1
Samenwerkingsovereenkomst Stad Antwerpen – OCMW Antwerpen – VDAB Antwerpen voor een inclusief lokaal arbeidsmarkt-, werkgelegenheids- en welzijnsbeleid.
“Niet de structuren maar de resultaten tellen”
(Dirk Van der Poorten 2009)
Tussen
De Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding (VDAB),
met zetel te Keizerslaan 11, 1000 Brussel, vertegenwoordigd door de heer Fons Leroy, gedelegeerd bestuurder VDAB, de heer Luc Hostens, directeur VDAB-Antwerpen en mevrouw Ann Vroonen, provinciaal directeur competentiecentra
en
Stad Antwerpen, Grote Markt 1, 2000 Antwerpen, namens de gemeenteraad vertegenwoordigd door de heer Roel Verhaert, stadssecretaris, en de heer Bart De Wever, voorzitter van de Gemeenteraad en
OCMW Antwerpen, Lange Gasthuisstraat 33, 2000 Antwerpen, vertegenwoordigd door mevrouw Liesbeth Homans, voorzitter van het OCMW Antwerpen en de heer Marc De Bens, secretaris van het OCMW Antwerpen,
wordt vastgelegd wat volgt:
Deel I. VOORWERP VAN DE OVEREENKOMST
1. Het doel van de overeenkomst is in samenwerking het inclusief lokaal arbeidsmarkt-, werkgelegenheids- en welzijnsbeleid op het grondgebied van stad Antwerpen te versterken.
2. De overeenkomst wordt gesloten met het oog op:
a. bijdragen aan het terugdringen van de werkloosheid in Antwerpen en het versterken van Antwerpen als economische motor;
b. structureel aanpakken van de arbeidsmarktparadox, waarbij de partners streven naar een maatgericht, sluitend en activerend bereik van werkzoekenden en werkgevers. De partners erkennen dat er een groep niet-actieven is die tijdelijk of duurzaam nood heeft aan sociale activering, voorafgaand aan activering richting arbeidsmarkt;
c. werken aan structurele oplossingen van knelpunten, op korte en lange termijn, met alle betrokken actoren;
d. in onderlinge afstemming werken aan een arbeidsmarkt- en werkgelegenheids- en welzijnsbeleid op maat van de grootstedelijke noden.
2
3. De 3 partijen opteren daarom om intensief samen te werken elk vanuit de eigen deskundigheid, publieke opdracht en regierol. Ze opteren voor een duidelijke taakverdeling waarbij
bemiddelingsinitiatieven en trajecten maximaal op elkaar worden afgestemd. Voor elke werkzoekende wordt één verantwoordelijke trajectbegeleider aangeduid.
Deel II. REGIEROLLEN
De VDAB is regisseur over het arbeidsmarktbeleid.
Dit omvat het samenstellen van arbeidsmarktinfo, de bemiddeling, begeleiding en opleiding van werkzoekenden (ongeacht hun uitkeringsstatuut), het verlenen van HR-ondersteuning aan
werkgevers, de regie van het samenwerken met partners in voorgaande dienstverlening en de regie van de loopbaanbegeleiding voor werkenden.
De VDAB participeert in deze samenwerkingsovereenkomst binnen de doelstellingen van haar beheersovereenkomst en de beleidslijnen van haar Raad van Bestuur.
De stad Antwerpen is regisseur over het lokaal werkgelegenheids- en onderwijsbeleid.
Het lokaal werkgelegenheidsbeleid omvat de sociaaleconomische monitoring in al zijn dimensies, het stimuleren van economische ontwikkeling, de promotie van de economische troeven van de stad, de regie en versterking van de sociale economie, de aanpak van jobobstakels en de sectorale aanpak van de synergie tussen bedrijfsleven, onderwijs en arbeidsmarkt.
Het lokaal onderwijsbeleid omvat een gecoördineerde net- en afdeling overschrijdende benadering van scholen en schoolnetwerken die de randvoorwaarden voor een kwaliteitsvolle leer- en
leefomgeving voorziet waardoor jongeren met een kwalificatie doorstromen naar het hoger onderwijs of de arbeidsmarkt.
Het OCMW Antwerpen is regisseur over de sociale begeleiding en activering van steungerechtigden met (equivalent) leefloon en voert daarnaast de welzijnsregie.
Dit impliceert dat het OCMW Antwerpen zijn professionele welzijnsbegeleiding op maat aanbiedt aan andere steungerechtigden en aan de groep moeilijk bemiddelbare werkzoekenden waarbij een meervoudige welzijnsproblematiek binnen een arbeidsmarktgerichte begeleiding vastgesteld is.
Deel III. STRATEGISCHE GENERIEKE AFSPRAKEN
Arbeidsmarktmonitoring
De arbeidsmarktparadox kenmerkt de situatie op de Antwerpse arbeidsmarkt. Er is een groot aanbod van jobs, dat niet of moeilijk ingevuld geraakt en tegelijk een hoge werkloosheid met een
oververtegenwoordiging van kansengroepen. Proactieve en correct remediërende actie vraagt een scherpe analyse van vraag en aanbod op deze arbeidsmarkt.
Halfjaarlijks bundelen de 3 partners hiervoor alle relevante informatie, maken ze onderling
raadpleegbaar en formuleren lokale en bovenlokale beleidsvoorstellen en concrete acties vanuit een gezamenlijke analyse.
3
De 3 partners hanteren deze analyse ook om in te spelen op arbeidsmarktgerelateerde initiatieven van bovenlokale overheden of om aan hen vernieuwende voorstellen te doen.
Stakeholdersoverleg
Het Forum Lokale Werkgelegenheid (opgericht ingevolge Vlaamse decretale regelgeving) is een overleg- en adviesorgaan inzake het lokale werkgelegenheidsbeleid. Het is daarom het geëigende forum voor het overleg tussen de 3 partners (VDAB, OCMW, Stad) en de sociale partners en andere lokale stakeholders (bijv. de derden) over de samenwerkingsovereenkomst, over de stand van zaken, over de te nemen acties….
Op het RESOC (Het Regionaal Economisch Sociaal Overleg) en SERR zullen punten afgetoetst worden indien dit nodig of wenselijk is in functie van concrete dossiers.
Sturing van de overeenkomst
Tussen de partners (Stad, VDAB, OCMW) wordt een trimestrieel regie-overleg voorzien, voor de strategische en beleidsmatige sturing en opvolging van deze samenwerkingsovereenkomst. In dit regie-overleg zijn vertegenwoordigers van de verschillende partners aanwezig.
Voor de Stad en OCMW gaat dit over verantwoordelijken van de administratie en van de kabinetten (kabinet werk, kabinet onderwijs, kabinet sociale zaken/OCMW).
Voor VDAB gaat dit over verantwoordelijken van diensten arbeidsmarktbeheer, inbegrepen de dienst arbeidsmarktregie en over verantwoordelijken van de competentiecentra.
Elk najaar organiseren we een inspiratiemoment met de bevoegde schepenen (schepen van werk, schepen van onderwijs, schepen van sociale zaken/voorzitter OCMW) en de provinciale directie van VDAB in functie van de voorbereiding van een nieuw werkingsjaar.
Rapportering
De gezamenlijke partners rapporteren jaarlijks over de resultaten van deze
samenwerkingsovereenkomst en lichten de jaaractieplannen voor het volgende jaar toe aan:
• Het Forum Lokale Werkgelegenheid
• Het Provinciaal Directiecomité van VDAB
• De OCMW-raad
• De gemeenteraadscommissie werk
• De gemeenteraadscommissie onderwijs
• De Antwerpse onderwijsraad
Bovenlokale fondsen
De partners engageren zich om hun bovenlokale overheden en moederorganisatie blijvend
beleidsmatig te informeren en sensibiliseren over de mogelijkheden en de behoeften van de lokale samenwerking en de specifieke grootstedelijke noden. Hierdoor proberen we gewicht in de schaal te leggen van het bovenlokaal beleid, zodat deze financiële en beleidsmatige antwoorden op onze grootstedelijke aanpak helpt mogelijk maken.
De partners engageren zich om samen maximaal in te zetten op relevante projectoproepen en financieringsmogelijkheden vanuit van bovenlokale fondsen en om samen zoveel mogelijk fondsen
4
naar Antwerpen te halen voor de realisatie van een onderling afgestemd lokaal arbeidsmarkt-, werkgelegenheid en welzijnsbeleid op maat van onze grootstedelijke noden.
Deel IV. Operationele generieke afspraken
Gegevensuitwisseling
De partners verbinden er zich toe om in conformiteit met de wetgeving over de privacy van de werkzoekenden en in afwachting van een automatische elektronische gegevensuitwisseling, maximaal gegevens uit te wisselen in geval van gemeenschappelijke klanten.
Inzake transmissie of het aan elkaar doorgeven van informatie over cliënten die niet of onvoldoende meewerken aan hun activeringsaanbod, hen aangeboden door de VDAB of OCMW, spreken de partners het volgende af:
• VDAB en OCMW Antwerpen onderschrijven het belang van het rechten en plichten/kansen en verantwoordelijkhedenverhaal met betrekking tot het voeren van een coherent
activeringsbeleid;
• In dit kader engageren VDAB-Antwerpen en OCMW Antwerpen zich tot de toepassing van een overeengekomen transmissiebeleid met betrekking tot gemeenschappelijke klanten, inclusief de afspraken omtrent de mogelijke beroepsprocedure voor SERR-ombudsdienst.
Interne en externe communicatie Interne communicatie
De samenwerkingsovereenkomst en haar actiedomeinen hebben een impact op de dagelijkse werking van alle medewerkers van de betrokken organisatie. De partners organiseren voor hen blijvend infomomenten over deze samenwerking en haar actiedomeinen.
Waar medewerkers concreet samenwerken over de partnerorganisaties heen, organiseren we uitwisselings- en kennismakingsmomenten voor de betrokken medewerkers en hun
verantwoordelijken over de partnerorganisaties heen.
Externe communicatie
Elke partner heeft een eigen extern communicatiebeleid.
We zoeken en gebruiken elke gelegenheid om te communiceren over de resultaten van de
samenwerking. Externe communicatie over deze samenwerking en de resultaten gebeurt alleen na afstemming tussen de verschillende communicatieverantwoordelijken van de partners, en binnen afgesproken sjablonen, waarbij alle partners erkend worden.
Jaarlijks organiseren we een inhoudelijk onderbouwd congres of colloquium over de thema’s en/of de resultaten van onze samenwerking.
Deel V. ACTIEDOMEINEN
Het doel van de overeenkomst is in samenwerking het inclusief lokaal arbeidsmarkt-,
werkgelegenheids- en welzijnsbeleid op het grondgebied van stad Antwerpen te versterken. Dit doen we door samen te werken in zeer concrete actiedomeinen.
5
Deze overeenkomst bepaalt de actiedomeinen waarin we onze krachten bundelen en de strategische doelen die we daarbij voor ogen hebben.
De concrete actieplannen per domein worden verder met betrokken partners uitgewerkt naar het voorbeeld van het actieplan JongerenAanBod, in bijlage van de overeenkomst.
ACTIEDOMEIN 1 : Aanpak jeugdwerkloosheid – actieplan JongerenAanBod
JongerenAanBod vertrekt vanuit de behoeften die Antwerpse jongeren hebben om hun weg te vinden op de arbeidsmarkt. Als belangrijkste stakeholder organiseren we een permanent overleg met hen.
Daarnaast willen we mede door een goede cijferanalyse een zo volledig mogelijk beeld van alle jongeren tot en met 25 jaar hebben inclusief NEET-jongeren (Not in Employment, Education or Training) om voor deze jongeren een aangepast aanbod uit te werken.
We engageren ons voor een sluitend aanbod op maat. We hebben aandacht voor preventie, remediëring en nazorg. Naast de versterkte basisdienstverlening van de partnerorganisaties maken we ruimte voor experimenten over organisaties heen.
Middelen (Antwerps, Vlaams, federaal, Europees) zetten we complementair en versterkend in.
De partnerorganisaties in JongerenAanbod streven naar een klantgerichte dienstverlening waarbij ze zich engageren tot ‘warme overdracht’.
ACTIEDOMEIN 2 : Talentenhuizen
In Antwerpen kozen Stad en VDAB reeds in het verleden voor een sectorale aanpak in voor Antwerpen essentiële sectoren. Vanuit sectorale netwerken gingen we met de belanghebbende partijen aan de slag in onze Talentenhuizen. Stad en VDAB zetten opnieuw in op de werking van Talentenwerf, Talentenfabriek, Talentenstroom en Onderwijstalent en waar mogelijk wordt deze geoptimaliseerd. De oprichting van een talentenhuis voor de zorgsector wordt onderzocht.
De werking van deze Talentenhuizen concretiseert zich in jaaractieplannen binnen de
partnerschappen. Elk talentenhuis zal in zijn volgende jaarlijks actieplan aandacht hebben voor de aanpak van jeugdwerkloosheid en het uitzetten van samenwerkingslijnen met het OCMW en met projecten sociale economie.
ACTIEDOMEIN 3: Sociale economie
De nieuwe Vlaamse decreten (ondersteuningsdecreet, maatwerkdecreet, LDE-decreet) zullen het werkveld in Antwerpen sterk beïnvloeden. De partners volgen deze nieuwe regelgeving op de voet en stemmen hun eigen werking en samenwerking hier permanent op af.
Een ruim en gevarieerd aanbod aan sociale economie is voor de Antwerpse arbeidsmarktcontext en de economie zeer belangrijk. De Stad heeft een duidelijk decretale opdracht als lokaal regisseur van sociale economie. We willen werken aan meer sociale economie (opdrachten,
tewerkstellingsplaatsen), versterken op vlak van innovatie en duurzaamheid van de ondernemingen, en professionalisering van de bedrijfsvoering en een verbreding van het aanbod van activiteiten, en de verbetering van de doorstroming naar reguliere tewerkstelling.
6 ACTIEDOMEIN 4: JOBOBSTAKELS
Om de doorstroom naar werk van werkzoekenden te bevorderen, moeten de Stad, het OCMW en VDAB ook inzetten op het opheffen van jobobstakels.
Nederlands als tweede taal (NT2)
In functie van zoeken en vinden van werk is een voldoende kennis van het Nederlands noodzakelijk.
Na de behoeftegerichte intake en screening door het Huis van het Nederlands, bieden de partners de aan hen toegewezen klanten een leertraject op maat in functie van werk. De partners stemmen hun aanbod op elkaar af en zoeken oplossingen voor de lacunes in het aanbod of in de opvolgtrajecten.
Kinderopvang/voor- en naschoolse opvang
Op het pad naar een geslaagde activering is het vinden van kinderopvang vaak een belangrijk stap.
De Stad voert de regie over beschikbare plaatsen en werkt aan de uitbreiding van reguliere en occasionele kinderopvang. Het kinderopvangaanbod is toegankelijk dankzij goede communicatie en het wegwerken van drempels voor klanten van VDAB en OCMW.
Mobiliteit
Veel werkzoekenden beschikken niet over een eigen wagen en zijn afhankelijk van het openbaar vervoer of de fiets om op hun werkplek te geraken. Bedrijven op industrieterreinen buiten de binnenstad, in de haven maar ook tal van werkplekken in het kader van de dienstencheques zijn moeilijk bereikbaar. De partners pakken het weinig mobiel zijn van een aantal werkzoekenden aan met fiets-stimulerende en andere initiatieven.
ICT en E-inclusie
Wie vandaag geen PC bezit en niet vertrouwd is met email en internet dreigt de aansluiting met werk en activerende info en dienstverlening te verliezen. De partners maken afspraken zodat
werkzoekenden een traject op maat krijgen aangeboden om deze digitale kloof te overbruggen.
ACTIEDOMEIN 5: Het OCMW activeert zijn klanten richting arbeidsmarkt.
Klanten volgen een realistisch activeringstraject bepaald door het OCMW vanuit zijn regierol.
Activering gaat over kansen creëren om competenties te verhogen, om een zelfstandig leven te kunnen leiden, om als volwaardige burger deel te kunnen uitmaken van de samenleving. Een activeringstraject is er op gericht om de klant op de meest efficiënte en doelmatige manier toe te leiden naar een duurzame reguliere baan. Het traject moet competentieversterkend werken.
Samenwerking tussen de VDAB en het OCMW moet het traject voor de klant versterken. De
medewerkers van VDAB en OCMW overleggen geregeld over de voortgang van de trajectbegeleiding en de eventuele aanpassing van het trajectplan.
De kennis van het Nederlands van OCMW-klanten is versterkt voor en tijdens sociale tewerkstelling.
Het versterken van de kennis van het Nederlands bij OCMW-steungerechtigden vormt een speerpunt in het activeringsbeleid. In samenwerking met het Huis van het Nederlands, de Centra voor
basiseducatie en het Onthaalbureau Inburgering en VDAB zal een gemeenschappelijk traject worden uitgewerkt voor de laaggeschoolde en laaggeletterde klanten.
7
De doorstroom na art. 60§7 is verhoogd doordat het werkervaringsaanbod is aangepast aan de realiteit van de arbeidsmarkt.
Het OCMW en de VDAB werken samen om het doorstroomcijfer jaar na jaar te verhogen. Het wil hiertoe het sociaal tewerkstellingstraject ombuigen naar een globaal competentieversterkend en mede door de VDAB begeleid traject gericht op een realistisch jobdoelwit in de reguliere
arbeidsmarkt. Het OCMW zal de sociale tewerkstelling ook heroriënteren naar jobs en werkgevers in de reguliere arbeidsmarkt. Het sociaal tewerkstellingstraject wordt bij voorrang georiënteerd naar jobs met een goede doorstroomkans naar werk.
ACTIEDOMEIN 6: Gericht welzijnsbeleid voor alle werkzoekenden
Voor de groep van werkzoekenden met een zeer grote afstand tot de arbeidsmarkt is het huidige aanbod wat betreft een gepaste tewerkstelling momenteel onvoldoende. OCMW en VDAB bekijken hoe binnen hun mogelijkheden door een betere afstemming van informatie en projecten het aanbod optimaal kan gebruikt en verruimd worden.
Binnen alle Antwerpse werkwinkels organiseert het OCMW een welzijnstraject voor werkzoekenden (ook voor niet-leefloongerechtigden). Werkzoekenden met een uitkering lopen meer risico om in armoede te leven en om geconfronteerd te worden met psychische, medische en sociale problemen die hun (her)inschakeling in de arbeidsmarkt hypothekeren.
Sociale, administratieve begeleiding en schuldhulpverlening behoren tot de kerntaken van elk OCMW. Deze knowhow wil het OCMW inzetten ten behoeve van alle werkzoekenden met een sociale problematiek in de stad. Hiervoor zal OCMW deel uitmaken van het netwerk van de werkwinkels en zetelt het in de beleidsgroep.
ACTIEDOMEIN 7: Dienstverlening aan starters en ondernemingen
Verschillende partners hebben een dienstverleningsaanbod naar starters en ondernemingen. De grote uitdaging is het in kaart brengen, afstemmen en optimaliseren van deze dienstverlening in functie van meerwaarde bieden aan ondernemingen.
Vanuit de economische agenda is het belangrijk om bedrijven naar Antwerpen te trekken en de aanwezige bedrijven hier te houden en te laten groeien.
Door deze samenwerking kunnen wij een all-round dienstverlening bieden aangaande begeleiding van starters, een professionele locatie- en investeringsbegeleiding voor bestaande en nieuwe ondernemers, administratieve vereenvoudiging, een ondernemerswebsite, HR-dienstverlening bij de zoektocht naar talent, …
8
Deel VI - DUUR VAN DE OVEREENKOMST
De overeenkomst geldt vanaf datum van ondertekening tot 31 december 2018. De overeenkomst wordt geactualiseerd in functie van de noodwendigheden.
Antwerpen, oktober 2013
Voor de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding
Fons Leroy Luc Hostens Ann Vroonen
gedelegeerd bestuurder directeur VDAB-Antwerpen Provinciaal directeur competentiecentra
namens de gemeenteraad
Roel Verhaert Bart De Wever
stadssecretaris voorzitter van de gemeenteraad
voor OCMW Antwerpen
Liesbeth Homans Marc De Bens
voorzitter secretaris
9
ADDENDUM: REGIEROLLEN EN TAAKVERDELING
VDAB
• De VDAB voert de regie over het arbeidsmarktbeleid. VDAB zorgt er dus voor dat mensen en werk elkaar vlot en duurzaam vinden op de arbeidsmarkt. Daartoe brengt VDAB werkgevers, werkzoekenden (ongeacht hun uitkeringsstatuut) en werknemers bij elkaar in hun zoektocht naar werk en personeel. Dat doet VDAB door bemiddeling, begeleiding, opleiding en adviesverlening.
VDAB werkt vanuit het principe van maatwerk en werkt samen met bedrijven en
partnerorganisaties. VDAB staat in voor het samenstellen van arbeidsmarktinfo om vraag en aanbod beter op elkaar af te stemmen.
• De regie van het arbeidsmarktbeleid heeft betrekking op alle bij de VDAB ingeschreven werkzoekenden, ongeacht hun uitkeringsstatuut. VDAB en OCMW Antwerpen maken verder afspraken over screening van de werkzoekenden in functie van een correcte diagnose zowel m.b.t. het arbeidsmarkttraject als m.b.t. het welzijnstraject en over de trajectbepaling/- begeleiding van bij VDAB-ingeschreven steungerechte werkzoekenden.
• VDAB biedt een sluitende aanpak naar werkgevers in hun zoektocht naar geschikt personeel.
• Daarbij verstrekt VDAB kwaliteitsvolle informatie aan werkgevers over hun
arbeidsmarktgerelateerde vragen. VDAB professionaliseert de samenwerking met werkgevers.
VDAB biedt maatgerichte, kwaliteitsvolle en klantvriendelijke ondersteuning bij het invullen van vacatures, met specifieke aandacht voor KMO’s. Via een sectorale en competentiegerichte aanpak (vaak in samenwerking) vult VDAB snel en kwalitatief vacatures in.
• VDAB activeert alle werkzoekende en ander niet-actieve burgers op de arbeidsmarkt maximaal op maat. Binnen de sluitende aanpak wordt een sluitend een maatgericht bemiddelings- en begeleidingsaanbod gegarandeerd voor alle werkzoekenden.
• VDAB voorziet de regie over loopbaandienstverlening voor alle burgers.
• VDAB voert de regie over de erkenning van alle arbeidsmarktgerichte opleidingen buiten het onderwijs. Hierdoor wordt de arbeidsmarktregisseur in staat gesteld het geheel aan
competentieversterkende acties te regisseren in functie van de evoluties en knelpunten van de lokale arbeidsmarkt. VDAB heeft hierbij extra aandacht voor een toekomstgericht aanbod en voor het erkennen en ontwikkelen van competenties.
• VDAB kan voor de uitvoering van haar taken in kader van arbeidsmarktbeleid optreden als actor of als aanbestedende instantie.
• Voor de uitvoering van haar kernopdracht als arbeidsmarktregisseur sluit de VDAB waar nodig andere strategische partnerschappen.
• VDAB voert als werkgever Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen hoog in het vaandel.
VDAB biedt kansen aan kansengroepen binnen haar eigen personeelskader.
10
Stad Antwerpen
Stad Antwerpen voert de regie over het lokaal werkgelegenheids- en onderwijsbeleid:
• de sociaaleconomische monitoring in al zijn dimensies om zo een langetermijnvisie te ontwikkelen om zo de positie van stad en haven te versterken;
• aansluitend bij de analyse en de langetermijnvisie een strategische business promotie waarbij Antwerpen zich positioneert als een ideale stad om innovatief te ondernemen;
• het voeren van een faciliterend en stimulerend beleid voor economische ontwikkeling;
• Antwerpen is een welvarende, innovatieve business stad en richt zich op ruimte om te ondernemen, het aantrekken en houden van ondernemingen, het starten en groeien door innovatief ondernemen, het versterken van handels- en horecakernen en de dienstverlening aan ondernemers en investeerders;
• de uitbouw van de synergie bedrijfsleven-onderwijs-arbeidsmarkt: per sector worden in samenwerking met VDAB en andere relevante partners (onderwijs, sectorfondsen, provincie, sociale economie…) structurele arbeidsmarktproblemen opgelost (door middel van
talentenhuizen, een sectorale werking en andere dienstverlening aan ondernemingen (jobmatch));
• regie van de sociale economie ter versterking van sociale economie als sector die kansengroepen tewerkstelt en laat doorstromen naar de reguliere arbeidsmarkt (promotie, innovatie en
versterking, doorstroom, Werkhaven als ondersteuner en innovator);
• het wegwerken van jobobstakels op het vlak van NT2, digitale kloof, kinderopvang en mobiliteit;
• Het stimuleren en ondersteunen van scholen en netwerken van scholen zodat de kwaliteit van de leer- en leefomgeving verhoogt waardoor jongeren met kwalificatie doorstromen naar hoger onderwijs of de arbeidsmarkt.
OCMW
Regierol OCMW inzake activering
Het OCMW is er o.a. wettelijk toe verplicht de vragen voor financiële ondersteuning meer bepaald leefloon en equivalent leefloon te onderzoeken en mits voldaan is aan de voorwaarden ook effectief uit te keren. Dit is een kerntaak.
Eén van de voorwaarden voor de eventuele toekenning en het behoud van (equivalent) leefloon, is werkbereidheid. Mensen die financiële ondersteuning willen ontvangen of krijgen van het OCMW, moeten aantonen dat ze bereid zijn om te werken of in elk geval inspanningen te doen om hun kansen op de arbeidsmarkt te vergroten. De federale wetgeving bepaalt niet hoe OCMW’s deze werkbereidheid moeten onderzoeken, daarin hebben OCMW’s een vergaande autonomie.
De federale wetgeving inzonderheid de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op
maatschappelijk integratie, beter bekend als de leefloonwet, voorziet diverse mogelijkheden om steungerechtigden te (re)integreren in de arbeidsmarkt via studie, opleiding en tewerkstelling via art.
60§7 en daarmee hun recht op matschappelijke integratie te vervullen.
11
De federale overheid ondersteunt de OCMW’s financieel en neemt het geheel (equivalent leefloon) of een gedeelte van de steun (leefloon) ten laste. Bovendien voorziet het hogere financiële
tussenkomsten indien OCMW’s steungerechtigden daadwerkelijk activeren, via studie of werk.
Het OCMW van Antwerpen heeft er steeds voor geopteerd dat mensen hun werkbereidheid effectief moeten aantonen, maar dat ze daartoe ook de mogelijkheden moeten worden geboden (rechten en plichten, kansen en verantwoordelijkheden). De uitbouw van het activeringsbeleid van het OCMW past hierin. Bovendien kon het OCMW met het versterken van haar activeringsbeleid ook beter inspelen op de via de leefloonwet en de federale overheid voorziene bijkomende financiële middelen voor activering en maatschappelijke integratie.
Reïntegratie in de arbeidsmarkt is van bij de aanvang van de steunverlening de finale doelstelling van het begeleidingstraject. Om op maat van de klant te kunnen werken hanteert het OCMW een brede definitie van reïntegratie en activering, waarbij verschillende mogelijkheden gehanteerd worden die aansluiten bij de behoeftes van de klanten: opleiding al dan niet in samenwerking met de VDAB, Nederlands als tweede taal, voltijdse studie voor studenten, deeltijdse of voltijdse sociale
tewerkstelling, bijpassing van deeltijdse tewerkstelling bij een andere werkgever, …. . Voor klanten die een erg grote afstand hebben tot de arbeidsmarkt voorziet het OCMW trajecten van sociale activering met o.a. arbeidszorg en vrijwilligerswerk.
Regierol van het OCMW inzake welzijn
Art. 1 van de organieke OCMW- wet bepaalt dat elke persoon recht heeft op dienstverlening die ervoor moet zorgen dat eenieder een leven kan leiden dat beantwoordt aan de menselijke
waardigheid. Precies om die dienstverlening te verzekeren werden in 1976 de OCMW’s in het leven geroepen (art 1 van de organieke wet). De organieke wet zegt verder dat OCMW’s tot taak hebben aan personen en gezinnen de dienstverlening te verzekeren waartoe de gemeenschap gehouden is.
Het verzekert daartoe lenigende of curatieve maar ook preventieve hulp. Het bevordert ook de maatschappelijke integratie van de gebruikers. De dienstverlening kan van materiële, sociale, geneeskundige, sociaal-geneeskundige of psychologische aard zijn (art 57 e.v.). Deze zeer ruime wettelijk opdracht van de OCMW’s om hulp- en dienstverlening te verstrekken wordt ook ingezet ten behoeve van werkzoekenden die geen (equivalent)leefloon ontvangen.
