Vraag nr. 36 van 4 januari 1999
van de heer FRANCIS VERMEIREN
Milieureglementering – Assimilatie door bedrijven De bedrijven in het Vlaamse gewest worden voort-durend geconfronteerd met nieuwe decreten, wijzi-gingen in de decreten of nieuwe Europese richtlij-nen inzake het leefmilieu, die heel wat administra-tieve beslommeringen met zich meebrengen. Eerlang wordt de richtlijn 96/82/EG van kracht. Deze dient te worden omgezet in onze wetgeving, wat het opstellen van een veiligheidsrapport (VR) kan omvatten. Ook moet tegen maart van volgend jaar de richtlijn 97/11 /EG inzake het milieueffect-rapport (MER) in de wetgeving worden opgeno-men.
Verder is er nog voor alle inrichtingen waarvoor een MER of VR vereist is, een nieuwe periodieke verplichting om een decretale milieu-audit uit te voeren.
Het wordt zeker zeer moeilijk voor de in het Vlaamse gewest gevestigde bedrijven om alle nieu-we decreten en richtlijnen in een zeer kort tijdsbe-stek te assimileren, en dit ondanks de organisatie van studienamiddagen door de gewestelijke ont-wikkelingsmaatschappijen (GOM).
1. In welke mate is de nieuwe reglementering in-zake VR en MER in overeenstemming te bren-gen met de poginbren-gen van de Vlaamse regering om nieuwe bedrijven en activiteiten aan te trek-ken ?
2. Gaan dergelijke nieuwe verplichtingen niet re-gelrecht in tegen de voorgenomen vereenvoudi-ging van de administratieve procedures die de Vlaamse regering als doelstelling heeft ?
3. Worden investeerders wel voldoende ingelicht aangaande alle verplichtingen – ook de nieuwe – waaraan zij zich moeten houden wanneer zij zich in het Vlaamse gewest willen vestigen ? N.B. Een gelijkaardige vraag werd gesteld aan de
heer Theo Kelchtermans, Vlaams minister van Leefmilieu en Tewerkstelling.
Antwoord