• No results found

Evaluatie TarievenCode Verzoek aan de gezamenlijke netbeheerders tot aanpassing van de TarievenCode Den Haag, januari 2003

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Evaluatie TarievenCode Verzoek aan de gezamenlijke netbeheerders tot aanpassing van de TarievenCode Den Haag, januari 2003"

Copied!
146
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Evaluatie TarievenCode

Verzoek aan de gezamenlijke netbeheerders tot aanpassing

van de TarievenCode

(2)

Projectnaam: Evaluatie TarievenCode Projectnummer: 100804

Documentnummer: 100804/ 59

Dienst uitvoering en toezicht Energie Den Haag, januari 2003

Team: Met medewerking van:

Lars Groenhuijse Ton Buitelaar

Jan Peter Heida Misja Mikkers

(3)

INHOUDSOPGAVE

1 SAMENVATTING...5

2 INLEIDING... 6

2.1 Aanleiding voor dit document ... 6

2.2 Beschrijving van dit document ... 6

2.3 Verdere procedure voor het wijzigen van de TarievenCode... 6

2.4 Koppeling met andere informatie- en consultatiedocumenten...7

2.5 Status van dit document ...8

2.6 Leeswijzer voor dit document ...8

3 HUIDIGE TARIEVENCODE EN BEOOGDE EFFECTEN ...10

3.1 Huidige TarievenCode...10

3.2 Beoogde effecten van de TarievenCode... 11

3.2.1 Belangen bij vaststellen van de TarievenCode ... 11

4 KNELPUNTEN LEIDEND TOT AANPASSING...12

4.1 Samenvatting hoofdstuk...12

4.1.1 Aansluiting...12

4.1.2 Transport ... 13

4.1.3 Systeemdiensten ... 13

4.2 Aansluiting... 15

4.2.1 Definitie van onderhoudskosten van de aansluiting... 15

4.2.2 Definitie aansluiting; meerdere verbindingen met het net...18

4.2.3 Intransparantie van tarieven die op voorcalculatorische wijze worden vastgesteld ...22

4.2.4 Uitbreiding van het netwerk bij meerdere verzoeken...24

4.2.5 Investeringsrisico bij ontsluiting Vinex-locaties en bedrijventerreinen... 26

4.2.6 Niet gereguleerde tarieven... 29

4.2.7 Verlagen van de grens waarop op voorcalculatorische basis de aansluiting wordt gerealiseerd ... 31

4.2.8 Verandering van afname ... 33

4.2.9 Inpassen van delen van het Toetsingskader Aansluittarieven in de TarievenCode ... 35

4.2.10 Aansluiting openbare verlichting en overig straat meubilair... 37

4.2.11 Tijdelijke aansluitingen ... 40

4.3 Transport ... 42

4.3.1 Weekdefinitie voor 600 uur regeling...42

4.3.2 Meterdiensten in TarievenCode ...44

4.4 Systeemdiensten...46

4.4.1 Ondergrens meetkosten te hoog t.o.v. systeemdiensten tarief... 46

(4)

5 KNELPUNTEN LEIDEND TOT AANPASSING AFHANKELIJK VAN REGULERINGSYSTEEM ...50 5.1 Samenvatting hoofdstuk...50 5.1.1 Transport ...50 5.1.2 Systeemdiensten ...50 5.2 Transport ... 51 5.2.1 Cascade systematiek... 51

5.2.2 Niet-beïnvloedbare kosten in transporttarief... 53

5.2.3 Voor- en nacalculatie ... 55

5.3 Systeemdienst...57

5.3.1 Niet-beïnvloedbare kosten in systeemdienstentarief ... 57

6 KNELPUNTEN DIE NIET LEIDEN TOT AANPASSING ...59

6.1 Samenvatting hoofdstuk...59

6.1.1 Aansluiting...59

6.1.2 Transport ...59

6.1.3 Systeem...60

6.2 Aansluiting...61

6.2.1 Aantal aansluitingen in geval van private netten...61

6.2.2 Doorberekening van lokale belastingen en precario... 62

6.2.3 Onderscheid tussen seriematige en maatwerk aansluiting ...63

6.2.4 Lokale belastingen en precario...65

6.3 Transport ...66

6.3.1 Tarief voor blindlast is niet effectief...66

6.3.2 Blindlast per richting...68

6.3.3 Differentiatie in dag en nacht tarieven is wellicht achterhaald ...69

6.3.4 Verschil berekeningsbasis (kW en kWh) tussen netvlakken... 71

6.4 Systeemdiensten...73

6.4.1 Teveel kosten van het koppelnet worden doorbelast ... 73

7 WIJZIGING ELEKTRICITEITSWET ALS GEVOLG VAN AMENDEMENTEN KORTENHORST ...75

BIJLAGE 1: SCHRIFTELIJKE REACTIES... 76

BIJLAGE 2: OMNUMMERINGSTABEL...77

BIJLAGE 3: BRIEF DTE INZAKE TIJDELIJKE AANSLUITINGEN (11 OKTOBER 2002) ...78

BIJLAGE 4: MEMORIE VAN TOELICHTING OP WETSVOORSTEL INZAKE MEP ... 80

BIJLAGE 5: AMENDEMENT KORTENHORST ... 84

(5)

1

Samenvatting

1. Dit document voor de evaluatie van de TarievenCode beschrijft de uitkomsten van de consultatie die heeft plaatsgevonden naar aanleiding van de publicatie van het Informatie- en consultatiedocument TarievenCode in september 2002. Naar aanleiding hiervan hebben respondenten hun reacties op de in dat document genoemde knelpunten en de door DTe aangedragen oplossingen toegestuurd. Tevens hebben er op 14 november 2002 2 workshops plaatsgevonden, waar de, volgens de reacties van respondenten, meest belangrijke issues zijn besproken.

2. Aan de hand van de resultaten heeft DTe haar definitieve standpunt bepaald aangaande de in het consultatiedocument gesignaleerde knelpunten. DTe verzoekt de gezamenlijke netbeheerders om deze standpunten mee te nemen in hun voorstel voor de aanpassing van de TarievenCode.

3. De knelpunten zijn in dit document opgedeeld in drie categorieën, knelpunten die: a. leiden tot aanpassing;

b. leiden tot aanpassing afhankelijk van het reguleringssysteem; c. niet leiden tot aanpassing.

4. Knelpunten die leiden tot aanpassing van de TarievenCode kunnen ongeacht de ontwikkelingen in de reguleringsmethodiek worden aangepast. Met het wijzigen van de TarievenCode behoeft wat betreft deze punten dus niet gewacht te worden totdat de reguleringsmethodiek voor de tweede periode is

vastgesteld. Deze knelpunten hebben voornamelijk betrekking op aansluitproblematiek.

5. Voor knelpunten die leiden tot aanpassing afhankelijk van het reguleringssysteem is het naar de mening van DTe beter als met een concrete invulling gewacht wordt totdat de reguleringsmethodiek bekend is. Dat voorkomt dat de TarievenCode later weer moet worden aangepast.

6. Een aantal van de in het Informatie- en consultatiedocument genoemde knelpunten leidt naar de mening van DTe niet tot aanpassingen van de TarievenCode. Dit heeft als reden dat het eerder

gesignaleerde knelpunt dan wel bij nader inzien geen echt knelpunt bleek te zijn, dan wel een oplossing meer problemen zou creëren dan het zou oplossen, dan wel niet met een aanpassing van de

(6)

2

Inleiding

2.1

Aanleiding voor dit document

7. De gezamenlijke netbeheerders hebben de TarievenCode opgesteld die door de directeur van de Dienst uitvoering en toezicht Energie (hierna: DTe) is vastgesteld. Hiervoor is de procedure vastgelegd in artikel 31 van de Elektriciteitswet 1998 (hierna: E-wet). DTe heeft op 6 mei 1999 uitgangspunten voor toetsing van voorstellen van de nettarieven aan de gezamenlijke netbeheerders gezonden. Hierin is aangegeven dat de directeur DTe het wenselijk acht om de werking en praktische effecten van de structuur voor nettarieven, zodra deze is vastgesteld, periodiek te evalueren. Deze evaluatie van de TarievenCode door DTe heeft in het najaar van 2002 plaatsgevonden. Hiervoor is in september 2002 een informatie- en consultatiedocument gepubliceerd en is op 14 november 2002 een workshop gehouden ten kantore van DTe. Dit document bevat de conclusies van DTe naar aanleiding van die evaluatie. DTe verzoekt de gezamenlijke netbeheerders om deze uit te werken in aanpassingen voor de TarievenCode.

2.2

Beschrijving van dit document

8. DTe heeft 20 schriftelijke reacties gekregen op het informatie- en consultatiedocument, zeven van netbeheerders, vijf van grote gebruikers en acht van overige partijen (zie bijlage 1). Deze reacties zijn gepubliceerd op de website van DTe (www.nma-dte.nl) en verwerkt in dit document. Bovendien zijn de opmerkingen tijdens de workshop op 14 november 2002 ook verwerkt. De workshop werd bezocht door 14 partijen. De presentatie van DTe tijdens de workshop is ook te vinden op de website van DTe. Dit document volgt de structuur van het informatie- en consultatiedocument. Per knelpunt worden de situatie, probleem en mogelijke oplossingen zoals gegeven in het informatie- en consultatiedocument herhaald. Hierin zijn alleen enkele redactionele verbeteringen aangebracht. Vervolgens worden per knelpunt de schriftelijke reacties en de reacties tijdens de workshop besproken. Daarna wordt het standpunt van DTe gegeven.

2.3

Verdere procedure voor het wijzigen van de TarievenCode

9. DTe acht het wenselijk om bij de start van de tweede reguleringsperiode met een aangepaste

TarievenCode te gaan werken. Overigens zijn er ook een aantal knelpunten die aanleiding geven tot een wijziging ongeacht de reguleringssystematiek. Mocht de start van de tweede periode worden uitgesteld, dan streeft DTe er naar om die wijzigingen per 1 januari 2004 vast te stellen. De hier gesignaleerde knelpunten en de standpunten van DTe daarop, zullen de belangrijkste input voor de aanpassingen vormen.

10. DTe publiceert dit document in januari 2003 zodat de gezamenlijke netbeheerders deze mee kunnen nemen bij het maken van een voorstel tot wijziging van de TarievenCode na overleg met de

(7)

een openbare voorbereidingsprocedure (3:13 Awb) van zes weken afgesloten met een hoorzitting in juli 2003. Hierna zal DTe de herziene TarievenCode vaststellen in augustus 2003.

11. Bij de evaluatie van de TarievenCode is gebleken dat één knelpunt alleen kan worden weggenomen door een wetswijziging. DTe zal een daartoe strekkend advies geven aan de Minister van Economische Zaken (knelpunt 4.4.1; ondergrens meetkosten te hoog t.o.v. systeemdienstentarief).

Tabel 1. Indicatieve planning

16 december 2002 Conclusies van de evaluatie door DTe overlegd aan gezamenlijke netbeheerders 1 april 2003 Voorstel voor wijziging van de TarievenCode door gezamenlijke netbeheerders bij DTe

ingediend

1 mei 2003 Meedelen door DTe aan gezamenlijke netbeheerders van eventuele noodzakelijke wijzigingen in voorstel

1 juni 2003 Aangepast voorstel door DTe bij gezamenlijke netbeheerders ingediend 1 juli 2003 Ontwerp besluit af; start openbare voorbereidingsprocedure

augustus 2003 Einde openbare voorbereidingsprocedure (eventueel na hoorzitting) september 2003 Besluit met aanpassingen van de TarievenCode

2.4

Koppeling met andere informatie- en consultatiedocumenten

12. Dit document heeft overlap met twee andere consultatiedocumenten: a. TenneT in de tweede reguleringsperiode;

b. Maatstafconcurrentie regionale netbedrijven elektriciteit, tweede reguleringsperiode (20 november 2002).

13. DTe zal in het eerste kwartaal van 2003 een informatie- en consultatiedocument over de regulering van TenneT, de beheerder van het landelijk hoogspanningsnet, publiceren. Naar aanleiding van de

consultatie over de TarievenCode zou geconcludeerd kunnen worden dat het wenselijk is om de

TarievenCode te splitsen in een gedeelte voor distributienetten en een gedeelte voor het transmissienet. Er ontstaat dan een specifiek deel dat op TenneT is gericht.

14. Voor de tweede reguleringsperiode, die ingaat per 1 januari 2004, consulteert DTe in het vierde kwartaal 2002 en eerste kwartaal 2004 de energiemarkt. Bij die consultatie gaat het om de methode die gebruikt wordt voor het bepalen van de toegestane omzet van de netbeheerders, met inachtneming van het kwaliteitsniveau van de dienstverlening van die netbeheerders. Er zijn raakvlakken met de TarievenCode, met behulp waarvan die toegestane omzet in rekening gebracht wordt bij de gebruikers, met name met betrekking tot het onderscheid tussen beïnvloedbare en niet-beïnvloedbare kosten. De vraag welke kosten als niet-beïnvloedbaar en beïnvloedbaar dienen te worden aangemerkt, wordt niet in de consultatie over de TarievenCode meegenomen, maar in de consultatie over de tweede

(8)

2.5

Status van dit document

15. Dit document betreft een analyse met betrekking tot het transport van elektriciteit zoals geregeld in de TarievenCode. De standpunten en analyses van DTe in dit document zijn gebaseerd op de huidige inzichten van DTe met betrekking tot de regulering van de sector netwerk elektriciteit. Nieuwe wetgeving, jurisprudentie, reguleringssystematiek of voortschrijdend inzicht kunnen leiden tot aanpassingen van de standpunten.

16. DTe verzoekt de gezamenlijke netbeheerders rekening te houden met de hier ingenomen standpunten bij het ontwerpen van aanpassingen van de TarievenCode. De directeur DTe heeft deze standpunten ingenomen omdat ze overeenkomen met de wettelijke belangen, zoals vastgelegd in artikel 36 E-wet, die DTe dient te toetsen bij het vaststellen van de TarievenCode. Volgens artikel 36 lid 3 en 4 E-wet heeft DTe de bevoegdheid om de netbeheerders op te dragen een voorstel te wijzigen, of om zelf een wijziging door te voeren indien het voorstel in strijd is met de wettelijke belangen in het eerste lid. Door vooraf, in dit document, al standpunten in te nemen kunnen netbeheerders hun ontwerp zo inrichten dat dit niet nodig zal zijn, en zodoende kan het proces van aanpassing van de TarievenCode efficiënter worden doorlopen.

2.6

Leeswijzer voor dit document

17. Na een overzicht van de huidige TarievenCode in hoofdstuk 3 worden de knelpunten besproken. Deze zijn verdeeld over drie hoofdstukken waarin per knelpunt steeds de huidige situatie, het probleem en de uitgangspunten voor het oplossen van het knelpunt worden behandeld, gelijk aan het informatie- en consultatiedocument. Aansluitend worden de reacties besproken en het standpunt van DTe

weergegeven. Deze hoofdstukken zijn:

Hoofdstuk 4 – Wijzigingen met knelpunten die in ieder geval aanleiding geven tot een wijziging van de TarievenCode. Deze wijzigingen zijn volgens DTe noodzakelijk, onafhankelijk van de keuze voor de reguleringsystematiek.

Hoofdstuk 5 – Wijzigingen afhankelijk van reguleringssysteem met knelpunten die niet aasluiten bij de regulering van de tweede periode. Deze wijzigingen kunnen al worden voorbereid, maar

gedetailleerde invulling is afhankelijk van de keuze voor de regulering voor de tweede periode. Hoofdstuk 6 – Knelpunten die niet leiden tot wijziging bijvoorbeeld doordat het onduidelijkheden betrof, of doordat voor de oplossing een wetswijziging nodig is.

Hoofdstuk 7 – De gevolgen van het aannemen door de Tweede Kamer van de amendementen van het kamerlid Kortenhorst. Voorafgaand aan deze hoofdstukken is steeds een samenvatting gegeven.

18. Per knelpunt wordt aangegeven door welke marktpartij (netbeheerders, producenten, afnemers of overigen) het knelpunt is aangedragen. Daarnaast wordt aangegeven op welk artikel van de

TarievenCode het knelpunt betrekking heeft en of het al naar voren is gekomen in bezwaar en beroep dat is aangetekend tegen de TarievenCode of wijzigingen daarvan. Bij de bezwaren en beroepen is

(9)

Netbeheerder Artikel 0.0.0

Producent Bezwaar ja gegrond/ ongegrond

Afnemers Beroep neen

Overig Oud nr. 1.2.3

19. In bijlage 2 wordt een omnummertabel gegeven om vergelijking met het informatie- en

consultatiedocument evaluatie TarievenCode te vereenvoudigen. In dit document zijn de knelpunten gerangschikt naar aantal reacties.

(10)

3

Huidige TarievenCode en beoogde effecten

3.1

Huidige TarievenCode

21. Hieronder wordt de huidige TarievenCode schematisch weergegeven. De TarievenCode is in zijn geheel bijgevoegd in bijlage 6. Volgens artikel 27 tot en met 30 E-wet bestaat de TarievenCode uit drie soorten tarieven:

a. het aansluittarief waarvoor afnemers worden aangesloten op een net;

b. het transporttarief waarvoor het transport van elektriciteit wordt uitgevoerd ten behoeve van afnemers, ongeacht de plaats van opwekking of ontvangst van de elektriciteit;

c. het systeemdienstentarief voor de dekking van de systeemdiensten en het handhaven van de energiebalans.

22. De kosten die gedekt worden in de verschillende onderdelen van de TarievenCode zijn:

Tarief/ onderdeel Kosten gedekt

Aansluittarief

Aansluiten ?? initiële investeringskosten, periodieke onderhoudskosten.

Verbreken of wijzigen ?? projectkosten.

Transporttarief

Transport Afhankelijk Verbruikers Tarief (TAVT)

?? aanleg, onderhoud en afschrijving van de infrastructuur;

?? energie voor compensatie van netverliezen

en opheffen van netwerkbeperkingen;

?? operationele lasten, kapitaalslasten.

Blindenergie ?? kosten voor blindvermogen.

Transport onafhankelijk tarief ?? meteropname, databeheer etc. Systeemdienstentarief

?? regel- en reservevermogen;

?? black start;

(11)

23. Voor verschillende categorieën gebruikers worden verschillende tariefdragers gehanteerd. Het transporttarief bestaat uit een vastrecht en een tarief op verbruiksbasis. Dit laatste tarief heeft kW en kWh als tariefdrager. De mate waarin kW of kWh als kostenbasis dient verschilt per gebruikerscategorie zoals in onderstaande tabel weergegeven.

Tarief/ onderdeel Categorie Tariefdrager

Aansluittarief

Aansluiten <10 MVA; vast bedrag per aansluitwaarde; periodieke vergoeding/ aansluiting

>10 MVA. voorcalculatie van projectkosten;

periodieke vergoeding.

Verbreken of wijzigen voorcalculatie van projectkosten.

Transporttarief

Transport Afhankelijk Verbruikers

Tarief (TAVT) EHS, HS,TS; kW:kWh als 100:0;

MS; kW:kWh als 50:50 ;

LS; kW:kWh als 16:84;

LS < 3* 25A. kW:kWh als 0:100.

Blindenergie < MS of >= MS. kVarh.

Transport onafhankelijk tarief Netniveau. Vast bedrag/ aansluiting Systeemdienstentarief kWhafgenomen + kWhzelf opgewekt.

3.2

Beoogde effecten van de TarievenCode

3.2.1

Belangen bij vaststellen van de TarievenCode

24. In artikel 36 E-wet is bepaald dat DTe de tariefstructuur en voorwaarden vaststelt met inachtneming van: a. het belang van betrouwbaar, duurzaam, doelmatig en milieuhygiënisch verantwoord functioneren

van de elektriciteitsvoorziening;

b. het belang van de bevordering van de ontwikkeling van het handelsverkeer op de elektriciteitsmarkt; c. het belang van de bevordering van het doelmatig handelen van afnemers;

d. het belang van een goede kwaliteit van de dienstverlening van netbeheerders.

(12)

4

Knelpunten leidend tot aanpassing

4.1

Samenvatting hoofdstuk

De knelpunten die in dit hoofdstuk worden behandeld geven volgens DTe in ieder geval aanleiding tot wijziging van de TarievenCode. De wijzigingen kunnen zich voltrekken zonder dat bekend is wat de details zijn van de reguleringsmethodiek in de volgende reguleringsperiode. Deze knelpunten hebben voor het grootste gedeelte betrekking op de aansluitingen.

4.1.1

Aansluiting

a. definitie van onderhoudskosten van de aansluiting: er is onduidelijkheid of de kosten voor vervanging van de aansluiting gedekt worden door het aansluittarief. In de toelichting staat al vermeld: “ de kosten voor onderhoud worden periodiek in rekening gebracht en zijn er op gericht om de aansluiting in stand te houden” . De tekst ui t de toelichting dient te worden opgenomen in de TarievenCode. Aangaande de periodieke vergoeding voor meerlengte is DTe van mening dat dit boven 10 MVA is toegestaan. Uit de reacties volgt dat respondenten het hier mee eens zijn;

b. definitie aansluiting; meerdere verbindingen met het net: indien meerdere aansluitingen op het net aanwezig zijn doet zich een aantal problemen voor. Deze problemen hebben betrekking op het bepalen van het aantal aansluitingen en het sommeren dan wel salderen over meerdere

aansluitingen. Er is standaard sprake van één aansluiting tenzij er onduidelijkheid ontstaat over welk tarief gehanteerd moet worden, zoals bij verbindingen met verschillende netvlakken. De meningen over dit onderwerp lopen erg uiteen. Het uiteindelijke standpunt van DTe is gebaseerd op een onderscheid tussen nieuwe en bestaande aansluitingen;

c. intransparantie van tarieven die op voorcalculatorische wijze worden vastgesteld: facturen voor

aansluitingen waar geen standaard tarief voor is, vertonen grote verschillen in hoogte en opbouw. In eerste instantie zou de opbouw kunnen worden vastgelegd in een aantal standaardcomponenten. Indien nodig zou ook het tarief voor die componenten gereguleerd kunnen worden. Na de consultatie wil DTe een nadere specificering van de factuur invoeren, voorlopig zonder de afzonderlijke componenten te reguleren;

d. uitbreiding van het netwerk bij meerdere verzoeken: een netbeheerder kan bij meerdere verzoeken het netwerk uitbreiden en dan korte aansluitingen leggen, of meerdere langere aansluitingen leggen. Dit kan worden opgelost door opname van een restitutieregeling voor de ‘first mover’ in de

TarievenCode;

(13)

f. niet gereguleerde tarieven: Voor niet gereguleerde tarieven dient een standaardfactuur in de TarievenCode te worden opgenomen. Op deze factuur staan ook inputparameters;

g. verlagen van de grens voor voorcalculatie van de aansluiting: voor aansluitingen onder 10 MVA geldt het door DTe vastgestelde tarief. Sommige producenten geven aan die grens voor hun geval lager te willen zien. In de TarievenCode dient een bepaling te worden opgenomen dat, als netbeheerder en (potentiële) aangeslotene het eens zijn, kan worden afgeweken van het standaardtarief;

h. verandering van afname: het star vasthouden aan de koppeling tussen aansluitcategorie en categorie voor transporttarieven, kan bij veranderingen tot problemen lijden. Afnemers moeten kunnen anticiperen op toekomstige groei, of aanpassen op lagere afname dan verwacht. In de TarievenCode dient te worden uitgelegd dat afnemers een lagere transportcategorie dan aansluitcategorie kunnen kiezen;

i. inpassen van delen van het Toetsingskader Aansluittarieven in de TarievenCode: in het Toetsingskader aansluittarieven staat uit welke onderdelen een aansluittarief opgebouwd mag worden. Om dit Toetsingskader ook een juridische basis te geven dient het (gedeeltelijk) te worden opgenomen moeten worden in de TarievenCode;

j. aansluiting openbare verlichting en overige straatmeubilair: aanleg en onderhoud van deze

aansluitingen hebben een ander kostenniveau dan normale aansluitingen. Hiervoor dient een apart tarief te komen. DTe stelt een tarief voor geschakeld 1* 6A voor;

k. tijdelijke aansluitingen: er is geen apart tarief voor tijdelijke aansluitingen. Hiervoor zou een oplossing moeten komen, hetzij met een speciaal tarief, hetzij door het permanent beheren van de aansluiting (door derden). DTe is voor opname in de TarievenCode dat tijdelijke aansluitingen op

voorcalculatorische basis worden uitgevoerd.

4.1.2

Transport

a. Weekdefinitie voor 600 uur regeling: de weekdefinitie voor afnemers die minder dan 600 uur per jaar gebruik maken van elektriciteitstransport sluit niet aan bij de praktijk in de sector. De TarievenCode dient aan te sluiten bij de praktijk in de sector dat de week van 0600 uur maandag tot 0600 uur maandag loopt;

b. Meterdiensten: volgens de TarievenCode worden de kosten voor meteropname nog gedekt door het transporttarief. Omdat de markt voor meteropname vrij is, dient dit aangepast te worden. Dit zal daadwerkelijk worden aangepast afhankelijk van een uitspraak van het CBb;

4.1.3

Systeemdiensten

(14)

zelf. Als oplossing hiervoor zal DTe een wetswijziging adviseren waarin vastgelegd wordt dat beneden een bepaalde capaciteit een nultarief ingesteld kan worden. DTe wil de grens bij 3* 80 A leggen;

(15)

4.2

Aansluiting

4.2.1

Definitie van onderhoudskosten van de aansluiting

Netbeheerder Artikel 2.3.1c

Producent Bezwaar neen

Afnemers Beroep neen

Overig Oud nr. 4.2.3

Situatie

25. In artikel 2.3.1c van de TarievenCode staat momenteel dat één van de drie tariefdragers van de

aansluitdienst “ een periodieke vergoeding in guldens per maand ter dekking van de onderhoudskosten” is. Er is onduidelijkheid over wat onder onderhoudskosten wordt verstaan.

Probleem

26. Er is in sommige gevallen onduidelijkheid of ook vervangingskosten deel uit maken van de

onderhoudskosten. In de toelichting wordt uitgelegd dat dit het geval is. Afnemers worden maar één keer geconfronteerd met een éénmalige bijdrage bij de aansluiting op het net. Daarna zijn zij gevrijwaard van een éénmalige bijdrage bij vervanging van de aansluiting wegens ouderdom. Wijziging van de aansluiting dient uiteraard wel door de afnemer betaald te worden. Deze zal de netbeheerder moeten dragen. Dit volgt rechtstreeks uit artikel 28, eerste lid, sub b en c E-wet, waarin duidelijk is genoemd dat het tarief is bedoeld voor het tot stand brengen en in stand houden en beveiligd houden van de

verbinding.

27. Op dit moment stelt DTe geen afzonderlijke maximum tarieven vast voor de periodieke vergoeding voor de meerlengte van aansluitingen langer dan 25 meter. Een aantal netbeheerders heeft aangegeven de behoefte te hebben deze tarieven in rekening te brengen. Voor de eenmalige aansluiting bestaat er immers wel een tarief (in EUR/ meter) voor aansluitingen langer dan 25 meter. Deze netbeheerders hebben bijvoorbeeld te maken met dunbevolkte en uitgestrekte gebieden. Hierdoor komt het veelvuldig voor dat een aansluiting langer is dan de maximale 25 meter. Zij verwachten dat dergelijke aansluitingen in de toekomst zullen toenemen. De kosten die gemoeid gaan met het onderhoud hiervan, worden niet gedekt door een tarief.

Oplossing

28. In de toelichting op artikel 2.2.1 wordt impliciet gesteld dat vervangingskosten onderdeel uitmaken van de onderhoudskosten door de volgende zin: “ de kosten voor onderhoud worden periodiek in rekening gebracht en zijn er op gericht om de aansluiting in stand te houden” . Als voor de instandhouding vervangingsinvesteringen in apparatuur dienen te worden gedaan, komen deze dus voor rekening van de netbeheerder. Opnemen van deze zin in de TarievenCode zelf, eventueel aangevuld met een explicietere onderbouwing, zal op dit punt de onduidelijkheid wegnemen.

(16)

periodieke vergoeding voor meerlengte wordt ingevoerd. Voor het onderhoud, van de extra lange kabels die voor de meerlengte worden gebruikt, is het redelijk dat hier een vergoeding tegenover staat.

30. Er is nog een andere oplossing mogelijk, maar daar is een wijziging van de E-wet voor nodig. De definitie van een aansluiting in de E-wet luidt nu: “ één of meer verbindingen tussen een net en een onroerende zaak als bedoeld in artikel 16, onderdelen a tot en met d, van de Wet Waardering onroerende zaken…” . Dit zou gewijzigd kunnen worden in: “ één of meer verbindingen tussen de grens van het perceel en een onroerende zaak als bedoeld in artikel 16, onderdelen a tot en met d, van de Wet Waardering onroerende zaken… ” . Hieruit volgt dat het net dan loopt tot aan de rand van het perceel van de afnemer (figuur 1). Voor aanleg en onderhoud van het net betaalt de afnemer dan via het transporttarief, en voor aanleg en onderhoud van het deel dat op het perceel betaalt de afnemer via het aansluittarief. Implementatie van deze wetswijziging zou leiden tot een oplossing van dit probleem. DTe zou deze oplossing als advies aan de Minister van Economische Zaken over kunnen nemen.

Reacties

31. Alle reacties op dit punt zijn het er mee eens dat het opnemen van de zinsnede: “ de kosten voor onderhoud worden periodiek in rekening gebracht en zijn er op gericht om de aansluiting in stand te houden” voldoet om de onduidelijkheid op te heffen (TZH, Continuon, Eneco Netbeheer, Delta Netwerkbedrijf, Pawex, VEMW, EnergieNed sectie Productie). Enkele respondenten merken op dat de TarievenCode in gevallen waarbij netbeheerder en netgebruiker dit overeenkomen de mogelijkheid dient te bieden dat de vervangingskosten geen onderdeel uitmaken van de onderhoudskosten (TZH, Pawex).

32. Aangaande de periodieke vergoeding voor meerlengte zijn de meeste respondenten van mening dat er een periodiek tarief voor meerlengte dient te worden ingevoerd (Continuon, Eneco Netbeheer, Delta Netwerkbedrijf, EnergieNed sectie Productie, VEMW, Essent). Wel wordt opgemerkt dat door de kosten die met de inning gepaard gaan een apart tarief niet lonend is (Westland Energie Infrastructuur) of pas lonend is bij aansluitingen boven MS-niveau (Continuon). Ook wordt gepleit voor een apart

onderhoudstarief voor aansluitingen die kunstwerken kruisen en aansluitingen die bestaan uit meerdere verbindingen (Eneco Netbeheer).

net Figuur 1

Nu (links) loopt de aansluiting (----) van het netwerk tot de verbinding met het onroerend goed (OG). Een andere definitie is dat de aansluiting loopt van de van het perceel (RP) tot aan het onroerend goed (OG), zodat het deel buiten het perceel bij het netwerk hoort. Hiervoor is een wetswijziging nodig.

RP OG

RP OG

(17)

33. De voorgestelde wetswijziging wordt op één na (Delta Netwerkbedrijf) door alle respondenten verworpen (TZH, Continuon, ESD, Essent, VEMW, TenneT, EnergieNed sectie Netbeheer, Eneco Netbeheer). De redenen die hiervoor genoemd worden lopen uiteen: schending van het

kostenveroorzakingsprincipe, wegnemen van prikkel voor netbeheerder, wetswijziging is te zwaar middel voor probleem, gebruik van niet eenduidige termen in de wettekst en problemen met herberekenen van aansluit- en transporttarieven.

Standpunt DTe

34. DTe is van mening dat de zinsnede “ de kosten voor onderhoud worden periodiek in rekening gebracht en zijn er op gericht om de aansluiting in stand te houden” in de TarievenCode dient te worden opgenomen. Dit wordt ondersteund door de respondenten.

Motivering

35. Wat betreft het invoeren van een periodieke vergoeding voor meerlengte is DTe van mening dat het huidige uitgangspunt in het toetsingskader (randnummer 46), waarin een periodieke vergoeding voor meerlengte voor aansluitingen boven 10 MVA (in het Toetsingskader wordt per abuis een grens van 3 MVA genoemd, maar deze dient gelijk te zijn aan de grens waarboven vaststelling van het tarief op voorcalculatorische basis geschiedt) wordt toegestaan een goede afweging is tussen de extra kosten en de extra baten van de vergoeding. Bovendien is van belang dat pas boven deze grens er een direct verband bestaat tussen het tarief en de gerealiseerde aansluiting. Onder deze grens kan de

daadwerkelijke configuratie van de aansluiting verschillen van de gevraagde aansluiting (omdat er een standaardbedrag is voor iedere categorie in tabel 2.3.3 van de Tarieven Code). De daadwerkelijk aangelegde meerlengte kan als gevolg hiervan afwijken van de gevraagde. Derhalve is het niet redelijk voor aansluitingen beneden 10 MVA een periodieke vergoeding voor meerlengte te hanteren.

36. Het invoeren van specifieke periodieke vergoedingen voor het kruisen van kunstwerken en aansluitingen met meerdere verbindingen is naar de mening van DTe voor aansluitingen kleiner dan 10 MVA niet opportuun omdat dit niet opweegt tegen de kosten van de inning. Bovendien heeft een afnemer beneden 10 MVA geen invloed op de werkelijke realisatie van de aansluitingen. Derhalve zou het, zoals reeds betoogd, onredelijk zijn afnemers hiervoor te laten betalen. Voor de concrete invoering wordt verwezen naar knelpunt 4.2.9 aangaande invoegen van delen van het toetsingskader.

37. De voorgestelde mogelijke wetswijziging wordt door de meeste de respondenten verworpen. Hierbij dient wel te worden opgemerkt dat hier geen consumenten onder zijn, maar naar de mening van DTe is de wetswijziging momenteel niet opportuun. DTe is het met respondenten eens dat de voorgestelde wijziging het systeem van de regulering op vele vlakken erg zal beïnvloeden. De mogelijke negatieve gevolgen hiervan kunnen momenteel nog niet geheel worden overzien en derhalve zal DTe voorlopig deze wetswijziging niet aan de Minister van Economische Zaken adviseren.

(18)

4.2.2

Definitie aansluiting; meerdere verbindingen met het net

Netbeheerder Artikel -

Producent Bezwaar neen

Afnemers Beroep neen

Overig Oud nr. 4.2.5

Situatie

38. In artikel 1 lid 1 sub b E-wet is een aansluiting gedefinieerd als één of meer verbindingen tussen een onroerende zaak en het net. Sommige afnemers hebben meerdere verbindingen met het net. Dit kunnen meerdere verbindingen zijn met hetzelfde net of met verschillende netvlakken. De historische reden om meerdere verbindingen te realiseren kunnen uiteenlopen. Enerzijds kan het op verzoek van de afnemer zijn, met als doel bijvoorbeeld extra zekerheid. Anderzijds kan de netbeheerder voor de oplossing gekozen hebben, bijvoorbeeld omdat een net te weinig capaciteit had om aan de totale vraag van de afnemer te kunnen voldoen. De capaciteit is vervolgens gesplitst over twee netten. Heden ten dage is in veel gevallen niet meer te achterhalen wat destijds de beweegredenen waren om te kiezen voor een bepaalde configuratie.

Probleem

39. Afnemers hebben in sommige gevallen onenigheid met de netbeheerder over het aantal aansluitingen. Per aansluiting moet de periodieke vergoeding van de aansluiting en het vastrecht transport worden vergoed. Tevens is het aantal aansluitingen van belang bij het berekenen van het transportafhankelijk verbruikerstarief (TAVT), omdat dit mede bepaald of de stromen over de verschillende verbindingen mogen worden gesommeerd en gesaldeerd. Afnemers willen dat er gesommeerd wordt over de verschillende verbindingen en afnemers die tevens invoeden, willen dat de stromen over de verschillende verbindingen worden gesaldeerd.

Oplossing

40. Bij het bepalen of salderen of sommeren is toegestaan, dient onderscheid te worden gemaakt tussen een afnemer die alleen elektriciteit afneemt en een afnemer die ook elektriciteit invoedt op het net.

Afnemer geen producent

41. Naar de mening van DTe behoort, gezien de definitie in de Elektriciteitswet, het uitgangspunt te zijn dat meerdere verbindingen tussen een net en onroerende zaak in principe beschouwd dienen te worden als één aansluiting (figuur 2). In sommige gevallen is het echter niet mogelijk hier een praktische invulling aan te geven. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan de situatie waarbij de afzonderlijke

verbindingen met het net op verschillende spanningsniveaus zijn gerealiseerd en dus verschillende transporttarieven hebben. DTe is van mening dat als deze “ één-aansluiting-benadering” tot

(19)

42. Voor het bepalen van het TAVT is het van belang of het al dan niet is toegestaan stromen te sommeren. Onder sommeren wordt verstaan het bij elkaar optellen van elektriciteitstransporten over meerdere verbindingen met “ hetzelfde teken” . Ter verheldering wordt een voorbeeld uitgewerkt:

Afname kW tijdstip 1 Afname kW tijdstip 2 Afname kW tijdstip 3 Maximale afname kW Verbinding a 35 60 10 60 Verbinding b 35 10 60 60 Totale afname 70 70 70 120

43. Bij een afnemer met een aansluiting met twee verbindingen met het net kan de situatie uit bovenstaande tabel voorkomen. Gedurende de tijd verandert het afnamepatroon van de twee verbindingen. De totale maximale afnamehoeveelheid ter bepaling van de kWmax in het TAVT over de aansluiting kan op twee manieren worden bepaald. Enerzijds kunnen de maximale kW van de beide verbindingen afzonderlijk worden vastgesteld en vervolgens bij elkaar opgeteld. De kWmax is dan 120. Anderzijds kan naar het maximum worden gekeken dat zich op een bepaald tijdstip op beide verbindingen samen voordoet. De kWmax zou dan op 70 worden vastgesteld. De laatste methode wordt sommeren genoemd (figuur 2).

Figuur 3

Voor verbindingen op verschillend netvlak is sommeren niet toegestaan omdat de netvlakken verschillende tariefdragers en tarieven hebben.

MS net Afnemer A 1 A2 HS net MS net Afnemer A 1 A2 MS net Afnemer A 1 A2 Figuur 2

(20)

44. Naar de mening van DTe dient er gesommeerd te worden als men aan de hand van bovenstaande criteria tot de conclusie komt dat de aansluiting als één verbinding met het net moet worden

beschouwd. Dit is logisch want er worden op het net geen extra kosten veroorzaakt dan wanneer er één enkele verbinding met het net zou zijn.

Afnemer tevens producent

45. In het geval van een afnemer die ook elektriciteit invoedt op het net is de situatie anders. Ook hier behoort het uitgangspunten te zijn dat meerdere verbindingen als één dienen te worden beschouwd tenzij dit niet anders kan. Echter, er kan zich de situatie voordoen waarbij er gelijktijdig wordt ingevoed en afgenomen van het net. In dat geval loopt er een stroom van productie naar afname via het netwerk van de netbeheerder ook al is dit maar over een korte afstand. Dus veroorzaakt de afnemer kosten voor

de netbeheerder (figuur 4). Deze stromen mogen niet gesaldeerd worden: als bijvoorbeeld 10 MW op het net wordt gezet en er wordt tegelijkertijd 30 MW van het net afgenomen, dan is de basis voor het transporttarief 30 MW en niet 30 – 10 = 20 MW wat bij salderen het geval zou zijn. Dit standpunt is ook in overeenstemming met artikel 29, lid 1 E-wet waar is bepaald dat het transporttarief onafhankelijk is van de afgelegde afstand. Om gebruik van het netwerk te voorkomen staat het de producent vrij zelf een verbinding tussen zijn verschillende productie-eenheden of tussen productie en afname aan te leggen.

Reacties

46. De reacties op dit punt lopen erg uiteen, maar zijn grofweg onder te verdelen in 3 categorieën: a. oneens met voorgestelde oplossing (VVAV, Enbu, Essent, Shell Nederland Raffinaderij, Delta

Netwerkbedrijf, EnergieNed sectie Productie);

b. eens met voorgestelde oplossing (NS,VEMW, TenneT) ;

c. eens met voorgestelde oplossing, maar er moet onderscheid gemaakt worden tussen de bestaande aansluitingen en toekomstige aansluitingen (Continuon, EnergieNed sectie Netbeheer).

A f n a m e Pr o d u c t i e M e t e r St r o o m r i c h t i n g L e g e n d a b i j f i g u r en A 2 P 2 MS net Afnemer A 1 P2 MS net Afnemer A 1 P2 Figuur 4

(21)

47. Door een respondent (EnergieNed sectie Netbeheer) wordt grotendeels ingestemd met het voorstel van DTe. Toegevoegd wordt echter dat onderscheid dient te worden gemaakt tussen afnemers met aan elkaar gekoppelde installaties en afnemers met geheel gescheiden afname. In het laatste geval zou niet gesommeerd mogen worden daar dit aparte belastingpatronen op het net veroorzaakt. Derhalve zou sommeren in strijd zijn met het kostenveroorzakingsprincipe. Voor reeds bestaande installaties die zijn aangelegd voor de E-wet in werking is getreden zou tussen netbeheerder en afnemer een

overgangsregeling dienen te worden overeengekomen. Continuon en Eneco Netbeheer pleitten ook voor dit onderscheid. Bij nieuwe aansluitingen is er namelijk geen probleem. Eén netbeheerder (Essent) vindt dat er sowieso niet gesommeerd en gesaldeerd dient te worden, ook niet als de installaties onderling zijn verbonden.

48. Een aantal afnemers (EnergieNed sectie Productie, Shell Nederland Raffinaderij, VVAV) vindt het aanleggen van een verbinding tussen de verschillende installaties niet efficiënt. Door het tariefsysteem worden dan de verkeerde prikkels gegeven: er wordt gestimuleerd te investeren in een eigen verbinding terwijl deze verbinding er al is via het net van de netbeheerder die dan niet meer gebruikt wordt (in ieder geval niet op korte termijn). Tevens is men van mening dat extra kosten voor de netbeheerder van het gebruik van het net niet in verhouding staan tot het (meerdere malen) betalen van het TAVT.

49. Door enkele afnemers (VEMW, NS) wordt aangevoerd dat het standpunt van DTe in een

beroepsprocedure van Shell Nederland Raffinaderij ter bepaling van het aantal aansluitingen goed is en dient te worden opgenomen de TarievenCode. Dit standpunt is in overeenstemming met de in het consultatiedocument voorgestelde oplossing.

50. Eén netbeheerder heft periodiek aansluittarief voor elke verbinding omdat hij van mening is dat elke verbinding ook kosten veroorzaakt (Delta Netwerkbedrijf).

Standpunt DTe

51. Voor reeds bestaande verbindingen is naar de mening van DTe de hierboven gesuggereerde

voorgestelde oplossing goed en dient deze te worden opgenomen in de TarievenCode. Sommeren wordt dus toegestaan voor afnemers met verbindingen op hetzelfde netvlak voor afname. Salderen is niet toegestaan. Voor nieuwe aansluitingen gerealiseerd volgens het toetsingskader wordt elke verbinding beschouwd als een aparte aansluiting.

Motivering

52. DTe vindt het voorgestelde onderscheid tussen reeds bestaande aansluitingen en nieuwe aansluitingen steekhoudend. In het geval van nieuwe aansluitingen is het naar de mening van DTe het beste om elke verbinding met het net te beschouwen als ware het een aparte aansluiting en sommeren en salderen niet toe te staan, omdat deze worden gerealiseerd volgens het Toetsingskader Aansluittarieven. Indien in onderlinge overeenstemmi ng tussen afnemer en netbeheerder een andere configuratie tot stand komt, met eventueel meerdere verbindingen, dienen afnemer en netbeheerder een regeling met betrekking tot de periodieke vergoeding en het TAVT overeen te komen.

(22)

4.2.3

Intransparantie van tarieven die op voorcalculatorische wijze worden vastgesteld

Netbeheerder Artikel 2.3.3A

Producent Bezwaar neen

Afnemers Beroep neen

Overig Oud nr. 5.2.3

Situatie

54. Tarieven voor aansluitingen boven de 10 MVA worden op voorcalculatorische wijze vastgesteld.

Probleem

55. Bij zowel de éénmalige als de periodieke vergoeding van de aansluiting geschiedt de vaststelling van het tarief niet op transparante wijze. Derhalve hebben afnemers onvoldoende inzicht in de opbouw van het tarief en dus onvoldoende de mogelijkheid de juistheid van de tarieven te beoordelen. Tevens is er door het ontbreken van transparantie het gevaar dat er geschoven wordt met kosten tussen verschillende groepen afnemers. Dit zou tot ongewenste kruissubsidiëring kunnen leiden.

Oplossing

56. Het opstellen van een standaardfactuur waaraan de netbeheerders zich dienen te houden kan hier verbetering in brengen. DTe denkt aan het verplicht stellen van een specificering naar knip, beveiliging en verbinding en deze verder uitgesplitst naar loon en materiaalkosten. Bovendien kan er een aantal standaard componenten worden toegevoegd zoals kabels. Dit zal naar de mening van DTe voldoende transparantie bieden aan de afnemers en een voldoende stevige basis vormen om de onderhandelingen over het daadwerkelijke tarief te starten.

Reacties

57. Vier netbeheerders zien geen toegevoegde waarde in het opstellen van een standaardfactuur volgens het voorstel van DTe (Enbu, Essent, Delta Netwerkbedrijf, Eneco Netbeheer). Dit wordt veroorzaakt doordat zij geen problemen hebben, al gespecificeerde facturen met vaste prijzen voor componenten hanteren of dat de extra kosten verbonden aan het voorstel van DTe volgens hen niet opwegen tegen de baten. De rest van de respondenten is het eens met het nader specificeren van de facturen (Continuon, Pawex, TZH, TenneT, EnergieNed sectie Productie, VEMW). Hierbij wordt door netbeheerders opgemerkt dat alleen outputfactoren op de rekening dienen te verschijnen. Input (bijvoorbeeld aantal uren arbeidsloon) is lastig te definiëren omdat dit in veel gevallen wordt uitbesteed aan derden. Bovendien zou de afnemer niet veel wijzer worden van de kosten en omvang van inputfactoren.

58. Gebruikers (VEMW) vinden juist dat inputfactoren wel gespecificeerd moeten worden. Dit zijn met name de onderdelen van de factuur die zij goed kunnen controleren. Deze controle van het werkelijk uitgevoerde werk is van groter belang dan de vergelijking met andere netbeheerders.

Standpunt DTe

(23)

Motivering

60. DTe blijft bij haar eerdere standpunt dat nadere specificering van de factuur noodzakelijk is. Ook dient hierbij naar de mening van DTe aangegeven te worden wat bijvoorbeeld het aantal uren arbeidsloon is, daar dit dient te kunnen worden vergeleken met andere netbeheerders en dit bij uitstek een factor is die door een afnemer is te controleren (hoe lang zijn de mensen van de netbeheerder bezig op de locatie, welke apparatuur is geïnstalleerd). DTe is derhalve van mening dat bij de TarievenCode een

standaardfactuur, waarin onderscheid wordt gemaakt naar de materiaal- en loonkosten, wordt

bijgevoegd. Het aangedragen bezwaar dat dit bij uitbesteden niet te achterhalen valt is volgens DTe niet reëel, daar DTe aanneemt dat een netbeheerder inzicht heeft in de opbouw van de tarieven van het uitbestede werk. DTe vraagt EnergieNed een concreet voorstel te doen.

Opmerking

(24)

4.2.4

Uitbreiding van het netwerk bij meerdere verzoeken

Netbeheerder Artikel -

Producent Bezwaar neen

Afnemers Beroep neen

Overig Oud nr. 5.2.5

Situatie

62. Een netbeheerder is op grond van de wet verplicht iedereen die daarvoor een verzoek indient een aansluiting te geven op het net. De netbeheerder kan naar eigen inzicht invulling geven aan de wijze waarop de aansluiting wordt gerealiseerd.

Probleem

63. In het geval dat buiten een bestaand net meerdere verzoeken tot aansluiting komen heeft de

netbeheerder de keuze tussen het uitbreiden van het netwerk of het apart aansluiten van iedere afnemer op het bestaande netwerk. De netbeheerder kan de kosten voor het maken van de aparte aansluitingen direct doorbereken aan de afnemer. Uit het Toetsingskader Aansluittarieven volgt dat als de verbinding tussen de afnemer en het net meer dan 25 meter is de kosten voor de meerlengte door de netbeheerder kunnen worden doorberekend aan de afnemer. De kosten voor de uitbreiding van het netwerk

daarentegen zijn diepte investeringen en dienen via de transporttarieven terugverdiend te worden.

64. Het probleem is dat de opbrengsten van het transporttarief in beide gevallen (aparte aansluitingen en uitbreiding netwerk) evenveel toenemen, omdat de hoeveelheid getransporteerde elektriciteit in beide gevallen evenveel toeneemt. Indien de netbeheerder de aparte aansluitingen realiseert, genereert deze dus dubbele inkomsten (éénmalig aansluittarief meerlengte en transporttarief). De netbeheerder heeft dus een prikkel om het netwerk niet uit te breiden. Dit kan leiden tot inefficiënte oplossingen en hoge kosten voor afnemers.

Oplossing

65. Binnen de huidige definitie van aansluiting in de wet ziet DTe vooralsnog geen toepasbare oplossingen voor dit probleem. De definitie in de Elektricit eitswet van een aansluiting luidt: “ één of meer

verbindingen tussen een net en een onroerende zaak als bedoeld in artikel 16, onderdelen a tot en met d, van de Wet Waardering onroerende zaken…” . Als dit wordt veranderd in “ één of meer verbindingen tussen de grens van het perceel en een onroerende zaak als bedoeld in artikel 16, onderdelen a tot en met d, van de Wet Waardering onroerende zaken…” , volgt hieruit dat het net loopt tot aan de rand van het perceel van de afnemer (figuur 1). Voor aanleg en onderhoud van het net is de netbeheerder

(25)

Reacties

66. Een deel van de respondenten is van mening dat een restitutieregeling zou moeten worden gehanteerd. Dit wordt door een aantal netbeheerders ook al gedaan(EnergieNed sectie Netbeheer, Pawex, Essent). De voorgestelde wetswijziging wordt door iedereen behalve één (Delta Netwerkbedrijf) afgewezen.

Standpunt DTe

67. De restitutieregeling dient te worden opgenomen in de TarievenCode

Motivering

68. Mede naar aanleiding van de reacties ziet DTe nu toch een mogelijkheid om binnen de huidige wetgeving een oplossing voor dit probleem te bereiken. De regeling die DTe voor ogen heeft werk als volgt: Indien een afnemer, A, zich vestigt buiten het gebied van een netwerk (als de afstand tot het net groter is dan 25 meter en derhalve meerlengte noodzakelijk is) wordt A aangesloten op het net tegen het éénmalige aansluittarief en het tarief voor meerlengte voor de door hem gevraagde capaciteit. Indien later een andere afnemer, B, zich vestigt in de buurt wordt deze aangesloten op de aansluiting van A indien de afstand, gemeten over de openbare weg, tot A korter is dan de afstand, gemeten over de openbare weg, tot het net. Deze lengte dient te worden bepaald op de grens van het perceel van A. Dit referentiepunt op de grens van het perceel dient te worden bepaald door de snijding van de

denkbeeldige lijn tussen de onroerende zaak en de dichtstbijzijnde openbare weg en de grens van het perceel. In andere gevallen vindt aansluiting op het bestaande net plaats en is er sprake van een normale situatie. In het geval de afstand tot A het kortst is betaalt B het eenmalige aansluittarief voor de door hem gevraagde capaciteit plus de meerlengte voor de kortst mogelijke afstand tot de aansluiting van A. De aansluiting van A is nu net geworden tot aan de knip van B. Er vindt restitutie plaats voor de door A betaalde meerlengte tot aan de knip.

69. Het voordeel van deze regeling is dat de netbeheerder wordt geprikkeld de meest efficiënte oplossing te kiezen. Aan de netbeheerder is de inschatting of er zich meer afnemers in de buurt van A gaan vestigen en of hij dus een zwaardere kabel moet aanleggen. Hij hoeft dit niet te doen (en kan dus B rechtstreeks op het net aansluiten), maar krijgt slechts de afstand tussen B en A vergoedt volgens bovenstaande regeling. De netbeheerder kan dit beter inschatten dan de afnemers. Deze oplossing leidt naar de mening van DTe tot een efficiënte lay-out van het netwerk.

meerlengte A netwerk aansluiting A 25m meerlengte B A B

(26)

4.2.5

Investeringsrisico bij ontsluiting Vinex-locaties en bedrijventerreinen

Netbeheerder Artikel 2.1.1

Producent Bezwaar neen

Afnemers Beroep neen

Overig Oud nr. 5.2.6

Situatie

70. Een netbeheerder is op grond van de wet verplicht iedereen die daarvoor een verzoek indient een aansluiting te geven op het net. Bij uitbreiding van of de komst van een nieuwe woonwijk of

bedrijventerrein dient de netbeheerder zorg te dragen voor de aansluiting van iedereen die dat wenst op het net (artikel 23 E-wet).

Probleem

71. Op voorhand is niet met zekerheid te bepalen hoeveel capaciteit op de nieuwe locaties benodigd is. Derhalve is er een investeringsrisico. Dit vormt op zich geen probleem, maar de uit de Elektriciteitswet voortvloeiende plicht aan de netbeheerders om iedereen, die daartoe een verzoek indient, aan te sluiten volgt dat de netbeheerder niet kan afwegen of de investering opweegt tegen de opbrengsten en het risico dat hij loopt. Als voorbeeld kan gedacht worden aan de vestiging van zogenaamde data-warehouses op bedrijventerreinen. Deze warehouses hebben veel elektriciteit nodig. De netbeheerder dient ervoor te zorgen dat de capaciteit in het net voldoende is om de vraag van het warehouse te voldoen, met mogelijk grote investeringen voor rekening van de netbeheerder. Deze investeringen in het net dienen te worden terugverdiend door het TAVT. Als het data-warehouse echter na enkele jaren de locatie verlaat kan de netbeheerder de gedane investeringen niet terugverdienen. Het risico voor de netbeheerder is dus groot. Dit probleem geldt niet voor aansluitingen boven 10 MVA, omdat deze op het net moeten worden aangesloten daar waar capaciteit beschikbaar is. De afnemer is in die situatie verantwoordelijk voor de benodigde diepte-investeringen in het netwerk.

Oplossing

72. Een mogelijke oplossing is om het risico naar de projectontwikkelaar te verleggen. Bij de aanleg van een bedrijventerrein of Vinex-locatie dient de projectontwikkelaar de uitbreidingskosten voor niet

herbruikbare activa dan in zijn geheel aan de netbeheerder te vergoeden, waarna de projectontwikkel aar deze kosten kan doorberekenen aan de afnemers bijvoorbeeld door ze te verdisconteren in de prijzen van de te verkopen kavels. Probleem hierbij is dat de netbeheerder tweemaal de investeringskosten kan terugverdienen. Eenmaal via netuitbreidingskosten en eenmaal via de transportkosten. Dit zou kunnen worden opgelost door de netbeheerder een evenredig deel van de vergoedde netuitbreidingskosten te laten betalen aan de afnemers die zich vestigen. Vervolgens kan de netbeheerder door middel van de transportt arieven de investering terugverdienen. Voordeel van deze oplossing is dat het initiële investeringsrisico grotendeels verschuift van de netbeheerder naar de projectontwikkelaar.

(27)

projectontwikkelaar. Bovendien zal er een grens dienen te worden gesteld, bijvoorbeeld x aansluitingen of x MVA afname, waarboven de projectontwikkelaar het risico overneemt.

74. Er kan ook worden gesteld dat het hierboven beschreven risico inherent is aan de taak van de netbeheerder. De netbeheerder krijgt een vergoeding waarbij ook rekening is gehouden met het risicoprofiel van de taak. Dit komt tot uiting in de hoogte van de gemiddelde vermogenskostenvoet (hierna: WACC voor Weighted Average Cost of Capital). Het hogere risico op sommige projecten wordt gecompenseerd door aansluitingen met een lager risico. Doordat een netbeheerder een portfolio van projecten heeft wordt het risico gespreid. Dit gespreide risico wordt gedekt door de hoogte van de WACC.

Reacties

75. Volgens één van de respondenten moet de aanleg van bedrijfsterreinen als aanmerkelijke investering worden aangemerkt(Essent). De in randnummer 71 genoemde “ boven 10 MVA regeling” verbaast respondenten (Enbu, Eneco Netbeheer, TZH). Neerleggen van het risico bij projectontwikkelaar of gemeente wordt afgewezen ( Pawex, Essent, VNG). Er worden hierbij wettelijke problemen gezien en de onzekerheid behoort naar de mening van respondenten bij de netbeheerder te liggen. De meeste respondenten vinden dat de WACC geen rekening houdt met dit risico. Grote afnemers (VEMW ) zijn het eens met DTe dat het risico wordt vergoed middels de vermogenskostenvergoeding ter hoogte van de WACC. EnergieNed sectie Netbeheerders ziet voor bedrijfsterreinen dezelfde oplossing als

voorgesteld bij het vorige knelpunt. Zij vullen hierbij aan dat indien gemeenten graag willen dat het netwerk er al ligt zij hiervoor garant moeten staan. Bij woonwijken is het te verwachte afname patroon veel voorspelbaarder en dus is het risico voor de netbeheerder lager.

Standpunt DTe

76. Voor het geval de restitutieregeling niet voldoet dient er een mogelijkheid te zijn dat voor

bedrijventerreinen projectontwikkelaars de investering overnemen, er voor hen een restitutie volgt wanneer er daadwerkelijk aansluitingen worden gemaakt door de netbeheerder.

Motivering

77. DTe kan zich vinden in het voorstel van EnergieNed sectie Netbeheer waarin woonwijken worden aangelegd op een wijze waarbij de netbeheerder de kosten en het risico draagt. Voor bedrijfsterreinen geschiedt dan normaliter de aanleg van het netwerk naarmate zich meer bedrijven vestigen. Hierbij geldt dan de restitutieregeling zoals door DTe voorgesteld in knelpunt 4.2.4. Indien gemeenten of

projectontwikkelaars graag willen dat de infrastructuur er al compleet ligt, voordat er afnemers zijn, mogen zij hiervoor het risico dragen. Op deze wijze vindt volgens DTe een afwenteling plaats van risico naar de veroorzaker. Hiermee wordt een basis gecreëerd om de gemeente of projectontwikkelaar het risico van de investering op zich te laten nemen. Dit gebeurt al leen indien deze laatste hier expliciet om vraagt omdat hij bijvoorbeeld graag compleet ontwikkelde percelen aanbiedt aan zijn klanten. De aansluitplicht voor de netbeheerder houdt namelijk niet in dat in één keer een heel bedrijfsterrein wordt ontsloten zonder dat er afnemers zijn.

(28)

verhuizen, is een systematisch risico van de sector netbeheer. Deze onzekerheid wordt al aan de netbeheerder vergoed via de vermogenskostenvergoeding over de activa.

(29)

4.2.6

Niet gereguleerde tarieven

Netbeheerder Artikel 2.4

Producent Bezwaar neen

Afnemers Beroep neen

Overig Oud nr. 5.2.4

Situatie

80. Voor een aantal wettelijke taken van de Netbeheerder is geen gereguleerde tarieven. Dit geldt voor het verbreken of aflopen van het aansluitcontract. Het tarief hiervoor is gebaseerd op de voorcalculatorische projectkosten. Er geldt een maximum dat gelijk is aan het aansluittarief van een nieuwe aansluiting plus een eventuele éénmalige bijdrage voor het verwijderen van de oude aansluiting.

Probleem

81. In de praktijk leidt het gebruik van voorcalculatie van projectkosten tot veel onduidelijkheid en klachten van afnemers van netbeheerders analoog aan het knelpunt 4.2.3.

Oplossing

82. Er zijn naar de mening van DTe twee mogelijkheden: a. reguleren van standaard gevallen;

b. opstellen van standaardcomponenten waaruit een voorcalculatie moet bestaan.

83. Door het reguleren van standaard gevallen ontstaat duidelijkheid met betrekking tot de in rekening te brengen kosten. Op basis van de reacties op dit document kan een lijst worden samengesteld met de wettelijke taken waarvoor een standaard tarief zou kunnen worden bepaald. Hiervoor kunnen dan, in overleg met de sector, de randvoorwaarden voor en de hoogte van de initiële standaardtarieven worden bepaald. In het vervolg kunnen deze tarieven dan worden opgenomen in het zogenaamde

tarievenmandje. Deze tarieven worden dan, tezamen met de overige maximale nettarieven, gepubliceerd op de internetsite van DTe.

84. De andere mogelijkheid is om de standaard componenten waaruit een factuur bestaat te specificeren, zodat het voor afnemers makkelijker wordt om met anderen de facturen op basis van voorcalculatie te vergelijken. Voorbeelden van standaardcomponenten zijn transformatoren, kabels, werk.

Reacties

85. Alle respondenten kunnen zich er in vinden dat er verbeteringen kunnen plaatsvinden in de transparantie van deze tarieven op één netbeheerder (Essent) na. Niet iedereen is het eens over de invulling hieraan, maar het meeste wordt gezien in het opstellen van een factuur met

(30)

Standpunt DTe

86. Neem voor het wijzigen en uit gebruik nemen van een aansluiting een standaardfactuur in de

TarievenCode op (optie b, analoog aan de oplossing beschreven bij knelpunt 4.2.3, “ intransparantie van tarieven die op voorcalculatorische wijze tot stand komen” ) Hierin dienen ook inputparameters gespecificeerd te zijn.

Motivering

(31)

4.2.7

Verlagen van de grens waarop op voorcalculatorische basis de aansluiting wordt

gerealiseerd

Netbeheerder Artikel 2.3.3A

Producent Bezwaar neen

Afnemers Beroep neen

Overig Oud nr. 4.2.6

Situatie

88. De TarievenCode en het Toetsingskader Aansluittarieven bepalen dat aansluitingen boven 10 MVA op voorcalculatorische wijze worden vastgesteld. Dit houdt in dat een de factuur gebaseerd is op de projectkosten van de specifieke aansluiting. Netbeheerders mogen zelf hun aansluitcategorieën indelen. Hierdoor is de grens in sommige gevallen verlaagt van 10 tot 3 MVA.

Probleem

89. Boven 10 MVA kan door afnemers in overleg met de netbeheerder een oplossing worden ontworpen die goed aansluit op de behoefte van de afnemers. Onder 10 MVA is in het Toetsingskader Aansluittarieven een standaard aansluitconfiguratie vastgesteld, gekoppeld aan een maximum prijs, waarin wordt vastgesteld uit welke componenten de aansluiting is opgebouwd. Deze oplossing is niet voor alle afnemers de meest efficiënte oplossing. In die gevallen vragen sommige afnemers of ze ook beneden 10 MVA een aansluiting op voorcalculatorische basis kunnen krijgen.

Oplossing

90. DTe is van mening dat kleinere afnemers niet voldoende onderhandelingsmacht en expertise hebben om over de aanbieding te onderhandelen en wil dus de grens op 10 MVA handhaven. Een uitzondering maken voor een aantal afnemers die wel willen onderhandelen kan niet . Een dergelijke uitzondering geldt dan voor alle afnemers in die categorie.

Reacties

91. Een deel van de respondenten is van mening, dat de grens waarboven de aansluittarieven op

voorcalculatorische basis tot stand komen niet dient te worden verlaagd en derhalve op 10 MVA dient te worden gehandhaafd (Essent, Eneco Netbeheer, Delta Netwerkbedrijf, Pawex). Een ander deel vindt dat de grens in veel gevallen naar 3 MVA kan worden verlaagd (VVAV, Continuon, VEMW, EnergieNed sectie Productie & Netbeheerders) omdat deze afnemers wel over genoeg expertise en onderhandelingsmacht beschikken. De opbouw van het tarief zou op transparante wijze tot stand dienen te komen, waarbij per component wordt aangegeven wat de kosten zijn. Een respondent (VEMW) merkt op dat er onderscheid zou kunnen worden gemaakt tussen “ basisdiensten” met vaste tarieven en “ maatwerkdiensten”

(32)

Standpunt DTe

92. Als afnemer en netbeheerder het er over eens zijn moet van de standaard aansluiting afgeweken kunnen worden.

Motivering

93. DTe kan zich vinden in de door VEMW aangedragen oplossing die onderscheid maakt tussen maatwerk en basisdiensten. Dit biedt het beste van twee werelden. Met de garantie dat indien één van de twee partijen geen maatwerkdienst wil afnemen of aanbieden, kan worden teruggevallen op de

standaarddienst, is er geen gevaar voor partijen dat zij door een eventuele zwakke

onderhandelingspositie met te hoge kosten worden geconfronteerd. Als de netbeheerder en de afnemer een lager tarief overeenkomen heeft dit geen negatieve gevolgen voor de overige afnemers van de netbeheerder.

(33)

4.2.8

Verandering van afname

Netbeheerder Artikel 2.3.3, 3.7.3

Producent Bezwaar neen

Afnemers Beroep neen

Overig Oud nr. 4.2.7

Situatie

94. Artikel 3.7.3 bepaalt dat de indeling van de categorieën aansluitcapaciteit en transportcapaciteit per netbeheerder gelijk dient te zijn. Netbeheerders en afnemers interpreteren dit artikel in sommige gevallen als volgt: bij een aansluiting in een bepaalde categorie dient de gecontracteerde

transportcapaciteit ook daadwerkelijk in dezelfde categorie te vallen. Dit is niet correct want

aansluitcapaciteit en transportcapaciteit hoeven niet in dezelfde categorie te vallen. Bij een bepaalde aansluitcategorie is het in ieder geval mogelijk de bijbehorende transportcategorie te contracteren. Een lagere transportcategorie kan als de afnemer dat wenst ook worden gekozen.

Probleem

95. Een te rigide interpretatie van dit artikel kan problemen opleveren bij verandering van de benodigde capaciteit. Hierbij kunnen twee situaties worden onderscheiden:

Stijging afname

96. Het wordt soms niet toegestaan dat een afnemer met een grote aansluiting een kleinere

transportcapaciteit dan behorend bij die aansluiting heeft. Dit levert een knelpunt op indien de afnemer met het oog op een verwachte groei in de afname een grote aansluiting laat aanleggen(zodat niet binnen enkele jaren een nieuwe investering nodig is), maar nog niet de bij deze aansluiting behorende capaciteit nodig heeft. De afnemer wordt nu geconfronteerd met een hoog transporttarief omdat een deel van het transporttarief is gebaseerd op kWgecontracteerd en dus onafhankelijk van de daadwerkelijke afname is. Dit probleem is groter bij hogere aansluitniveaus om dat het aandeel kWgecontracteerd in het transporttarief toeneemt naarmate hetaansluitniveau groter wordt.

Daling afname

97. Een lager transportcategorie dan aansluitcategorie kan bijvoorbeeld ook gewenst zijn als de afnemer in het verleden een grote aansluiting heeft laten aanleggen (of een pand heeft overgenomen met een grote aansluiting) maar nu geen behoefte meer heeft aan de bijpassende grote transportcapaciteit. Het wordt soms niet toegestaan dat een afnemer de transportcapaciteit verkleint zonder de aansluiting te

veranderen in een kleinere. De afnemer wordt nu geconfronteerd met hogere kosten omdat hij een hoger kWgecontracteerd heeft.

Oplossing

(34)

afnemers maar éénmaal per jaar de transportcapaciteit veranderen, zodat afnemers hierdoor niet steeds hun kWgecontracteerd aan kunnen passen zodra kWmax hoger wordt. De capaciteit voor de aansluiting kan dus hoger zijn dan kWgecontracteerd.

Reacties

99. Alle respondenten zijn het ermee eens dat het artikel verheldering nodig heeft (Enbu, Westland Energie Infrastructuur, Eneco Netbeheer, Essent, VEMW, TenneT, EnergieNed sectie Productie) om duidelijker te maken dat de aansluitcapaciteit losstaat van de transportcapaciteit. Eén netbeheerder is het niet eens met de door DTe aangedragen oplossing (Continuon), waarin wordt gesteld dat afnemers maar eenmaal per jaar van hun transportcapaciteit kunnen veranderen. Dit zou continue moeten kunnen. Een andere netbeheerder stelt dat het net wel ontworpen wordt op de grootte van de aansluiting en dat hier dus kosten voor worden gemaakt (Enbu).

Standpunt DTe

100. Verduidelijking in de TarievenCode dat afnemers een lagere transportcapaciteitcategorie dan de aansluitingcategorie kunnen kiezen.

Motivering

101. Conform de gesuggereerde oplossing en de reacties dient de TarievenCode naar de mening van DTe op dit punt te worden verduidelijkt. DTe wil vasthouden aan het principe dat slechts eenmaal per 12 maanden kWgecontracteerd aan kan worden gepast. De netbeheerder houdt immers rekening met deze volumeeenheid bij het doen van investeringen in zijn net en kan alleen die capaciteit garanderen, indien beide partijen een frequentere aanpassing willen kan dit worden overeengekomen. Hierbij dient artikel 24, tweede lid van de E-wet in acht te worden genomen. Hierin wordt bepaald dat indien de

(35)

4.2.9

Inpassen van delen van het Toetsingskader Aansluittarieven in de TarievenCode

Netbeheerder Artikel -

Producent Bezwaar nee

Afnemers Beroep nee

Overig Oud nr. 4.2.8

Situatie

102. Naast de TarievenCode bestaat het DTe document “ Toetsingskader Aansluittarieven” (zie bijlage 6) uit mei 2000. In dit document is nader uitgewerkt op welke wijze de aansluittarieven dienen te zijn opgebouwd. Als voorbeeld kan genoemd worden de wijze waarop de lengte van de aansluiting wordt bepaald. DTe ontvangt hier regelmatig klachten over. In het toetsingskader wordt bepaald of de aan te leggen aansluiting langer is dan 25 meter en derhalve of en zo ja hoeveel, extra meters meerlengte de afnemer moet betalen.

Probleem

103. Het probleem van het bovengenoemde Toetsingskader is dat er onduidelijkheid bestaat over de juridische status van het document. Hierdoor ontstaan er discussies omtrent de handhaafbaarheid van het in het Toetsingskader bepaalde. Terugkomend op bovengenoemd voorbeeld houdt dit in dat er discussies ontstaan tussen afnemers en netbeheerders over de bepaling van de meerlengte van de aansluiting.

Oplossing

104. Door opname van delen uit het Toetsingskader in de TarievenCode zal naar de mening van DTe een einde komen aan de onduidelijkheid omtrent de juridische status en derhalve de handhaafbaarheid. In het geval van het gebruikte voorbeeld zou dit ertoe kunnen leiden dat de bepaling omtrent het

vaststellen van de lengte van de aansluiting, zoals vermeld in het toetsingskader, wordt opgenomen onder artikel 2.1 van de TarievenCode.

Reacties

105. Het merendeel van de respondenten kan zich vinden in het opnemen van (delen van) het toetsingskader in de TarievenCode (Eneco Netbeheer, Enbu, Essent, Delta Netwerkbedrijf, Continuon, EnergieNed sectie Productie & Netbeheerders). De meningen lopen uiteen over welke delen van het toetsingskader opgenomen dienen te worden en of het toetsingskader dient te worden aangescherpt en uitgebreid. Enkelen (VEMW) hebben twijfels bij het incorporeren omdat zij vinden dat de regels niet scherp genoeg zijn en dat de totstandkoming van de regels zonder tussenkomst van aangeslotenen tot stand is gekomen.

Standpunt DTe

(36)

Motivering

(37)

4.2.10

Aansluiting openbare verlichting en overig straat meubilair

Netbeheerder Artikel -

Producent Bezwaar neen

Afnemers Beroep neen

Overig Oud nr. 5.2.2

Situatie

108. Net als bij reguliere aansluitingen wordt er bij het aansluiten van openbare verlichting (OV) en straatmeubilair geen onderscheid gemaakt naar de complexiteit van aansluitingen met een zelfde capaciteit. De huidige TarievenCode gaat er van uit dat OV en straatmeubilair als normale aansluitingen behandeld kunnen worden.

Probleem

109. Er doen zich grote verschillen voor in de onderhouds- en aanlegkosten van OV en straatmeubilair en normale aansluitingen en tussen verschillende soorten OV en straatmeubilair onderling. Voorbeelden hiervan zijn:

a. de (onderhouds-)kosten die worden veroorzaakt door het regelmatig herprofileren van straten en de daarmee verbonden verplaatsingen van straatmeubilair;

b. de kosten voor het doorkruisen van kunstwerken;

c. het onderscheid dat wordt gemaakt tussen een seriematige aansluiting (een rij lantaarnpalen in een straat) en maatwerkaansluitingen (een abri). Seriematige zullen, zoals reeds betoogd in het vorige punt veelal goedkoper zijn te realiseren dan maatwerkaansluitingen;

d. de keuze tussen de verschillende aansluitwijzen zoals per lantaarnpaal rechtstreeks op 0,4 kV, de aansluiting op de OV-draad in de 0,4 kV kabel en het aparte OV-net aangesloten op een hogere spanning met één aansluiting;

e. het eventueel doortrekken van de doorlaatwaarden naar 1* 6A.

Oplossing

110. DTe onderzoekt of het implementeren van een apart aansluit- en transporttarief voor openbare verlichting en overig straatmeubilair in de TarievenCode en het Toetsingskader aansluittarieven

wenselijk is. Eventueel kan dit worden onderverdeeld naar de verschillende soorten straatmeubilair en de verschillende wijzen waarop deze zijn aangesloten. Hierbij dient dezelfde afweging gemaakt te worden als bij het onderscheid tussen seriematige aansluitingen en maatwerkaansluitingen.

Reacties

111. Enkele respondenten willen geen aparte tarieven dan reeds in het Aanvullend Toetsingskader aansluittarieven (EnergieNed sectie Netbeheer, Delta Netwerkbedrijf, Continuon, Essent , Eneco Netbeheer). De overigen vinden het nader specificeren wel rechtvaardig en redelijk (VEMW, VNG)

112. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) heeft een uitgebreide analyse van de problemen die zij tegenkomen met hun reactie meegestuurd. Deze wordt meegezonden aan de gezamenlijke

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het besluit leidt tot wijziging van de tariefstructuren, zoals bedoeld in artikel 12f van de Gaswet (hierna: de TarievenCode) en betreft de aandui- ding van de calorische waarde van

De Raad van bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: de Raad) heeft het besluit tot wijziging van de TarievenCode Gas inzake de invoering van de tariefstructuur

Voor deze overschrijding wordt een tarief berekend ter grootte van ½ x maandfactor x het tarief van de niet afschakelbare capaciteit voor het kalenderjaar.. Tariefstructuur

Tegen het besluit kan degene die rechtstreeks in zijn belang wordt getroffen, binnen zes weken na de dag van bekendmaking een bezwaarschrift indienen bij de Juridische Dienst van

Op 17 maart 2005 heeft de Raad van de Gezamenlijke Netbeheerders een voorstel ontvangen voor de tariefstructuren zoals bedoeld in artikel 12a en 12e, lid 1 van de Gaswet.. Op grond

Op 17 februari 2005 heeft de Dienst uitvoering en toezicht Energie (hierna: DTe) van de gezamenlijke netbeheerders een voorstel ontvangen voor de tariefstructuren zoals bedoeld

Met dit besluit wil de Raad een gelijk speelveld creëren voor vergunninghouders bij toepassing van het leveranciersmodel doordat toetredingsbarrières worden weggenomen,

Met dit besluit wil de Raad een gelijk speelveld creëren voor vergunninghouders bij toepassing van het leveranciersmodel doordat toetredingsbarrières, veroorzaakt door