 7 · 6 · 5

3 · 2 = 7 · 5 = 35.

Als we n ballen hebben, waarvan k blauw en de rest groen, dan is het aantal manieren om deze te ordenen gelijk aan

n k



=

n!

k! · (n − k)!,

wat we uitspreken als “n boven k”.

Gerrit Oomens Zomercursus Wiskunde A

(75)

3 blauw, 4 groen

Het aantal manieren om deze te ordenen is

7 3



=

7!

3! · 4! = 7 · 6 · 5 · 4 · 3 · 2

(3 · 2) · (4 · 3 · 2) = 7 · 6 · 5

3 · 2 = 7 · 5 = 35.

Als we n ballen hebben, waarvan k blauw en de rest groen, dan is het aantal manieren om deze te ordenen gelijk aan

n k



= n!

k! · (n − k)!,

wat we uitspreken als “n boven k”.

(76)

3 blauw, 4 groen

Het aantal manieren om deze te ordenen is

7 3



=

7!

3! · 4! = 7 · 6 · 5 · 4 · 3 · 2

(3 · 2) · (4 · 3 · 2) = 7 · 6 · 5

3 · 2 = 7 · 5 = 35.

Als we n ballen hebben, waarvan k blauw en de rest groen, dan is het aantal manieren om deze te ordenen gelijk aan

n k



= n!

k! · (n − k)!,

wat we uitspreken als “n boven k”.

Gerrit Oomens Zomercursus Wiskunde A

(77)

3 blauw, 4 groen

Het aantal manieren om deze te ordenen is

7 3



= 7!

3! · 4! = 7 · 6 · 5 · 4 · 3 · 2

(3 · 2) · (4 · 3 · 2) = 7 · 6 · 5

3 · 2 = 7 · 5 = 35.

Als we n ballen hebben, waarvan k blauw en de rest groen, dan is het aantal manieren om deze te ordenen gelijk aan

n k



= n!

k! · (n − k)!,

(78)

Tellen en kansen

We leggen bovenstaande ballen neer in een willekeurige volgorde.

Wat is de kans dat twee blauwe ballen vooraan liggen? Herinner P(A) = aantal uitkomsten waarbij A optreedt

totaal aantal uitkomsten .

Het totaal aantal manieren om de 7 ballen te ordenen is 3!·4!7! = 35. Het aantal manieren waarbij er 2 blauwe ballen vooraan liggen:

? ? ? ? ?

We hebben 1 blauwe bal en 4 groene over om te verdelen over 5 plekken. Dit kan op 1!·4!5! = 5 manieren. De gevraagde kans is dus gelijk aan 355 = 17.

Gerrit Oomens Zomercursus Wiskunde A

(79)

Tellen en kansen

We leggen bovenstaande ballen neer in een willekeurige volgorde.

Wat is de kans dat twee blauwe ballen vooraan liggen?

Herinner P(A) = aantal uitkomsten waarbij A optreedt

totaal aantal uitkomsten .

Het totaal aantal manieren om de 7 ballen te ordenen is 3!·4!7! = 35. Het aantal manieren waarbij er 2 blauwe ballen vooraan liggen:

? ? ? ? ?

We hebben 1 blauwe bal en 4 groene over om te verdelen over 5 plekken. Dit kan op 1!·4!5! = 5 manieren. De gevraagde kans is dus gelijk aan 355 = 17.

(80)

Tellen en kansen

We leggen bovenstaande ballen neer in een willekeurige volgorde.

Wat is de kans dat twee blauwe ballen vooraan liggen? Herinner P(A) = aantal uitkomsten waarbij A optreedt

totaal aantal uitkomsten .

Het totaal aantal manieren om de 7 ballen te ordenen is 3!·4!7! = 35. Het aantal manieren waarbij er 2 blauwe ballen vooraan liggen:

? ? ? ? ?

We hebben 1 blauwe bal en 4 groene over om te verdelen over 5 plekken. Dit kan op 1!·4!5! = 5 manieren. De gevraagde kans is dus gelijk aan 355 = 17.

Gerrit Oomens Zomercursus Wiskunde A

(81)

Tellen en kansen

We leggen bovenstaande ballen neer in een willekeurige volgorde.

Wat is de kans dat twee blauwe ballen vooraan liggen? Herinner P(A) = aantal uitkomsten waarbij A optreedt

totaal aantal uitkomsten .

Het totaal aantal manieren om de 7 ballen te ordenen is 3!·4!7! = 35.

Het aantal manieren waarbij er 2 blauwe ballen vooraan liggen:

? ? ? ? ?

We hebben 1 blauwe bal en 4 groene over om te verdelen over 5 plekken. Dit kan op 1!·4!5! = 5 manieren. De gevraagde kans is dus gelijk aan 355 = 17.

(82)

Tellen en kansen

We leggen bovenstaande ballen neer in een willekeurige volgorde.

Wat is de kans dat twee blauwe ballen vooraan liggen? Herinner P(A) = aantal uitkomsten waarbij A optreedt

totaal aantal uitkomsten .

Het totaal aantal manieren om de 7 ballen te ordenen is 3!·4!7! = 35.

Het aantal manieren waarbij er 2 blauwe ballen vooraan liggen:

? ? ? ? ?

We hebben 1 blauwe bal en 4 groene over om te verdelen over 5 plekken. Dit kan op 1!·4!5! = 5 manieren. De gevraagde kans is dus gelijk aan 355 = 17.

Gerrit Oomens Zomercursus Wiskunde A

(83)

Tellen en kansen

We leggen bovenstaande ballen neer in een willekeurige volgorde.

Wat is de kans dat twee blauwe ballen vooraan liggen? Herinner P(A) = aantal uitkomsten waarbij A optreedt

totaal aantal uitkomsten .

Het totaal aantal manieren om de 7 ballen te ordenen is 3!·4!7! = 35.

Het aantal manieren waarbij er 2 blauwe ballen vooraan liggen:

? ? ? ? ?

We hebben 1 blauwe bal en 4 groene over om te verdelen over 5

Dit kan op 1!·4!5! = 5 manieren. De gevraagde kans is dus gelijk aan 355 = 17.

(84)

Tellen en kansen

We leggen bovenstaande ballen neer in een willekeurige volgorde.

Wat is de kans dat twee blauwe ballen vooraan liggen? Herinner P(A) = aantal uitkomsten waarbij A optreedt

totaal aantal uitkomsten .

Het totaal aantal manieren om de 7 ballen te ordenen is 3!·4!7! = 35.

Het aantal manieren waarbij er 2 blauwe ballen vooraan liggen:

? ? ? ? ?

We hebben 1 blauwe bal en 4 groene over om te verdelen over 5 plekken. Dit kan op 1!·4!5! = 5 manieren.

De gevraagde kans is dus gelijk aan 355 = 17.

Gerrit Oomens Zomercursus Wiskunde A

(85)

Tellen en kansen

We leggen bovenstaande ballen neer in een willekeurige volgorde.

Wat is de kans dat twee blauwe ballen vooraan liggen? Herinner P(A) = aantal uitkomsten waarbij A optreedt

totaal aantal uitkomsten .

Het totaal aantal manieren om de 7 ballen te ordenen is 3!·4!7! = 35.

Het aantal manieren waarbij er 2 blauwe ballen vooraan liggen:

? ? ? ? ?

We hebben 1 blauwe bal en 4 groene over om te verdelen over 5

(86)

Kop of munt

Stel we gooien 5 munten op. Uitkomsten zijn van de vorm MMKMK . We willen weten wat de kans op precies 3 keer kop is.

Hoeveel mogelijke uitkomsten zijn er?

Antwoord: 25= 32.

De kans op een uitkomst is

1

2 ·12 ·12·12 ·12 = 321.

Hoeveel uitkomsten hebben precies 3 keer kop?

Dit is het aantal manieren om drie M en twee K te ordenen:

5!

3! · 2! = 5 · 4 · 3 · 2

(3 · 2) · 2 = 5 · 4

2 = 5 · 2 = 10.

De gevraagde kans is 1032.

Wat gebeurt er als de munt niet eerlijk is, bijvoorbeeld als de kans op kop is gelijk aan 14? Dan is de kans op munt 34, dus de kans op een uitkomst zoals KMKMK is 14 ·34 ·14·34 ·14 = 10249 . Dit is nog steeds hetzelfde voor de andere uitkomsten met drie keer kop, dus de kans op precies drie keer kop is nu 10 ·10249

= 102490

.

Gerrit Oomens Zomercursus Wiskunde A

(87)

Kop of munt

Stel we gooien 5 munten op.

Uitkomsten zijn van de vorm MMKMK . We willen weten wat de kans op precies 3 keer kop is.

Hoeveel mogelijke uitkomsten zijn er?

Antwoord: 25= 32.

De kans op een uitkomst is

1

2 ·12 ·12·12 ·12 = 321.

Hoeveel uitkomsten hebben precies 3 keer kop?

Dit is het aantal manieren om drie M en twee K te ordenen:

5!

3! · 2! = 5 · 4 · 3 · 2

(3 · 2) · 2 = 5 · 4

2 = 5 · 2 = 10.

De gevraagde kans is 1032.

Wat gebeurt er als de munt niet eerlijk is, bijvoorbeeld als de kans op kop is gelijk aan 14? Dan is de kans op munt 34, dus de kans op een uitkomst zoals KMKMK is 14 ·34 ·14·34 ·14 = 10249 . Dit is nog steeds hetzelfde voor de andere uitkomsten met drie keer kop, dus de kans op precies drie keer kop is nu 10 ·10249

= 102490

.

(88)

Kop of munt

Stel we gooien 5 munten op. Uitkomsten zijn van de vorm MMKMK .

We willen weten wat de kans op precies 3 keer kop is. Hoeveel mogelijke uitkomsten zijn er?

Antwoord: 25= 32.

De kans op een uitkomst is

1

2 ·12 ·12·12 ·12 = 321.

Hoeveel uitkomsten hebben precies 3 keer kop?

Dit is het aantal manieren om drie M en twee K te ordenen:

5!

3! · 2! = 5 · 4 · 3 · 2

(3 · 2) · 2 = 5 · 4

2 = 5 · 2 = 10.

De gevraagde kans is 1032.

Wat gebeurt er als de munt niet eerlijk is, bijvoorbeeld als de kans op kop is gelijk aan 14? Dan is de kans op munt 34, dus de kans op een uitkomst zoals KMKMK is 14 ·34 ·14·34 ·14 = 10249 . Dit is nog steeds hetzelfde voor de andere uitkomsten met drie keer kop, dus de kans op precies drie keer kop is nu 10 ·10249

= 102490

.

Gerrit Oomens Zomercursus Wiskunde A

(89)

Kop of munt

Stel we gooien 5 munten op. Uitkomsten zijn van de vorm MMKMK . We willen weten wat de kans op precies 3 keer kop is.

Hoeveel mogelijke uitkomsten zijn er?

Antwoord: 25= 32.

De kans op een uitkomst is

1

2 ·12 ·12·12 ·12 = 321.

Hoeveel uitkomsten hebben precies 3 keer kop?

Dit is het aantal manieren om drie M en twee K te ordenen:

5!

3! · 2! = 5 · 4 · 3 · 2

(3 · 2) · 2 = 5 · 4

2 = 5 · 2 = 10.

De gevraagde kans is 1032.

Wat gebeurt er als de munt niet eerlijk is, bijvoorbeeld als de kans op kop is gelijk aan 14? Dan is de kans op munt 34, dus de kans op een uitkomst zoals KMKMK is 14 ·34 ·14·34 ·14 = 10249 . Dit is nog steeds hetzelfde voor de andere uitkomsten met drie keer kop, dus de kans op precies drie keer kop is nu 10 ·10249

= 102490

.

(90)

Kop of munt

Stel we gooien 5 munten op. Uitkomsten zijn van de vorm MMKMK . We willen weten wat de kans op precies 3 keer kop is.

Hoeveel mogelijke uitkomsten zijn er?

Antwoord: 25= 32. De kans op een uitkomst is

1

2 ·12 ·12·12 ·12 = 321.

Hoeveel uitkomsten hebben precies 3 keer kop?

Dit is het aantal manieren om drie M en twee K te ordenen:

5!

3! · 2! = 5 · 4 · 3 · 2

(3 · 2) · 2 = 5 · 4

2 = 5 · 2 = 10.

De gevraagde kans is 1032.

Wat gebeurt er als de munt niet eerlijk is, bijvoorbeeld als de kans op kop is gelijk aan 14? Dan is de kans op munt 34, dus de kans op een uitkomst zoals KMKMK is 14 ·34 ·14·34 ·14 = 10249 . Dit is nog steeds hetzelfde voor de andere uitkomsten met drie keer kop, dus de kans op precies drie keer kop is nu 10 ·10249

= 102490

.

Gerrit Oomens Zomercursus Wiskunde A

(91)

Kop of munt

Stel we gooien 5 munten op. Uitkomsten zijn van de vorm MMKMK . We willen weten wat de kans op precies 3 keer kop is.

Hoeveel mogelijke uitkomsten zijn er? Antwoord: 25

= 32. De kans op een uitkomst is

1

2 ·12 ·12·12 ·12 = 321.

Hoeveel uitkomsten hebben precies 3 keer kop?

Dit is het aantal manieren om drie M en twee K te ordenen:

5!

3! · 2! = 5 · 4 · 3 · 2

(3 · 2) · 2 = 5 · 4

2 = 5 · 2 = 10.

De gevraagde kans is 1032.

Wat gebeurt er als de munt niet eerlijk is, bijvoorbeeld als de kans op kop is gelijk aan 14? Dan is de kans op munt 34, dus de kans op een uitkomst zoals KMKMK is 14 ·34 ·14·34 ·14 = 10249 . Dit is nog steeds hetzelfde voor de andere uitkomsten met drie keer kop, dus de kans op precies drie keer kop is nu 10 ·10249

= 102490

.

(92)

Kop of munt

Stel we gooien 5 munten op. Uitkomsten zijn van de vorm MMKMK . We willen weten wat de kans op precies 3 keer kop is.

Hoeveel mogelijke uitkomsten zijn er? Antwoord: 25= 32.

De kans op een uitkomst is

1

2 ·12 ·12·12 ·12 = 321.

Hoeveel uitkomsten hebben precies 3 keer kop?

Dit is het aantal manieren om drie M en twee K te ordenen:

5!

3! · 2! = 5 · 4 · 3 · 2

(3 · 2) · 2 = 5 · 4

2 = 5 · 2 = 10.

De gevraagde kans is 1032.

Wat gebeurt er als de munt niet eerlijk is, bijvoorbeeld als de kans op kop is gelijk aan 14? Dan is de kans op munt 34, dus de kans op een uitkomst zoals KMKMK is 14 ·34 ·14·34 ·14 = 10249 . Dit is nog steeds hetzelfde voor de andere uitkomsten met drie keer kop, dus de kans op precies drie keer kop is nu 10 ·10249

= 102490

.

Gerrit Oomens Zomercursus Wiskunde A

(93)

Kop of munt

Stel we gooien 5 munten op. Uitkomsten zijn van de vorm MMKMK . We willen weten wat de kans op precies 3 keer kop is.

Hoeveel mogelijke uitkomsten zijn er? Antwoord: 25= 32.

De kans op een uitkomst is

1

2 ·12 ·12·12 ·12 = 321. Hoeveel uitkomsten hebben precies 3 keer kop?

Dit is het aantal manieren om drie M en twee K te ordenen:

5!

3! · 2! = 5 · 4 · 3 · 2

(3 · 2) · 2 = 5 · 4

2 = 5 · 2 = 10.

De gevraagde kans is 1032.

Wat gebeurt er als de munt niet eerlijk is, bijvoorbeeld als de kans op kop is gelijk aan 14? Dan is de kans op munt 34, dus de kans op een uitkomst zoals KMKMK is 14 ·34 ·14·34 ·14 = 10249 . Dit is nog steeds hetzelfde voor de andere uitkomsten met drie keer kop, dus de kans op precies drie keer kop is nu 10 ·10249

= 102490

.

(94)

Kop of munt

Stel we gooien 5 munten op. Uitkomsten zijn van de vorm MMKMK . We willen weten wat de kans op precies 3 keer kop is.

Hoeveel mogelijke uitkomsten zijn er? Antwoord: 25= 32.

De kans op een uitkomst is 12 ·12 ·12·12 ·12

= 321. Hoeveel uitkomsten hebben precies 3 keer kop?

Dit is het aantal manieren om drie M en twee K te ordenen:

5!

3! · 2! = 5 · 4 · 3 · 2

(3 · 2) · 2 = 5 · 4

2 = 5 · 2 = 10.

De gevraagde kans is 1032.

Wat gebeurt er als de munt niet eerlijk is, bijvoorbeeld als de kans op kop is gelijk aan 14? Dan is de kans op munt 34, dus de kans op een uitkomst zoals KMKMK is 14 ·34 ·14·34 ·14 = 10249 . Dit is nog steeds hetzelfde voor de andere uitkomsten met drie keer kop, dus de kans op precies drie keer kop is nu 10 ·10249

= 102490

.

Gerrit Oomens Zomercursus Wiskunde A

(95)

Kop of munt

Stel we gooien 5 munten op. Uitkomsten zijn van de vorm MMKMK . We willen weten wat de kans op precies 3 keer kop is.

Hoeveel mogelijke uitkomsten zijn er? Antwoord: 25= 32.

De kans op een uitkomst is 12 ·12 ·12·12 ·12 = 321.

Hoeveel uitkomsten hebben precies 3 keer kop?

Dit is het aantal manieren om drie M en twee K te ordenen:

5!

3! · 2! = 5 · 4 · 3 · 2

(3 · 2) · 2 = 5 · 4

2 = 5 · 2 = 10.

De gevraagde kans is 1032.

Wat gebeurt er als de munt niet eerlijk is, bijvoorbeeld als de kans op kop is gelijk aan 14? Dan is de kans op munt 34, dus de kans op een uitkomst zoals KMKMK is 14 ·34 ·14·34 ·14 = 10249 . Dit is nog steeds hetzelfde voor de andere uitkomsten met drie keer kop, dus de kans op precies drie keer kop is nu 10 ·10249

= 102490

.

(96)

Kop of munt

Stel we gooien 5 munten op. Uitkomsten zijn van de vorm MMKMK . We willen weten wat de kans op precies 3 keer kop is.

Hoeveel mogelijke uitkomsten zijn er? Antwoord: 25= 32.

De kans op een uitkomst is 12 ·12 ·12·12 ·12 = 321. Hoeveel uitkomsten hebben precies 3 keer kop?

Dit is het aantal manieren om drie M en twee K te ordenen:

5!

3! · 2! = 5 · 4 · 3 · 2

(3 · 2) · 2 = 5 · 4

2 = 5 · 2 = 10. De gevraagde kans is 1032.

Wat gebeurt er als de munt niet eerlijk is, bijvoorbeeld als de kans op kop is gelijk aan 14? Dan is de kans op munt 34, dus de kans op een uitkomst zoals KMKMK is 14 ·34 ·14·34 ·14 = 10249 . Dit is nog steeds hetzelfde voor de andere uitkomsten met drie keer kop, dus de kans op precies drie keer kop is nu 10 ·10249

= 102490

.

Gerrit Oomens Zomercursus Wiskunde A

(97)

Kop of munt

Stel we gooien 5 munten op. Uitkomsten zijn van de vorm MMKMK . We willen weten wat de kans op precies 3 keer kop is.

Hoeveel mogelijke uitkomsten zijn er? Antwoord: 25= 32.

De kans op een uitkomst is 12 ·12 ·12·12 ·12 = 321.

Hoeveel uitkomsten hebben precies 3 keer kop? Dit is het aantal manieren om drie M en twee K te ordenen:

5!

3! · 2! = 5 · 4 · 3 · 2

(3 · 2) · 2 = 5 · 4

2 = 5 · 2 = 10. De gevraagde kans is 1032.

Wat gebeurt er als de munt niet eerlijk is, bijvoorbeeld als de kans op kop is gelijk aan 14? Dan is de kans op munt 34, dus de kans op een uitkomst zoals KMKMK is 14 ·34 ·14·34 ·14 = 10249 . Dit is nog steeds hetzelfde voor de andere uitkomsten met drie keer kop, dus de kans op precies drie keer kop is nu 10 ·10249

= 102490

.

(98)

Kop of munt

Stel we gooien 5 munten op. Uitkomsten zijn van de vorm MMKMK . We willen weten wat de kans op precies 3 keer kop is.

Hoeveel mogelijke uitkomsten zijn er? Antwoord: 25= 32.

De kans op een uitkomst is 12 ·12 ·12·12 ·12 = 321.

Hoeveel uitkomsten hebben precies 3 keer kop? Dit is het aantal manieren om drie M en twee K te ordenen:

5!

3! · 2!

= 5 · 4 · 3 · 2

(3 · 2) · 2 = 5 · 4

2 = 5 · 2 = 10. De gevraagde kans is 1032.

Wat gebeurt er als de munt niet eerlijk is, bijvoorbeeld als de kans op kop is gelijk aan 14? Dan is de kans op munt 34, dus de kans op een uitkomst zoals KMKMK is 14 ·34 ·14·34 ·14 = 10249 . Dit is nog steeds hetzelfde voor de andere uitkomsten met drie keer kop, dus de kans op precies drie keer kop is nu 10 ·10249

= 102490

.

Gerrit Oomens Zomercursus Wiskunde A

(99)

Kop of munt

Stel we gooien 5 munten op. Uitkomsten zijn van de vorm MMKMK . We willen weten wat de kans op precies 3 keer kop is.

Hoeveel mogelijke uitkomsten zijn er? Antwoord: 25= 32.

De kans op een uitkomst is 12 ·12 ·12·12 ·12 = 321.

Hoeveel uitkomsten hebben precies 3 keer kop? Dit is het aantal manieren om drie M en twee K te ordenen:

5!

3! · 2! = 5 · 4 · 3 · 2 (3 · 2) · 2

= 5 · 4

2 = 5 · 2 = 10. De gevraagde kans is 1032.

Wat gebeurt er als de munt niet eerlijk is, bijvoorbeeld als de kans op kop is gelijk aan 14? Dan is de kans op munt 34, dus de kans op een uitkomst zoals KMKMK is 14 ·34 ·14·34 ·14 = 10249 . Dit is nog steeds hetzelfde voor de andere uitkomsten met drie keer kop, dus de kans op precies drie keer kop is nu 10 ·10249

= 102490

.

(100)

Kop of munt

Stel we gooien 5 munten op. Uitkomsten zijn van de vorm MMKMK . We willen weten wat de kans op precies 3 keer kop is.

Hoeveel mogelijke uitkomsten zijn er? Antwoord: 25= 32.

De kans op een uitkomst is 12 ·12 ·12·12 ·12 = 321.

Hoeveel uitkomsten hebben precies 3 keer kop? Dit is het aantal manieren om drie M en twee K te ordenen:

5!

3! · 2! = 5 · 4 · 3 · 2

(3 · 2) · 2 = 5 · 4 2

= 5 · 2 = 10. De gevraagde kans is 1032.

Wat gebeurt er als de munt niet eerlijk is, bijvoorbeeld als de kans op kop is gelijk aan 14? Dan is de kans op munt 34, dus de kans op een uitkomst zoals KMKMK is 14 ·34 ·14·34 ·14 = 10249 . Dit is nog steeds hetzelfde voor de andere uitkomsten met drie keer kop, dus de kans op precies drie keer kop is nu 10 ·10249

= 102490

.

Gerrit Oomens Zomercursus Wiskunde A

(101)

Kop of munt

Stel we gooien 5 munten op. Uitkomsten zijn van de vorm MMKMK . We willen weten wat de kans op precies 3 keer kop is.

Hoeveel mogelijke uitkomsten zijn er? Antwoord: 25= 32.

De kans op een uitkomst is 12 ·12 ·12·12 ·12 = 321.

Hoeveel uitkomsten hebben precies 3 keer kop? Dit is het aantal manieren om drie M en twee K te ordenen:

5!

3! · 2! = 5 · 4 · 3 · 2

(3 · 2) · 2 = 5 · 4

2 = 5 · 2

= 10. De gevraagde kans is 1032.

Wat gebeurt er als de munt niet eerlijk is, bijvoorbeeld als de kans op kop is gelijk aan 14? Dan is de kans op munt 34, dus de kans op een uitkomst zoals KMKMK is 14 ·34 ·14·34 ·14 = 10249 . Dit is nog steeds hetzelfde voor de andere uitkomsten met drie keer kop, dus de kans op precies drie keer kop is nu 10 ·10249

= 102490

.

(102)

Kop of munt

Stel we gooien 5 munten op. Uitkomsten zijn van de vorm MMKMK . We willen weten wat de kans op precies 3 keer kop is.

Hoeveel mogelijke uitkomsten zijn er? Antwoord: 25= 32.

De kans op een uitkomst is 12 ·12 ·12·12 ·12 = 321.

Hoeveel uitkomsten hebben precies 3 keer kop? Dit is het aantal manieren om drie M en twee K te ordenen:

5!

3! · 2! = 5 · 4 · 3 · 2

(3 · 2) · 2 = 5 · 4

2 = 5 · 2 = 10.

De gevraagde kans is 1032.

Wat gebeurt er als de munt niet eerlijk is, bijvoorbeeld als de kans op kop is gelijk aan 14? Dan is de kans op munt 34, dus de kans op een uitkomst zoals KMKMK is 14 ·34 ·14·34 ·14 = 10249 . Dit is nog steeds hetzelfde voor de andere uitkomsten met drie keer kop, dus de kans op precies drie keer kop is nu 10 ·10249

= 102490

.

Gerrit Oomens Zomercursus Wiskunde A

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Korteweg-de Vries Instituut voor Wiskunde Faculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica. Universiteit

Korteweg-de Vries Instituut voor Wiskunde Faculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica. Universiteit

We kunnen een kans toekennen aan elke uitkomst, maar er zijn ook andere gebeurtenissen waar we een kans aan kunnen verbinden.. Bijvoorbeeld, de kans dat we een even getal gooien

We kunnen een kans toekennen aan elke uitkomst, maar er zijn ook andere gebeurtenissen waar we een kans aan kunnen verbinden. Bijvoorbeeld, de kans dat we een even getal gooien

Dus hoewel een discrete kansverdeling simpelweg bestaat uit de kansen op alle afzonderlijke uitkomsten, werkt dit niet in het continue geval.. Hoe specificeren we hier

Ordinaal: geordende labels, verschillen hebben geen betekenis. Voorbeeld:

We kunnen quartielen gebruiken: we delen de (geordende) data op in de observaties links van de mediaan en die rechts ervan, dan nemen we de mediaan van elk van de twee

Korteweg-de Vries Instituut voor Wiskunde Faculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica.. Universiteit