Vraag nr. 122 van 2 april 1996
van de heer LUDO SANNEN
Secundair onderwijs – Externe begeleiding
Naar ik verneem verwijzen een aantal middelbare scho-len leerlingen naar "externe begeleiding", zijnde betaalde inhaallessen of lessen door repetitiebureaus. 1. Is het toegelaten dat scholen onder de noemer
"remediëring", leerlingen voor een vak verwijzen naar extra te betalen inhaallessen ? Zo ja, onder welke voorwaarden ? Welke middelen zijn er bin-nen de scholen voorhanden om deze externe bege-leiding te vervangen ?
2. Kan het niet-ingaan op deze vorm van remediëring door de ouders, worden aangevoerd als negatief ele-ment bij einddeliberaties ?
3. Kunnen betaalde inhaallessen onder bepaalde voor-waarden worden gegeven door leerkrachten van dezelfde school (scholengroep) ?
4. In hoeverre zijn dergelijke praktijken een aantas-ting van de kosteloosheid van het leerplichtig onderwijs ?
5. Is dit niet een vorm van sociale uitsluiting, daar het dikwijls kinderen betreft van minder gegoede ouders ?
Antwoord
1. Het besluit van de Vlaamse regering van 31 juli 1990 betreffende de vaststelling van het pakket "uren-leraar" in het voltijds secundair onderwijs stelt, binnen bepaalde grenzen, een vrije aanwen-ding in van het jaarlijks per school toegekende aan-tal uren.
Dit betekent dat financierbare, respectievelijk sub-sidieerbare uren-leraar kunnen gebruikt worden enerzijds als lesuren, anderzijds als uren die geen lesuren zijn, waaronder inhaallessen.
Langs de andere kant houdt het besluit van de Vlaamse regering van 13 maart 1991 betreffende de organisatie van het secundair onderwijs de moge-lijkheid in om inhaallessen te organiseren in het eer-ste leerjaar van de eereer-ste graad tot en met het eereer-ste leerjaar van de derde graad.
2. Overeenkomstig het decreet van 31 juli 1990 betreffende het onderwijs - II zijn inhaallessen les-sen die "facultatief" kunnen worden georganiseerd met het oog op een bijkomende gedifferentieerde benadering van de leerling.
In uitzonderlijke gevallen kan een school evenwel het volgen van inhaallessen verplicht stellen. Hierbij wordt bijvoorbeeld gedacht aan leerlingen die pas op een hoger leerjaarniveau in een bepaalde stu-dierichting instromen en via inhaallessen de in de onderliggende leerjaren reeds verwerkte basisleer-stof alsnog moeten verwerken.
In voorkomend geval zal deze regeling echter uit-drukkelijk in het schoolreglement moeten worden
opgenomen, zodat ouders/leerlingen er reeds van bij de inschrijving van op de hoogte zijn.
3. Het niet deelnemen aan facultatieve inhaallessen kan op zich nooit een negatief element zijn bij de einddeliberaties.
Ongeacht de eerdere niet-bindende raadgevingen van een klasseraad tot remediëring, kan dit orgaan bij het formuleren van een eindbeslissing zich slechts laten inspireren door verzamelde gegevens over het kennen en kunnen van de leerling.
Voor zover niet-cognitieve criteria (bijvoorbeeld het gedrag van de leerling) toch een rol spelen, zal ook dit in het schoolreglement expliciet zijn ver-meld.
4. Zo een school inhaallessen organiseert, moeten die als een verlengstuk van het leerprogramma worden beschouwd en voor de deelnemers uiteraard gratis zijn.
5. Hetzelfde besluit van 13 maart 1991 bepaalt dat geen enkel lid van de klasseraad deel mag nemen aan enige beslissing betreffende een leerling aan wie hij privaatlessen of een schriftelijke cursus heeft gegeven.
Dergelijke cursussen of lessen, die buiten de school-context vallen, zijn perfect toegelaten.
Het komt aan de verstrekker toe hiervoor al dan niet vergoedingen aan te rekenen. Is dit effectief het geval, dan is voor het betrokken personeelslid de reglementering op de cumulatie van beroepsactivi-teiten van toepassing.