• No results found

Vraag nr. 2 van 23 augustus 1999 van mevrouw PATRICIA CEYSENS

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 2 van 23 augustus 1999 van mevrouw PATRICIA CEYSENS"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 2

van 23 augustus 1999

van mevrouw PATRICIA CEYSENS Opvang zieke kinderen – Kwaliteitseisen

Inspelend op de noden van werkende ouders en het opvangprobleem voor zieke kinderen, w e r d e n een aantal diensten voor opvang van zieke kinde-ren georganiseerd.

De formule bestaat er meestal in dat iemand aan huis wordt gestuurd om te passen op het zieke k i n d . In een niet onaanzienlijk aantal van de dien-sten wordt een beroep gedaan op een interimkan-t o o r, dainterimkan-t op zijn beurinterimkan-t op grond van zijn besinterimkan-tanden mensen selecteert voor dit soort van betrekking. Het laat geen twijfel dat de opvang van een ziek kind in een thuissituatie, net zoals dat in dagopvang of in buitenschoolse opvang het geval is, e v e n e e n s onderhevig is aan kwaliteitseisen.

1. Hoeveel initiatieven voor de opvang van zieke kinderen telt Vlaanderen ?

Bestaat er net zoals voor initiatieven van dagop-vang en buitenschoolse kinderopdagop-vang een mel-dingsplicht ?

2. Wie organiseert deze diensten voor opvang van zieke kinderen ?

3. Bestaat er enige controle op de kwaliteit van de verleende hulp, op de kwalificaties van de per-sonen die de oppas verzekeren, op hun be-trouwbaarheid (bv. bewijs van goed zedelijk ge-drag, ... ) ?

4. De controle op kwaliteit en opgeleid personeel wordt in de dagopvang en de buitenschoolse op-vang door Kind en Gezin waargenomen. De re-glementering terzake is zeer streng.

Heeft Kind en Gezin al initiatieven ontwikkeld met betrekking tot de opvang van zieke kinde-ren ?

5. Wat is de verantwoordelijkheid van de organi-serende dienst indien blijkt dat door een ge-brekkige controle mensen met minder goede bedoelingen de taak van oppas waarnemen en de veiligheid van het kind in het gedrang komt ?

Antwoord

De vraagsteller vertrekt van de vaststelling dat er de laatste tijd, inspelend op de noden van werken-de ouwerken-ders en het opvangprobleem voor zieke kin-d e r e n , kin-door een aantal kin-diensten kinkin-deropvang voor zieke kinderen wordt georganiseerd. Zij stelt van-uit een terechte bekommernis voor de kwaliteit van deze opvangvorm, vijf concrete vragen. Ik ga daar, in de volgorde van de gestelde vragen, op in. 1. Het is niet gemakkelijk opvanginitiatieven voor

zieke kinderen een plaats te geven in het voor de kinderopvang geldende wettelijke kader. Aangezien het om een opvangvorm gaat bij de mensen thuis, is er geen bestendig aanbod op één adres waar ouders een beroep op kunnen d o e n . De opvangdiensten voor zieke kinderen sturen mensen uit naar verschillende individu-ele adressen om daar in de thuisomgeving de opvang voor het zieke kind te verzorgen.

In het licht van de wettelijke meldingsplicht be-tekent dit dat het zeker niet vanzelfsprekend is dat deze initiatieven moeten melden. I n t e g e n-d e e l . De n-definitie van "opvang op bestenn-dige wijze" die aanleiding geeft tot de meldings-plicht, luidt in het besluit van de Vlaamse rege-ring houdende regeling van de melding aan de instelling Kind en Gezin immers als volgt : "de g e w o n e, geregeld georganiseerde en niet-o c c a-sionele opvang buitenshuis van kinderen bene-den twaalf jaar ( ... )". Het opvangen van zieke kinderen in hun thuisomgeving is niet "ge-w o o n " , "ge-wel "occasioneel" en zeker niet "bui-t e n s h u i s " . Er is anderzijds een redenering mo-gelijk waarbij alvast een erkende of onder toe-zicht staande opvangvoorziening die, bij een ge-woon opvangaanbod, acuut zieke kinderen op-vangt bij hen thuis, ook deze specifieke opvang-activiteit meldt aan de toezichthoudende over-heid.

(2)

im-mers zo dat de aard van de projecten zeer divers i s. Ik verwijs in dit verband naar het antwoord op vraag 2.

2. Er zijn grosso modo drie soorten projecten die opvang voor zieke kinderen aan huis aanbieden. Een eerste soort projecten wordt georganiseerd door erkende opvangvoorzieningen. D i e n s t e n voor opvanggezinnen of kinderdagverblijven hebben via een DAC-project (Derde A r b e i d s-circuit), het gesco-circuit of het FCUD gesubsi-dieerd personeel ter beschikking dat kinderen die ziek zijn, bij hen thuis kan opvangen.

Daarnaast zijn er specifieke diensten. Ik denk hier aan de mutualiteiten en aan sommige indi-viduele projecten die zowel door openbare be-sturen als door VZW's worden georganiseerd en die soms aansluiten bij thuiszorgdiensten. De derde vorm die tot hiertoe sporadisch voor-komt,is die welke gestalte krijgt in een verzeke-r i n g s f o verzeke-r m u l e. Een weverzeke-rkgeveverzeke-r kan zich bijvooverzeke-r- bijvoor-beeld verzekeren tegen de afwezigheid van een werknemer door, wanneer deze laatste wordt geconfronteerd met de ziekte van een kind, een thuisopvang ter plaatse te laten sturen.

3. Momenteel bestaat er geen regelgevend kader dat de opvangactiviteiten van de diensten voor de opvang van zieke kinderen stuurt.

Dit heeft te maken met de specifieke vorm van deze opvang die, zoals boven aangegeven, n i e t automatisch wordt gevat door de bestaande be-palingen met betrekking tot melding aan, e n toezicht of erkenning door Kind en Gezin. Door het ontbreken van dit regelgevende kader is er ook geen toezicht op de kwaliteit.Als Kind en Gezin een advies formuleert naar het Fonds voor Collectieve Uitrustingen en Diensten wan-neer er een vraag is voor de subsidiëring van dergelijke projecten, dan formuleert Kind en Gezin een gunstig opportuniteitsadvies, w a a r-mee enkel wordt aangegeven dat het opvang-aanbod in kwestie inspeelt op een reële nood van ouders. Dit gunstig opportuniteitsadvies wil op geen enkele manier een oordeel inhouden over de aard of de kwaliteit van de opvang zelf. 4. Omdat er momenteel geen wettelijk kader is

v o o r, en ook geen controle op de opvangdien-sten voor zieke kinderen, zijn er geen bepalin-gen of voorwaarden waaraan het personeel dat in dergelijke diensten optreedt, moet voldoen.

Kind en Gezin heeft, behalve in een project waarbij vanuit een aantal IBO's (initiatieven buitenschoolse opvang) een opvang voor zieke kinderen bij hen thuis wordt gerealiseerd, geen concrete criteria uitgewerkt, noch kwalitatief, noch organisatorisch. Voor het proefproject dat ervaring moet aanreiken voor verdere beleids-opties, zijn wel enkele randvoorwaarden vastge-l e g d . Met name rond het takenpakket van de b e g e l e i d e r s, hun functieprofiel en hun medisch optreden zijn afspraken gemaakt.

5. Gezien het ontbreken van een regelgevend kader en kwalitatieve opleidings- of tewerkstel-l i n g s v o o r w a a r d e n , berust de verantwoordetewerkstel-lijk- verantwoordelijk-heid voor het organiseren van een oppasdienst voor zieke kinderen volledig bij het organise-rend bestuur in kwestie.

Slotbedenking

Omdat het belangrijk is dat ouders die hun kinde-ren aan een opvang toevertrouwen, kunnen reke-nen op minimale kwaliteitsgaranties, wil ik aan de bovenstaande informatie toevoegen dat ik er voor-stander van ben een minimaal kwaliteitskader te creëren voor de opvangdiensten voor zieke kinde-ren.

Ik denk niet dat het zinvol is werk te maken van een sterk gereguleerde en gedetailleerde wetge-v i n g. Ik wetge-vind wel dat er nood is aan minimale bepa-lingen met betrekking tot verzekering, opleiding en vorming van personeel en medische (voorzorgs)-maatregelen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Wanneer wordt de Commissie geacht haar werkzaamheden te hebben beëindigd en tegen wanneer worden haar voorstellen inzake finan- ciering verwacht4. De Commissie vergaderde

Bij de uitwerking van een meerjarenpro- gramma ter realisatie van de strategiedefi- niëring pre- en perinatale zorg, werden enke- le nieuwe ideeën rond het aanbod pre-

Vertrouwenscentra kindermishandeling – Audit In het Jaarverslag 1998 van Kind en Gezin lezen we dat Kind en Gezin de opdracht gaf de vertrou- wenscentra door te lichten, enerzijds

Het decreet bepaalt wel dat de ambtenaar van Kind en Gezin een advies uitbrengt over het goed- gekeurde beleidsplan, maar niet wat er gebeurt in- dien het beleidsplan niet

Overeenkomstig het decreet houdende diverse bepalingen naar aanleiding van de begroting 1999 van 18 mei 1999 (Belgisch Staatsblad van 30 september 1999), kunnen

Wanneer bijvoorbeeld een teamvergadering rond een palliatieve patiënt in de thuiszorg wordt georganiseerd, is het evident dat dit door het SIT kan worden georganiseerd en

Het project opvoedingsondersteuning in Genk past binnen de mogelijkheden die een aantal regio- teams van verpleegkundigen van Kind en Gezin hebben om zelf een project uit

De opkomst bedroeg 25 % van de uitgeno- digden (240 personen); 54 % van de perso- nen die deelnamen aan de informatiesessie schreven zich effectief in voor een