• No results found

Vraag nr. 42 van 2 december 1999 van mevrouw PATRICIA CEYSENS

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 42 van 2 december 1999 van mevrouw PATRICIA CEYSENS"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 42

van 2 december 1999

van mevrouw PATRICIA CEYSENS Kinderdagverblijven – Brandveiligheid

In de huidige stand van de wetgeving blijkt er geen regelgeving te bestaan met betrekking tot de brandveiligheid van kinderdagverblijven. Dit bete-kent dat de brandweer in principe kan weigeren een attest van brandveiligheid af te leveren. H e e l wat brandweercommandanten leveren attesten af op eigen verantwoordelijkheid en mits wordt vol-daan aan wat volgens hen essentieel is voor de brandveiligheid.

De brandveiligheid van kinderopvanginitiatieven lijkt voor mij nochtans een prioriteit te zijn bij het uitstippelen van een beleid inzake kinderopvang. De uitvaardiging van een dergelijk reglement be-hoort uiteraard tot de bevoegdheid van de federale minister van Binnenlandse Zaken.

1. Heeft de minister reeds contact opgenomen met haar collega van Binnenlandse Zaken van de fe-derale regering teneinde aan te dringen op een reglement terzake ?

2. Waarom wordt bij het besteden van V I PA-g e l d (Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsge-bonden Aangelegenheden) geen voorrang ver-leend aan kinderdagverblijven die maatregelen moeten nemen op het vlak van brandveiligheid ?

Antwoord

De Vlaamse volksvertegenwoordiger informeert naar de stand van zaken m.b. t . de reglementering op de brandveiligheid in de sector van de kinder-o p v a n g. Ik kan in deze ckinder-ontext bevestigen dat er in-derdaad nog geen regelgeving bestaat waarop de brandweer zich kan baseren. Soms weigert de brandweer dan ook een attest af te leveren. To c h wordt gevraagd op algemene brandveiligheids-gronden een inspectiebezoek te brengen en een ad-viserend brandweerverslag op te maken. Dit ge-beurt in de meeste gemeenten.

In wat volgt ga ik, aanvullend op deze algemene vaststelling, concreet in op de gestelde vragen. 1. De afbakening van bevoegdheden tussen de

fe-derale en de Vlaamse overheid inzake de brand-veiligheid werd, bij arrest van 15 oktober 1987 m . b. t . de bejaardenvoorzieningen, door het A r-bitragehof als volgt weergegeven :

"Het beleid met betrekking tot de veiligheid van de verblijfsinrichtingen, en meer bepaald de b r a n d b e v e i l i g i n g, is geen zuiver nationale aan-gelegenheid gebleven.

Dit beleid vertoont immers, omwille van de eigen kenmerken van de personen die erin ver-blijven, specifieke aspecten.

Is de nationale overheid bevoegd om basisnor-men uit te vaardigen, dit wil zeggen norbasisnor-men die gemeen zijn aan een categorie van constructies, zonder dat daarbij in acht wordt genomen welke de bestemming ervan is, toch zijn de Ge-meenschappen bevoegd tot het regelen van de specifieke veiligheidsaspecten van de verblijfs-i n r verblijfs-i c h t verblijfs-i n g e n , met name door de natverblijfs-ionale basverblijfs-is- basis-normen aan te passen en aan te vullen, z o n d e r die aan te tasten.

De Gemeenschappen zijn verder bevoegd om alle normen inzake veiligheid, met inbegrip van de nationale, toe te passen in het kader van een erkenningsbeleid".

De nationale basisnormen werden vastgelegd in de wet van 30 juli 1979 betreffende de preventie van brand en ontploffing, en het koninklijk be-sluit van 19 december 1997 tot uitvoering hier-van.

Deze nationale normen zijn dus de basis voor het beleid dat de gemeenschappen kunnen voe-r e n . Daavoe-rbij kunnen aanpassingen en aanvullin-gen worden geformuleerd voor specifieke vei-ligheidsaspecten in de verschillende sectoren waarvoor de gemeenschappen bevoegd zijn. Dit is zeker en dringend nodig in de sector van de kinderopvang.

Het is dan ook belangrijk te melden dat Kind en Gezin momenteel aan een ontwerp van regle-mentering voor de brandveiligheid in de kinder-dagverblijven werkt. Hiervoor nam de instelling reeds contact op met het ministerie van Binnen-landse Zaken, Algemene Directie van de Civie-le Bescherming.

De tekst van het ontwerp zal door Kind en Gezin ook worden besproken met de sector en met de Hoge Raad voor Beveiliging tegen Brand en Ontploffing van het ministerie van Binnenlandse Zaken.

(2)

2. Indien aanvragen voor V I PA-geld worden ge-daan die te maken hebben met werken op het vlak van brandveiligheid, dan geeft Kind en Gezin hieraan bijzondere aandacht. Het crite-rium "brandveiligheid" heeft in de toekennings-w i j z e, die gebaseerd is op een puntensysteem, immers hoge prioriteit.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Hoeveel gehandicapten in Vlaanderen die thuis- horen in een voorziening gesubsidieerd door het Vlaams Fonds voor Sociale Integratie van Personen met een Handicap, verblijven

Wel werd de administratie gevraagd het statuut van de uitkeringen en de bijdragen te onderzoeken in het licht van de huidige fiscale wetgeving, e n daarover een advies

Bij de uitwerking van een meerjarenpro- gramma ter realisatie van de strategiedefi- niëring pre- en perinatale zorg, werden enke- le nieuwe ideeën rond het aanbod pre-

Vertrouwenscentra kindermishandeling – Audit In het Jaarverslag 1998 van Kind en Gezin lezen we dat Kind en Gezin de opdracht gaf de vertrou- wenscentra door te lichten, enerzijds

Het decreet bepaalt wel dat de ambtenaar van Kind en Gezin een advies uitbrengt over het goed- gekeurde beleidsplan, maar niet wat er gebeurt in- dien het beleidsplan niet

Overeenkomstig het decreet houdende diverse bepalingen naar aanleiding van de begroting 1999 van 18 mei 1999 (Belgisch Staatsblad van 30 september 1999), kunnen

Aangezien maximum 80 % van de maximale subsidie als voorschot wordt uitbetaald, en gelet op het feit dat een SIT dat drie zorgplan- nen/1.000 inwoners opstelt voor

Wanneer bijvoorbeeld een teamvergadering rond een palliatieve patiënt in de thuiszorg wordt georganiseerd, is het evident dat dit door het SIT kan worden georganiseerd en