Vraag nr. 39 van 2 oktober 1995
van de heer LUDO SANNEN
Union Minière Oxyde en Rezinal – Milieuproblematiek Uit de antwoorden op eerdere vragen, gesteld door toenmalig senator Jef Ulburghs aan toenmalige minis-ter van Leefmilieu De Batselier, blijkt dat beide boven-vermelde zinkverwerkende bedrijven, bij ministerieel besluit van 11 juni 1992 voor wat Union Minière Oxyde betreft en bij ministericel besluit van 16 september 1993 voor wat Rezinal betreft, emissiegrenswaarden hebben opgelegd gekregen en de verplichting een geurstudie te laten uitvoeren.
Van het bestuur Milieu-inspectie van Aminal in Hasselt verneem ik dat er, in opdracht van Union Minière Oxyde, door twee professoren van de RUG een geur-hinderonderzoek werd uitgevoerd in de eerste twee maanden van 1994. Zij stelden weinig geurhinder vast, maar stellen zelf dat ze hun metingen blijkbaar gedaan hebben in periodes dat er weinig geurhinder was. In de maanden maart en april 1994 kwamen er namelijk veel geurhinderklachten bij de politie van Heusden-Zolder terecht.
Ook het bedrijf Rezinal zou een geurhinderonderzoek hebben laten uitvoeren, waarvan mij de resultaten niet bekend zijn.
Het bestuur Milieu-inspectie heeft zelf een onderzoek gedaan in het voorjaar van 1995 naar uitstoot van aller-lei componenten (stof, zware metalen, koolwaterstof-fen, PAK's en dioxines), verdergaand dan in de exploi-tatievoorwaarden bepaald is, maar niet echt op geur-hinder geconcentreerd.
De politie van Heusden-Zolder stelt vast dat de geur-hinder met pieken optreedt en frequenter geworden is de laatste twee maanden. Op 13 september 1995, tussen 9.30 uur en 10.00 uur 's morgens, hebben bewoners van de St.-Annastraat, naar schatting 5 km ten noord/noord-oosten van Union Minière Oxyde en Rezinal, een walgelijke doordringende geur waargeno-men, met hoofdpijn en braakneigingen tot gevolg. Bij klacht bij de politie vernamen ze dat voor de zoveelste keer ook weer vele klachten vanuit de wijk Viversel werden genoteerd. De politie heeft ook al herhaaldelijk vastgesteld dat, als andere bedrijven in het gebied wegens de zomervakantie gesloten zijn, de geurhinder blijft. Omgekeerd valt de geurhinder weg als het bedrijf Union Minière Oxyde wegens omstandigheden een tijd zijn werkzaamheden stillegt.
Het bestuur Milieu-inspectie bevestigt dat in de milieu-vergunningsvoorwaarden eigenlijk geen voorwaarden met betrekking tot geurhinder opgenomen zijn en dat het duidelijk geworden is dat de geurhinder niet volle-dig te relateren is tot de voorwaarden die gesteld zijn in de milieuvergunning zodat, ondanks de betere resulta-ten van de metingen naar stof en zware metalen, de geurhinder toch blijft. Het is ook duidelijk geworden dat de geurhinder in hoofdzaak afkomstig is van het bedrijf Union Minière Oxyde, zodat dit de verantwoor-delijkheid niet meer naar Rezinal kan doorschuiven. 1. Zijn de result aten van het onderzoek van het
bestuur Milieu-inspectie in Hasselt, doorgevoerd in
het voorjaar 1995, al bekend en wat wijzen deze resultaten uit ? Beantwoorden de bedrijven Union Minière Oxyde en Rezinal, los van de geurhinder, aan de in de milieuvergunning opgelegde voorwaar-den ?
2. Zijn de resultaten van het geurhinderonderzoek met betrekking tot het bedrijf Rezinal de minister bekend en wat wijzen die resultaten uit ?
3. Het "onderzoeksnet" van mensen die geurhinder vaststellen is het beste bewijs dat er, ondanks de in de milieuvergunning opgelegde voorwaarden, nog onvoldoende ten goede veranderd is en het bedrijf Union Minière Oxyde, misschien ook Rezinal, voor geurhinder blijft zorgen.
Welke maatregelen heeft de minister ter zake geno-men ? Worden er strengere voorwaarden uitge-werkt, vooral inzake de geurhinder, met betrekking tot Union Minière Oxyde en eventueel met betrek-king tot Rezinal ?
Antwoord
1. In het kader van de door de afdeling Milieu-inspec-tie georganiseerde meetcampagne "emissiemetin-gen bij industriële produktieprocessen met een ver-moedelijke significante dioxine-uitstoot", omvat-tend een controle bij 28 procesinstallaties in het Vlaams Gewest, werden op 10, 11 en 12 mei 1995 bij het bedrijf Union Minière Oxyde te Heusden-Zol-der emissiemetingen uitgevoerd in de schouw van de procesinstallatie.
Naast de metingen van de parameters waarvoor in de vergunningsvoorwaarden emissiegrenswaarden zijn opgelegd, zijn eveneens parameters gemeten die niet in de vergunning zijn opgenomen, onder andere dioxines, polycyclische aromatische koolwa-terstoffen, totaal gehalte aan koolwaterstoffen en chloorgehalte.
De meetresultaten zijn op dit ogenblik nog niet bekend. Conform het lastenboek dient de opdracht-nemer de meetresultaten in het kader van boven vermelde meetcampagne uiterlijk op 31 december 1995 te rapporteren aan de afdeling Milieu-inspec-tie. De evaluatie van de meetresultaten zal door de afdeling Milieu-inspectie gebeuren in januari 1996. Bij deze evaluatie zal in elk geval worden nagegaan of de voorwaarden, opgenomen in de vergunning, worden nageleefd.
Op basis van inspecties uitgevoerd in het verleden bij de bedrijven Union Minière Oxyde en Rezinal, werden door de afdeling Milieu-inspectie geen pro-cessen-verbaal van overtreding opgesteld.
2. Bij ministerieel besluit van 16 september 1993 wordt het bedrijf Rezinal opgelegd een geurstudie te laten uitvoeren door een ter zake bevoegd des-kundige. Het bedrijf heeft deze studie binnen de opgelegde termijn laten uitvoeren.
In het rapport wordt gesteld dat het bedrijf een teergeur emitteert die duidelijk te onderscheiden is van de andere geuren in de omgeving. De teergeur
wordt veroorzaakt door de installatie voor oud zink (Rezinal 2).
Als synthese van deze studie vermeldt het rapport : "Zowel in de huidige als in de toekomstige toestand van Rezinal 2 is het effect van het bedrijf verwaar-loosbaar, zowel op de luchtkwaliteit (geuremissie) als op de mens (geurhinder). Er worden dan ook geen remediërende maatregelen voorgesteld". 3. Wanneer de meetresultaten van de door de afdeling
Milieuinspectie uitgevoerde emissiemetingen bij Union Minière Oxyde bekend zullen zijn, zal een globaal beeld kunnen worden gevormd van de emis-si e van de mili euverontreinigde stoff en door genoemd bedrijf. Verwacht wordt dat de meetresul-taten echter niet direct een verklaring zullen bren-gen voor het fenomeen van de geurhinder in de omgeving, die blijkbaar volgens de ingediende klachten trouwens niet steeds even intens waar-neembaar is.
De meetresultaten afkomstig van de meetcampagne moeten de afdeling Milieu-inspectie toelaten na te gaan of deze procesinstallatie al dan niet voldoet aan de in de vergunning opgelegde emissienormen. Verder zal een grondige evaluatie gebeuren van de gemeten parameters die niet in de vergunning zijn opgenomen.
Na evaluatie van de meetresultaten kunnen eventu-eel maatregelen opgelegd worden ter sanering van de bestaande toestand. Het opleggen van strengere voorwaarden behoort hierbij tot de mogelijkheden.
