Vraag nr. 7
van 6 oktober 1999
van mevrouw PATRICIA CEYSENS
Thuiszorg – Parallelle initiatieven
In Vlaanderen bestaan naast elkaar en los van el-kaar de samenwerkingsinitiatieven thuiszorg (SIT) en de palliatieve netwerken. De praktijk leert dat de zorgverstrekkers die meewerken aan de SIT's meestal dezelfde zijn als die welke meewerken in de palliatieve netwerken.
Naar organisatie en erkenningsvoorwaarden (bv. een afzonderlijke VZW voor elke activiteit) lijkt een opsplitsing dan ook vrij onnatuurlijk. Ook naar zinvolle besteding van de tijd van zorgverstrekkers lijkt het organiseren van twee afzonderlijke verga-deringen voor problematieken waarrond dezelfde gezondheidswerkers actief zijn, nogal verspilling van die kostbare tijd te zijn.
Eenzelfde redenering geldt voor het lokaal ge-zondheidsoverleg (LOGO). Wel moet worden toe-gegeven dat hier meestal meer mensen rond de tafel zitten dan bij de SIT's en de palliatieve net-werken.
1. Waarom laat men twee organisaties naast el-kaar werken, wanneer men vaststelt dat men bezig is met dezelfde problematiek, met name de zorgsituatie rond één patiënt, en met dezelf-de zorgverstrekkers, en dat een dezelf-derdezelf-de organisa-tie in het verlengde werkt van de twee andere ? 2. Werd reeds overwogen om minstens de SIT's en
de palliatieve netwerken samen te smelten tot één organisme, waardoor gezondheidswerkers efficiënter kunnen werken ?
3. Wordt het door het samenvoegen van de be-staande middelen niet mogelijk tot een degelij-ke basisfinanciering te komen voor deze organi-s a t i e organi-s, terwijl deze vandaag duidelijk ontbreekt ?
Antwoord
1. S I T ' s, palliatieve netwerken en LOGO's zijn drie organisaties die nogal sterk van elkaar v e r
-s ch i l l e n, zowel qua doelgroep, qua -samen-stelling
als qua opdracht (aspect van de gezondheids-zorg) (zie tabel).
G e m e e n s ch a p p e l i j k aan de drie
organisatievor-men is dat zij alle drie een VZW (moeten) zijn en dat de eerste lijn in alle drie
vertegenwoor-digd is. Mogelijk gemeenschappelijk is het ge-ografische gebied. Dit laatste wordt trouwens zo veel mogelijk bevorderd door de administratie, maar uiteindelijk is elke organisatie vrij om zelf de grootte te kiezen die zij het meest opportuun acht.
De opsplitsing in drie organisaties is historisch gegroeid en is een gevolg van de bovenvermel-de verschillen.
2. Het zo maar s a m e n v o e g e n van SIT's en pallia-tieve netwerken is niet zo eenvoudig als het misschien lijkt. De gemeenschappelijke kenmer-ken zijn immers niet zo groot, zoals boven ver-m e l d . Zo hebben palliatieve netwerken een spe-cifieke werking gericht op zowel intra- als extra-murale zorgverlening. Bovendien moeten de palliatieve netwerken als "palliatief samenwer-kingsverband" beantwoorden aan federale wet-geving die helemaal losstaat van de SIT's. To t slot kan worden vermeld dat de grote dynamiek van de palliatieve netwerken een gevolg is van de beperking van de doelgroep tot die van de palliatieve patiënten.
Uiteraard ben ik er voorstander van dat SIT en palliatief netwerk zoveel mogelijk samenwer-ken. In de praktijk gebeurt dit ook.
Wanneer bijvoorbeeld een teamvergadering rond een palliatieve patiënt in de thuiszorg wordt georganiseerd, is het evident dat dit door het SIT kan worden georganiseerd en dat de leden van de palliatieve thuiszorgequipe hierbij kunnen aanwezig zijn, samen met de andere hulpverleners van de thuiszorg. B o v e n d i e n komt het zorgplan dat hierbij wordt opgesteld in aanmerking voor het te behalen SIT- q u o t u m inzake zorgplannen.
3. Het gewoon samenvoegen van de b e s t a a n d e
m i d d e l e n zal de basisfinanciering niet echt
4. Mettertijd ligt het wel in mijn bedoeling om op regionaal niveau de n e t w e r k v o r m i n g aan te moedigen en te versterken.
Zo zal de zorgbehoevende op een naadloze ma-nier een beroep kunnen doen op die zorgen welke hij nodig heeft. Deze netwerkvorming gaat dan verder dan palliatieve zorg en thuis-zorg alleen. Ook diverse opvangvormen en eer-s t e l i j n eer-s z o r g, z i e k e n h u i eer-s o p n a m e, L O G O ' eer-s, o u d e-r e n z o e-r g, bijzondee-re jeugdzoe-rg, g e h a n d i c a p t e n-zorg en andere zullen bij de netwerken dienen te worden betrokken.
SIT Palliatief netwerk LOGO
Doelgroep Zwaar zorgbehoevenden in Alle palliatieve patiënten zo- Alle bewoners van een bepaald de thuiszorg wel in de thuiszorg en RVT's geografisch gebied
als in ziekenhuizen en pallia-tieve eenheden
Leden Huisartsen, verpleegkundigen, Intra- en extramurale gezond- Extramurale gezondheidsorgani-maatschappelijk werk, gezins- heidsorganisaties saties zoals arbeidsgeneeskunde, en bejaardenhulp en andere Kind en Gezin, schoolartsen en actoren in de thuisgezondheids- bovendien de provincies, ge-zorg, ook mantelzorgers meenten en hun
gezondheidsra-den Aspect van de gezondheidszorg Cure & care (curatie en verzor- Palliatie Preventie
ging)
Organisatievorm VZW VZW VZW
Eerste lijn vertegenwoordigd Ja Ja Ja
Geografisch gebied Bij voorkeur identiek Bij voorkeur identiek Bij voorkeur identiek
Takenpakket algemeen via coördinator bekendmaken Kennis bevorderen inzake Gezondheidspromotie en ziekte-van thuisgezondheidszorg en palliatieve zorg en samen- preventie bevorderen op alle samenwerking aanmoedigen werking op alle en tussen alle echelons
echelons aanmoedigen
Takenpakket specifiek naar ondersteuning thuisgezond- Ondersteuning via deskundi- Vooral acties rond de vijf ge-doelgroep heidszorg via teamvergaderin- gen en vrijwilligers zondheidsdoelstellingen van de
gen georganiseerd door zorg- Vlaamse Gemeenschap bemiddelaar