• No results found

ONTWERPBESLUIT Nederlandse Mededingingsautoriteit

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "ONTWERPBESLUIT Nederlandse Mededingingsautoriteit"

Copied!
17
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

ONTWERPBESLUIT

Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 36, lid 1 van de Elektriciteitswet 1998.

Nummer 103188 / 1

Nederlandse Mededingingsautoriteit

(2)

Inhoudsopgave

1 Inleiding...3

2 Leeswijzer ...5

3 Wettelijke basis van dit besluit ...5

4 Context van dit besluit... 8

4.1 Inhoudelijke context ... 8

4.2 Wettelijke context ... 11

5 Beoordelingskader van de Raad... 15

6 Inhoud en motivering wijziging...17

7 Procedure...21

(3)

1

1. Met dit besluit geeft de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: de Raad) uitvoering aan artikel 36, eerste lid van de Elektriciteitswet 1998 (hierna: de E-wet). Op grond daarvan stelt de Raad een wijziging van de tariefstructuren (hierna: de TarievenCode Elektriciteit) vast met inachtneming van het voorstel van de gezamenlijke netbeheerders, de belangen en regels als genoemd in artikel 36, eerste lid, onderdelen b tot en met g van de E-wet en andere relevante bepalingen uit de E-wet. Artikel 36, eerste lid van de E-wet is voor de Raad de bevoegdheidsgrondslag voor dit besluit.

2. Met dit besluit wijzigt de Raad de tariefstructuren als bedoeld in artikel 27, eerste lid van de E-wet. Aanleiding voor dit besluit vormen de beslissing op bezwaar tegen het besluit van de Raad van 31 januari 2007 tot vaststelling van de maximumtarieven voor TenneT TSO B.V. (hierna: TenneT) voor het jaar 2007 voor het transport op het extra hoogspanningsnetwerk (220 / 380 kV), voor het verrichten van systeemdiensten en voor de regeling uitgespaarde netverliezen (hierna: de beslissing op bezwaar tarieven TenneT 2007)1 en de beslissing op

bezwaar tegen het besluit van de Raad van 21 december 2007 tot vaststelling van de maximum nettarieven elektriciteit voor aangeslotenen op HS-netten (hierna: beslissing op bezwaar tarieven HS-netten vanaf 1 januari 2008)2.

3. De Raad constateert in deze besluiten dat de E-wet geen grondslag biedt voor onderscheid tussen (eind)verbruikers en verbruikers, zijnde regionale netbeheerders. In het besluit van de Raad van 31 december 2008 tot vaststelling van de maximumtarieven voor TenneT voor het jaar 2009 (hierna: tariefbesluit TenneT 2009)3 constateert de Raad tevens dat de

TarievenCode Elektriciteit geen grondslag biedt voor de tariefdrager kW max per jaar. Alle verbruikers dienen dus te beschikken over een gecontracteerd transportvermogen. Sommige verbruikers (de regionale netbeheerders) met een aansluiting op het landelijk net hebben voor de jaren 2007 en 2008 geen gecontracteerd vermogen waardoor moet worden

teruggevallen op een andere tariefdrager. Onderhavig wijzigingsbesluit betreft het vaststellen van een tariefstructuur voor verbruikers aangesloten op de netvlakken EHS en HS, die geen transportvermogen hebben gecontracteerd. De Raad is voornemens nieuwe beslissingen op bezwaar vast te stellen voor 2007 en 2008, met inachtneming van dit besluit.

1 Besluit van de Raad van 6 november 2008 met kenmerk 102699_1/ 37.

2 Besluit van de Raad van 16 december 2008 met kenmerken 102913_1/ 25, 102913_2/ 24, 102913_3/ 17,

102913_4/ 7, 102913_5/ 16 en 102913_6/ 9.

(4)

4. Bovengenoemde wijziging biedt een grondslag voor uitvoerbare tariefbesluiten voor het jaar 2007 en 2008, waarbij elke verbruiker die aangesloten is op de netvlakken EHS en HS een tarief betaalt voor het transport van elektriciteit op deze netten. Voor het jaar 2009 is in het tariefbesluit TenneT duidelijk dat elke verbruiker (inclusief regionale netbeheerders) dient te worden getarifeerd op basis van gecontracteerde capaciteit per jaar en kW max per maand.

5. De wijziging van de TarievenCode Elektriciteit die de Raad met dit besluit vaststelt, zullen twee dagen na publicatie in de Staatscourant in werking treden. Onderhavig besluit is van toepassing op de tariefstructuren van netbeheerders elektriciteit.

2

Opbouw van het besluit

6. Dit besluit bestaat uit een aantal hoofdstukken. In hoofdstuk 5 beschrijft de Raad welk beoordelingskader hij hanteert voor dit besluit. Dit kader is van belang om de uiteindelijke keuzes van de Raad bij de totstandkoming van de gewijzigde TarievenCode Elektriciteit te motiveren. Het kader wordt onder meer bepaald door de wettelijke basis (hoofdstuk 3) en de context van dit besluit (hoofdstuk 4). In hoofdstuk 6 beschrijft de Raad de wijzigingen en motiveert hij, aan de hand van het beoordelingskader als beschreven in hoofdstuk 5, de wijzigingen. [Hierbij worden tevens de door partijen ingebrachte zienswijzen op het ontwerpbesluit betrokken.] Hoofdstuk 7 heeft betrekking op de procedure die de Raad heeft gevolgd bij de totstandkoming van dit besluit. De Raad eindigt het besluit met zijn dictum (hoofdstuk 8).

3

7. In dit hoofdstuk beschrijft de Raad de bepalingen die gezamenlijk de wettelijke basis vormen voor dit besluit.

8. Artikel 32, tweede lid van de E-wet bepaalt het volgende:

“ Indien naar zijn oordeel wijziging van de tariefstructuren of de voorwaarden, bedoeld in de artikelen 27 en 31, noodzakelijk is, zendt de raad van bestuur van de mededingingsautoriteit een ontwerp van een besluit tot wijziging van de tariefstructuren of de voorwaarden aan de

(5)

9. Artikel 34, tweede lid van de E-wet bepaalt het volgende:

“ De gezamenlijke netbeheerders en de representatieve organisaties van partijen op de elektriciteitsmarkt kunnen hun zienswijze op een ontwerp van een besluit tot wijziging van de tariefstructuren of de voorwaarden aan de raad van bestuur van de mededingingsautoriteit kenbaar maken binnen twaalf weken na het tijdstip waarop het ontwerp van het besluit op grond van artikel 32, tweede lid, aan hen is gezonden.”

10. Artikel 36, eerste lid van de E-wet bepaalt het volgende:

“ De raad van bestuur van de mededingingsautoriteit stelt de tariefstructuren en voorwaarden vast met inachtneming van:

a. het voorstel van de gezamenlijke netbeheerders als bedoeld in artikel 27, 31 of 32 en de resultaten van het overleg, bedoeld in artikel 33, eerste lid;

b. het belang van het betrouwbaar, duurzaam, doelmatig en milieuhygiënisch verantwoord functioneren van de elektriciteitsvoorziening;

c. het belang van de bevordering van de ontwikkeling van het handelsverkeer op de elektriciteitsmarkt;

d. het belang van de bevordering van het doelmatig handelen van afnemers; e. het belang van een goede kwaliteit van de dienstverlening van netbeheerders;

f. het belang van een objectieve, transparante en niet-discriminatoire handhaving van de energiebalans op een wijze die de kosten weerspiegelt; en

g. de in artikel 26b van de E-wet bedoelde regels.” 11. Artikel 38, eerste lid van de E-wet bepaalt het volgende:

” De tariefstructuren en de voorwaarden treden in werking op een door de raad van bestuur van de mededingingsautoriteit te bepalen datum en gelden voor onbepaalde tijd.”

12. Artikel 38, tweede lid van de E-wet bepaalt het volgende:

“ Van de besluiten betreffende de vaststelling van de tariefstructuren en de voorwaarden alsmede de wijziging daarvan wordt mededeling gedaan door plaatsing in de Staatscourant.”

13. Artikel 38, derde lid van de E-wet bepaalt het volgende:

(6)

4

14. In dit hoofdstuk beschrijft de Raad de inhoudelijke en wettelijke context van dit besluit. Door deze context te beschrijven, plaatst de Raad dit besluit in een breder perspectief. Het breder perspectief bestaat uit een korte beschrijving van hoe het beheer van elektriciteitsnetten past binnen de totale elektriciteitsmarkt en hoe dit besluit samenhangt met andere besluiten van de Raad, namelijk de tariefbesluiten.

Het beheer van elektriciteitsnetten

15. De Raad houdt onafhankelijk toezicht op de elektriciteitsmarkt met als doel deze markt zo effectief mogelijk te laten werken. De elektriciteitsmarkt bestaat uit de segmenten productie, opslag, levering en transport van elektriciteit. Bij productie, opslag en levering van

elektriciteit is sprake van een vrije markt. Voor de bijbehorende diensten op deze segmenten kunnen handelaren, zakelijke gebruikers en consumenten zelf bepalen met welk bedrijf zij een contract willen afsluiten. Bij het transport van elektriciteit is dit niet het geval. Afnemers met een aansluiting op een bepaald elektriciteitsnet kunnen niet zelf bepalen door welk bedrijf zij het transport willen laten verrichten. Zij zijn gebonden aan de netbeheerder die het elektriciteitsnet beheert waarop zij een aansluiting hebben4.

16. Degene aan wie een elektriciteitsnet toebehoort, is verplicht voor het beheer daarvan één of meer naamloze of besloten vennootschappen als netbeheerder aan te wijzen5. De aanwijzing

van een netbeheerder behoeft instemming van de Minister van Economische Zaken6 (hierna:

de Minister). TenneT TSO B.V. is aangewezen als beheerder van het landelijk

hoogspanningsnet. De meeste afnemers zijn echter niet op dit landelijk hoogspanningsnet aangesloten, maar op een fijnmazig elektriciteitdistributienet met een regionaal karakter en veelal met een lager spanningsniveau (hierna: distributienet). Via het landelijk

hoogspanningsnet en het distributienet stroomt de elektriciteit uiteindelijk naar de afzonderlijke afnemers. Beheerders van dergelijke fijnmazige, regionale elektriciteitsnetten worden ook wel regionale netbeheerders genoemd.

4 In haar uitspraak van 5 november 2003 (LJN: AO0894, AWB 01/ 412) heeft het College van Beroep voor het

bedrijfsleven vastgesteld dat aansluitingen onderdeel zijn van het net en het beheer van de aansluiting in zo’n geval eveneens door de netbeheerder plaatsvindt.

5 Ingevolge artikel 2 van de E-wet. Ingevolge artikel 3, eerste lid van de E-wet kan een rechtspersoon die de

productie, de aankoop of de levering van elektriciteit verricht niet worden aangewezen als netbeheerder.

(7)

Samenhang TarievenCode Elektriciteit en tariefbesluiten

17. Jaarlijks stelt de Raad in afzonderlijke tariefbesluiten de maximum aansluit- en

transporttarieven vast die individuele netbeheerders in rekening mogen brengen, op basis van een door de netbeheerders ingediend tarievenvoorstel7.

18. Netbeheerders dienen derhalve bij het doen van hun tarievenvoorstel rekening te houden met hetgeen in de TarievenCode Elektriciteit is bepaald. Dit betekent concreet dat het niet alleen zo is dat de tarieven van netbeheerders aan een maximum gebonden zijn, maar ook dat de verschillende tarieven, die de netbeheerders voor de verschillende typen afnemers voorstellen, aan een aantal aanvullende eisen uit de TarievenCode Elektriciteit moeten voldoen8.

19. Het doel van de TarievenCode Elektriciteit is om de elementen en wijze van berekening van de tarieven die een netbeheerder jegens zijn afnemers hanteert onafhankelijk en uniform vast te stellen teneinde misbruik van de machtspositie en discriminatie door de netbeheerder te voorkomen9. Het gaat dan bijvoorbeeld om de elementen en wijze van berekening van de

tarieven waarvoor een afnemer wordt aangesloten op het net van de netbeheerder en de tarieven waarvoor de netbeheerder het transport van elektriciteit verzorgt ten behoeve van deze afnemer10. In de Regeling inzake tariefstructuren en voorwaarden elektriciteit (hierna:

Regeling tariefstructuren) zijn nadere regels gesteld waaraan de TarievenCode Elektriciteit (ten minste) moet voldoen11.

7 Ingevolge artikel 41b en artikel 41c van de E-wet. 8 Ingevolge artikel 27 van de E-wet.

9 Zie ook: Tweede Kamer, vergaderjaar 1997-1998, 25621, nr. 3, p. 14.

10 Op 30 september 1999 is het besluit met kenmerk: 002 tot vaststelling van de TarievenCode genomen. De

oorspronkelijke TarievenCode is gewijzigd bij besluiten van 19 juni 2000 met kenmerk: 00-013, 16 november 2000 met kenmerk: 00-068, 13 december 2001 met kenmerk: 100498/ 12, 21 augustus 2003 met kenmerk: 100804/ 119, 16 december 2003 met kenmerk: 100804/ 134, 5 februari 2004 met kenmerk: 101629_1/ 11, 2 juni 2004 met kenmerk: 100498/ 39, 12 augustus 2004 met kenmerk: 101690/ 31, 21 april 2005 met kenmerk: 101726/ 35, 13 december 2005 met kenmerk: 102077/ 8, 26 september 2006 met kenmerk: 102342/ 6, 29 mei 2007 met kenmerk: 102203/ 14, 10 juli 2007 met kenmerk: 102674/ 6, 1 oktober 2008 met kenmerk: 102815/ 9, 12 december 2008 met kenmerk: 102490/ 23 en 3 februari 2009 met kenmerk: 102867/ 23.

11 Regeling inzake tariefstructuren en voorwaarden elektriciteit van de Minister van Economische Zaken van 9

(8)

Procedure wijzigingsvoorstel

20. Zowel de Raad als de gezamenlijke netbeheerders kunnen het initiatief nemen om de TarievenCode Elektriciteit te wijzigen12. In onderhavig geval heeft de Raad een ontwerp van

een besluit tot wijziging van de TarievenCode Elektriciteit aan de gezamenlijke netbeheerders en de representatieve organisaties van partijen op de elektriciteitsmarkt gezonden. Zij konden hierop binnen twaalf weken hun zienswijze kenbaar maken13. De Raad past tevens de

uniforme openbare voorbereidingsprocedure toe zoals bedoeld in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht. De Raad heeft het ontwerpbesluit als onderdeel van de uniforme openbare voorbereidingsprocedure voor alle belanghebbenden ter inzage gelegd zes weken na aanvang van de termijn als bedoeld in artikel 34, tweede lid van de E-wet, zodat beide termijnen gelijktijdig eindigen. Zienswijzen van de gezamenlijke netbeheerders en de representatieve organisaties worden tevens geacht zienswijzen als bedoeld in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht te zijn14.

Samenhang TarievenCodeElektriciteit en tariefbesluiten

21. Bij iedere afnemer die een aansluiting heeft op een net dat wordt beheert door een

netbeheerder wordt een tarief in rekening gebracht op grond van artikel 29, tweede lid van de E-wet:

“ Het tarief, bedoeld in het eerste lid, wordt in rekening gebracht bij iedere afnemer die een aansluiting heeft op een net dat wordt beheerd door een netbeheerder. De tarieven voor de ontvangst van elektriciteit kunnen verschillen voor verschillende afnemers, afhankelijk van het spanningsniveau van het net waarop de elektriciteit wordt ontvangen, en de tarieven voor het invoeden van elektriciteit kunnen verschillen voor verschillende afnemers, afhankelijk van het spanningsniveau van het net waarop de elektriciteit wordt ingevoed.”

12 Ingevolge artikel 32, eerste en tweede lid van de E-wet. 13 Ingevolge artikel 34, tweede lid van de E-wet.

(9)

22. Iedere netbeheerder moet in zijn jaarlijkse tariefvoorstel rekening houden met de TarievenCode Elektriciteit op grond van artikel 41b, eerste lid, onderdeel b van de E-wet: “ Iedere netbeheerder zendt jaarlijks voor 1 oktober aan de raad van bestuur van de

mededingingsautoriteit een voorstel voor de tarieven die deze netbeheerder ten hoogste zal berekenen voor de uitvoering van de taken genoemd in artikel 16, eerste lid met, met inachtneming van:

a. (…),

b. de tariefstructuren vastgesteld op grond van artikel 36 of 37, (…)”

23. De Raad stelt de tarieven vast op grond van artikel 41c, eerste lid van de E-wet:

“ De raad van bestuur van de mededingingsautoriteit stelt de tarieven, die kunnen verschillen voor de verschillende netbeheerders en voor onderscheiden tariefdragers, jaarlijks vast.”

Samenhang TarievenCode Elektriciteit en Regeling tariefstructuren en voorwaarden 24. Artikel 26b, eerste lid van de E-wet bepaalt het volgende:

“ Bij ministeriële regeling worden regels gesteld met betrekking tot de tariefstructuren en voorwaarden als bedoeld in de artikelen 27 en 31.”

25. De Minister heeft gelet op artikel 26b, eerste lid van de E-wet de Regeling inzake tariefstructuren en voorwaarden elektriciteit vastgesteld15.

Samenhang TarievenCode Elektriciteit en Vaststelling tariefdragers 26. Artikel 29, derde lid van de E-wet bepaalt het volgende:

“ Onze Minister stelt de tariefdrager vast voor het transportafhankelijke element van het tarief, bedoeld in het eerste lid. Het transportonafhankelijke element van het tarief, bedoeld in het eerste lid, wordt uitgedrukt in een bedrag in euro. Het transporttarief wordt berekend per aansluiting. Voor de toepassing van het transporttarief wordt een streng van lichtmasten geacht te beschikken over één aansluiting.”

27. De Minister heeft gelet op artikel 29, derde lid van de E-wet de Vaststelling tariefdragers vastgesteld16.

15 Regeling inzake tariefstructuren en voorwaarden elektriciteit van de Minister van Economische Zaken van 9

januari 2005, Stcrt. 2005, 9, gewijzigd bij ministeriële regeling van 3 juli 2008, Stcrt. 2008, 127.

16 Vaststelling tariefdragers tarieven transport en levering elektriciteit van de Minister van Economische

(10)

Procedure wijzigingsvoorstel

28. De Raad kan het initiatief nemen om de TarievenCode Elektriciteit te wijzigen op grond van artikel 32, tweede lid van de E-wet:

“ Indien naar zijn oordeel wijziging van de tariefstructuren of de voorwaarden, bedoeld in de artikelen 27 en 31, noodzakelijk is, zendt de raad van bestuur van de mededingingsautoriteit een ontwerp van een besluit tot wijziging van de tariefstructuren of de voorwaarden aan de

gezamenlijke netbeheerders en de representatieve organisaties.”

29. De Raad dient in het ontwerp van een besluit tot wijziging aan te geven op welke onderdelen van artikel 27 van de E-wet het wijzigingsvoorstel betrekking heeft op grond van artikel 32, derde lid van de E-wet:

“ In een voorstel of een ontwerp van een besluit tot wijziging van de tariefstructuren of de voorwaarden worden die onderdelen bedoeld in artikel 27 of 31 opgenomen waarvan wijziging wordt verzocht.”

30. De gezamenlijk netbeheerders en representatieve organisaties kunnen binnen twaalf weken na toezending hun zienswijze op een ontwerp van een besluit tot wijziging kenbaar maken, op grond van artikel 34, tweede lid van de E-wet:

“ De gezamenlijke netbeheerders en de representatieve organisaties van partijen op de elektriciteitsmarkt kunnen hun zienswijze op een ontwerp van een besluit tot wijziging van de tariefstructuren of de voorwaarden aan de raad van bestuur van de mededingingsautoriteit kenbaar maken binnen twaalf weken na het tijdstip waarop het ontwerp van het besluit op grond van artikel 32, tweede lid, aan hen is gezonden.”

31. De Raad stelt de tariefstructuren vast op grond van artikel 36, eerste lid van de E-wet: “ De raad van bestuur van de mededingingsautoriteit stelt de tariefstructuren en voorwaarden vast met inachtneming van:

a. het voorstel van de gezamenlijke netbeheerders als bedoeld in artikel 27, 31 of 32 en de resultaten van het overleg, bedoeld in artikel 33, eerste lid;

b. het belang van het betrouwbaar, duurzaam, doelmatig en milieuhygiënisch verantwoord functioneren van de elektriciteitsvoorziening;

c. het belang van de bevordering van de ontwikkeling van het handelsverkeer op de elektriciteitsmarkt;

d. het belang van de bevordering van het doelmatig handelen van afnemers; e. het belang van een goede kwaliteit van de dienstverlening van netbeheerders;

f. het belang van een objectieve, transparante en niet-discriminatoire handhaving van de energiebalans op een wijze die de kosten weerspiegelt; en

(11)

32. De Raad stelt de datum vast waarop het besluit in werking treedt, op grond van artikel 38, eerste lid van de E-wet:

” De tariefstructuren en de voorwaarden treden in werking op een door de raad van bestuur van de mededingingsautoriteit te bepalen datum en gelden voor onbepaalde tijd.”

33. De Raad geeft kennis van het besluit in de Staatscourant, op grond van artikel 38, tweede lid van de E-wet:

“ Van de besluiten betreffende de vaststelling van de tariefstructuren en de voorwaarden alsmede de wijziging daarvan wordt mededeling gedaan door plaatsing in de Staatscourant.”

34. Iedere netbeheerder legt in al zijn vestigingen een exemplaar van de tariefstructuren ter inzage, op grond van artikel 38, derde lid van de E-wet:

“ Iedere netbeheerder legt een exemplaar van de tariefstructuren en de voorwaarden voor een ieder ter inzage in al zijn vestigingen.”

5

35. In dit hoofdstuk beschrijft de Raad welk beoordelingskader hij hanteert voor het vaststellen van de (gewijzigde) TarievenCode Elektriciteit. De doelstellingen van de wetgever en van de Minister zijn voor de Raad leidend geweest bij het opstellen van dit kader. De Raad geeft hiervan een samenvatting. Ook geeft hij aan hoe hij deze passages interpreteert.

Doelstelling TarievenCode Elektriciteit en interpretatie door de Raad

36. Zoals eerder aangegeven heeft de TarievenCode Elektriciteit als doel de elementen en wijze van berekening van de tarieven die een netbeheerder jegens zijn afnemers hanteert onafhankelijk en uniform vast te stellen teneinde misbruik van de machtspositie en discriminatie door de netbeheerder te voorkomen17. Bij de vaststelling van de (gewijzigde)

TarievenCode Elektriciteit dienen de belangen van artikel 36, eerste lid van de E-wet door de Raad te worden afgewogen.

(12)

37. De Raad heeft bij het afwegen van de belangen van artikel 36, eerste lid van de E-wet discretionaire bevoegdheid. Dat wil zeggen dat de Raad, afhankelijk van het met het (wijzigings)besluit te bereiken doel, het ene belang, bijvoorbeeld het belang van de

bevordering van de ontwikkeling van het handelsverkeer op de elektriciteitsmarkt, zwaarder kan laten wegen dan het andere belang, bijvoorbeeld het belang van het doelmatig handelen van afnemers18. Deze afweging zal vervolgens in het besluit moeten worden gemotiveerd.

38. Om te toetsen of partijen van mening zijn dat de Raad deze belangenafweging op zorgvuldige wijze maakt, is het gebruikelijk dat de Raad de uniforme openbare

voorbereidingsprocedure van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing verklaart op de voorbereiding van wijzigingsbesluiten van de TarievenCode Elektriciteit. Ook op de voorbereiding van het onderhavige besluit heeft de Raad deze procedure van

toepassing verklaard (zie randnummer 58 van dit besluit).

39. Bij de vaststelling van de (gewijzigde) TarievenCode Elektriciteit dienen ook andere relevante bepalingen uit de E-wet in acht te worden genomen die invloed kunnen hebben op de TarievenCode Elektriciteit. Zo kan het zijn dat een bepaalde wet of een ministeriële regeling wijzigt, die een wijziging van de TarievenCode Elektriciteit noodzakelijk maakt.

6

40. In dit hoofdstuk beschrijft de Raad de inhoud van de wijziging en op welke wijze hij bij de vaststelling van dit besluit de relevante bepalingen uit de E-wet in acht heeft genomen.

41. Aanleiding voor dit besluit zijn de beslissing op bezwaar tarieven TenneT 2007 en de beslissing op bezwaar tarieven HS-netten vanaf 1 januari 2008, zie randnummer 2. Hierin preciseert de Raad dat ook netbeheerders met een net dat is aangesloten op een ander net op een ander spanningsniveau, te kwalificeren zijn als afnemer, waaraan het transporttarief in rekening dient te worden gebracht en dat de E-wet geen grondslag biedt voor een

onderscheid tussen (eind)verbruikers en verbruikers, zijnde regionale netbeheerders19. In het

verleden hebben regionale netbeheerders geen transportvermogen gecontracteerd. Aan netbeheerders werd door TenneT een tarief in rekening gebracht op basis van de tariefdrager

18 Zie bijvoorbeeld de uitspraak van het CBb waarin het beroep tegen het TarievenCodebesluit, waarmee de

op-nul-stelling van het Landelijk Uniform Producenten Transporttarief is doorgevoerd, ongegrond is verklaard (LJN: AS7083, AWB 04/ 511).

19 Zie randnummers 24-28 van de beslissing op bezwaar tarieven TenneT 2007 en randnummers 33-37 van

(13)

kW max per jaar. Daarvoor ontbreekt evenwel een grondslag in paragraaf 3.7 van de TarievenCode Elektriciteit.

42. De landelijk netbeheerder dient ook bij de verbruikers die regionale netbeheerder zijn uitvoering te geven aan artikelen 3.7.2, 3.7.5 en 3.7.5.A van de TarievenCode Elektriciteit. Die artikelen gaan uit van een waarde voor het gecontracteerd transportvermogen. Echter, voor de jaren 2007 of 2008 hebben regionale netbeheerders geen transportvermogen

gecontracteerd, waardoor het niet mogelijk is uitvoering te geven aan die artikelen.

43. Met onderhavig besluit voegt de Raad een nieuw artikel 3.7.8 toe (hierna: het nieuwe artikel), dat een tariefstructuur beschrijft voor verbruikers aangesloten op de netvlakken EHS en HS, die geen transportvermogen hebben gecontracteerd. Hierdoor wordt bereikt dat aan regionale netbeheerders voor deze jaren het transportafhankelijke tarief in rekening kan worden gebracht. Daarbij vindt de tariefdrager een grondslag in paragraaf 3.7 van de TarievenCode Elektriciteit.

44. De Raad is voornemens onderhavige wijziging te effectueren door nieuwe beslissingen op bezwaar tarieven TenneT 2007 en tarieven HS-netten vanaf 1 januari 2008 te nemen met inachtneming van het nieuwe artikel in de TarievenCode Elektriciteit.

45. De wijziging heeft alleen betekenis voor de jaren 2007 en 2008, want het nieuwe artikel staat niet in de weg aan de verplichting voor iedere verbruiker (waaronder dus regionale

netbeheerders) met een aansluiting groter dan 3* 80 A om aan de netbeheerder een waarde voor het gecontracteerde transportvermogen op te geven20. Bovendien is in lijn hiermee bij

het tariefbesluit TenneT 2009 geen tarief voor de tariefdrager als bedoeld in het nieuwe artikel vastgesteld, zodat de wijziging voor dat jaar ook geen betekenis heeft.

46. Op grond van artikel 3.7.2 van de TarievenCode Elektriciteit worden verbruikers voor de bepaling van het transportafhankelijke tarief ingedeeld in de tariefcategorieën (netvlakken) zoals genoemd in artikel 3.7.1 van de TarievenCode Elektriciteit. Artikel 3.7.2 van de TarievenCode Elektriciteit schrijft voor dat dit gebeurt op grond van het gecontracteerde transportvermogen en vanaf een bepaalde hoogte hiervan op grond van het werkelijke spanningsniveau. Met het nieuwe artikel geldt dat voor verbruikers met een aansluiting op EHS- of HS-netten waarvoor geen transportvermogen is gecontracteerd er voor de indeling van deze verbruikers op basis van artikel 3.7.2, van uitgegaan dient te worden dat de waarde voor het gecontracteerde transportvermogen gelijk is aan het maximaal afgenomen

vermogen in een kalenderjaar.

(14)

47. Omdat de netbeheerder voor de uitvoering van artikel 3.7.5 en 3.7.5.A niet beschikt over de benodigde gegevens voor deze verbruikers, dient afgerekend te worden op basis van de tariefdrager kW max per jaar. Specifiek voor verbruikers waarvoor geen transportvermogen is gecontracteerd, met een bedrijfstijd van maximaal 600 uur per jaar, geldt dat zij worden afgerekend op basis van de tariefdrager 0,5 * kW max per jaar. Dit laatste is in lijn met de algemene tariefregel in artikel 3.7.5.A voor verbruikers met een bedrijfstijd van maximaal 600 uur per jaar.

48. De Raad is van oordeel dat bovengenoemde wijziging van de TarievenCode Elektriciteit de gewenste duidelijkheid verschaft en een redelijke basis biedt voor de tarifering van het transportafhankelijke transporttarief aan verbruikers die geen gecontracteerd

transportvermogen hadden in de jaren 2007 of 2008.

49. Met de invoeging van het nieuwe artikel 3.7.8 worden verbruikers die geen gecontracteerd transportvermogen hebben, getarifeerd op basis van het maximaal afgenomen vermogen. Dit is een redelijk uitgangspunt, omdat een verbruiker die wordt getarifeerd op basis van

gecontracteerd transportvermogen per saldo getarifeerd wordt op basis van het maximaal afgenomen vermogen. Op grond van artikel 3.7.6 van de TarievenCode Elektriciteit geldt namelijk dat de waarde van het gecontracteerde transportvermogen tenminste zo hoog moet zijn als het maximaal afgenomen vermogen, immers bij overschrijding van het

gecontracteerde transportvermogen wordt deze (omhoog) bijgesteld. Daarnaast geldt dat een rationele afnemer niet meer aan transportvermogen zal contracteren dan hij maximaal verwacht nodig te hebben. De afnemer moet namelijk voor het teveel gecontracteerde vermogen wel betalen, ook als hij die capaciteit niet benut. Van een regionale netbeheerder mag verwacht worden dat hij rationeel contracteert en beschikt over een goede verwachting omtrent het maximaal af te nemen vermogen.

50. De Raad merkt op dat het nieuwe artikel voor alle verbruikers geldt die geen transportvermogen hebben gecontracteerd, zonder onderscheid tussen regionale

netbeheerders en andere verbruikers. Daarmee komt het nieuwe artikel tegemoet aan artikel 29, tweede lid van de E-wet.

(15)

52. De Raad is van oordeel dat de wijziging voldoet aan de relevante bepalingen uit de E-wet, waaronder de Vaststelling tariefdragers en de Regeling tariefstructuren, en niet in strijd is met de belangen genoemd in artikel 36, eerste lid van de E-wet.

7

53. In dit hoofdstuk beschrijft de Raad de procedure die hij heeft gevolgd bij de totstandkoming van dit besluit.

54. De Raad heeft op [datum] een ontwerp van een besluit als bedoeld in artikel 32, tweede lid van de E-wet aan de gezamenlijke netbeheerders en de representatieve organisaties van partijen op de elektriciteitsmarkt gezonden. Op grond van artikel 34, tweede lid konden zij binnen 12 weken na deze datum hun zienswijze indienen.

55. Het besluit wijzigt de tariefstructuren als bedoeld in artikel 27, eerste lid van de E-wet.

56. De Raad neemt bij de vaststelling van dit besluit de bij of krachtens de E-wet gestelde regels en randvoorwaarden aan (wijziging van) de TarievenCode Elektriciteit in acht. Dit is nader toegelicht in hoofdstuk 5 van dit besluit (beoordelingskader van de Raad).

57. Ingevolge artikel 36, eerste lid van de E-wet stelt de Raad de (gewijzigde) tariefstructuren vast met inachtneming van de belangen en regels als genoemd in artikel 36, eerste lid, onderdelen b tot en met g van de E-wet.

58. De Raad heeft de uniforme openbare voorbereidingsprocedure zoals bedoeld in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing verklaard op de totstandkoming van dit besluit.

59. Als onderdeel van deze voorbereidingsprocedure heeft de Raad op [datum, zes weken na verzending als bedoeld in artikel 32, tweede lid van de E-wet) een ontwerpbesluit en de daarop betrekking hebbende stukken ter inzage gelegd. De Raad heeft hiervan mededeling gedaan in de Staatscourant. Op ... heeft ten kantore van de Raad een hoorzitting plaatsgevonden. Tijdens de hoorzitting hebben ... het woord gevoerd. De Raad heeft schriftelijke zienswijzen ontvangen van .... 60. De ingebrachte schriftelijke zienswijzen en het verslag van de hoorzitting heeft de Raad

(16)

8

61. Het voorgaande overwegende, stelt de Raad op grond van artikel 36, eerste lid van de E-wet de volgende wijziging van de TarievenCode Elektriciteit vast:

Artikel 3.7.8 wordt toegevoegd en komt te luiden:

Indien voor een verbruiker met een aansluiting op de netvlakken genoemd in artikel 3.2.3, onder a en b, geen transportvermogen is gecontracteerd, dient voor de indeling van deze verbruikers op basis van artikel 3.7.2 uitgegaan te worden van een waarde voor het gecontracteerde transportvermogen gelijk aan het maximaal afgenomen vermogen in een kalenderjaar. De tariefdrager voor het TAVT voor deze verbruikers is kWmax per jaar in

plaats van de tariefdragers als bedoeld in artikel 3.7.5.

De tariefdrager voor het TAVT voor deze verbruikers met een bedrijfstijd (totaal aantal afgenomen kWh’s per jaar / maximaal afgenomen vermogen per jaar) van maximaal 600 uur is: 0,5 * kWmax per jaar in plaats van de tariefdragers als bedoeld in artikel 3.7.5.A.

(17)

Den Haag, Datum:

De Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit:

P. Kalbfleisch

Voorzitter van de Raad van Bestuur

R.J.P. Jansen

Lid van de Raad van Bestuur

G.J.L. Zijl

Lid van de Raad van Bestuur

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Partijen kunnen hun zienswijze gedurende een periode van zes weken vanaf de dag van deze publicatie naar voren brengen bij de Nederlandse Mededingingsautoriteit. Een

Enkele respondenten zijn van mening dat een expliciete regeling voor tijdelijke aansluitingen in de TarievenCode dient te worden opgenomen, waarbij de mogelijkheid tot het afnemen

Op grond daarvan stelt de Raad de (gewijzigde) tariefstructuren (hierna: de TarievenCode Gas) vast met inachtneming van het voorstel van de gezamenlijke netbeheerders (artikel

Ingevolge artikel 36, eerste lid van de Elektriciteitswet 1998 en artikel 12f, eerste lid van de Gaswet stelt de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna:

De Raad is het eens met de reactie van betreffende respondent dat de verwijzing naar het basisbalanceringsregime onduidelijk is en heeft de gezamenlijke netbeheerders daarom

Indien een netbeheerder, zoals bedoeld in artikel 2.3.8.1, gederfde inkomsten verrekent, dan dient deze netbeheerder in het jaar van het einde van het faillissement van de betreffende

Indien een netbeheerder, zoals bedoeld in artikel 2.3.8.1, gederfde inkomsten verrekent, dan dient deze netbeheerder in het jaar van het einde van het faillissement van de betreffende

Indien een kleinverbruiker op grond van zijn benodigde maximale (gesommeerde) transportcapaciteit van mening is dat hij in aanmerking komt voor indeling in een andere