• No results found

BESLUIT Nederlandse Mededingingsautoriteit

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "BESLUIT Nederlandse Mededingingsautoriteit"

Copied!
40
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

BESLUIT

Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in 12f, eerste lid van de Gaswet per 1 januari 2009

Nummer 102490 / 24

Nederlandse Mededingingsautoriteit

(2)

1 Inleiding ... 3

2 Leeswijzer ...4

3 Wettelijke basis van dit besluit ... 5

4 Context van dit besluit... 6

4.1 Inhoudelijk context...6

4.2 Wettelijke context ...9

5 Beoordelingskader van de Raad... 12

6 Toetsing voorstel gezamenlijke netbeheerders... 13

6.1 Voorstel gezamenlijke netbeheerders ...13

6.2 Beoordeling van de wijzigingen ten behoeve van de invoering van het leveranciersmodel... 14

6.3 Beoordeling van de wijzigingen met het oog op de wetswijziging grens tussen grootverbruik en kleinverbruik ... 16

6.4 Beoordeling van de overige wijzigingen ...18

7 Procedure... 21

8 Dictum ... 23

(3)

1 Inleiding

1. Met dit besluit geeft de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: de Raad) uitvoering aan artikel 12f, eerste lid van de Gaswet. Op grond daarvan stelt de Raad de (gewijzigde) tariefstructuren (hierna: de TarievenCode Gas) vast met inachtneming van het voorstel van de gezamenlijke netbeheerders (artikel 12f, eerste lid, onderdeel a van de Gaswet) en de belangen en regels als genoemd in artikel 12f, eerste lid, onderdeel b tot en met h van de Gaswet. Artikel 12f, eerste lid van de Gaswet is derhalve voor de Raad de

bevoegdheidsgrondslag voor dit besluit.

2. Aanleiding van dit besluit vormt een door de gezamenlijke netbeheerders ingediend voorstel tot wijziging van de TarievenCode Gas (hierna: het wijzigingsvoorstel). Het wijzigingsvoorstel heeft betrekking op artikel 12a, onderdeel a van de Gaswet. De voorgestelde wijzigingen houden verband met de tariefstructuren van regionale netbeheerders gas. Het

wijzigingsvoorstel is mede ingediend met het oog op een voorgenomen wijziging van de Gaswet (hierna: wetswijziging), die onder meer het leveranciersmodel invoert en de grens tussen kleinverbruik en grootverbruik in artikel 43 van de Gaswet wijzigt1. Deze wetswijziging is

aangenomen door de Tweede Kamer, maar nog niet door de Eerste Kamer ten tijde van het nemen van dit besluit. Daarnaast stellen de gezamenlijke netbeheerders een aantal andere wijzigingen voor. De belangrijkste wijzigingen betreffen het op nul stellen van het

verbruiksafhankelijke tarief en aanpassing van de indeling in afnemerscategorieën op basis van aansluitcapaciteit, alsmede de tariefstructuren voor deze afnemers.

3. In dit besluit wijzigt de Raad de TarievenCode Gas, met inachtneming van het voorstel van de gezamenlijke netbeheerders en de relevante bepalingen van artikel 12f, eerste lid van de Gaswet. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2009. Dit besluit is van toepassing op de tariefstructuren van regionale netbeheerders gas.

(4)

2

Opbouw van het besluit

4. Dit besluit bestaat uit een aantal hoofdstukken. In hoofdstuk 5 beschrijft de Raad welk beoordelingskader hij hanteert voor dit besluit. Dit kader is van belang om de uiteindelijke keuzes van de Raad bij de totstandkoming van de gewijzigde TarievenCode Gas te motiveren. Het kader wordt onder meer bepaald door de wettelijke basis (hoofdstuk 3) en de context (hoofdstuk 4) van dit besluit. In hoofdstuk 6 toetst de Raad, aan de hand van het

beoordelingskader als beschreven in hoofdstuk 5, het voorstel van de gezamenlijke

(5)

3

5. In dit hoofdstuk beschrijft de Raad de bepalingen die gezamenlijk de wettelijke basis vormen voor dit besluit.

6. Artikel 12f, eerste lid van de Gaswet luidt:

“De raad van bestuur van de mededingingsautoriteit stelt de tariefstructuren en de voorwaarden vast met inachtneming van:

a. het voorstel van de gezamenlijke netbeheerders als bedoeld in artikel 12a, 12b of 12c en de resultaten van het overleg, bedoeld in artikel 12d;

b. het belang van het betrouwbaar, duurzaam, doelmatig en milieuhygiënisch verantwoord functioneren van de gasvoorziening;

c. het belang van de ontwikkeling van het handelsverkeer op de gasmarkt; d. het belang van de bevordering van het doelmatig handelen van netgebruikers; e. het belang van een goede kwaliteit van dienstverlening van netbeheerders, en

f. het belang van het op een objectieve, transparante en niet-discriminatoire wijze in evenwicht houden van het landelijk gastransportnet en op een wijze die de kosten weerspiegelt;

g. de in artikel 12 bedoelde regels; h. de verordening.”

7. Artikel 12i, eerste lid van de Gaswet luidt:

“De tariefstructuren en de voorwaarden treden in werking op een door de raad van bestuur van de mededingingsautoriteit te bepalen datum en gelden voor onbepaalde tijd.”

8. Artikel 12i, tweede lid van de Gaswet luidt:

“Van de besluiten betreffende de vaststelling van de tariefstructuren en de voorwaarden alsmede de wijziging daarvan wordt mededeling gedaan door plaatsing in de Staatscourant.”

9. Artikel 12i, derde lid van de Gaswet luidt:

(6)

4

10. In dit hoofdstuk beschrijft de Raad de inhoudelijke en wettelijke context van dit besluit. Door deze context te beschrijven, plaatst de Raad dit besluit in een breder perspectief. Het breder perspectief bestaat uit een korte beschrijving van hoe het beheer van gasnetten past binnen de totale gasmarkt en hoe dit besluit samenhangt met andere besluiten van de Raad, namelijk de tariefbesluiten.

Het beheer van gasnetten

11. De Raad houdt onafhankelijk toezicht op de gasmarkt met als doel deze markt zo effectief mogelijk te laten werken. De gasmarkt bestaat uit de segmenten productie, opslag, levering en transport van gas. Bij productie, opslag en levering van gas is sprake van een vrije markt. Voor de bijbehorende diensten op deze segmenten kunnen handelaren, zakelijke gebruikers en consumenten zelf bepalen met welk bedrijf zij een contract willen afsluiten. Bij het transport van gas is dit niet het geval. Afnemers met een aansluiting op een bepaald gasnet kunnen niet zelf bepalen door welk bedrijf zij het transport willen laten verrichten. Zij zijn gebonden aan de netbeheerder die het gasnet beheert waarop zij een aansluiting hebben.

12. Degene aan wie een gasnet toebehoort, is verplicht voor het beheer daarvan één of meer naamloze of besloten vennootschappen als netbeheerder aan te wijzen. De aanwijzing van een netbeheerder behoeft instemming van de Minister van Economische Zaken. Gas Transport Services B.V. is aangewezen als beheerder van het landelijk gastransportnet. De meeste afnemers zijn echter niet op dit landelijk gastransportnet aangesloten, maar op een fijnmazig gasdistributienet met een regionaal karakter en veelal met een lager drukniveau (hierna: distributienet). Via het landelijk gastransportnet en het distributienet stroomt het gas uiteindelijk naar de afzonderlijke afnemers. Beheerders van dergelijke fijnmazige, regionale gasnetten worden ook wel regionale netbeheerders genoemd.

Samenhang TarievenCode Gas en tariefbesluiten

13. Jaarlijks stelt de Raad in afzonderlijke tariefbesluiten de maximum transporttarieven vast die individuele regionale netbeheerders in rekening mogen brengen, op basis van een door de netbeheerder ingediend tarievenvoorstel2.

(7)

14. Netbeheerders dienen bij hun tarievenvoorstel rekening te houden met hetgeen in de

TarievenCode Gas is bepaald, op grond van artikel 81b, eerste lid, onderdeel b van de Gaswet. Dit betekent concreet dat het niet alleen zo is dat de tarieven van netbeheerders aan een maximum gebonden zijn. Ook moeten de verschillende tarieven, die de netbeheerders voor de verschillende typen afnemers voorstellen, voldoen aan een aantal aanvullende eisen uit de TarievenCode Gas3.

15. Het doel van de TarievenCode Gas is om de elementen en wijze van berekening van de tarieven die een netbeheerder jegens zijn afnemers hanteert onafhankelijk en uniform vast te stellen4. Het gaat dan bijvoorbeeld om de elementen en wijze van berekening van de tarieven

waarvoor de netbeheerder het transport van gas verzorgt ten behoeve van deze afnemer5. In de

Regeling inzake tariefstructuren en voorwaarden gas, vastgesteld op grond van artikel 12, eerste lid van de Gaswet, zijn nadere regels gesteld waaraan de TarievenCode Gas (ten minste) moet voldoen6.

Aanleiding en procedure wijzigingsvoorstel

16. Zowel de Raad als de gezamenlijke netbeheerders kunnen het initiatief nemen om de

TarievenCode Gas te wijzigen7. In onderhavig geval hebben de gezamenlijke netbeheerders een

verzoek tot wijzigen van de TarievenCode gedaan met het oog op de voorgenomen invoering van het leveranciersmodel en de wijziging van artikel 43 van de Gaswet8. Het wijzigingsvoorstel

beoogt de TarievenCode Gas tijdig consistent te maken met hogere regelgeving. De Raad toetst in onderhavig besluit of het voorstel van de gezamenlijke netbeheerders past binnen de bij of krachtens de Gaswet gestelde regels en randvoorwaarden aan de TarievenCode Gas. Dit wordt nader toegelicht in hoofdstuk 5 van dit besluit (beoordelingskader van de Raad).

3 Artikel 12a van de Gaswet. 4

Zie ook: Tweede Kamer, vergaderjaar 1997-1998, 25621, nr. 3, pagina 14.

5 Op 19 augustus 2005 is het besluit met kenmerk: 101928/22 tot vaststelling van de TarievenCode Gas genomen. Dit besluit

is bekrachtigd op 30 augustus 2005 met kenmerk: 101928/25. De oorspronkelijke TarievenCode Gas is gewijzigd bij besluiten van 8 maart 2006 met kenmerk 102186/7, 30 maart 2006 met kenmerken 102113_1/11, 102113_2/12, 102113_3/13, 102113_4/11 en 102113_5/13, 22 mei 2006 met kenmerk 102206/11, 7 juni 2006 met kenmerk 102249/5, 15 juni 2007 met kenmerken 102113_8/15 en 102113_9/13, 12 december 2007 met kenmerk 102754-8, 19 december 2007 met kenmerk 102673/17, 20 februari 2008 met kenmerk 102411/31 en 18 juni 2008 met kenmerk 102879/6.

6 Regeling inzake tariefstructuren en voorwaarden gas van de Minister van Economische Zaken van 9 januari 2005, Stcrt.

2005, 9, p.8.

(8)

17. De voorgestelde wijziging betreft het op nul stellen van het verbruiksafhankelijke tarief van de regionale netbeheerders en de aanpassing van de indeling in afnemerscategorieën op basis van aansluitcapaciteit, alsmede de tariefstructuren voor deze afnemers. Daarnaast stellen de gezamenlijke netbeheerders enkele andere wijzigingen voor. Deze omvatten een wijziging om de huidige praktijk vast te leggen, een redactionele aanpassing en een aanpassing van de overschrijdingsvergoeding. Hieronder worden de voorgenomen wetswijzigingen weergegeven.

Invoering leveranciersmodel

18. Het leveranciersmodel beoogt de administratieve processen van levering van elektriciteit en gas in een geliberaliseerde energiemarkt te vereenvoudigen, de dienstverlening aan de klant te verbeteren en kosten te besparen. Het leveranciersmodel houdt onder meer in dat een leverancier het aanspreekpunt wordt voor de klant. De leverancier ontvangt de meetgegevens zonder tussenkomst van de netbeheerder en factureert voor de netbeheerder. Hierdoor vermindert het berichtenverkeer, dat kostbaar en foutgevoelig is.

19. De invoering van het leveranciersmodel is aanleiding voor het op nul stellen van het verbruiksafhankelijke tarief van de regionale netbeheerders. De netbeheerder heeft daardoor voor het opstellen van de transportrekening geen meetgegevens meer nodig.

Wetswijziging grens tussen grootverbruik en kleinverbruik

20. De voorgenomen wijziging van artikel 43 van de Gaswet omvat een aanpassing van de grens tussen kleinverbruik en grootverbruik. De grens wordt gebaseerd op capaciteit en niet meer op het verbruik. De grens tussen kleinverbruik en grootverbruik is bedoeld om te bepalen in welke gevallen voor de levering van gas aan afnemers een vergunning vereist is. Deze grens wordt echter ook in de TarievenCode Gas gehanteerd om groepen afnemers te onderscheiden. De voorgenomen aanpassing van de grens tussen kleinverbruik en grootverbruik zal om die reden ook worden doorgevoerd in de TarievenCode Gas. Door deze aanpassing ontstaat een nieuwe groep afnemers met een aansluitcapaciteit hoger dan 40 m3/uur – de beoogde nieuwe grens

(9)

Samenhang TarievenCode Gas en tariefbesluiten

21. Iedere netbeheerder moet in zijn jaarlijkse tariefvoorstel rekening houden met de TarievenCode Gas op grond van artikel 81b, eerste lid, onderdeel b van de Gaswet:

“Iedere netbeheerder die het transport van gas verricht dat bestemd is voor de levering aan afnemers zendt jaarlijks voor 1 oktober aan de raad van bestuur van de mededingingsautoriteit een voorstel voor de tarieven die deze netbeheerder ten hoogste zal berekenen voor voor het transport van gas aan die afnemers en de dat transport ondersteunende diensten, met inachtneming van:

a. (…),

b. de tariefstructuren vastgesteld op grond van artikel 12f of 12g, (…)”

Procedure wijzigingsvoorstel

22. De gezamenlijke netbeheerders kunnen het initiatief nemen om de TarievenCode Gas te wijzigen op grond van artikel 12c, eerste lid van de Gaswet:

“De netbeheerder van het landelijk gastransportnet of ten minste een derde van het aantal overige netbeheerders kan de gezamenlijke netbeheerders verzoeken met inachtneming van de in artikel 12 bedoelde regels een voorstel te doen tot wijziging van de tariefstructuren of de voorwaarden bedoeld in de artikelen 12a en 12b onder opgave van de redenen die naar zijn oordeel een dergelijke wijziging noodzakelijk maken.”

23. De gezamenlijke netbeheerders dienen in het wijzigingsvoorstel aan te geven op welke onderdeel van artikel 12a van de Gaswet het wijzigingsvoorstel betrekking heeft, op grond van artikel 12c, derde lid van de Gaswet:

(10)

24. De gezamenlijk netbeheerders dienen een wijzigingsvoorstel te overleggen met representatieve organisaties en aan te geven wat daaruit is voortgevloeid op grond van artikel 12d van de Gaswet:

“1. De gezamenlijke netbeheerders voeren overleg met representatieve organisaties van netgebruikers op de gasmarkt over de voorstellen met betrekking tot de tariefstructuren en de voorwaarden, bedoeld in de artikelen 12a, 12b en 12c, eerste lid.

2. In de voorstellen die aan de raad van bestuur van de mededingingsautoriteit worden gezonden, geven de gezamenlijke netbeheerders aan welke gevolgtrekkingen zij hebben verbonden aan de zienswijzen die de organisaties, bedoeld in het eerste lid, naar voren hebben gebracht.”

25. De Raad beoordeelt het wijzigingsvoorstel en stelt de tariefstructuren vast op grond van artikel 12f, eerste lid van de Gaswet:

“De raad van bestuur van de mededingingsautoriteit stelt de tariefstructuren en de voorwaarden vast met inachtneming van:

a. het voorstel van de gezamenlijke netbeheerders als bedoeld in artikel 12a, 12b of 12c en de resultaten van het overleg, bedoeld in artikel 12d;

b. het belang van het betrouwbaar, duurzaam, doelmatig en milieuhygiënisch verantwoord functioneren van de gasvoorziening;

c. het belang van de ontwikkeling van het handelsverkeer op de gasmarkt; d. het belang van de bevordering van het doelmatig handelen van netgebruikers; e. het belang van een goede kwaliteit van dienstverlening van netbeheerders, en

f. het belang van het op een objectieve, transparante en niet-discriminatoire wijze in evenwicht houden van het landelijk gastransportnet en op een wijze die de kosten weerspiegelt;

g. de in artikel 12 bedoelde regels; h. de verordening.”

26. De Raad stelt de datum vast waarop het besluit in werking treedt, op grond van artikel 12i, eerste lid van de Gaswet:

“De tariefstructuren en de voorwaarden treden in werking op een door de raad van bestuur van de mededingingsautoriteit te bepalen datum en gelden voor onbepaalde tijd.”

27. De Raad geeft kennis van het besluit in de Staatscourant, op grond van artikel 12i, tweede lid van de Gaswet:

“Van de besluiten betreffende de vaststelling van de tariefstructuren en de voorwaarden alsmede de wijziging daarvan wordt mededeling gedaan door plaatsing in de Staatscourant.”

(11)

“Iedere netbeheerder legt een exemplaar van de tariefstructuren en de voorwaarden voor een ieder ter inzage in al zijn vestigingen.”

Regeling inzake tariefstructuren en voorwaarden gas

29. Bij de beoordeling van het wijzigingsvoorstel dient de Raad de Regeling inzake tariefstructuren en voorwaarden gas9 in acht te nemen10. Belangrijke uitgangspunten van deze regeling zijn het

kostenveroorzakingsprincipe en de transparatie en objectieve bepaalbaarheid van de tarieven11.

Deze regeling schrijft in artikel 3 voor wat de tariefstructuren van het tarief voor het transport van gas door regionale netbeheerders tenminste dienen te bevatten:

“1. De tariefstructuren, bedoeld in artikel 12a van de wet, van het tarief voor het transport van gas door de netbeheerders, met uitzondering van de netbeheerder van het landelijk

gastransportnet, bevatten: a. de kostensoorten; b. de tariefdragers;

c. de verschillende categorieën afnemers en de toerekening van de kosten aan die categorieën. 2. In de tariefstructuren wordt onderscheid gemaakt tussen:

a. transportafhankelijke en transportonafhankelijke tariefelementen;

b. verbruiksafhankelijke tariefelementen en capaciteitsafhankelijke tariefelementen.

3. De tariefstructuren geven, indien noodzakelijk, de berekeningswijze aan van de tarieven voor de verschillende capaciteitscategorieën.”

9 Regeling inzake tariefstructuren en voorwaarden gas van de Minister van Economische Zaken van 9 januari 2005, Stcrt.

2005, 9, p.8.

10 Ingevolge artikel 12f, eerste lid, onderdeel g van de Gaswet.

11 Paragraaf 2.1 van de toelichting bij de Regeling inzake tariefstructuren en voorwaarden gas van de Minister van

(12)

5

30. In dit hoofdstuk beschrijft de Raad welk beoordelingskader hij hanteert voor het vaststellen van de (gewijzigde) TarievenCode Gas. De doelstellingen van de wetgever en van de Minister van Economische Zaken (hierna: de Minister) zijn voor de Raad leidend geweest bij het opstellen van dit kader. De Raad geeft hiervan een samenvatting. Ook geeft hij aan hoe hij deze passages interpreteert.

Doelstelling TarievenCode Gas en interpretatie door de Raad

31. Zoals eerder aangegeven heeft de TarievenCode Gas als doel de elementen en wijze van berekening van de tarieven die een netbeheerder jegens zijn afnemers hanteert onafhankelijk en uniform vast te stellen. Bij de vaststelling van de (gewijzigde) TarievenCode Gas dienen de belangen van artikel 12f, eerste lid van de Gaswet door de Raad te worden afgewogen.

32. De Raad heeft bij het afwegen van de belangen van artikel 12f, eerste lid van de Gaswet discretionaire bevoegdheid. Dat wil zeggen dat de Raad, afhankelijk van het met het (wijzigings)besluit te bereiken doel, het ene belang, bijvoorbeeld het belang van de

bevordering van de ontwikkeling van het handelsverkeer op de gasmarkt, zwaarder kan laten wegen dan het andere belang, bijvoorbeeld het belang van het doelmatig handelen van afnemers. Deze afweging wordt vervolgens in het besluit gemotiveerd.

33. Om te toetsen of partijen van mening zijn dat de Raad deze belangenafweging op zorgvuldige wijze maakt, is het gebruikelijk dat de Raad de uniforme openbare voorbereidingsprocedure12

van toepassing verklaart. Ook op de voorbereiding van het onderhavige besluit heeft de Raad deze procedure van toepassing verklaard (zie randnummer 69 van dit besluit).

34. Bij de vaststelling van de (gewijzigde) TarievenCode Gas dienen ook andere relevante bepalingen uit de Gaswet in acht te worden genomen die invloed kunnen hebben op de TarievenCode Gas. Zo kan het zijn dat een bepaalde wet of een ministeriële regeling wijzigt, die een wijziging van de TarievenCode Gas noodzakelijk maakt.

(13)

6

35. In dit hoofdstuk beschrijft de Raad op welke wijze hij bij de vaststelling van dit besluit rekening heeft gehouden met de Gaswet en de Regeling inzake tariefstructuren en voorwaarden gas. Daarbij toetst de Raad in het bijzonder of het voorstel van de gezamenlijke netbeheerders de belangen in acht neemt, genoemd in artikel 12f, eerste lid van de Gaswet.

36. De gezamenlijke netbeheerders stellen voor om een aantal nieuwe artikelen en een paragraaf toe te voegen. Daarnaast wordt voorgesteld om een aantal titels van paragrafen en artikelen aan te passen en een aantal artikelen en een paragraaf te laten vervallen. In onderstaande tabel is dit samengevat weergegeven.

Tabel: overzicht van voorgestelde wijzigingen in de TarievenCode Gas

Toevoeging 1.2.1, 1.2.4, 2.3.6.2, 2.3a Aanpassing 1.2.1, 2.3, 2.3.1.1, 2.3.2.1, 2.3.2.3, 2.3.2.5, 2.3.3, 2.3.3.1, 2.3.4, 2.3.4.1, 2.3.5, 2.3.5.1, 2.3.5.2, 2.3.5.3, 2.3.6.1, 2.4, 2.4.1, 2.4.1.1, 2.4.2, 2.4.2.1, 2.4.3, 2.4.3.1, 2.4.3.2, 2.4.3.4, 2.4.3.6, 2.4.3.9, 2.4.4, 2.4.5, 2.4.5.2 Verwijdering 2.3.4.2, 2.3.4.3, 2.3.7, 2.3.7.1, 2.3.7.2,

37. De Raad merkt op dat het wijzigingsvoorstel voldoet aan artikel 12d van de Gaswet. Het wijzigingsvoorstel is besproken in vergaderingen van het Gebruikersplatform elektriciteits- en gasnetten (hierna: GEN)13. De relevante passages uit de verslagen van deze overleggen zijn

met het wijzigingsvoorstel aan de Raad gezonden. Hieronder volgt de nadere beoordeling van het wijzigingsvoorstel.

(14)

38. De voorgestelde wijzigingen hebben betrekking op de aanpassing van artikel 2.3.4.1, de verwijdering van artikelen 2.3.4.2 en 2.3.4.3, de aanpassing van artikelen 2.3.5.1 en 2.3.5.2, de toevoeging van artikel 2.3.6.2 en de verwijdering van paragraaf 2.3.7 met daarin de artikelen 2.3.7.1 en 2.3.7.2. Deze voorgestelde wijzigingen faciliteren de invoering van het

leveranciersmodel. Deze wijzigingen betreffen drie onderwerpen:

a. Het op nul stellen van het transportafhankelijke verbruikstarief-volume kleinverbruik (hierna: TAVTv) (artikelen 2.3.4.1, 2.3.4.2 en 2.3.4.3);

b. Uitbreiden van het transportafhankelijke verbruikstarief-capaciteit kleinverbruik (hierna: TAVTc), zodat dit tarief alle transportafhankelijke kosten voor deze afnemers dekt (artikelen 2.3.5.1 en 2.3.5.2);

c. Indelen van onbemeten aansluitingen in een afnemerscategorie (artikel 2.3.6.2 en paragraaf 2.3.7 met daarin de artikel 2.3.7.1 en 2.3.7.2).

Hieronder volgt de beoordeling van deze wijzigingen per onderwerp.

TAVTv gelijk stellen aan nul

39. Een van de doelen van de invoering van het leveranciersmodel is het vereenvoudigen van de administratieve processen. Door het TAVTv gelijk te stellen aan nul kan dit doel worden bereikt. Dit leidt er namelijk toe dat de netbeheerder niet meer op de meterstand van een kleinverbruiker hoeft te wachten voor het opmaken van de rekening. De leverancier, die zal gaan factureren voor de netbeheerder, kan op eenvoudige wijze het transport afrekenen met de netbeheerder en de afnemers, zonder daarvoor gebruik te hoeven maken van meterstanden.

40. De Regeling inzake tariefstructuren en voorwaarden gas schrijft voor dat de TarievenCode Gas onderscheid maakt tussen verbruiksafhankelijke tariefelementen en capaciteitsafhankelijke tariefelementen14. Dit staat niet in de weg aan het gelijk stellen aan nul van het TAVTv.

Hierdoor wordt de rol van het TAVTc vergroot.

41. In artikel 2.3.4.1 wordt het TAVTv gelijk gesteld aan nul. Artikel 2.3.4.2 en 2.3.4.3 vervallen, omdat deze hierdoor overbodig zijn.

(15)

Uitbreiden van het TAVTc

42. Nu het TAVTv gelijk wordt gesteld aan nul, speelt het TAVTc een grotere rol. Het TAVTc dekt na deze wijziging de totale op basis van capaciteit aan deze afnemers toegerekende

transportafhankelijke kosten. Dit wordt opgenomen in artikel 2.3.5.1. Hieruit voort vloeien redactionele aanpassingen van artikel 2.3.5.2.

Indelen van onbemeten aansluitingen in een afnemerscategorie

43. Aangezien verbruik geen rol meer speelt in de facturering voor de netbeheerder, is de

toekenning van een bepaald verbruik aan onbemeten afnemers overbodig geworden. Derhalve wordt paragraaf 2.3.7 met daarin artikel 2.3.7.1 en 2.3.7.2 verwijderd. Wel is het nodig

onbemeten aansluitingen in te delen in een afnemerscategorie, hiervoor wordt artikel 2.3.6.2 toegevoegd. Onbemeten afnemers worden in dit artikel ingedeeld in de afnemerscategorie met de laagste rekencapaciteit.

Conclusie van de Raad

44. De wijzigingen zijn naar het oordeel van de Raad van belang voor de invoering van het leveranciersmodel. Met deze wijzigingen wordt invulling gegeven aan een viertal criteria uit artikel 12f van de Gaswet, te weten:

a. Het belang van het doelmatig functioneren van de gasvoorziening (artikel 12f, eerste lid, onderdeel b van de Gaswet), omdat de leverancier de facturering kan overnemen van de netbeheerder en de administratieve processen worden vereenvoudigd;

b. Het belang van de ontwikkeling van het handelsverkeer op de gasmarkt (artikel 12f, eerste lid, onderdeel c van de Gaswet), omdat de leverancier de facturering kan overnemen van de netbeheerder en de administratieve processen worden vereenvoudigd;

c. Het belang van een goede kwaliteit van dienstverlening van netbeheerders (artikel 12f, eerste lid, onderdeel e van de Gaswet), omdat netbeheerders eenvoudig en correct, zonder schattingen, kunnen facturen (via de leverancier) waardoor fouten worden voorkomen; d. De in artikel 12 van de Gaswet bedoelde regels (artikel 12f, eerste lid, onderdeel g van de

Gaswet). Een belangrijk uitgangspunt bij deze regeling is het kostenveroorzakingsprincipe. Aangezien de transportkosten voornamelijk door de capaciteit van de aansluiting worden bepaald, komen de wijzigingen tegemoet aan dit principe15.

45. Daarnaast is de Raad van oordeel dat deze wijzigingen niet in strijd zijn met de overige belangen genoemd in artikel 12f, eerste lid van de Gaswet.

(16)

46. De voorgestelde wijzigingen hebben betrekking op de aanpassing van de titel van paragraaf 2.3, de aanpassingen van artikelen 2.3.2.1 en 2.3.6.1, de toevoeging van paragraaf 2.3a en de aanpassingen van de titels en inhoud van paragraaf 2.4. De voorgestelde wijzigingen brengen de TarievenCode Gas in overeenstemming met de voorgenomen wijziging van artikel 43 van de Gaswet. De voorgestelde wijzigingen betreffen drie onderdelen:

a. Aanpassing van de grens tussen kleinverbruik en grootverbruik (titel van paragraaf 2.3, artikelen 2.3.2.1 en 2.3.6.1);

b. Toevoeging van een nieuwe categorie grootverbruikers (artikel 1.2.1, paragraaf 2.3a en de Begrippenlijst Gas);

c. Redactionele aanpassingen voor de oude categorieën kleinverbruikers en grootverbruikers (titels van en termen in artikel 1.2.1, paragrafen 2.3 en 2.4 en de Begrippenlijst Gas). Hieronder volgt de beoordeling van deze wijzigingen per onderwerp.

Aanpassing van de grens tussen kleinverbruik en grootverbruik

47. Artikel 43 van de Gaswet betreft de grens tussen kleinverbruik en grootverbruik. Door de voorgenomen wetswijziging wordt de groep kleinverbruikers niet meer begrensd door een verbruik van maximaal 170.000 m3 gas per jaar, maar door een aansluiting op een net met een

totale maximale doorlaatwaarde van ten hoogste 40 m3 per uur. De grens wordt derhalve

gebaseerd op capaciteit en niet meer op het verbruik.

48. De grens tussen kleinverbruik en grootverbruik is bedoeld om te bepalen in welke gevallen voor de levering van gas aan afnemers een vergunning vereist is. Deze grens wordt echter ook in de TarievenCode Gas gehanteerd om groepen afnemers te onderscheiden. De voorgenomen aanpassing van de grens tussen kleinverbruik en grootverbruik zal om die reden ook worden doorgevoerd in de TarievenCode Gas. Aangezien de wetswijziging nog niet is vastgesteld door de Eerste Kamer, kan de TarievenCode Gas hierbij geen gebruik maken van het begrip

kleinverbruik16. Netbeheer Nederland heeft in zijn zienswijze voorstellen gedaan voor

aanpassing van de terminologie in het geval de wetswijziging niet tijdig zou worden aangenomen. De Raad heeft deze suggesties in iets gewijzigde vorm overgenomen17.

49. Om de nieuwe grens tussen afnemers met een aansluitcapaciteit van ten hoogste, respectievelijk groter dan 40 m3 per uur in te voeren, moet de titel van paragraaf 2.3 en de

artikelen 2.3.2.1 en 2.3.6.1 worden aangepast. Door deze wijziging vervalt er een aantal

16 Het begrip grootverbruik is niet gedefinieerd in de Gaswet.

(17)

afnemerscategorieën in paragraaf 2.3 (die met een aansluitcapaciteit groter dan 40 m3 per uur).

In artikel 2.3.6.1 worden afnemers met een aansluitcapaciteit van ten hoogste 40 m3 per uur

vervolgens opgedeeld in afnemerscategorieën op basis van capaciteit en verbruik. In artikel 2.3.6.1 krijgen deze onderscheiden afnemerscategorieën een rekencapaciteit toegekend.

50. Daarnaast worden artikelen 2.3.2.1 en 2.3.6.1 aangepast om de nota-effecten van de invoering van het volledige capaciteitstarief te beperken. In artikel 2.3.2.1 wordt de grens tussen

afnemerscategorieën 2 en 3 aangepast, de grens op basis van het standaard jaarverbruik wordt van 7500 m3(n;35,17) verlaagd naar 4000 m3(n;35,17). In artikel 2.3.6.1 worden de

rekencapaciteiten van afnemerscategorieën 1 en 2 aangepast, beide worden ten opzichte van het oude artikel verlaagd.

Toevoeging van een nieuwe categorie profielgrootverbruikers

51. Door de nieuwe grens tussen afnemers met een aansluitcapaciteit van ten hoogste, respectievelijk groter dan 40 m3 per uur ontstaat er een nieuwe groep afnemers. Voor deze

groep afnemers is er een nieuwe categorie gemaakt. Deze afnemers worden daarin profielgrootverbruikers genoemd18. Dit leidt tot de toevoeging van paragraaf 2.3a en een

definitie in artikel 1.2.1. In pargagraaf 2.3a wordt de tariefstructuur van de transporttarieven voor profielgrootverbruikers vastgelegd. Deze paragraaf is gebaseerd op paragraaf 2.3.

52. Het begrip profielgrootverbruiker wordt toegevoegd aan de Begrippenlijst Gas.

Redactionele aanpassingen voor de oude categorie grootverbruikers

53. Doordat er een nieuwe categorie is ontstaan en om onduidelijkheid te vermijden wanneer de wetswijziging wordt aangenomen en in werking treedt, is het nodig de titels van en in paragraaf 2.4 aan te passen en een definitie in artikel 1.2.1 op te nemen. Paragraaf 2.4 ziet op afnemers met een aansluitcapaciteit groter dan 40 m3 per uur die op grond van hun verbruik

over een dagelijks of uurlijks op afstand uitleesbare meetinrichting moeten beschikken19. Deze

afnemers worden telemetriegrootverbruikers genoemd.

54. Het begrip telemetriegrootverbruiker wordt toegevoegd aan de Begrippenlijst Gas. Daarnaast worden een aantal begrippen in de begrippenlijst aangepast. In de omschrijving van het begrip poolfactor wordt de term grootverbruikers vervangen door telemetriegrootverbruikers. Het begrip profielfactor grootverbruiker wordt vervangen door het begrip profielfactor

telemetriegrootverbruiker, waarbij de omschrijving tevens wordt aangepast.

18 Thans zijn deze afnemers nog kleinverbruikers. De Raad anticipeert met de benaming van deze nieuwe categorie afnemers

op het voorgenomen wetswijziging.

(18)

Conclusie van de Raad

55. De Raad is van oordeel dat de voorgestelde wijzigingen in lijn zijn met de voorgenomen wijziging van artikel 43 van de Gaswet en dat deze op een eenduidige wijze zijn vormgegeven. Daarnaast is de Raad van mening dat de invulling die de gezamenlijke netbeheerders hebben gegeven aan de wijzigingen niet in strijd is met de belangen die worden genoemd in artikel 12f, eerste lid van de Gaswet.

56. De overige voorgestelde wijzigingen hebben betrekking op de toevoeging van artikel 1.2.4 en de aanpassing van artikelen 2.3.2.3, 2.3.5.3 en 2.4.3.9. De voorgestelde wijzigingen betreffen drie onderwerpen:

a. Wijziging om de huidige praktijk vast te leggen (artikel 1.2.4); b. Redactionele aanpassing (artikelen 2.3.2.3 en 2.3.5.3);

c. Aanpassing van de overschrijdingsvergoeding (artikel 2.4.3.9). Hieronder volgt de beoordeling van deze wijzigingen per onderwerp.

Wijziging om de huidige praktijk vast te leggen

57. Artikel 1.2.4 is bedoeld om de huidige praktijk vast te leggen. Hierin wordt vastgelegd dat indien een aansluit- en transportovereenkomst met de regionale netbeheerder in de loop van de maand wordt aangegaan, gewijzigd of beëindigd, de maandelijks verschuldigde

(19)

Conclusie van de Raad

58. Dit artikel zorgt ervoor dat bij toepassing van het leveranciersmodel de leveranciers ter zake op dezelfde manier zullen handelen als thans praktijk is bij de netbeheerders. Met de toevoeging van dit artikel wordt invulling gegeven aan een drietal criteria uit artikel 12f, eerste lid van de Gaswet, te weten:

a. Het belang van het doelmatig functioneren van de gasvoorziening (artikel 12f, eerste lid, onderdeel b van de Gaswet), omdat het doelmatig handelen van netbeheerders en, bij toepassing van het leveranciersmodel, ook van de leveranciers wordt bevorderd;

b. Het belang van de ontwikkeling van het handelsverkeer op de gasmarkt (artikel 12f, eerste lid, onderdeel c van de Gaswet), omdat de transparantie toeneemt;

c. Het belang van een goede kwaliteit van dienstverlening van de netbeheerders (artikel 12f, eerste lid, onderdeel e van de Gaswet), omdat het duidelijkheid schept.

59. De Raad is van oordeel dat deze wijziging niet in strijd is met overige belangen genoemd in artikel 12f, eerste lid van de Gaswet.

Redactionele aanpassing

60. De aanpassingen van artikelen 2.3.2.3 en 2.3.5.3 zijn bedoeld om notaties juist te maken. Bij de aanduiding van de capaciteit van de aansluiting is sprake van normaal kubieke meters (m3(n))

en niet van normaal kubieke meters Groningen gas (m3(n;35,17)). Deze aanpassing zorgt voor

een correcte en eenduidige uitleg.

Conclusie van de Raad

61. De Raad is van oordeel dat deze wijzigingen niet in strijd zijn met de belangen genoemd in artikel 12f, eerste lid van de Gaswet.

Aanpassing van de overschrijdingsvergoeding

62. Artikel 2.4.3.9 heeft betrekking op de overschrijdingsvergoeding. De aanpassing van artikel 2.4.3.9 is bedoeld om qua bewoording aan te sluiten bij artikel 2.4.3.4. De aanpassing voorziet erin de overschrijdingsvergoeding te berekenen over het kalenderjaar in plaats van het

(20)

Conclusie van de Raad

63. Met de toevoeging van dit artikel wordt invulling gegeven aan een tweetal criteria uit artikel 12f, eerste lid van de Gaswet, te weten:

a. Het belang van het doelmatig functioneren van de gasvoorziening (artikel 12f, eerste lid, onderdeel b van de Gaswet), omdat de consistentie van begrippen toeneemt;

b. Het belang van de ontwikkeling van het handelsverkeer op de gasmarkt (artikel 12f, eerste lid, onderdeel c van de Gaswet), omdat de eenvoud toeneemt.

(21)

7

65. In dit hoofdstuk beschrijft de Raad de procedure die hij heeft gevolgd bij de totstandkoming van dit besluit.

66. Per brief van 23 juli 2008 met kenmerk 2008-151, hebben de gezamenlijke netbeheerders een voorstel tot wijziging van de TarievenCode Gas ingediend, op grond van artikel 12c, eerste lid van de Gaswet.

67. Het wijzigingsvoorstel heeft betrekking op artikel 12a, onderdeel a van de Gaswet.

68. De Raad toetst in dit besluit of het voorstel van de gezamenlijke netbeheerders past binnen de bij of krachtens de Gaswet gestelde regels en randvoorwaarden aan (wijziging van) de

TarievenCode Gas. Dit is nader toegelicht in hoofdstuk 5 van dit besluit (beoordelingskader van de Raad).

69. Ingevolge artikel 12f, eerste lid van de Gaswet stelt de Raad de (gewijzigde) tariefstructuren vast met inachtneming van het voorstel van de gezamenlijke netbeheerders (artikel 12c, eerste lid van de Gaswet) en de belangen en regels als genoemd in artikel 12f, eerste lid, onderdeel b tot en met h van de Gaswet.

70. De Raad heeft de uniforme openbare voorbereidingsprocedure zoals bedoeld in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing verklaard op de totstandkoming van dit besluit.

71. Als onderdeel van deze voorbereidingsprocedure heeft de Raad op 20 augustus 2008 een ontwerpbesluit ter inzage gelegd en gepubliceerd op de internetpagina van de Energiekamer (www.energiekamer.nl). Voorafgaand aan de terinzagelegging heeft de Raad in de

Staatscourant van 20 augustus 2008 kennis gegeven van het ontwerpbesluit20.

72. Gedurende een periode van zes weken na de terinzagelegging hebben belanghebbenden op grond van artikel 3:15 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid gekregen om hun zienswijze op het ontwerpbesluit naar keuze schriftelijk en/of mondeling naar voren te brengen.

(22)

73. Op 22 september 2008 heeft ten kantore van de Raad een hoorzitting plaatsgevonden. Tijdens de hoorzitting hebben vertegenwoordigers van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (hierna: VNG) en Netbeheer Nederland (hierna: NN) het woord gevoerd. De mondelinge zienswijze van VNG had enkel betrekking op het ontwerpbesluit tot wijziging van de

TarievenCode Elektriciteit dat gelijktijdig ter zitting was. De Raad gaat derhalve in onderhavig besluit verder niet in op de zienswijze van VNG. Het verslag van de hoorzitting heeft de Raad gepubliceerd op de internetpagina van de Energiekamer.

74. De Raad heeft op 30 september 2008 schriftelijke zienswijzen ontvangen van NN en LTO Noord Glaskracht (hierna: LTO). Deze ingebrachte zienswijzen heeft de Raad gepubliceerd op de internetpagina van de Energiekamer.

(23)

8

76. Het voorgaande overwegende, stelt de Raad op grond van artikel 12f, eerste lid van de Gaswet de volgende wijziging van de TarievenCode Gas vast:

Wijzigingen ten behoeve van de invoering van het leveranciersmodel:

77. Om de invoering van het leveranciersmodel te wijzingen worden de artikelen 2.3.4.1, 2.3.5.1, 2.3.5.2 gewijzigd. De artikelen 2.3.4.2, 2.3.4.2 en paragraaf 3.7 met daarin artikelen 2.3.7.1 en 2.3.7.2 vervallen. Artikel 2.3.6.2 wordt toegevoegd. Ten behoeve van de leesbaarheid van dit besluit stelt de Raad de gewijzigde paragraaf als geheel vast.

Wijzigingen met het oog op de wetswijziging met betrekking tot de grens tussen kleinverbruik en grootverbruik:

(24)

79. Paragraaf 2.3 wordt op diverse plaatsen gewijzigd met het oog op de wetswijziging. Ten behoeve van de leesbaarheid van dit besluit stelt de Raad de gewijzigde paragraaf als geheel vast. De inhoudelijke wijzigingen met het oog op de wetswijziging met betrekking tot de grens tussen kleinverbruik en grootverbruik vinden plaats in artikelen 2.3.2.1 en 2.3.6.1. Op diverse plaatsen in de paragraaftitels en de tekst wordt de term kleinverbruikers gewijzigd in “afnemers met een aansluitcapaciteit van ten hoogste 40 m3(n)/uur”, “afnemers” of “deze

afnemers”.

Overige wijzingen met betrekking tot paragraaf 2.3:

80. Artikelen 2.3.2.3 en 2.3.5.3 worden aangepast om de notaties ten aanzien van normaal kubieke meters en normaal kubieke meters Groningen gas eenduidig en juist te maken.

(25)
(26)
(27)
(28)
(29)
(30)
(31)
(32)
(33)

83. Paragraaftitel 2.4 wordt gewijzigd en komt te luiden:

De tariefstructuur van de transporttarieven voor telemetriegrootverbruikers

84. Paragraaftitel 2.4.1 wordt gewijzigd en komt te luiden:

Structuur van de transporttarieven voor telemetriegrootverbruikers

85. Paragraaftitel 2.4.2 wordt gewijzigd en komt te luiden:

Het transportonafhankelijke verbruikstarief voor telemetriegrootverbruikers

86. Paragraaftitel 2.4.3 wordt gewijzigd en komt te luiden:

Het transportafhankelijke verbruikstarief voor telemetriegrootverbruikers

87. Paragraaftitel 2.4.4 wordt gewijzigd en komt te luiden:

Tarief voor afschakelbare contracten voor telemetriegrootverbruikers

88. Paragraaftitel 2.4.5 wordt gewijzigd en komt te luiden: Tarief voor dagcontracten voor telemetriegrootverbruikers

89. De Raad past de tekst in paragraaf 2.4 aan door de term grootverbruiker te vervangen door telemetriegrootverbruiker.

Overige wijzigingen:

90. Artikel 1.2.4 wordt toegevoegd en komt te luiden:

(34)

Wijzigingen van de Begrippenlijst Gas

92. Het voorgaande overwegende, stelt de Raad op grond van artikel 12f, eerste lid van de Gaswet de volgende wijziging van de Begrippenlijst Gas vast:

93. Het begrip profielgrootverbruiker wordt toegevoegd en komt te luiden:

Een afnemer met een aansluitcapaciteit groter dan 40 m3(n)/uur die niet beschikt over een dagelijkse

of uurlijkse afstanduitlezing van de meetinrichting op zijn aansluiting, en op grond van de Meetvoorwaarden Gas - RNB daar ook niet over hoeft te beschikken.

94. Het begrip telemetriegrootverbruiker wordt toegevoegd en komt te luiden:

Een afnemer met een aansluitcapaciteit groter dan 40 m3(n)/uur die beschikt over een dagelijkse of

uurlijkse afstanduitlezing van de meetinrichting op zijn aansluiting, of op grond van de Meetvoorwaarden Gas - RNB daar dient te beschikken.

95. Het begrip poolfactor wordt gewijzigd en komt te luiden:

Factor, kleiner of gelijk aan 1, die de ongelijktijdigheid in de afname van de verschillende telemetriegrootverbruikers per shipper per exitpunt representeert.

96. Het begrip profielfactor grootverbruiker wordt vervangen door profielfactor telemetriegrootverbruiker en komt te luiden:

Factor die is afgeleid van de relatie tussen de door de netbeheerder van het landelijke

(35)
(36)

Zienswijze LTO: TAVTv voor profielgrootverbruikers niet op nul stellen

1. LTO merkt in haar zienswijze op dat een aantal argumenten die de Raad noemt voor het op nul stellen van het TAVTv betrekking heeft op kleinverbruikers en niet op de nieuwe categorie profielgrootverbruikers. LTO verzoekt de Raad derhalve te motiveren welk belang is gediend met het op nul stellen van het TAVTv voor profielgrootverbruikers.

2. Daarnaast merkt LTO op dat het op nul stellen van het TAVTv in strijd is met het belang van het duurzaam en milieuhygiënisch functioneren van de gasvoorziening (artikel 12f, eerste lid, onderdeel b van de Gaswet). Het op nul stellen van het TAVTv neemt voor

profielgrootverbruikers een prikkel weg om op het volume te besparen en de exploitatie van met name restwarmteprojecten duurder maakt. LTO verzoekt de Raad te motiveren hoe het op nul stellen van het TAVTv zich verhoudt tot het belang uit artikel 12f, eerste lid, onderdeel b van de Gaswet en het uitgangspunt van de Minister van Economische Zaken dat een kostenstijging wordt gecompenseerd.

Reactie van de Raad

3. De Raad is het niet eens met de zienswijze van LTO om het TAVTv voor profielgrootverbruikers niet op nul te stellen. De Raad licht dit als volgt toe.

4. Het op nul stellen van het TAVTv is zoals de Raad in paragraaf 6.2 beargumenteert in het belang van een goede kwaliteit van de dienstverlening van netbeheerders (artikel 12f, eerste lid, onderdeel e van de Gaswet), omdat netbeheerders eenvoudig en correct, zonder schattingen, kunnen factureren waardoor fouten worden voorkomen.

5. Daarnaast is het op nul stellen van het TAVTv in het belang dat degene die kosten veroorzaakt, deze ook draagt. Dit belang staat geformuleerd in de Regeling inzake tariefstructuren en voorwaarden gas. De Raad wordt, op grond van artikel 12f, eerste lid, onderdeel g van de Gaswet, geacht het wijzigingsvoorstel op dit belang te toetsen. Het op nul stellen van het TAVTv is in lijn met het kostenveroorzakingsprincipe. Slechts een beperkt deel van de transportkosten wordt veroorzaakt door het daadwerkelijke verbruik van afnemers. Om grote factuureffecten te voorkomen heeft de Raad daarom in het jaar 2005 besloten tot gedeeltelijke afschaffing van het TAVTv door deze af te bouwen tot 25%21. Het TAVTv wordt nu verder

afgebouwd door het op nul te stellen.

21 Zie besluit van 19 augustus 2005 tot vaststelling van de tariefstructuren, bedoeld in artikel 12f van de Gaswet, kenmerk

(37)

6. Inherent aan een wijziging van de tariefdrager is dat de kosten voor individuele afnemers ook zullen wijzigen. Er zullen afnemers zijn die er op vooruit gaan en er zullen afnemers zijn die er op achteruit gaan. De Raad is echter van mening dat dit het gevolg is van het verder

implementeren van het kostenveroorzakingsprincipe. Indien de Raad hier van zou afzien betekent dit dat degene die kosten veroorzaakt niet volledig hiervoor opdraait en dat de kosten worden afgewend op andere afnemers. Overigens merkt de Raad op dat afnemers die een te hoge metercapaciteit hebben mogelijk nog op hun transportkosten kunnen besparen door een meterverkleining.

7. Met betrekking tot de prikkel om op volume te besparen merkt de Raad op dat deze nagenoeg niet wijzigt met het op nul stellen van het TAVTv. Een lager volume leidt namelijk tot lagere kosten voor levering, energiebelasting en BTW. Deze componenten behelzen tezamen het grootste deel van de gaskosten voor een afnemer. Slechts een beperkt deel van de totale kosten hangt samen met transport van gas en daarvan is slechts een kwart thans nog volume-afhankelijk (TAVTv). Het op nul stellen van het TAVTv leidt derhalve tot een geringe reductie van de prikkel om op volume te besparen.

8. Tot slot merkt de Raad nog op dat de uitspraken die de Minister heeft gedaan betrekking hadden op compensatie voor kostenstijgingen voor afnemers van elektriciteit en niet van gas.

9. De Raad weegt om bovengenoemde redenen de belangen vóór het op nul stellen van het TAVTv zwaarder dan het geringe effect op de prikkel om op volume te besparen (artikel 12f, onderdeel b van de Gaswet).

Conclusie van de Raad

(38)

Zienswijze LTO: profielgrootverbruikers ruimer definiëren

11. LTO merkt in haar zienswijze op dat in de definitie van de categorie profielgrootverbruikers de gestelde bovengrens van een verbruik van maximaal 170.000 m3 per jaar moet worden

geschrapt. Hierdoor krijgen ook grootverbruikers met een verbruik van meer dan 170.000 m3

per jaar de mogelijkheid om toe te treden tot de categorie profielgrootverbruikers. De door de Raad gestelde bovengrens is niet noodzakelijk en brengt met zich mee dat netbeheerders deze grens actief moet handhaven en bewaken. LTO ziet niet in hoe deze bovengrens zich verhoudt tot de belangen in artikel 12f van de Gaswet. LTO verzoekt de Raad dit te motiveren danwel de bovengrens te schrappen.

Reactie van de Raad

12. De Raad is het niet eens met de zienswijze van LTO dat de definitie van profielgrootverbruikers moet worden gewijzigd zodat ook grootverbruikers met een verbruik van meer dan 170.000 m3

per jaar kunnen toetreden tot de categorie profielgrootverbruikers. De bovengrens wordt echter wel geschrapt omdat deze overbodig is aangezien de Meetvoorwaarden Gas - RNB (hierna: MV Gas, laatst gewijzigd op 27 juni 2007 bij besluit 102442/3) bepalen of een grootverbruiker voor deze categorie in aanmerking komt. De Raad licht dit hieronder toe.

13. Voor de indeling van een afnemer met een capaciteit groter dan 40 m3 per uur in een

afnemerscategorie is de beschikking over een dagelijkse of uurlijkse afstanduitlezing van de meetinrichting op de aansluiting (hierna: telemetrie) bepalend.

14. Op grond van artikel 3.1.3 van de MV Gas geldt dat de meetinrichting bij aansluitingen van grootverbruikers, ofwel een afnemer die naar een op het verbruik in voorgaande jaren gegronde verwachting meer dan 170 000 m3 gas per jaar verbruikt, dagelijks op afstand uitleesbaar zijn.

15. De Raad is van oordeel dat de toevoeging van de bovengrens geen nut dient. Zowel met als zonder de gestelde bovengrens kan op grond van de MV Gas enkel een grootverbruiker met een op het verbruik in voorgaande jaren gegronde verwachting minder dan 170.000 m3 gas per

jaar aanspraak maken op indeling in de categorie profielgrootverbruikers.

16. De Raad schrapt derhalve de door NN gestelde bovengrens. Dit is ook conform de zienswijze van NN waarin zij een definitie geeft voor profielgrootverbruikers in het geval de wetswijziging niet tijdig is aangenomen. Ook die definitie is zonder de bovengrens van 170.000 m3 gas per

jaar.

(39)

de categorie profielgrootverbruikers is een dus wijziging die buiten de reikwijdte van onderhavig besluit valt.

Conclusie van de Raad

18. De zienswijze van LTO heeft niet geleid tot een wijziging van het besluit.

Zienswijze NN: aanpassen definities bij uitblijven wetswijziging

19. NN merkt in haar zienswijze op dat de terminologie in het wijzigingsvoorstel aansluit op de wetswijziging22. Indien de wetswijziging niet tijdig door de Eerste Kamer is aangenomen

behoeft het wijzigingsvoorstel enige redactionele aanpassen waar het de naamgeving van de categorieën afnemers betreft.

Reactie van de Raad

20. De Raad is het eens met de zienswijze van NN. De Raad licht dit hieronder toe.

21. De terminologie die NN in haar wijzigingsvoorstel hanteert sluit aan bij de Gaswet. Hierbij is NN uitgegaan dat de wetswijziging tijdig door de Eerste Kamer wordt aangenomen.

22. Nu dit niet het geval is, is aanpassing van de terminologie noodzakelijk teneinde de inhoud van het wijzigingsvoorstel gelijk te houden.

23. De Raad is van mening dat de door NN voorgestelde terminologie dit bewerkstelligt. De Raad geeft er echter de voorkeur aan om bij de definitie van profielgrootverbruiker te verwijzen naar de MV Gas. De definities worden zo geformuleerd, dat ook afnemers die over een dagelijks op afstand uitleesbare meetinrichting dienen te beschikken, maar deze (nog) niet hebben, niet onbedoeld tot de categorie profielgrootverbruikers behoren.

(40)

Conclusie van de Raad

24. De zienswijze van NN heeft geleid tot een wijziging van het besluit. De volgende wijzigingen worden in de TarievenCode Gas doorgevoerd.

25. In artikel 1.2.1 en de Begrippenlijst Gas wordt een profielgrootverbruiker gedefinieerd als een afnemer met een aansluitcapaciteit groter dan 40 m3(n)/uur die niet beschikt over een

dagelijkse of uurlijkse afstanduitlezing van de meetinrichting op zijn aansluiting, en op grond van de Meetvoorwaarden Gas - RNB daar ook niet over hoeft te beschikken.

26. In artikel 1.2.1 en de Begrippenlijst Gas wordt een telemetriegrootverbruiker gedefinieerd als een afnemer met een aansluitcapaciteit groter dan 40 m3(n)/uur die beschikt over een

dagelijkse of uurlijkse afstanduitlezing van de meetinrichting op zijn aansluiting, of op grond van de Meetvoorwaarden Gas - RNB daar dient te beschikken.

27. Paragraaftitel 2.3 wordt gewijzigd en komt te luiden:

De tariefstructuur van de transporttarieven voor afnemers met een aansluitcapaciteit van ten hoogste 40 m3(n)/uur.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: de Raad) heeft tijdens zijn vergadering op 16 augustus 2005 het besluit genomen de TarievenCode Gas vast

De Raad is het eens met de reactie van betreffende respondent dat de verwijzing naar het basisbalanceringsregime onduidelijk is en heeft de gezamenlijke netbeheerders daarom

Indien een netbeheerder, zoals bedoeld in artikel 2.3.8.1, gederfde inkomsten verrekent, dan dient deze netbeheerder in het jaar van het einde van het faillissement van de betreffende

Indien een netbeheerder, zoals bedoeld in artikel 2.3.8.1, gederfde inkomsten verrekent, dan dient deze netbeheerder in het jaar van het einde van het faillissement van de betreffende

Indien een kleinverbruiker op grond van zijn benodigde maximale (gesommeerde) transportcapaciteit van mening is dat hij in aanmerking komt voor indeling in een andere

Ingevolge artikel 36, eerste lid van de E-wet stelt de Raad de (gewijzigde) tariefstructuren vast met inachtneming van het voorstel van de gezamenlijke netbeheerders zoals bedoeld in

Op grond daarvan stelt de Raad de (gewijzigde) tariefstructuren (hierna: de TarievenCode Gas) vast met inachtneming van het voorstel van de gezamenlijke netbeheerders (artikel

Op grond daarvan stelt de Raad een wijziging van de tariefstructuren (hierna: de TarievenCode Elektriciteit) vast met inachtneming van het voorstel van de gezamenlijke