• No results found

Vraag nr. 47 van 24 november 1999 van de heer FRANCIS VERMEIREN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 47 van 24 november 1999 van de heer FRANCIS VERMEIREN"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 47

van 24 november 1999

van de heer FRANCIS VERMEIREN Vogelpopulatie – Maatregelen

Ornithologen hebben sedert een aantal jaren kun-nen vaststellen dat, naast het steeds kleiner wor-dende aantal zwaluwen, ook de gewone huismus steeds minder voorkomt, zowel in de steden als op het platteland. Zangvogels hoort men nog nauwe-lijks en blijken het ook moeilijk te hebben om zich te handhaven. Wel talrijker lijken de eksters, d i e blijkbaar geen problemen ondervinden om zich te vermenigvuldigen.

Wellicht heeft de dalende vogelpopulatie te maken met een aantal wijzigingen die de jongste jaren in ons leefmilieu zijn opgetreden.

Het Brussels Instituut voor het Beheer van het Leefmilieu heeft zich reeds over het probleem ge-bogen en een aantal bevindingen dienaangaande a a n g e s t i p t . Het lijkt nochtans duidelijk dat het pro-bleem niet enkel rijst op het grondgebied van een grootstad, maar ook elders in Vlaanderen.

1. Hebben de diensten bevoegd voor Leefmilieu in Vlaanderen reeds een inzicht in de oorzaken van het verdwijnen van een aantal vogelsoorten in de steden en op het platteland ?

2. Werden er reeds maatregelen genomen om deze trend om te buigen ?

Antwoord

1. – In 1993 werd door het Instituut voor Natuur-behoud en de Vlaamse Avifauna Commissie VZW een monitoringproject opgestart voor zeldzame broedvogels, koloniebroeders en exoten : het project "Bijzondere broedvogels V l a a n d e r e n " . Een project dat nog steeds loopt en voor een permanente monitoring zorgt van de meest zeldzame soorten in Vlaanderen.

Van deze soorten zijn gedetailleerde gege-vens beschikbaar over aantallen en versprei-ding in de periode 1994-1996. Deze gegevens vormden ook de basis voor het opstellen van de "Rode lijst voor de broedvogels in V l a a n-d e r e n " , een realisatie van het Instituut voor N a t u u r b e h o u d , die recentelijk werd voorge-s t e l d . Uit deze publicatievoorge-s blijkt dat de meevoorge-st bedreigde broedvogelsoorten de soorten zijn

van moerasgebieden, kleinschalige (natte) landbouwgebieden en droge habitats (dui-nen, heide).

Over meer algemene broedvogelsoorten zijn minder gestandaardiseerde gegevens be-s c h i k b a a r. Toch doen zich onder deze groep van vogels belangrijke veranderingen voor die relevant zijn voor het Vlaamse natuurbe-l e i d . Zo is de drastische afname van typische soorten van het agrarische landschap (patrijs, v e l d l e e u w e r i k , b o e r e n z w a l u w, enz.) onvol-doende gedocumenteerd.

– Het Natuurrapport 1999 van het Instituut voor Natuurbehoud geeft een uitgebreide beschrijving en evaluatie van de toestand van de vogels in Vlaanderen.

(2)

drasti-sche achteruitgang van veel riet- en moeras-vogels (zoals roerdomp, w o u d a a p j e, s n o r, grote karekiet), grotendeels als gevolg van het verdwijnen van moerasbiotopen en ge-deeltelijk misschien ook van een verslechter-de situatie in verslechter-de overwinteringsgebieverslechter-den. Maar ook soorten van drogere habitats gaan sterk achteruit (zoals tapuit, k o r h o e n , k u i f-l e e u w e r i k , e. a . ) : de duinpieper bijvoorbeef-ld is als broedvogel volledig uit V l a a n d e r e n v e r d w e n e n . Vooral aan de kust hebben deze soorten sterk te lijden onder de toenemende r e c r e a t i e d r u k . Vogelsoorten die in sterke mate gebonden zijn aan agrarische land-s c h a p p e n , hebben het eveneenland-s moeilijk om zich te handhaven. Sterk afgenomen soorten van natte, extensief bewerkte of verruigde landschappen zijn onder meer kwartelko-n i kwartelko-n g, waterskwartelko-nip ekwartelko-n paapje, z o m e r t a l i kwartelko-n g. O o k van veel soorten van eventueel kleinschalige landbouwgebieden met lineaire landschaps-elementen en/of specifieke, t r a d i t i o n e l e teeltwijzen kan kwantitatief worden aange-toond dat ze sterk bedreigd zijn, zoals grau-we klauwier, klapekster en ortolaan.

Het paapje, een broedvogel van kruidenrijke h o o i l a n d e n , heeft sterk te lijden onder de veranderingen in de landbouw, vooral de in-tensivering van graslandgebruik. O n d e r meer het vroegtijdig inkuilen van de gras-oogst is rampzalig voor deze veeleer late broeder.

Voor gedetailleerde informatie verwijs ik naar het Natuurrapport 1999.

– De komende twee jaar staat een belangrijk atlasproject op stapel, waarbij het Instituut voor Natuurbehoud met de medewerking van honderden amateur-ornithologen een gestandaardiseerde inventarisatie zal uitvoe-ren van de broedvogels over de hele opper-vlakte van Vlaanderen.

2. In het kader van de Europese vogelrichtlijn (richtlijn 79/409/EEG) heeft het Vlaams Gewest 23 speciale beschermingszones aangeduid (be-sluit van de Vlaamse regering van 17 oktober 1988).

Deze Vlaamse vogelrichtlijngebieden, met een gezamenlijke oppervlakte van 101.806 ha, w e r-den geselecteerd op basis van het belang van het gebied voor het broeden, de doortrek of het overwinteren van internationaal belangrijke

aantallen van op Europese schaal zeldzame of bedreigde soorten. Een evaluatie van de toepas-sing en van de knelpunten bij de implementatie van de vogelrichtlijn in Vlaanderen wordt gege-ven in het rapport "20 jaar vogelrichtlijn van de Europese Unie, Vlaanderen als belangrijke schakel in het Europees netwerk van bescherm-de gebiebescherm-den", een uitgave van bescherm-de afbescherm-deling Na-tuur van het ministerie van de Vlaamse Ge-meenschap.

Uit deze evaluatie blijkt duidelijk dat er een nood bestaat aan bijkomende beschermende maatregelen om te voldoen aan onze internatio-nale verplichtingen.

De problematiek van de achteruitgang van vo-gels is zeer nauw verbonden met de achteruit-gang van hun biotopen. Maatregelen om deze negatieve evoluties te keren, passen in het na-t u u r d e c r e e na-t , dana-t veel aandachna-t schenkna-t aan een nieuw gebiedsgericht beleid : momenteel wordt gewerkt aan de afbakening van een V l a a m s Ecologisch Netwerk (VEN) met een oppervlak-te van 125.000 ha, waarin natuur de hoofdfunc-tie vormt. Voorts moeten 150.000 ha natuurver-wevings- en natuurverbindingsgebieden, het zo-genaamde Integraal Vormings- en Ondersteu-nend Netwerk (IVO N ) , worden afgebakend ; deze gebieden zijn onder meer van belang voor de migratie van dieren en planten tussen V E N -gebieden.

Voor het natuurbehoud belangrijke gebieden kunnen worden verworven door de overheid of door erkende terreinbeherende natuurvereni-g i n natuurvereni-g e n . De Vlaamse renatuurvereni-gerinnatuurvereni-g kan met landbou-wers beheersovereenkomsten afsluiten met het oog op een natuurvriendelijkere landbouwbe-drijfsvoering en om bepaalde natuurwaarden te ontwikkelen (bv. weidevogelbeheer en perceels-randenbeheer).

Via natuurinrichting kunnen maatregelen wor-den genomen die gericht zijn op optimale in-r i c h t i n g, hein-rstel en ontwikkeling van de natuuin-r ( b v. k a v e l r u i l , aanpassen van de waterhuishou-ding en zo meer).

(3)

Net-werk het fundament van het natuurgebied. Maatregelen om de neerwaartse populatietrend van vogelsoorten om te buigen, dienen te wor-den gezien in het breder kader van dit natuur-behoudsbeleid in Vlaanderen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Ge- noemd "Vlamivorm", wordt deze tegemoetkoming slechts toegekend op voorwaarde dat de onderne- ming dit bedrag besteedt aan bijkomende vorming en opleiding voor de bij

Wordt deze voor toezicht op de restauratie van het kasteel Beaulieu door de Vlaamse Gemeen- schap aangewezen, of door de naamloze ven- nootschap die het in erfpacht heeft

Door deze budgettaire beperking, en door het feit dat het uitdelen van folders en antistressballen zeer arbeidsintensief is, was De Lijn V l a a m s-B r a b a n t genoodzaakt uit

Het niet voldoen aan de vergunningplicht heeft tot gevolg dat geen Vlarem-dossiertaks wordt betaald ; deze inkomstenderving is niet begroot.. De inkomstenderving van de

Het voormelde besluit van 12 juni 1995 werd, ingevolge de vernietiging door de Raad van State van een aantal beslissingen van de admini- s t r a t e u r-generaal van OVAM en

De neerwaartse trend van het aantal studenten voor de opleiding van industrieel ingenieur in- gezet eind jaren tachtig, begin jaren negentig aan de hogescholen, is omgebogen..

De goedkeuring van het streekcharter voor de regio Antwerpen past binnen het vernieuwd regio- naal-economisch beleid dat de Vlaamse regering heeft ingesteld met haar besluit van 20

Annie Hondeghem – Betaling via voorafgaand visum Rekenhof : ja Departement AZF – administratie ABAFIM Raamovereenkomst tussen het Vervolmakingscen- trum voor Overheidsmanagement