• No results found

Vraag nr. 83 van 21 mei 1996 van de heer LUDO SANNEN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 83 van 21 mei 1996 van de heer LUDO SANNEN"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 83 van 21 mei 1996

van de heer LUDO SANNEN Grensmaasproject – Stand van zaken Zie :

Vlaams minister van Openbare Werken, Vervoer en Ruimtelijke Ordening

Vraag nr. 200 van 21 mei 1996

van de heer Ludo Sannen Blz. 711

Antwoord

Er wordt enkel antwoord gegeven betreffende die materies die binnen de bevoegdheid van de administra-tie Economie – afdeling Natuurlijke Rijkdommen en Energie vallen. Als bijlage gaat een afschrift van de intentieverklaring voor een grensoverschrijdend over-legkader inzake structuur en inrichting van de Grens-maasvallei. Voor de Vlaamse regering werd deze inten-tieverklaring onderschreven door de Vlaamse ministers bevoegd voor Ruimtelijke Ordening en Leefmilieu. Op de andere vragen zal worden geantwoord door de bevoegde collega's.

Vraag 6

Omtrent de uitvoering van de nabestemming werden nog geen definitieve beslissingen getroffen. Deze pro-blematiek wordt behandeld in het herstructureringsco-mité. De economische kosten-batenanalyse werd nog niet onderzocht.

Vraag 7

Voor de valleigrindwinning bedraagt het totaalquotum voor de periode 1994-2005 59.500.000 ton.

Vooralsnog werd er met de grindhoeveelheden die eventueel zullen vrijkomen bij de uit te voeren werken in Herbricht, Kotem en de Hochter Bampd geen reke-ning gehouden. Vooraf dient men zich immers uit te spreken over de haalbaarheid, de uitvoeringswijze en de uitvoeringstermijn.

Bij de bespreking van het grinddecreet in het Vlaams Parlement van 25 februari 1992 (stuk 154 – BZ 1992 – nr. 3) wordt op bladzijde 28 onder hoofdstuk II, artikel 14, vermeld dat werkzaamheden waarbij "grind (dat) vrijkomt bij het uitbaggeren van de Maas of bij het bouwrijp maken van industriezones" niet beëindigd worden op 31 december 2005 (bijlage 2).

Gelet op het voorgaande kan nog niet worden uitge-maakt of deze hoeveelheden al dan niet in bovenver-meld totaal zullen worden begrepen.

Vraag 8

Momenteel wordt er in opdracht van het onderzoeks-comité en voor rekening van het Grindfonds een studie uitgevoerd inzake de inventaris van de mogelijke alter-natieven, hun technische mogelijkheden en hun econo-misch belang. Het is de bedoeling om op basis hiervan tot een actieplan te komen.

De studie wordt gecoördineerd door het WTCB (Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf) en gebeurt in samenwerking met LUC (Limburgs Universitair Centrum), VITO (Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek) en het OCW (Opzoekingscentrum voor de Wegenbouw). Het onder-zoekscomité, waarin de grindsector vertegenwoordigd is, volgt deze studie op.

Door de administratie Economie worden reeds los van het Grindfonds volgende initiatieven genomen : – voorbereiding van een oppervlaktedelfstoffenplan

voor Vlaanderen (Vrije Universiteit Brussel) ; – delfstoffenproblematiek in Limburg (Gewestelijke

Ontwikkelingsmaatschppij Limburg) ;

– grindvoorraadbepaling (administratie Economie). Het is vooralsnog niet uit te maken of het verlies van arbeidskrachten door de afbouw van de grindwinning te compenseren is door werkgelegenheid bij het gebruik van alternatieven.

Er kan nog niet worden uitgemaakt of de aanwezige vliegas in Limburg geschikt is voor het produceren van kunstgrind. Hiervoor is nog voorafgaandelijk onder-zoek noodzakelijk. De resultaten van bovenvermeld onderzoek moeten in elk geval worden afgewacht. Vraag 9

Hiervoor wordt er verwezen naar het document "Jaar-verslag comités – werkingsjaar 1995". Hierin wordt een overzicht gegeven betreffende de organisatie (samenstelling, vergaderdata, procedures) en de wer-king van de comités (grindcomité, herstructureringsco-mité, sociaal coherstructureringsco-mité, onderzoekscomité). Dit document werd goedgekeurd door het grindcomité in haar verga-dering van 25 maart 1996 (bijlage 3).

(De bovenvermelde bijlagen liggen ter inzage bij het secretariaat van het Vlaams Parlement – red.)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Op die manier worden deze leerlingen verplicht het secundair onderwijs te starten in het eerste leerjaar B en daar het getuigschrift Basisonderwijs te behalen, om dan het

: Deze vraag werd eveneens gesteld aan de heer Theo Kelchtermans, Vlaams minister van Leef- milieu en Tewerkstelling, de heer Eddy Balde- wijns, Vlaams minister

Door de aanleg van de weg door woongebied (vol- gens gewestplan) zijn een aantal percelen direct ontsloten door de noord-zuid. Mogen deze percelen rechtstreeks worden ontsloten

Door de toename van recreatieve vliegers, het gebruik van helicopters en ULM'S, het inzetten van aftandse vliegtuigen, onder andere uit Rusland (N.B. : deze toestellen

De tegemoetkoming in de vervoerskosten van de leerkrachten is geregeld bij besluit van de Vlaamse regering van 22 juli 1993 betreffende de tegemoet- koming van de werkgevers in

De recreatieve luchtvaart veroorzaakt – door toe- name van de activiteiten en door het aantrekken van buitenlandse vliegtuigen, waaronder zeer lawaaierige Russische toestellen –

De vergunning werd verleend voor een termijn eindigend op 1 juni 1997 (inclusief eindafdek). Bij die uitspraak in beroep past de minister de vergunningstermijn aan en verlengt deze

Wanneer een vastbenoemd personeelslid wegens familiale omstandigheden (bv. sterfgeval en nieuw huwelijk) dient te verhuizen naar een andere regio en geen mogelijkheden heeft om