• No results found

BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot wijziging van de tariefstructuren, als bedoeld in artikel 12c, lid 1 van de Gaswet.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot wijziging van de tariefstructuren, als bedoeld in artikel 12c, lid 1 van de Gaswet."

Copied!
11
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

BESLUIT

Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot wijziging van de tariefstructuren, als bedoeld in artikel 12c, lid 1 van de Gaswet.

Nummer: 102206 / 11

Betreft zaak: Invoering tariefstructuur flexibiliteitsdiensten in de TarievenCode Gas

Nederlandse Mededingingsautoriteit

1

Inleiding

1. Aanleiding van dit besluit tot wijziging van de tariefstructuren, zoals bedoeld in artikel 12a van de Gaswet (hierna: TarievenCode Gas), vormt enerzijds de vaststelling van de methode van regulering van de flexibiliteitsdiensten1 (hierna: het methodebesluit) en anderzijds het

voorstel van de gezamenlijke netbeheerders ten aanzien van de invoering van een tariefstructuur voor flexibiliteitsdiensten (hierna: het voorstel).

2. In het methodebesluit wordt de methode van regulering vastgesteld voor de taak als omschreven in artikel 10a, lid 1 sub d van de Gaswet. Onderhavig besluit voorziet in een basis in de TarievenCode Gas voor de facturering van de kosten die Gas Transport Services B.V. (hierna: GTS) maakt voor het aanbieden van flexibiliteitsdiensten.

3. Op 19 december 2005 is het voorstel door de gezamenlijke netbeheerders bij de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: de Raad) ingediend.

4. In onderhavig besluit wordt aangegeven op welke wijze de TarievenCode Gas gewijzigd wordt zodat invulling wordt gegeven aan bovenstaand voorstel. De in dit besluit voorgestelde wijziging van de TarievenCode Gas treedt met terugwerkende kracht in werking op 1 januari 2006 aangezien GTS vanaf dat moment op grond van het methodebesluit flexibiliteitsdiensten aanbiedt.

2

Wettelijk kader

1 Besluit van 5 december 2005 van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot het vaststellen

(2)

5. Op 19 augustus 2005 is het besluit (met kenmerk: 101928/ 22) tot vaststelling van de TarievenCode Gas, genomen. Dit besluit is bekrachtigd op 30 augustus 2005 (met kenmerk: 101928/ 25). De TarievenCode Gas geeft de elementen en wijze van berekening weer van het tarief waarvoor transport van gas, met inbegrip van invoer, uitvoer en doorvoer van gas, de met het transport ondersteunende diensten ten behoeve van netgebruikers en het gebruik van een of meer installaties van het verwante bedrijf zullen worden doorgevoerd en van het tarief waarvoor de netbeheerder van het landelijk gastransportnet uitvoering zal geven aan zijn in artikel 10a, lid 1 van de Gaswet omschreven wettelijke taken.

6. De Raad dient de tariefstructuren of de voorwaarden op grond van artikel 12f, lid 1 van de Gaswet vast te stellen met inachtneming van:

a. het voorstel van de gezamenlijke netbeheerders als bedoeld in artikel 12a, 12b of 12c en de resultaten van het overleg, bedoeld in artikel 12d;

b. het belang van het betrouwbaar, duurzaam, doelmatig en milieuhygiënisch verantwoord functioneren van de gasvoorziening;

c. het belang van de ontwikkeling van het handelsverkeer op de gasmarkt; d. het belang van de bevordering van het doelmatig handelen van netgebruikers; e. het belang van een goede kwaliteit van dienstverlening van netbeheerders; f. het belang van het op een objectieve, transparante en niet-discriminatoire wijze in

evenwicht houden van het landelijk gastransportnet op een wijze die de kosten weerspiegelt; en

g. de in artikel 12 bedoelde regels.

7. Op grond van artikel 12c, lid 1 van de Gaswet kan de netbeheerder van het landelijk gastransportnet of ten minste een derde van het aantal overige netbeheerders de gezamenlijke netbeheerders verzoeken een voorstel te doen tot wijziging van de TarievenCode Gas.

8. De gezamenlijke netbeheerders voeren, conform artikel 12d, lid 1 van de Gaswet overleg met representatieve organisaties van netgebruikers op de gasmarkt over voorstellen met

betrekking tot de tariefstructuren en de voorwaarden bedoeld in de artikelen 12a, 12b en 12c, lid 1 van de Gaswet. De gezamenlijke netbeheerders delen de uitkomsten van dit overleg schriftelijk mee aan de Raad.

9. Indien de Raad van mening is dat de voorgestelde wijziging van de TarievenCode Gas in strijd is met de belangen genoemd in artikel 12f, lid 1 sub b, c, d, e of f van de Gaswet of met de regels bedoeld in artikel 12f, lid 1 sub g van de Gaswet of met de eisen bedoeld in artikel 12f, lid 2 van de Gaswet, draagt hij op grond van artikel 12f, lid 3 van de Gaswet de

(3)

10. Indien het voorstel niet binnen vier weken overeenkomstig de opdracht van de Raad is gewijzigd, wijzigt de Raad, op grond van artikel 12f, lid 4 van de Gaswet, het voorstel zodanig dat is voldaan aan het gestelde in artikel 12f, lid 1 van de Gaswet.

11. Op grond van artikel 12i van de Gaswet dient de Raad de datum van inwerkingtreding van de vastgestelde tariefstructuren of de voorwaarden te bepalen. Artikel 12i, lid 2 van de Gaswet stelt dat van dit besluit mededeling wordt gedaan door plaatsing in de Staatscourant. Volgens artikel 12i, lid 3 van de Gaswet dient een exemplaar van de tariefstructuren door iedere netbeheerder voor een ieder ter inzage te worden gelegd in zijn vestigingen.

3

Procedure

12. Per brief van 19 december 2005 (met kenmerk: 2005-2569) hebben de gezamenlijke netbeheerders, conform artikel 12c, lid 1 van de Gaswet, een verzoek tot wijziging van de TarievenCode Gas ingediend. In dit voorstel wordt een tariefstructuur voor het aanbieden van flexibiliteitsdiensten door GTS uitgewerkt (artikel 10a, lid 1 sub d van de Gaswet). Over het betreffende voorstel is, conform artikel 12d, lid 1 van de Gaswet, overleg gevoerd met representatieve organisaties van netgebruikers. Een verslag van dit overleg is meegestuurd met het voorstel.

13. Op 23 december 2005 heeft de Raad het betreffende voorstel voor een periode van vier weken ter inzage gelegd via publicatie op de internetpagina van DTe (www.dte.nl). Op 12 januari 2006 is tevens een hoorzitting gehouden waarbij partijen in de gelegenheid zijn gesteld hun zienswijze mondeling kenbaar te maken. Schriftelijke zienswijzen konden tot en met 20 januari 2006 worden ingediend.

14. Op 19 januari 2006 heeft de Raad een gezamenlijke zienswijze ontvangen van Productschap Tuinbouw, LTO-Nederland en Vereniging Glaskracht Nederland (hierna: Productschap Tuinbouw c.s.).

15. Op 20 januari 2006 heeft de Raad tevens een zienswijze ontvangen van de Vereniging voor Energie, Milieu en Water (hierna: VEMW).

16. Per brief van 7 maart 2006 (met kenmerk: 102206/ 8) heeft de Raad, op grond van artikel 12f, lid 3 Gaswet, de gezamenlijke netbeheerders verzocht het oorspronkelijke voorstel, mede naar aanleiding van de ingebrachte zienswijzen, op een aantal punten te wijzigen.

(4)

en de wijzigingen die als gevolg daarvan zijn doorgevoerd in het gewijzigde voorstel, zoals ingediend door de gezamenlijke netbeheerders.

4

Beoordeling zienswijzen op oorspronkelijke voorstel

18. De Raad merkt op dat een deel van de bezwaren van de respondenten betrekking heeft op de reikwijdte van het methodebesluit en niet op de wijze waarop de in dit methodebesluit vastgelegde taak wordt vertaald in een voorstel voor wijziging van de TarievenCode Gas. De Raad toetst in dit verband enkel of het voorstel in lijn is met het bepaalde in de Gaswet en het methodebesluit.

Algemeen: zienswijze

19. Eén respondent2 is van mening dat op grond van artikel 12a van de Gaswet voor elke

flexibiliteitsdienst een aparte tariefstructuur moet worden vastgesteld door de Raad.

Algemeen: reactie van de Raad

20. De Raad is het niet eens met respondent. Op grond van artikel 12a stelt de Raad voor elke taak een aparte tariefstructuur vast. Het aanbieden van (meerdere) flexibiliteitsdiensten is slechts één taak zoals bedoeld in artikel 10a, lid 1, aanhef en onderdeel d van de Gaswet.

Artikel 3.5.2.1 Omschrijving diensten: zienswijzen

21. Alle respondenten3 zijn het oneens met de in het voorstel gehanteerde, beperkende

voorwaarde dat door GTS aangeboden flexibiliteitsdiensten volumeneutraal dienen te zijn. Dit zou in strijd zijn met de Gaswet (artikel 3a en 10c) die de mogelijkheid zou openlaten aan GTS om tevens diensten waarbij netto levering van gas plaatsvindt, aan te bieden.

22. Twee respondenten4 zijn van mening dat de aangeboden diensten door GTS te beperkt zijn.

Er moet in ieder geval uur-, dag- en weekflexibiliteit worden aangeboden. Daarnaast is één van de respondenten5 van mening dat tevens seizoensflexibiliteit moet worden aangeboden.

23. Eén respondent6 geeft aan de term basisbalanceringsregime onduidelijk te vinden. Indien

wordt gedoeld op het “ basisbalanceringsregime” , als omschreven in het voorstel van de gezamenlijke netbeheerders gas tot wijziging van artikel 4.1 van de Transportvoorwaarden Gas LNB, zou het onjuist zijn deze te bezigen in het onderhavige artikel. Hiermee wordt

2 VEMW

3 Productschap Tuinbouw c.s. en VEMW 4 Productschap Tuinbouw c.s. en VEMW 5 Productschap Tuinbouw c.s.

(5)

immers de omschrijving van de flexibiliteitsdiensten verder ingeperkt tot een

balanceringsdienst op uurbasis met een beperkte dagmarge. Bovendien wordt GTS te veel beleidsruimte gegeven voor invulling.

24. Eén respondent7 is van mening dat de omschrijving van de diensten in artikel 3.5.2.1 niet

aangeeft wat het bereik is van de diensten in de tijd.

25. Eén respondent8 geeft aan de omschrijving van de diensten onduidelijk te vinden omdat

bijvoorbeeld niet duidelijk wordt of via de beschreven tolerantiedienst een tolerantievolume dan wel tolerantiecapaciteit wordt aangeboden of beide. Dit acht de respondent strijdig met artikel 12a van de Gaswet.

Artikel 3.5.2.1 Omschrijving diensten: reactie van de Raad

26. De Raad is het eens met de reactie van betreffende respondenten dat de omschrijving te beperkend is en heeft daarom de gezamenlijke netbeheerders gevraagd de omschrijving aan te passen. De Raad onderkent dat de huidige omschrijving aansluit bij de diensten zoals GTS deze momenteel aanbiedt (Combiflex A en Combiflex B) en aansluit bij het methodebesluit. Echter, de Gaswet geeft GTS, binnen de grenzen van het methodebesluit, de mogelijkheid de concrete invulling van de diensten aan te passen. De TarievenCode Gas moet naar de mening van de Raad de ruimte laten voor andere flexibiliteitsdiensten dan de diensten die GTS op dit moment aanbiedt. Derhalve kan bij de omschrijving van de diensten worden volstaan met een verwijzing naar de taak als omschreven in artikel 10a, lid 1, sub d van de Gaswet.

27. De Raad is aanvullend van mening dat de omschrijving van de flexibiliteitsdiensten, zoals opgenomen in artikel 3.5.2.1, niet thuishoort in de TarievenCode Gas. Op basis van artikel 15, lid 1 van de MR Gas9 moet een opsomming van de door GTS aangeboden

flexibiliteitsdiensten zijn opgenomen in de technische codes. Artikel 3.5.2.1 van de

TarievenCode Gas dient geen opsomming te bevatten van de diensten die GTS in de praktijk zal aanbieden.

28. De Raad is het eens met de reactie van betreffende respondent dat de verwijzing naar het basisbalanceringsregime onduidelijk is en heeft de gezamenlijke netbeheerders daarom verzocht de omschrijving aan te passen, zodanig dat deze strookt met het bepaalde in het methodebesluit (het loskoppelen van de relatie met het balanceringsregime).

7 VEMW 8 VEMW

9 Regeling van de Minister van Economische Zaken van 9 januari 2005, nr. WJZ 5001052, houdende regels inzake

(6)

29. De Raad is het eens met de reactie van betreffende respondent dat de omschrijving van de diensten tekortschiet voor wat betreft het bereik in de tijd. De Raad heeft daarom de

gezamenlijke netbeheerders gevraagd de omschrijving aan te passen, zodanig dat het bereik van de diensten in de tijd duidelijk wordt en de omschrijving aansluit op het bepaalde in het methodebesluit.

30. De Raad is het eens met respondent dat onduidelijk is of volume of capaciteit ter beschikking wordt gesteld of beide. De Raad merkt op dat het op grond van het methodebesluit

volumeneutrale diensten betreft zodat enkel capaciteit ter beschikking wordt gesteld. Voor zover er door het optreden van de netgebruiker netto gas wordt onttrokken aan de gasvoorraad wordt het benodigde volume niet in rekening gebracht met het tarief voor de flexibiliteitsdiensten. De omschrijving zal op dit punt worden verduidelijkt.

Artikel 3.5.2.3 Tariefvariaties/ -varianten: zienswijzen

31. Eén respondent10 is van mening dat de voorgestelde tariefdrager (capaciteit in m3/ uur) tot

ondoelmatig gedrag van netgebruikers zou leiden, aangezien netgebruikers onnodig veel capaciteit gaan contracteren om zo een groter deel van de beschikbare capaciteit te krijgen. Daarnaast dient de tariefdrager op zijn minst verduidelijkt te worden zodat blijkt dat deze van toepassing is voor alle aangeboden diensten (uur-, dag- en weekflexibiliteit). Een andere respondent11 is van mening dat de tariefdrager ook m3 kan zijn.

32. Eén respondent12 is het niet eens met het feit dat het tarief varieert met de inkoopkosten. Het

tarief zou naar mening van deze respondent maximaal de werkelijke kosten (en dus niet de inkoopkosten) met een redelijk rendement mogen weerspiegelen.

33. Eén respondent13 is van mening dat onduidelijk is hoe vaak en op welke momenten de

hoogte van het tarief kan variëren.

Artikel 3.5.2.3 Tariefvariaties/ -varianten: reactie van de Raad

34. De kosten die GTS maakt, hangen af van de capaciteit die zij moet inkopen om de flexibiliteitsdiensten aan te bieden zoals deze verwoord staan in het methodebesluit. Op grond van het methodebesluit en het kostenveroorzakingsprincipe is bij volumeneutrale diensten capaciteit de correcte tariefdrager. De Raad is het niet eens met de respondent die m3 een geschikte tariefdrager is aangezien de afnemer bij een volumeneutrale dienst geen

10 VEMW

(7)

volume hoort af te nemen, zodat er dus ook geen tarief op basis van m3 in rekening kan

worden gebracht. Daarnaast is de Raad op grond van de zienswijze niet overtuigd van het feit dat netgebruikers zich ondoelmatig zouden gaan gedragen door onnodig veel capaciteit te boeken. Respondent heeft voor haar stelling ook geen onderbouwing of bewijs overhandigd.

35. De Raad is het niet eens met de respondent die aangeeft dat het tarief maximaal de werkelijke kosten met een redelijk rendement mag weerspiegelen. Voor GTS zijn de

inkoopkosten een gegeven en deze kosten worden één-op-één doorgegeven. De kosten voor GTS zijn afhankelijk van de gesloten inkoopcontracten en kunnen per kwartaal verschillen. De onderliggende kosten die een partij maakt waarbij GTS de flexibiliteitsdiensten inkoopt, zijn hier niet relevant. De Raad monitort per kwartaal de inkoopkosten, zoals verstrekt door GTS als ook door Gasunie Trade & Supply, en beoordeelt of GTS de regeling correct uitvoert.

36. De Raad is van mening dat de tariefstructuur inzichtelijk zou moeten maken hoe het tarief zou kunnen variëren voor de verschillende diensten met een verschillend bereik in tijd. Zo zouden er verschillende tarieven kunnen zijn voor een dienst per uur, per dag en per week. Op die wijze wordt het afnemers duidelijk welk tarief er voor diensten van verschillende duur in rekening wordt gebracht. Het huidige voorstel is niet duidelijk ten aanzien van de wijze waarop de tarieven voor de verschillende diensten met een verschillend bereik in de tijd tot stand komen. Hierdoor is het voorstel in strijd met het belang van de bevordering van het doelmatig handelen van netgebruikers en het belang van een goede kwaliteit van

dienstverlening van netbeheerders (artikel 12f, lid 1 sub d en e van de Gaswet).

37. Tevens is de Raad het met de betreffende respondent eens dat niet duidelijk is hoe vaak en op welk moment het tarief varieert met de hoogte van de inkoopkosten. Derhalve is de Raad van mening dat de huidige beschrijving in artikel 3.5.2.3 niet in lijn is met het belang van de bevordering van het doelmatig handelen van netgebruikers, almede met het belang van een goede kwaliteit van dienstverlening van netbeheerders (artikel 12f, lid 1 sub d en e van de Gaswet).

38. De Raad heeft de gezamenlijke netbeheerders derhalve verzocht het oorspronkelijke voorstel aan te passen, zodanig dat inzichtelijk wordt gemaakt op welke wijze de tariefstelling voor de verschillende diensten met een verschillend bereik in de tijd eruit ziet. Daarnaast heeft de Raad de gezamenlijke netbeheerders verzocht te verduidelijken hoe vaak en op welke momenten schommelingen in de inkoopkosten kunnen leiden tot tariefvariaties.

(8)

39. Eén respondent14 is van mening dat onduidelijk is hoe de inkoopkosten worden berekend en

vertaald.

40. Een respondent15 is van mening dat onduidelijk is wat bedoeld wordt met de kosten voor het

in stand houden van de gasvoorraad en de kosten voor het benodigde gasvolume. Deze respondent meent dat het aantal kostenposten te groot is.

Artikel 3.5.2.4 Kostensoorten: reactie van de Raad

41. De Raad acht de opmerking van betreffende respondent niet relevant, aangezien de kosten afhankelijk zijn van de gesloten inkoopcontracten en de kosten per kwartaal kunnen verschillen. Voor GTS zijn inkoopkosten een gegeven en worden de kosten één-op-één doorgegeven. Welke kosten de partij waarbij GTS inkoopt maakt is in dit kader niet relevant. De Raad monitort per kwartaal de inkoopkosten, zoals verstrekt door GTS, en beoordeelt of GTS de regeling correct uitvoert.

42. De Raad is het eens met de respondent die meent dat de kosten voor het in stand houden van de gasvoorraad en de kosten voor het benodigde gasvolume verwijderd dienen te worden. Voor zover er door het optreden van de netgebruiker netto gas wordt onttrokken aan de gasvoorraad wordt het benodigde volume niet in rekening gebracht met het tarief voor de flexibiliteitsdiensten. Derhalve acht de Raad het voorstel in strijd met het belang van een goede kwaliteit van dienstverlening van netbeheerders (artikel 12f, lid 1 sub e van de Gaswet). De Raad heeft de gezamenlijke netbeheerders derhalve verzocht de kostensoorten genoemd onder sub b en d van artikel 3.5.2.4 van het voorstel te verwijderen. Verder heeft de Raad verzocht de overige kostensoorten nader te onderbouwen, aangezien niet voldoende duidelijk is welke kosten hieronder vallen.

14 VEMW

(9)

5

Beoordeling gewijzigd voorstel

43. In randnummers 6 en 9 van dit besluit is reeds aangegeven dat de Raad toetst of de

voorgestelde wijziging van de TarievenCode Gas in lijn is met de het bepaalde in de Gaswet: a. de belangen genoemd in artikel 12f, lid 1 sub b, c, d, e of f van de Gaswet;

b. de regels bedoeld in artikel 12f, lid 1 sub g van de Gaswet; en c. de eisen bedoeld in artikel 12f, lid 2 van de Gaswet.

(10)

6

Besluit

45. Het voorgaande overwegende, stelt de Raad op grond van artikel 12f, lid 1 van de Gaswet de volgende wijzigingen van de TarievenCode Gas vast:

46. Het huidige artikel 3.5.2 wordt aangepast en komt te luiden:

3.5.2 Tariefstructuur flexibiliteitsdiensten

3.5.2.1 Omschrijving diensten

De flexibiliteitsdiensten worden door de netbeheerder van het landelijk

gastransportnet aangeboden ingevolge en onder de voorwaarde van artikel 10a, eerste lid, onder d Gaswet en overeenkomstig het methodebesluit

flexibiliteitsdiensten gedurende de periode waarop het methodebesluit betrekking heeft.

3.5.2.2 Tariefdrager

Voor elk van de flexibiliteitsdiensten is de tariefdrager de gecontracteerde capaciteit uitgedrukt in m3(n; 35,17)/ uur.

3.5.2.3 Tariefvariaties

Het tarief van een flexibiliteitsdienst varieert gedurende het kalenderjaar met de hoogte van de inkoopkosten van de voor deze dienst benodigde flexibiliteit van de netbeheerder van het landelijk gastransportnet. De inkoop van

flexibiliteitsdiensten door de netbeheerder van het landelijk gastransportnet vindt periodiek plaats overeenkomstig het methodebesluit flexibiliteitsdiensten.

3.5.2.4 Kostensoorten

De tarieven dienen ter dekking van de kostensoorten die samenhangen met de levering van flexibiliteit. Hieronder vallen de kostensoorten met betrekking tot: a. Kosten voor de inkoop van de benodigde flexibiliteit;

(11)

7

Publicatie en inwerkingtreding

47. Van dit besluit wordt mededeling gedaan in de Staatscourant. Voorts zal dit besluit worden gepubliceerd op de internetpagina van NMa-DTe (www.dte.nl).

48. De in dit besluit voorgestelde wijziging van de TarievenCode Gas treedt met terugwerkende kracht in werking op 1 januari 2006.

Den Haag,

Datum: 22 mei 2006

De Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingautoriteit:

w.g. P. Kalbfleisch w.g. R.J.P. Jansen w.g. G.J.L. Zijl

Tegen dit besluit kan degene, wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen zes weken na de dag van bekendmaking van dit besluit een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de Raad van Bestuur van de

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het feit dat wellicht in de (nabije) toekomst niet langer separate tarieven voor kwaliteitsconversie zullen gelden, dan wel separate tarieven voor balancering worden

Bij de toetsing van het voorstel aan de belangen, regels en eisen als genoemd in artikel 12f, eerste en tweede lid van de Gaswet, heeft de Raad vastgesteld dat in het voorstel een

De vraag wie en onder welke voorwaarden de transportdienst bij de netbeheerder van het landelijk gastransportnet kunnen afnemen dient echter naar het oordeel van de Raad onderwerp

Bijgaand besluit dient ter uitvoering van het bepaalde in artikel 82, lid 4, Gaswet, waarin de korting ter bevordering van de doelmatige bedrijfsvoering (hierna: x-factor)

Indien gedurende de periode tussen de veertiende werkdag van de maand volgend op de maand waarin de gasdag valt waarop de gegevens betrekking hebben en de achtste werkdag van de

Naar het oordeel van de Raad is het oorspronkelijke voorstel gebaseerd op artikel 12c, eerste lid van de Gaswet door wijziging te voor te stellen van de tariefstructuren en de

kwaliteitsconversie automatisch wordt verkregen bij het contracteren van entry- en exitcapaciteit. De GNB hebben voorgesteld de term gastransport in 2.1.1 Transportvoorwaarden Gas-

Naar aanleiding van diverse reacties van marktpartijen in verband met de naderende inwerkingtreding van de afbouw van de dagmarge en een gezamenlijke brief van de