• No results found

Vraag nr. 158 van 4 april 1996 van de heer LUDO SANNEN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 158 van 4 april 1996 van de heer LUDO SANNEN"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 158 van 4 april 1996

van de heer LUDO SANNEN

Geplande verbindingsweg Turnhout-Geel – Motivering Uit persberichten kan worden afgeleid dat er Europese steun in het vooruitzicht wordt gesteld voor de aanleg van een nieuwe verbindingsweg tussen Turnhout en Geel. Gelijktijdig wordt een ring aangelegd om de dorpskern van Kasterlee heen.

1. Wat zijn de motieven voor de aanleg van deze nieu-we nieu-weg ?

2. In welk kader dient de weg te worden geplaatst : lokaal, regionaal, nationaal of internationaal ? 3. Welke gegevens liggen ten grondslag aan de keuze

voor deze werkwijze ? Welke studies werden uitge-voerd, wanneer en met welke resultaten ?

4. Welke werkzaamheden worden gepland en voor wanneer ?

5. Welke alternatieven werden onderzocht ?

6. Welke invloed kan worden verwacht op de land-schappen Hoge Mouw, Het Gooreind en het na-tuurreservaat en vogelrichtlijngebied De Zegge ? 7. Is de geplande weg MER-plichtig ?

Antwoord

1. De aanleg van de verbindingsweg Turnhout-Geel heeft tot doel een snelle en veilige ontdubbelings-weg ten behoeve van het doorgaand verkeer voor de bestaande gewestweg N19 te realiseren. De ver-bindingsweg komt dus inhoudelijk overeen met een omleggingsweg. De bestaande gewestweg N19 zal door de omlegging Kasterlee-Geel Ten Aard enkel nog dienstig zijn voor het lokale bestemmingsver-keer, met een ontlasting van de centra van Kaster-lee en Geel Ten Aard tot gevolg. De realisatie van deze omleggingsweg wordt dan ook gekoppeld aan de overname van de bestaande gewestweg door de lokale overheid. Na overname moet de lokale over-heid de nodige herinrichtingsmaatregelen treffen, zodat het doorgaand verkeer op de oude verbinding wordt ontmoedigd. Ter hoogte van de nieuwe ver-binding zal een strikt locatiebeleid worden gevoerd dat elke aanzet tot (bedrijfs)lintbebouwing moet vermijden. Om een vlotte en verkeersveilige door-stroming te garanderen, zullen er geen rechtstreek-se aansluitingen met de aangelanden mogelijk zijn en zal het aantal gelijkgrondse kruisingen zoveel mogelijk worden beperkt ("stroomweg"-type). Vol-gens de afdeling Verkeerskunde zal de verbindings-weg tegen 2010 een verkeersvolume van maximaal 17.500 mvt/dag te verwerken krijgen. Een zoge-naamde 2x1-stroomweg kan, zoals in de praktijk werd gemeten, tot 25.000 mvt/dag verwerken. 2. Het gewestplan Turnhout vermeldt onder punt 11,

Verkeersinfrastructuur : " ... In noord-zuidrichting komen meerdere hoofdverkeerswegen voor waar-van voor de belangrijkste regionale verbinding een nieuw tracé wordt voorzien ..." Op basis van de

ver-keerstellingen ter hoogte van de grens kan bezwaar-lijk van een belangrijke internationale verbinding worden gesproken. In het kader van een vlotte ver-binding tussen de Kempen en de regio Brussel wordt deze verbinding soms gepromoot als zijnde van bovenregionaal belang. De noord-zuidverbin-ding Turnhout - Geel - Aarschot - Leuven - Brussel zou een alternatief moeten zijn voor de verbinding Turnhout Massenhoven Antwerpen (ring) -Brussel. Gezien de dagelijkse verzadiging op het knooppunt A2-E40, kan de uitbouw van de Nl9 richting A2 geen vlottere noord-zuidverbinding tus-sen de Kempen en de regio Brussel opleveren. Op basis van de verkeerstellingen, die toenemen naarmate men de E34 of de E313 nadert, blijkt ook dat de N19 op dit ogenblik veeleer een toevoerweg naar de E313 en de E34 is, dan wel een noord-zuid-verbinding. De N19 kan dan ook bezwaarlijk wor-den beschouwd als een verbinding van bovenregio-naal belang. Men kan dan ook besluiten dat de nieuwe verbindingsweg een verbinding is die vooral belangrijk is voor het oostelijk deel van de provincie Antwerpen.

3. Er werd een tracénota opgesteld voor de verbinding Kasterlee-Geel. Deze nota vertrekt van het tracé zoals opgenomen in het gewestplan. De nota omvat een hele verzameling van gegevens (type wegpro-fiel, verkeerstellingen, knelpunten op het vlak van doorstroming en verkeersveiligheid, natuur en land-schap, ecologische inpassing van de verbinding, ...) en formuleert een aantal voorstellen aangaande het te realiseren project.

4. De realisatie zal gefaseerd verlopen. In een eerste fase worden de kunstwerken (Hoge Mouw-tunnel, overbuggingen kanaal en Nete) aangelegd. In een tweede fase wordt de wegverharding tussen de ring rond Kasterlee (vanaf de N123) en de ring rond Geel uitgevoerd. De plannen voor de aanleg van de Hoge Mouw-tunnel worden opgesteld. Nadat het voorontwerp afgerond is, worden de plannen voor-gesteld aan de administraties ROHM en Aminal van het departement LIN. De inspraak van deze instanties zal aanleiding geven tot noodzakelijke aanpassingen en bijzondere voorzieningen in het gehele ontwerp. Daar de keuze van de tunnel mee bepaald wordt door ecologische redenen, zal de administratie een aanvraag bij de Europese Com-missie indienen voor EFRO-steun. Vanaf het ogen-blik dat de technische studies afgerond zijn, de EFRO-steun is toegezegd en de lokale overheden de engagementen vermeld onder 1 hebben onder-schreven, kunnen de werken effectief worden geprogrammeerd. De noodzakelijke onteigeningen zijn bijna voor 100 % uitgevoerd.

5. Er zijn twee mogelijke alternatieven onderzocht, namelijk de omlegging van Kasterlee via een kort en een lang tracé. Het korte tracé omvat enkel een omleiding van Kasterlee en sluit onmiddellijk ten zuiden van Kasterlee aan op de bestaande N19. Het lange tracé sluit niet ten zuiden van Kasterlee aan op de N19, maar blijft ongeveer evenwijdig met de N19 zuidwaarts lopen en sluit aan op de ring rond Geel. Mijn administratie deelt mij mee dat men in het verleden oorspronkelijk van plan was om het korte tracé te verwezenlijken. Nadien heeft men

(2)

geopteerd voor het lange tracé. De gronden die ont -eigend werden voor het korte tracé werden op-nieuw verkocht. Op dit ogenblik is enkel het lange tracé opgenomen in het gewestplan. Teruggrijpen naar het korte tracé zou een gewestplanwijziging vergen en het opnieuw onteigenen van gronden die al eens eerder werden onteigend en verkocht. Het spreekt vanzelf dat deze handelwijze op zijn minst eigenaardig zou overkomen bij de publieke opinie. De reden voor het opteren voor de zogenaamde parallelweg ligt in het feit dat bij een korte omlei-ding weer een verbinomlei-ding wordt gecreëerd met vele mogelijke conflictpunten in de vorm van lokale aan-sluitingen en particuliere inritten. Bovendien zou het doorgaand verkeer de dorpskom van Geel Ten Aard en de lintbebouwing ten zuiden van Geel Ten Aard blijven doorkruisen. Hierdoor kan de door-stroming en de verkeersveiligheid slechts in beperk-te mabeperk-te toenemen. Een 2x1 met gemengd gebruik voor lokaal en doorgaand verkeer is ontoereikend voor de verwachte verkeersintensiteiten rond 2010. Ook moet worden vermeld dat zowel het korte als het lange tracé de Hoge Mouw doorsnijden. Ik heb dan ook besloten om de beslissing van mijn voor-gangers om het lange tracé uit te voeren te respecte-ren. Ik zal al het mogelijke doen om de nadelige effecten op de omgeving zoveel mogelijk in te per-ken.

6. Om het juiste effect van de verbindingsweg na te gaan op de landschappen Hoge Mouw, Het Goor-eind en het natuurreservaat en vogelrichtlijngebied De Zegge is een MER (milieueffectenrapport) aan-gewezen.

7. De aanleg van de verbindingsweg is juridisch gezien niet plichtig. Het uitvoeren van een MER-studie zou wel een logische voortzetting zijn van de tracénota waartoe mijn voorganger minister Kelch-termans opdracht heeft gegeven. De trajectstudie geeft een eerste aanzet tot de inventarisatie van de effecten van het tracé van het gewestplan op de omgeving. Er worden in de tracénota een aantal suggesties gedaan om de nadelige invloed van het tracé op de omgeving en het milieu in de mate van het mogelijke te beperken. Deze problematiek zou in een volwaardige MER-studie verder uitgediept kunnen worden. Over de opportuniteit van een MER-studie heb ik nog geen beslissing genomen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De studie wordt gecoördineerd door het WTCB (Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf) en gebeurt in samenwerking met LUC (Limburgs Universitair

Op die manier worden deze leerlingen verplicht het secundair onderwijs te starten in het eerste leerjaar B en daar het getuigschrift Basisonderwijs te behalen, om dan het

: Deze vraag werd eveneens gesteld aan de heer Theo Kelchtermans, Vlaams minister van Leef- milieu en Tewerkstelling, de heer Eddy Balde- wijns, Vlaams minister

Door de aanleg van de weg door woongebied (vol- gens gewestplan) zijn een aantal percelen direct ontsloten door de noord-zuid. Mogen deze percelen rechtstreeks worden ontsloten

Door de toename van recreatieve vliegers, het gebruik van helicopters en ULM'S, het inzetten van aftandse vliegtuigen, onder andere uit Rusland (N.B. : deze toestellen

De tegemoetkoming in de vervoerskosten van de leerkrachten is geregeld bij besluit van de Vlaamse regering van 22 juli 1993 betreffende de tegemoet- koming van de werkgevers in

De recreatieve luchtvaart veroorzaakt – door toe- name van de activiteiten en door het aantrekken van buitenlandse vliegtuigen, waaronder zeer lawaaierige Russische toestellen –

De vergunning werd verleend voor een termijn eindigend op 1 juni 1997 (inclusief eindafdek). Bij die uitspraak in beroep past de minister de vergunningstermijn aan en verlengt deze