• No results found

Vraag nr. 6 van 6 oktober 1999 van mevrouw PATRICIA CEYSENS

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 6 van 6 oktober 1999 van mevrouw PATRICIA CEYSENS"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 6

van 6 oktober 1999

van mevrouw PATRICIA CEYSENS Thuiszorg – Zorgplannen

De samenwerkingsinitiatieven thuiszorg (SIT) heb-ben als taak bij complexe zorgsituaties rond één p a t i ë n t , zorgplannen op te stellen. Zij worden hier-voor vergoed a rato van 3.000 frank per zorgplan. Halen zij de norm van drie zorgplannen per dui-zend inwoners niet, dan moeten zij het voorschot dat hun wordt betaald aan het begin van het jaar gedeeltelijk terugbetalen.

1. Hoeveel SIT's haalden in 1998 de norm van drie zorgplannen per duizend inwoners, en dit ver-deeld over de vijf Vlaamse provincies ?

2. Hoeveel zorgplannen werden door de verschil-lende SIT's, onderverdeeld per provincie, i n g e-diend tijdens het jaar 1998 ?

3. Hoeveel van het ontvangen voorschot betaal-den de diverse SIT's terug, verdeeld over de verschillende provincies, op grond van het feit dat zij de norm van drie zorgplannen per 1.000 inwoners niet haalden ?

4. Het opstellen van zorgplannen gebeurt in som-mige provincies blijkbaar veelal door een vrijge-stelde van het OCMW.

Hoeveel SIT's kunnen rekenen op vrijgestelden die deze zorgplannen opmaken ?

5. De 3.000 frank voor het opmaken van een zorg-plan was bedoeld ter vergoeding van de actoren die deelnemen aan het overleg m.b. t . de nodige zorg rond één patiënt. In de praktijk blijken de deelnemers aan het overleg deze vergoeding niet te genieten.

Heeft de minister zicht op de besteding van dit geld ?

Zo ja, waaraan worden de middelen dan be-steed ?

Antwoord

Het besluit van de Vlaamse regering van 21 d e c e m-ber 1990, gewijzigd bij besluit van de Vlaamse rege-ring van 7 april 1998 houdende coördinatie en on-dersteuning van de thuisverzorging, voorziet

inder-daad in een subsidiëring van erkende samenwer-kingsinitiatieven inzake thuisverzorging (SIT's). De maximale subsidie bedraagt momenteel 13,5 frank per inwoner die het SIT heeft in de regio waarvoor men een erkenning verkreeg. Bij de be-rekening van de uiteindelijk toegekende subsidie voor een bepaald werkingsjaar, wordt dit maximale bedrag in verhouding gebracht tot de mate waarin drie zorgplannen per 1.000 inwoners werden opge-s t e l d . Alopge-s men deze berekening terugbrengt tot een vergoeding per zorgplan, komt men aan een be-drag van 4.500 frank per zorgplan, evenwel beperkt tot maximum drie vergoede zorgplannen per 1.000 inwoners.

Ieder SIT bepaalt zelf welk bedrag men als voor-schot wenst te ontvangen. De enige beperking is dat het voorschot maximum 80 % van de maximale subsidie kan bedragen. Dit betekent dat de SIT's waarvan het aangevraagde en uitbetaalde voor-schot hoger was dan de uiteindelijk toegekende s u b s i d i e, een deel van het gestorte voorschot moe-ten terugbetalen. Mijn administratie heeft de SIT's uitdrukkelijk op een mogelijke terugvordering ge-wezen.

1. In totaal haalden 12 van de 80 erkende SIT's drie zorgplannen per 1.000 inwoners.

Erkende SIT's ≥ 3 zorgplan-1998 nen 1998 Antwerpen 16 0 Vlaams-Brabant 20 0 Limburg 2 1 Oost-Vlaanderen 27 11 West-Vlaanderen 15 0 Vlaanderen 80 12

(2)

3. Aangezien maximum 80 % van de maximale subsidie als voorschot wordt uitbetaald, en gelet op het feit dat een SIT dat drie zorgplan-nen/1.000 inwoners opstelt voor de maximale (100 %) subsidie in aanmerking komt, dient een SIT dat minder dan drie zorgplannen per 1.000 inwoners opstelt niet noodzakelijk een deel van het gestorte voorschot terug te betalen.

Een SIT dat effectief (niet alle SIT's vragen dit) 80 % van de maximale subsidie als voorschot aanvroeg en ontving, dient dus niets terug te be-talen als het 2,4 zorgplannen/1.000 inwoners op-stelde.

De cijfers inzake terugvorderingen betekenen dus enkel dat het aangevraagde en uitbetaalde voorschot hoger was dan de uiteindelijk toege-kende subsidie. Teruggevorderd bedrag 1998 Antwerpen 1.382.580 Vlaams-Brabant 7.070.866 Limburg 0 Oost-Vlaanderen 1.604.475 West-Vlaanderen 4.268.619 Vlaanderen 14.326.540

4. Volgens het besluit van de Vlaamse regering van 21 december 1990 dient een zorgplan te worden opgesteld door de zorgbemiddelaar (ar-tikel 10, § 2).

Deze zorgbemiddelaar moet een van de betrok-ken zorgverleners zijn en moet worden aange-wezen door de patiënt. Indien een OCMW- p e r-soneelslid voldoet aan deze criteria, kan het op-treden als zorgbemiddelaar en dus een zorgplan o p s t e l l e n . Aangezien in principe iedere betrok-ken zorgverlener zorgbemiddelaar kan zijn, wordt door de administratie geen lijst bijgehou-den van alle zorgbemiddelaars.

Naast de zorgbemiddelaar is in het besluit van de Vlaamse regering van 21 december 1990 ook nog sprake van een coördinator. Elk SIT moet minstens over een deeltijdse coördinator be-s c h i k k e n . Deze coördinator dient voor de admi-nistratieve ondersteuning en begeleiding van de zorgbemiddelaars te zorgen, zonder zelf in hun plaats te treden. Bepaalde OCMW's stellen een personeelslid vrij om deze coördinatorrol op zich te nemen.

De wijziging van 7 april 1998 van het besluit van de Vlaamse regering van 21 december 1990 heeft tot gevolg dat heel wat SIT's zich momen-teel aan het reorganiseren zijn. Wa a r s c h i j n l i j k zal pas in de loop van het jaar 2000 duidelijk zijn hoeveel SIT's kunnen beschikken over een OCMW-vrijgestelde als coördinator.

5. Voor de berekening van de subsidie verwijs ik de Vlaamse volksvertegenwoordiger naar de in-leiding van dit antwoord. Het verhoudingsge-wijs relateren van de uiteindelijk toegekende subsidie aan het aantal zorgplannen is een ma-nier om de subsidie te berekenen en betekent geenszins dat de subsidie enkel bedoeld is om de zorgplanactoren te vergoeden. Het opstellen van zorgplannen is trouwens maar één van de SIT-opdrachten.

Ieder bekend SIT kan vrij de toegekende subsi-dies besteden. Dit heeft tot gevolg dat deze be-steding sterk varieert. De financiële afspraken met betrekking tot de besteding van de subsi-dies moeten wel in de schriftelijke overeen-komst tussen de deelnemende SIT- p a r t n e r s worden opgenomen.

Ieder SIT moet bovendien vóór 31 maart een jaarverslag indienen. In dit jaarverslag is onder andere een financieel verslag opgenomen met betrekking tot de uitgaven van het betrokken S I T. Momenteel wordt deze informatie enkel bijgehouden in het dossier dat zich bij mijn ad-ministratie bevindt.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Overeenkomstig het decreet houdende diverse bepalingen naar aanleiding van de begroting 1999 van 18 mei 1999 (Belgisch Staatsblad van 30 september 1999), kunnen

Onderstaande organisaties werden erkend als ver- eniging van gebruikers en mantelzorgers in het kader van het decreet van 14 juli 1998 houdende de erkenning en de subsidiëring

Wanneer bijvoorbeeld een teamvergadering rond een palliatieve patiënt in de thuiszorg wordt georganiseerd, is het evident dat dit door het SIT kan worden georganiseerd en

Het project opvoedingsondersteuning in Genk past binnen de mogelijkheden die een aantal regio- teams van verpleegkundigen van Kind en Gezin hebben om zelf een project uit

De opkomst bedroeg 25 % van de uitgeno- digden (240 personen); 54 % van de perso- nen die deelnamen aan de informatiesessie schreven zich effectief in voor een

Indien de federale regering zoals vermeld door de minister van Sociale Zaken een staatstoelage toekent aan deze mutualiteiten voor de organi- satie van de

Indien de federale regering zoals vermeld door de minister van Sociale Zaken een staatstoelage toekent aan deze mutualiteiten voor de organi- satie van de

De raad van bestuur van het Vlaams Fonds voor Sociale Integratie van Personen met een Handicap keurde op 26 januari 1999 het ontwerpbesluit goed betreffende erkenning en