• No results found

Bijlage 1 bij brief OPTA met het kenmerk OPTA/EGM/2001/201639

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Bijlage 1 bij brief OPTA met het kenmerk OPTA/EGM/2001/201639"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Bijlage 1 bij brief OPTA met het kenmerk OPTA/EGM/2001/201639

1

BESLUIT

Inleiding

Bij besluit van 21 december 1999 heeft het college aan uw onderneming een last onder dwangsom inzake nummerportabiliteit opgelegd. Aanleiding voor het opleggen van de last was, kortweg, de constatering van het college dat sprake was van een overtreding van de wettelijke verplichting tot het verschaffen van nummerportabiliteit, zoals bepaald in artikel 4.10, eerste lid onder a en tweede lid van de

Telecommunicatiewet (hierna: Tw). De last diende om te bewerkstelligen dat de aanbieders zouden voldoen aan de wettelijke verplichting, alsmede om de kwaliteit van nummerportabiliteit te verhogen. Bij besluit van 6 juli 2000 heeft het college de bezwaren van uw onderneming tegen het besluit van 21 december 1999 ongegrond verklaard.

Overwegingen van het college

§ In het voorjaar van 2001 is het college een onderzoek gestart naar de noodzaak en de wenselijkheid van continuering van de last onder dwangsom. Aanleiding voor dit onderzoek was de vaststelling van het college dat alle aanbieders voldeden aan de in de last gestelde kwaliteitsnormen en dat de performance van de aanbieders in de achterliggende periode een redelijk constant beeld liet zien. Tevens constateerde het college een duidelijke afname in het aantal klachten dat door eindgebruikers bij OPTA werd ingediend.

§ Het onderzoek, waarvan een gedeelte in opdracht van OPTA werd uitgevoerd door het onderzoeksbureau Research voor Beleid, bevestigde het beeld dat de kwaliteit van

nummerportabiliteit sterk is verbeterd. Een meerderheid van de geïnterviewde marktpartijen gaf aan de last onder dwangsom niet langer noodzakelijk te achten als kwaliteitswaarborg. Op grond van deze omstandigheden gaf Research voor Beleid het college in overweging de last onder dwangsom te herzien. Uit dit onderzoek bleek verder dat wel een zekere mate van toezicht in stand diende te worden gehouden.

§ Het college heeft vastgesteld dat het merendeel van de aanbieders van mobiele openbare

telecommunicatiediensten over de achterliggende periode structureel voldoet aan de in de last onder dwangsom gestelde kwaliteitsnormen. Met genoegen stelt het college vast dat het algemene

kwaliteitsniveau over het afgelopen half jaar (november 2000 tot en met april 2001) gemiddeld genomen over beide onderdelen van de last onder dwangsom 99% bedraagt. Naar het oordeel van het college is dan ook geen sprake meer van een overtreding door uw onderneming van de wettelijke verplichting om op grond van artikel 4.10, eerste lid onder a en tweede lid, Tw nummerportabiliteit te bieden.

(2)

Bijlage 1 bij brief OPTA met het kenmerk OPTA/EGM/2001/201639

2 Oordeel

Op basis van bovenstaande omstandigheden is het college van oordeel dat het besluit van 21 december 1999, op grond waarvan aan uw onderneming een last onder dwangsom inzake nummerportabiliteit is opgelegd, alsmede het besluit van 6 juli 2000, op grond waarvan uw bezwaren tegen het voornoemde besluit van 21 december 1999 ongegrond zijn verklaard, dienen te worden ingetrokken.

Omdat naar de verwachting van het college uw onderneming geen bedenkingen zal hebben tegen het onderhavige besluit - er is sprake van een begunstigende beschikking - heeft het college ervan afgezien u overeenkomstig artikel 4:8, eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht in de gelegenheid te stellen een zienswijze naar voren te brengen. Overigens heeft het merendeel van alle aanbieders van mobiele openbare telecommunicatiediensten, alsmede een aantal gebruikersverenigingen en verkooporganisaties, gebruik gemaakt van de mogelijkheid om een reactie te geven op het door het college uitgevoerde onderzoek naar de noodzaak en de wenselijkheid van continuering van de last onder dwangsom. Deze reacties zijn voor het college mede aanleiding geweest over te gaan tot de intrekking van de last onder dwangsom inzake nummerportabiliteit.

Den Haag, 27 juni 2001.

Hoogachtend,

HET COLLEGE VAN DE ONAFHANKELIJKE POST EN TELECOMMUNICATIE AUTORITEIT,

prof. dr. J. Arnbak, voorzitter

Bezwaar

Belanghebbenden die zich met deze beschikking niet kunnen verenigen, kunnen daartegen binnen zes weken, aanvangende met ingang van de dag na die waarop deze beschikking is bekend gemaakt, een bezwaarschrift indienen bij de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit. Het bezwaarschrift moet worden gericht aan:

Het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit Postbus 90420

2509 LK Den Haag

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het onderhavige voorstel van KPN is een vervolg op de brief van 28 april 2000, waarbij het college KPN op grond van het Besluit ONP huurlijnen en telefonie (hierna: het BOHT)

Teneinde eindgebruikerstarieven vast te kunnen stellen is nodig dat per mobiele operator een retentie voor zowel piek als dal wordt vastgesteld die afhankelijk is van het

Dit voorstel is een vervolg op de brief van 28 april 2000, waarbij het college KPN een aanwijzing heeft gegeven als bedoeld in artikel 35 en 36 van het Besluit ONP huurlijnen

Het onderhavige voorstel van KPN is een vervolg op de brief van 28 april 2000, waarbij het college KPN op grond van het Besluit ONP huurlijnen en telefonie (hierna: het BOHT)

Brieven: bescheiden en schriftelijke mededelingen, al dan niet verpakt, met uitzondering van die welke door toepassing van druk- of andere vermenigvuldigingstechnieken in een aantal

Tenslotte dient het college op grond van artikel 38 van het Boht en het huidige beoordelingskader voor kortingen te beoordelen of het voorgestelde tariefpakket ”BelPlus 60”

Nu volgens de ontwerp Postregeling de wettelijke basis in de artikelen 22 en 25 van het voorstel voor de Postwet ontbreekt om verplichtingen aan het college op te dragen en

Op grond van het bovenstaande concludeert het college dat alle aanbieders van gespreksafgifte zich in Nederland onafhankelijk kunnen opstellen van hun afnemers en uiteindelijk