• No results found

Informatie- en consultatiedocument TarievenCode Den Haag, september 2002

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Informatie- en consultatiedocument TarievenCode Den Haag, september 2002"

Copied!
133
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)
(2)

Projectnaam: Projectnaam:Projectnaam:

Projectnaam: Evaluatie TarievenCodeEvaluatie TarievenCodeEvaluatie TarievenCodeEvaluatie TarievenCode Projectnummer: Projectnummer: Projectnummer: Projectnummer: 100804100804100804100804 Documentnummer: Documentnummer:Documentnummer: Documentnummer: 100804/30100804/30100804/30100804/30

Dienst uitvoering en toezicht Energie Dienst uitvoering en toezicht EnergieDienst uitvoering en toezicht Energie Dienst uitvoering en toezicht Energie Den Haag, septemb

Den Haag, septembDen Haag, septemb Den Haag, september 2002er 2002er 2002er 2002

Team: Team:Team:

Team: Met medewerking van:Met medewerking van:Met medewerking van:Met medewerking van:

Lars Groenhuijse Ton Buitelaar

Jan Peter Heida Misja Mikkers

(3)

INHOUDSOPGAVE

1 SAMENVATTING... 6

2 INLEIDING... 7

2.1 AANLEIDING VOOR DIT INFORMATIE-EN CONSULTATIEDOCUMENT... 7

2.2 BESCHRIJVING VAN DIT INFORMATIE-EN CONSULTATIEDOCUMENT... 7

2.3 VERDERE PROCEDURE VOOR HET WIJZIGEN VAN DE TARIEVENCODE... 7

2.4 KOPPELING MET ANDERE INFORMATIE-EN CONSULTATIEDOCUMENTEN... 8

2.5 STATUS VAN DIT INFORMATIE-EN CONSULTATIEDOCUMENT... 9

2.6 REACTIES OP DIT INFORMATIE-EN CONSULTATIEDOCUMENT... 9

2.7 LEESWIJZER VOOR DIT INFORMATIE-EN CONSULTATIEDOCUMENT... 10

3 HUIDIGE TARIEVENCODE EN BEOOGDE EFFECTEN... 11

3.1 HUIDIGE TARIEVENCODE... 11

3.2 BEOOGDE EFFECTEN VAN DE TARIEVENCODE... 12

3.2.1 3.2.13.2.13.2.1 Belangen bij vaststellen van de TarievenCode ... 12

4 SPECIFIEKE KNELPUNTEN – INTERPRETATIE... 13

4.1 SAMENVATTING HOOFDSTUK... 13 4.1.1 4.1.14.1.14.1.1 Aansluiting... 13 4.1.2 4.1.24.1.24.1.2 Transport ... 14 4.1.3 4.1.34.1.34.1.3 Systeemdiensten ... 14 4.2 AANSLUITING... 15 4.2.1 4.2.14.2.14.2.1 Onderscheid tussen seriematige en maatwerk aansluiting ... 15

4.2.2 4.2.24.2.24.2.2 Doorberekening van lokale belastingen en precario ... 16

4.2.3 4.2.34.2.34.2.3 Definitie van onderhoudskosten van de aansluiting ... 17

4.2.4 4.2.44.2.44.2.4 Aantal aansluitingen in geval van private netten... 19

4.2.5 4.2.54.2.54.2.5 Definitie aansluiting; meerdere verbindingen met het net... 20

4.2.6 4.2.64.2.64.2.6 Verlagen van de grens waarop op voorcalculatorische basis de aansluiting wordt gerealiseerd... 23

4.2.7 4.2.74.2.74.2.7 Verandering afname ... 24

4.2.8 4.2.84.2.84.2.8 Inpassen van delen van het Toetsingskader Aansluittarieven in de TarievenCode ... 26

4.3 TRANSPORT... 27

4.3.1 4.3.14.3.14.3.1 Verschil berekeningsbasis (kW en kWh) tussen netvlakken ... 27

4.3.2 4.3.24.3.24.3.2 Tarief voor blindlast is niet effectief ... 28

4.3.3 4.3.34.3.34.3.3 Blindlast per richting... 29

4.4 SYSTEEMDIENSTEN... 30

4.4.1 4.4.14.4.14.4.1 Teveel kosten van het koppelnet worden doorbelast... 30

(4)

5.1 SAMENVATTING HOOFDSTUK... 31 5.1.1 5.1.15.1.15.1.1 Aansluiting... 31 5.1.2 5.1.25.1.25.1.2 Transport ... 31 5.1.3 5.1.35.1.35.1.3 Systeemdiensten ... 32 5.2 AANSLUITING... 33 5.2.1 5.2.15.2.15.2.1 Tijdelijke aansluitingen ... 33 5.2.2 5.2.25.2.25.2.2 Aansluiting openbare verlichting en overig straat meubilair ... 34

5.2.3 5.2.35.2.35.2.3 Intransparantie van tarieven die op voorcalculatorische wijze worden vastgesteld ... 35

5.2.4 5.2.45.2.45.2.4 Niet gereguleerde tarieven ... 36

5.2.5 5.2.55.2.55.2.5 Uitbreiding van het netwerk bij meerdere verzoeken ... 37

5.2.6 5.2.65.2.65.2.6 Investeringsrisico bij ontsluiting Vinex-locaties en bedrijventerreinen... 38

5.3 TRANSPORT... 40

5.3.1 5.3.15.3.15.3.1 Differentiatie in dag en nacht tarieven is wellicht achterhaald... 40

5.3.2 5.3.25.3.25.3.2 Weekdefinitie voor 600 uur regeling ... 41

5.4 SYSTEEMDIENST... 42

5.4.1 5.4.15.4.15.4.1 Ondergrens meetkosten te hoog t.o.v. systeemdiensten tarief... 42

6 ALGEMENE KNELPUNTEN - INCONSISTENTIES MET REGULERING... 43

6.1 SAMENVATTING HOOFDSTUK... 43 6.1.1 6.1.16.1.16.1.1 Aansluiting... 43 6.1.2 6.1.26.1.26.1.2 Transport ... 43 6.1.3 6.1.36.1.36.1.3 Systeem ... 43 6.2 AANSLUITING... 45 6.2.1 6.2.16.2.16.2.1 Niet-beïnvloedbaar zijn van lokale belastingen / precario... 45

6.3 TRANSPORT... 46

6.3.1 6.3.16.3.16.3.1 Voor- en nacalculatie ... 46

6.3.2 6.3.26.3.26.3.2 Niet-beïnvloedbare kosten in transporttarief... 47

6.3.3 6.3.36.3.36.3.3 Cascade systematiek ... 48

6.6.6.6.3.43.43.43.4 Meterdiensten in TarievenCode... 49

6.4 SYSTEEMDIENSTEN... 50

6.4.1 6.4.16.4.16.4.1 Incassodienst van locale netbeheerders voor systeemdienstentarief ... 50

6.4.2 6.4.26.4.26.4.2 Niet-beïnvloedbare kosten in systeemdienstentarief ... 51

7 ALGEMENE KNELPUNTEN – LANGE TERMIJN PRIKKELS... 52

7.1 SAMENVATTING HOOFDSTUK... 52 7.2 AANSLUITING... 53 7.2.1 7.2.17.2.17.2.1 Locatieprikkels ... 53 7.3 TRANSPORT... 54 7.3.1 7.3.17.3.17.3.1 Verdeling van netwerkbelasting over de tijd ... 54

7.3.2 7.3.27.3.27.3.2 Impact van verschillende productietechniek... 55

(5)

8 BIJLAGE 1: INVENTARISATIE VAN KNELPUNTEN... 57

8.1.1 8.1.18.1.18.1.1 Schriftelijke reacties ... 57

8.1.2 8.1.28.1.28.1.2 Interviews met DTe... 57

9 BIJLAGE 2: LIJST MET BEZWAREN EN BEROEPEN... 58

10 BIJLAGE 3: OPSOMMING CONSULTATIEVRAGEN... 61

11 BIJLAGE 4: BEGRIPPENLIJST NETBEHEERDERS ELEKTRICITEIT UIT CODATA... 63

(6)

1

Samenvatting

1. Dit informatie- en consultatiedocument voor de evaluatie van de TarievenCode beschrijft de knelpunten van de TarievenCode en suggesties voor oplossingen. De knelpunten zijn geïdentificeerd in interviews met ‘gebruikers’ van de TarievenCode, uit bezwaar- en beroepsprocedures, ervaringen van DTe en voortschrijdend inzicht.

2. De geïnventariseerde knelpunten zijn opgedeeld in twee categoriën: specifieke en algemene knelpunten. Specifieke knelpunten hebben alleen impact op het systeem van de TarievenCode. Dit houdt in dat het bij specifieke knelpunten gaat om het verdelen van de kosten van de netbeheerders over de verschillende soorten afnemers. Algemene knelpunten hebben daarnaast tevens invloed op de hoogte van die kosten door hun relatie met regulering of door hun invloed op de toekomstige configuratie van het

elektriciteitsnetwerk.

3. Specifieke knelpunten kunnen worden opgelost binnen de huidige systematiek van de TarievenCode, zonder gevolgen voor regulering. Ze zijn onder te verdelen in twee groepen:

a. specifieke knelpunten – interpretatie: knelpunten die voortkomen uit verschillen in interpretatie van de TarievenCode. Hier volstaat een uitleg, al dan niet opgenomen in de TarievenCode, of een kleine wijziging van de TarievenCode om eventuele ambiguïteiten weg te nemen;

b. specifieke knelpunten – correctie: knelpunten waar de TarievenCode inhoudelijk gewijzigd zou kunnen worden. Hierbij gaat het met name om correcties voor speciale afnemersgroepen. Dit zijn afnemers die niet in een standaardcategorie vallen en daardoor te hoge tarieven betalen.

4. De meer algemene knelpunten vallen ook uiteen in groepen; ze worden veroorzaakt door inconsistenties met de reguleringsaanpak, of ze stroken niet met de doelen van de TarievenCode. Voor het oplossen van deze knelpunten is dan ook verandering van een deel van het systeem van de TarievenCode noodzakelijk: a. algemene knelpunten – inconsistentie met regulering: knelpunten door inconsistenties met de

reguleringsaanpak volgen uit het gebruik van voorcalculatie voor bepaalde kosten. Binnen regulering is dat alleen toegestaan voor niet-beïnvloedbare kosten. Dit is een categorie kosten die de

TarievenCode niet kent. DTe stelt voor de TarievenCode te laten aansluiten bij het systeem voor de nieuwe reguleringsperiode. Om te bepalen of kosten al dan niet beïnvloedbaar zijn, wordt in het vierde kwartaal van 2002 geconsulteerd in het kader van de nieuwe reguleringsperiode;

(7)

2

Inleiding

2.1

Aanleiding voor dit informatie- en consultatiedocument

5. Voor de liberalisering van de elektriciteitsmarkt hebben de gezamenlijke netbeheerders een

TarievenCode opgesteld die door de directeur van de Dienst uitvoering en toezicht Energie (hierna: DTe) is vastgesteld. Hiervoor is de procedure vastgelegd in artikel 31 van de Elektriciteitswet 1998 (hierna: E-wet). DTe heeft op 6 mei 1999 uitgangspunten voor toetsing van voorstellen van de nettarieven aan de gezamenlijke netbeheerders gezonden. Hierin is aangegeven dat de directeur DTe het wenselijk acht om de werking en praktische effecten van de structuur voor nettarieven, zodra deze eenmaal is vastgesteld, periodiek te evalueren. Met deze evaluatie geeft DTe invulling aan haar verantwoordelijkheid voor de elektriciteitsmarkt; de ervaring met de huidige TarievenCode wordt gebruikt om suggesties te geven voor verbetering.

2.2

Beschrijving van dit informatie- en consultatiedocument

6. Met dit informatie- en consultatiedocument beoogt DTe een compleet overzicht van de huidige bekende knelpunten van de TarievenCode te geven. Deze knelpunten zijn zowel door DTe als door andere partijen gesignaleerd. Hiervoor heeft DTe verschillende ‘gebruikers’ van de TarievenCode geïnterviewd (zie bijlage 1). Dit zijn netbeheerders, producenten en (organisaties van) afnemers. Bovendien zijn nog opmerkingen van onderzoekers naar elektriciteitsmarkten meegenomen. Daarnaast heeft DTe in haar brief van 17 april 2002 en via haar website, partijen verzocht om hun knelpunten bij DTe in te leveren. Hierop zijn acht reacties ontvangen (zie bijlage 1). In bijlage 2 staat een kort overzicht van knelpunten die al in bezwaar en beroep zijn behandeld. Enkelen hiervan komen (deels) weer terug in het informatie- en consultatiedocument.

2.3

Verdere procedure voor het wijzigen van de TarievenCode

7. DTe acht het wenselijk om met ingang van 1 januari 2004 met een aangepaste TarievenCode te gaan werken zodat dit samenvalt met de start van de tweede reguleringsperiode. De hier gesignaleerde knelpunten en gedeelde uitgangspunten en reacties daarop, zullen de belangrijkste input voor de aanpassingen vormen. Na publicatie van dit consultatiedocument in september 2002 hebben

belangstellenden de gelegenheid om te reageren. Reacties moeten voor 1 november 2002 bij DTe binnen zijn.

8. Er worden twee workshops gehouden waarin de reacties over de TarievenCode mondeling kunnen worden toegelicht. Deze worden gehouden op de ochtend en middag van donderdag 14 november ten kantore van DTe. De agenda wordt door DTe vastgesteld aan de hand van de ontvangen reacties op dit informatie- en consultatiedocument.

Consultatievraag 1

(8)

belangrijke knelpunt. Het resultaat hiervan zal gebruikt worden om de agenda voor de workshop op donderdag 14 november te bepalen.

10. Hierna zal DTe aan de hand van de reacties en workshops haar standpunten bepalen ten aanzien van aanpassingen aan de TarievenCode. DTe zal de conclusies in december overleggen aan EnergieNed sectie Netbeheer die vervolgens de TarievenCode kan wijzigen na overleg met de representatieve organisaties. Een ontwerp voor wijziging van de TarievenCode kan dan voor 1 april 2003 bij DTe worden ingediend. Dit ontwerpbesluit wordt na een openbare voorbereidingsprocedure (3:13 Awb) van zes weken afgesloten met een hoorzitting in juni 2003. Hierna zal DTe de herziene TarievenCode vaststellen in juli 2003.

11. Bij de evaluatie van de TarievenCode zou kunnen blijken dat knelpunten alleen kunnen worden

weggenomen door een wetswijziging. Afhankelijk van de gegeven reacties kan DTe een daartoe strekkend advies geven aan de Minister van Economische Zaken.

Tabel 1. Tabel 1.Tabel 1.

Tabel 1. Indicatieve planningIndicatieve planning Indicatieve planningIndicatieve planning

16 september 2002 Publicatie informatie- en consultatiedocument evaluatie TarievenCode

1 november 2002 Reacties over dit infomratie- en consultatiedocument zijn binnen bij DTe

14 november 2002 Twee workshops over evaluatie TarievenCode

16 december 2002 Conclusies van de evaluatie door DTe overlegd aan EnergieNed sectie Netbeheer

1 april 2003 Voorstel voor wijziging van de TarievenCode door EnergieNed bij DTe ingediend

mei 2003 Ontwerp besluit af; start openbare voorbereidingsprocedure

juni 2003 Einde openbare voorbereidingsprocedure (eventueel na hoorzitting)

juli 2003 Besluit met aanpassingen van de TarievenCode

2.4

Koppeling met andere informatie- en consultatiedocumenten

12. Dit consultatiedocument heeft overlap met twee andere consultatiedocumenten die nog in 2002 worden gepubliceerd:

a. Informatie- en consultatiedocument regulering TenneT in de tweede reguleringsperiode; b. Informatie- en consultatiedocument over tweede reguleringsperiode.

13. DTe zal in het vierde kwartaal een informatie- en consultatiedocument over de regulering van TenneT, de beheerder van het landelijk hoogspanningsnet, publiceren. Naar aanleiding van de consultatie over de TarievenCode zou geconcludeerd kunnen worden dat het wenselijk is om de TarievenCode te splitsen in een gedeelte voor distributienetten en een gedeelte voor het transmissienet. Er ontstaat dan een specifiek deel dat op TenneT is gericht. Zie hiervoor hoofdstuk zeven.

(9)

dienstverlening van die netbeheerders. Er zijn raakvlakken met de TarievenCode, met behulp waarvan die toegestane omzet in rekening gebracht wordt bij de gebruikers, met name met betrekking tot het

onderscheid tussen beïnvloedbare en beïnvloedbare kosten. De vraag welke kosten als niet-beïnvloedbaar en niet-beïnvloedbaar dienen te worden aangemerkt, wordt niet in de consultatie over de TarievenCode meegenomen, maar in de consultatie over de tweede reguleringsperiode. Hier wordt in hoofdstuk zes nader op ingegaan.

2.5

Status van dit informatie- en consultatiedocument

15. Dit informatie- en consultatiedocument betreft een voorlopige analyse met betrekking tot het transport van elektriciteit zoals geregeld in de TarievenCode. De standpunten en analyses van DTe in dit document zijn voorlopig van aard en kunnen naar aanleiding van reacties van respondenten en voortschrijdend inzicht worden aangepast. Het document bezit geen juridische status. Derhalve is DTe niet aan de inhoud van dit document gebonden.

16. Na publicatie van dit informatie- en consultatiedocument en parallel aan de consultatie kunnen er nog zaken in bezwaar of beroep in behandeling zijn of komen. Eventuele uitspraken over deze bezwaren of beroepen kunnen specifieke knelpunten al oplossen, of er kunnen juist nog niet gesignaleerde

knelpunten worden aangedragen. Hierdoor kunnen dus delen van dit informatie- en consultatiedocument niet meer relevant zijn.

2.6

Reacties op dit informatie- en consultatiedocument

17. Bij de meeste knelpunten staat geen expliciete vraag. De respondent wordt dan verzocht om zijn commentaar te leveren op de beschrijving en voorgestelde oplossing bij dit knelpunt; ieder knelpunt is dus een consultatievraag. Respondenten worden verzocht om hun commentaar te leveren onder vermelding van het paragraafnummer en de titel van het knelpunt. In dit informatie- en

consultatiedocument staan bovendien een aantal expliciete consultatievragen waarop de respondent gevraagd wordt te reageren onder vermelding van het nummer van de consultatievraag. Een overzicht van de expliciete consultatievragen is gegeven in bijlage 3. DTe gaat ervan uit dat de respondenten ook commentaar leveren indien de problemen niet correct zijn geformuleerd of indien er knelpunten zijn die nog niet genoemd worden.

18. Reacties op dit informatie- en consultatiedocument kunnen worden gezonden aan: Dienst uitvoering en toezicht Energie,

Onder vermelding van projectnummer 100804, Postbus 16326,

2500 BH Den Haag.

Reacties kunnen tevens worden verzonden per e-mail naar:

(10)

19. Reacties op dit informatie- en consultatiedocument dienen voor 1 november 2002 te zijn ontvangen. Indien bepaalde delen van reacties van respondenten vertrouwelijk zijn, wordt gevraagd om deze passages duidelijk te markeren.

2.7

Leeswijzer voor dit informatie- en consultatiedocument

20. Na een overzicht van de huidige TarievenCode worden de knelpunten besproken. Deze zijn verdeeld over vier hoofdstukken waarin per knelpunt steeds de huidige situatie, het probleem en de uitgangspunten voor het oplossen van het knelpunt worden behandeld. Deze hoofdstukken zijn:

Hoofdstuk 4 – Specifieke knelpunten - interpretaties; Hoofdstuk 5 – Specifieke knelpunten - correcties;

Hoofdstuk 6 – Algemene knelpunten - inconsistenties met regulering; Hoofdstuk 7 – Algemene knelpunten - prikkel voor lange termijn.

Voorafgaand aan deze hoofdstukken is steeds een samenvatting gegeven zodat de lezer snel kan inschatten welke onderdelen voor hem of haar relevant en interessant zijn.

21. Per knelpunt wordt aangegeven door welke marktpartij (netbeheerders, producenten, afnemers of overigen) het knelpunt is aangedragen. Daarnaast wordt aangegeven op welk artikel van de TarievenCode het knelpunt betrekking heeft en of het al naar voren is gekomen in bezwaar en beroep dat is

aangetekend tegen de TarievenCode of wijzigingen daarvan. Bij de bezwaren en beroepen is aangegeven wat de uitkomst van het bezwaar of beroep, indien bekend, is. Hieronder is een voorbeeld van zo’n kop weergegeven:

Netbeheerder Artikel 0.0.0

Producent Bezwaar ja gegrond/ongegrond

Afnemers Beroep neen

Overig

(11)

3

Huidige TarievenCode en beoogde effecten

3.1

Huidige TarievenCode

23. Hieronder wordt de huidige TarievenCode schematisch weergegeven. De TarievenCode is in zijn geheel bijgevoegd in bijlage 6. Volgens artikel 27 tot en met 30 E-wet bestaat de TarievenCode uit drie soorten tarieven:

a. het aansluittarief waarvoor afnemers worden aangesloten op een net;

b. het transporttarief waarvoor het transport van elektriciteit wordt uitgevoerd ten behoeve van afnemers, ongeacht de plaats van opwekking of ontvangst van de elektriciteit;

c. het systeemdienstentarief voor de dekking van de systeemdiensten en het handhaven van de energiebalans.

24. De kosten die gedekt worden in de verschillende onderdelen van de TarievenCode zijn:

Tarief/onderdeelTarief/onderdeel Tarief/onderdeelTarief/onderdeel Kosten gedektKosten gedektKosten gedektKosten gedekt

Aansluittarief Aansluittarief Aansluittarief

Aansluittarief

Aansluiten • initiële investeringskosten, periodieke

onderhoudskosten.

Verbreken of wijzigen • projectkosten.

Transporttarief Transporttarief Transporttarief

Transporttarief

Transport Afhankelijk Verbruikers

Tarief (TAVT) • aanleg, onderhoud en afschrijving van de infrastructuur;

• energie voor compensatie van netverliezen

en opheffen van netwerkbeperkingen;

• operationele lasten, kapitaalslasten.

Blindenergie • kosten voor blindvermogen.

Transport onafhankelijk tarief • meteropname, databeheer etc.

(12)

25. Voor verschillende categorieën gebruikers worden verschillende tariefdragers gehanteerd. Het transporttarief bestaat uit een vastrecht en een tarief op verbruiksbasis. Dit laatste tarief heeft kW en kWh als tariefdrager. De mate waarin in kW of kWh als kostenbasis dient verschilt per

gebruikerscategorie zoals in onderstaande tabel weergegeven.

Tarief/onderdeelTarief/onderdeel Tarief/onderdeelTarief/onderdeel CategorieCategorieCategorieCategorie TariefdragerTariefdragerTariefdrager Tariefdrager

Aansluittarief Aansluittarief Aansluittarief

Aansluittarief

Aansluiten <10 MVA; vast bedrag per aansluitwaarde; periodieke vergoeding.

>10 MVA. voorcalculatie van projectkosten;

periodieke vergoeding.

Verbreken of wijzigen voorcalculatie van projectkosten. Transporttarief

Transporttarief Transporttarief

Transporttarief

Transport Afhankelijk Verbruikers

Tarief (TAVT) EHS, HS,TS; kW:kWh als 100:0;

MS; kW:kWh als 50:50; LS; kW:kWh als 16:84; LS < 3*25A. kW:kWh als 0:100. Blindenergie < MS of >= MS. kVarh.

Transport onafhankelijk tarief Netniveau. kosten per gebruiker. Systeemdienstentarief

Systeemdienstentarief Systeemdienstentarief

Systeemdienstentarief kWhafgenomen + kWhzelf opgewekt.

3.2

Beoogde effecten van de TarievenCode

3.2.1 3.2.13.2.1

3.2.1 Belangen bij vaststellen van de TarievenCode

26. In artikel 36 E-wet is bepaald dat DTe de tariefstructuur en voorwaarden vaststelt met inachtneming van: a. het belang van betrouwbaar, duurzaam, doelmatig en milieuhygiënisch verantwoord functioneren

van de elektriciteitsvoorziening;

b. het belang van de bevordering van de ontwikkeling van het handelsverkeer op de elektriciteitsmarkt; c. het belang van de bevordering van het doelmatig handelen van afnemers;

d. het belang van een goede kwaliteit van de dienstverlening van netbeheerders.

(13)

4

Specifieke knelpunten – interpretatie

4.1

Samenvatting hoofdstuk

27. Ongeveer éénderde van de aangegeven knelpunten betreft volgens DTe problemen rond de interpretatie van de TarievenCode. Er is met name onduidelijkheid over welke kosten gedekt worden door een tarief, welke keuzevrijheid de afnemer heeft en over een aantal specifieke transporttarieven van de

netbeheerder. 4.1.1

4.1.14.1.1

4.1.1 Aansluiting

28. Netbeheerders hebben aangegeven in sommige gevallen extra kosten voor het aansluittarief in rekening te willen brengen of specifieker te willen differentiëren naar soorten aansluiting. Voor deze gevallen stelt DTe voor om de huidige situatie te verhelderen. De knelpunten zijn:

a. onderscheid tussen seriematige en maatwerk aansluiting: in de huidige situatie vindt kruissubsidiëring plaats van goedkope seriematige aansluitingen naar duurdere maatwerk aansluitingen. DTe stelt dat dit bij het reguleren van een markt een onvermijdelijk effect is dat, mits niet te groot, wordt

getolereerd;

b. doorberekening van lokale belastingen en precario: deze belastingen verschillen per gemeente, hierdoor ontstaat kruissubsidiëring tussen gemeenten met hoge en gemeenten met lage heffingen. DTe is van mening dat de kosten van verdere differentatie van de tarieven niet opwegen tegen de kosten van de kruissubsidiëring;

c. definitie van onderhoudskosten van de aansluiting: er is onduidelijkheid of de kosten voor vervanging van de aansluiting gedekt worden door het aansluittarief. In de toelichting staat al vermeld: “de kosten voor onderhoud worden periodiek in rekening gebracht en zijn er op gericht om de aansluiting in stand te houden”. Dit zou opgenomen kunnen worden in de TarievenCode.

29. Onduidelijkheid over de keuzevrijheid die afnemers en netbeheerders hebben bij het aansluittarief heeft geleid tot vier knelpunten:

a. aantal aansluitingen op private netten: private netten (bijvoorbeeld Schiphol) kunnen meerdere aansluitingen hebben, hierdoor is het niet duidelijk over hoeveel aansluitingen ze tarieven moeten betalen. De situatie is analoog aan die van regionale netbeheerders die een aantal koppelpunten met het landelijk hoogspanningsnetwerk hebben;

b. definitie aansluiting; meerdere verbindingen met het net: indien meerdere aansluitingen op het net aanwezig zijn doet zich een aantal problemen voor. Deze problemen hebben betrekking op het bepalen van het aantal aansluitingen en het sommeren dan wel salderen over meerdere

aansluitingen. Er is standaard sprake van één aansluiting tenzij er onduidelijkheid ontstaat over welk tarief gehanteerd moet worden, zoals bij verbindingen met verschillende netvlakken;

(14)

d. verandering van afname: het star vasthouden aan de koppeling tussen aansluitcategorie en categorie voor transporttarieven, kan bij veranderingen tot problemen lijden. Afnemers moeten kunnen anticiperen op toekomstige groei, of aanpassen op lagere afname dan verwacht.

30. Inpassen van delen van het Toetsingskader Aansluittarieven in de TarievenCode: in het Toetsingskader aansluittarieven staat uit welke onderdelen een aansluittarief opgebouwd mag worden. Om dit

Toetsingskader ook een juridische basis te geven zou het (gedeeltelijk) opgenomen kunnen worden in de TarievenCode.

4.1.2 4.1.24.1.2

4.1.2 Transport

31. Netbeheerders hebben aangeven problemen te hebben met onderdelen van de transporttarieven: a. verschil in berekeningsbasis (kW en kWh) tussen netvlakken: netbeheerders betalen voor inkoop van

hogere netvlakken op basis van capaciteit en verkopen zelf deels op basis van volume. Omdat de kostenpost ‘inkoop transport’ geldt als niet-beïnvloedbaar, kan voor fouten gecorrigeerd worden met nacalculatie zodat dit geen probleem oplevert;

b. tarief voor blindlast is niet effectief: de prikkel die uitgaat van een tarief voor blindlast, lijkt niet goed ingezet te worden. Het staat netbeheerders vrij om, zolang de toegestane omzet niet wordt overschreden, dit tarief te verhogen;

c. blindlast per richting: de prikkels voor het opheffen van blindlast werken elkaar soms tegen. Dit hoeft niet. Het staat netbeheerders vrij een vergoeding te verstrekken aan afnemers die juist helpen blindlast op te heffen.

4.1.3 4.1.34.1.3

4.1.3 Systeemdiensten

(15)

4.2

Aansluiting

4.2.1 4.2.14.2.1

4.2.1 Onderscheid tussen seriematige en maatwerk aansluiting

Netbeheerder Artikel 2.2.2

Producent Bezwaar neen

Afnemers Beroep neen

Overig Situatie

33. Het tarief voor de aansluiting wordt per netbeheerder vastgesteld. Voor aansluitingen tot 10 MVA zijn tarieven vastgesteld, zodat elke afnemer met dezelfde aansluitcapaciteit, binnen het werkgebied van een netbeheerder, wordt geconfronteerd met dezelfde aansluittarieven. Kostenverschillen tussen

aansluitingen met dezelfde capaciteit worden niet doorberekend aan de afnemer, die dus een gemiddeld tarief betaalt.

Probleem

34. In de huidige situatie vindt kruissubsidiëring plaats van goedkope, seriematige, aansluitingen naar dure, maatwerk aansluitingen. Het aanleggen van een aansluiting in een gebied waar vele aansluitingen tegelijkertijd worden verwezenlijkt is bijvoorbeeld goedkoper dan het aansluiten van een enkel object in een bestaande situatie. Dit verschil komt onder andere tot uitdrukking bij het realiseren van

aansluitingen in nieuwbouwwijken en nieuwe bedrijventerreinen die door het seriematige karakter goedkoper zijn aan te leggen dan maatwerk aansluitingen.

35. Het probleem heeft ook betrekking op de periodieke vergoeding van de aansluiting, omdat onderhoudskosten van de aansluiting kunnen verschillen per wijk.

Oplossing

36. Bij het indelen van afnemers in bepaalde categorieën is er altijd sprake van een zekere mate van standaardisatie. Voor geen enkele afnemer is exact dezelfde oplossing mogelijk en dus, als de afnemers in categorieën worden ingedeeld is er enige frictie tussen de kosten van de aansluiting en het tarief. Dit heeft tot gevolg dat er altijd enige mate van kruissubsidiëring is. Er moet een afweging worden gemaakt tussen een efficiënt en werkbaar tarievensysteem, met een beperkt aantal categorieën en een systeem met heel veel categorieën, dat niet meer gemakkelijk is toe te passen.

37. DTe is van mening dat het toevoegen van categorieën voor maatwerkaansluitingen en

(16)

4.2.2 4.2.24.2.2

4.2.2 Doorberekening van lokale belastingen en precario

Netbeheerder Artikel 2.3.2

Producent Bezwaar neen

Afnemers Beroep neen

Overig Situatie

38. Het éénmalige aansluittarief is opgebouwd uit een in artikel 28 eerste lid E-wet bepaald vast aantal componenten. Deze componenten zijn opgenomen in de TarievenCode als knip, beveiliging en

verbinding. Hiervan kan door de netbeheerder niet worden afgeweken en hij kan dus geen componenten toevoegen.

Probleem

39. In sommige gemeenten dienen zogenaamde precarioheffingen (recht om kabel in openbare grond te hebben liggen) te worden afgedragen en worden kosten in rekening gebracht voor het herstellen van de openbare ruimte na het aanleggen van een aansluiting. Er kan binnen het werkgebied van een

netbeheerder kruissubsidiëring plaats vinden tussen afnemers in gemeenten met lage precarioheffingen en herstelkosten van de openbare ruimte en gemeenten met hoge.

Oplossing

(17)

4.2.3 4.2.34.2.3

4.2.3 Definitie van onderhoudskosten van de aansluiting

Netbeheerder Artikel 2.3.1c

Producent Bezwaar neen

Afnemers Beroep neen

Overig Situatie

41. In artikel 2.3.1c van de TarievenCode staat momenteel dat één van de drie tariefdragers van de

aansluitdienst “een periodieke vergoeding in guldens per maand ter dekking van de onderhoudskosten” is. Er is onduidelijkheid over wat onder onderhoudskosten wordt verstaan.

Probleem

42. Er is in sommige gevallen onduidelijkheid of ook vervangingskosten deel uit maken van de

onderhoudskosten. In de toelichting wordt uitgelegd dat dit het geval is. Afnemers worden maar één keer geconfronteerd met een éénmalige bijdrage bij de aansluiting op het net. Daarna zijn zij tot in de

eeuwigheid gevrijwaard van een (hoge) éénmalige bijdrage bij vervanging van de aansluiting. Deze zal de netbeheerder moeten dragen. Dit volgt rechtstreeks uit artikel 28, eerste lid, sub b en c E-wet, waarin duidelijk is genoemd dat het tarief is bedoeld voor het tot stand brengen en in stand houden van de verbinding.

43. Op dit moment stelt DTe geen afzonderlijke maximum tarieven vast voor de periodieke vergoeding voor de meerlengte van aansluitingen langerdan 25 meter. Een aantal netbeheerders heeft aangegeven de behoefte te hebben deze tarieven in rekening te brengen. Voor de eenmalige aansluiting bestaat er immers wel een tarief (in EUR/meter) voor aansluitingen langer dan 25 meter. Deze netbeheerders hebben bijvoorbeeld te maken met dunbevolkte en uitgestrekte gebieden. Hierdoor komt het veelvuldig voor dat een aansluiting langer is dan de maximale 25 meter. Zij verwachten dat dergelijke aansluitingen in de toekomst zullen toenemen. De kosten die gemoeid gaan met het onderhoud hiervan, worden niet gedekt door een tarief.

Oplossing

44. In de toelichting op artikel 2.2.1 wordt impliciet gesteld dat vervangingskosten onderdeel uitmaken van de onderhoudskosten door de volgende zin: “de kosten voor onderhoud worden periodiek in rekening gebracht en zijn er op gericht om de aansluiting in stand te houden”. Als voor de instandhouding vervangingsinvesteringen in apparatuur dienen te worden gedaan, komen deze dus voor rekening van de netbeheerder. Opnemen van deze zin in de TarievenCode zelf, eventueel aangevuld met een explicietere onderbouwing, zal op dit punt de onduidelijkheid wegnemen.

(18)

46. Er is nog een andere oplossing mogelijk, maar daar is een wijziging van de E-wet voor nodig. De definitie van een aansluiting in de E-wet luidt nu: “één of meer verbindingen tussen een net en een onroerende zaak als bedoeld in artikel 16, onderdelen a tot en met d, van de Wet Waardering onroerende zaken…”. Dit zou gewijzigd kunnen worden in: “één of meer verbindingen tussen de grens van het perceel en een onroerende zaak als bedoeld in artikel 16, onderdelen a tot en met d, van de Wet Waardering onroerende zaken… ”. Hieruit volgt dat het net dan loopt tot aan de rand van het perceel van de afnemer (figuur 1). Voor aanleg en onderhoud van het net betaalt de afnemer dan via het transporttarief, en voor aanleg en onderhoud van het deel dat op het perceel betaalt de afnemer via het aansluittarief. Implementatie van deze wetswijziging zou leiden tot een oplossing van dit probleem. DTe zou deze oplossing als advies aan de Minister van Economische Zaken over kunnen nemen.

net Afnemer

Figuur 1

Nu (links) loopt de aansluiting (----) van het netwerk tot de verbinding met het onroerend goed (OG). Een andere definitie is dat de aansluiting loopt van de van het perceel (RP) tot aan het onroerend goed (OG), zodat het deel buiten het perceel bij het netwerk hoort. Hiervoor is een wetswijziging nodig.

(19)

4.2.4 4.2.44.2.4

4.2.4 Aantal aansluitingen in geval van private netten

Netbeheerder Artikel -

Producent Bezwaar neen

Afnemers Beroep neen

Overig Situatie

47. In Nederland komen op diverse plaatsen private netten voor. Hierbij kan gedacht worden aan grote bedrijfsterreinen (bijvoorbeeld: Shell Moerdijk) en luchthavens (bijvoorbeeld: Schiphol). Deze bedrijven beheren een eigen elektriciteitsnet dat is aangesloten op het net van (een) aangrenzende

netbeheerder(s). Probleem

48. Op basis van de huidige TarievenCode is niet eenduidig te bepalen hoeveel aansluitingen private netten hebben op het netwerk van een netbeheerder, met als gevolg dat hierover onduidelijkheid ontstaat. Oplossing

49. Bovenstaande situatie kan goed vergeleken worden met de situatie van aansluitingen van regionale netbeheerders op netten van andere regionale netbeheerders of het net van TenneT. Deze partijen zijn door middel van onderling overleg gekomen tot oplossingen. DTe is van mening dat dit ook het

(20)

4.2.5 4.2.54.2.5

4.2.5 Definitie aansluiting; meerdere verbindingen met het net

Netbeheerder Artikel -

Producent Bezwaar neen

Afnemers Beroep neen

Overig Situatie

50. In artikel 1 lid 1 sub b E-wet is een aansluiting gedefinieerd als één of meer verbindingen tussen een onroerende zaak en het net. Sommige afnemers hebben meerdere verbindingen met het net. Dit kunnen meerdere verbindingen zijn met hetzelfde net of met verschillende netvlakken. De historische reden om meerdere verbindingen te realiseren kunnen uiteenlopen. Enerzijds kan het op verzoek van de afnemer zijn, met als doel bijvoorbeeld extra zekerheid. Anderzijds kan de netbeheerder voor de oplossing gekozen hebben, bijvoorbeeld omdat een net te weinig capaciteit had om aan de totale vraag van de afnemer te kunnen voldoen. De capaciteit is vervolgens gesplitst over twee netten. Heden ten dage is in veel gevallen niet meer te achterhalen wat destijds de beweegredenen waren om te kiezen voor een bepaalde configuratie.

Probleem

51. Afnemers hebben in sommige gevallen onenigheid met de netbeheerder over het aantal aansluitingen. Per aansluiting moet de periodieke vergoeding van de aansluiting en het vastrecht transport worden vergoed. Tevens is het aantal aansluitingen van belang bij het berekenen van het transportafhankelijk verbruikerstarief (TAVT), omdat dit mede bepaald of de stromen over de verschillende verbindingen mogen worden gesommeerd en gesaldeerd. Afnemers willen dat er gesommeerd wordt over de

verschillende verbindingen en afnemers die tevens invoeden, willen dat de stromen over de verschillende verbindingen worden gesaldeerd.

Oplossing

52. Bij het bepalen of salderen of sommeren is toegestaan, dient onderscheid te worden gemaakt tussen een afnemer die alleen elektriciteit afneemt en een afnemer die ook elektriciteit invoedt op het net.

Alleen afnemer

53. Naar de mening van DTe behoort, gezien de definitie in de Elektriciteitswet, het uitgangspunt te zijn dat meerdere verbindingen tussen een net en onroerende zaak in principe beschouwd dienen te worden als één aansluiting (figuur 2). In sommige gevallen is het echter niet mogelijk hier een praktische invulling aan te geven. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan de situatie waarbij de afzonderlijke

verbindingen met het net op verschillende spanningsniveaus zijn gerealiseerd en dus verschillende transporttarieven hebben. DTe is van mening dat als deze “één-aansluiting-benadering” tot

(21)

54. Voor het bepalen van het TAVT is het van belang of het al dan niet is toegestaan stromen te sommeren. Onder sommeren wordt verstaan het bij elkaar optellen van elektriciteitstransporten over meerdere verbindingen met “hetzelfde teken”. Ter verheldering wordt een voorbeeld uitgewerkt:

Afname kW

tijdstip 1 Afname kW tijdstip 2 Afname kW tijdstip 3 Maximale afname kW

Verbinding a 35 60 10 60

Verbinding b 35 10 60 60

Totale afname 70 70 70 120

55. Bij een afnemer met een aansluiting met twee verbindingen met het net kan de situatie uit bovenstaande tabel voorkomen. Gedurende de tijd verandert het afnamepatroon van de twee verbindingen. De totale maximale afnamehoeveelheid ter bepaling van de kWmax in het TAVT over de aansluiting kan op twee

manieren worden bepaald. Enerzijds kunnen de maximale kW van de beide verbindingen afzonderlijk MS net Afnemer A1 A2 MS net Afnemer A1 A2 Figuur 2

Voor verbindingen op hetzelfde netvlak (links) is sommeren toegestaan. Hierdoor onstaat effectief de situatie alsof er maar één verbinding is (rechts).

Figuur 3

Voor verbindingen op verschillend netvlak is sommeren niet toegestaan omdat de netvlakken verschillende tariefdragers en tarieven hebben.

MS net Afnemer

A1 A2

(22)

worden vastgesteld en vervolgens bij elkaar opgeteld. De kWmax is dan 120. Anderzijds kan naar het

maximum worden gekeken dat zich op een bepaald tijdstip op beide verbindingen samen voordoet. De kWmax zou dan op 70 worden vastgesteld. De laatste methode wordt sommeren genoemd (figuur 2).

56. Naar de mening van DTe dient er gesommeerd te worden als men aan de hand van bovenstaande criteria tot de conclusie komt dat de aansluiting als één verbinding met het net moet worden beschouwd. Dit is logisch want er worden op het net geen extra kosten veroorzaakt dan wanneer er één enkele verbinding met het net zou zijn.

Afnemer en producent

57. In het geval van een afnemer die ook elektriciteit invoedt op het net is de situatie anders. Ook hier behoort het uitgangspunten te zijn dat meerdere verbindingen als één dienen te worden beschouwd tenzij dit niet anders kan. Echter, er kan zich de situatie voordoen waarbij er gelijktijdig wordt ingevoed en afgenomen van het net. In dat geval loopt er een stroom van productie naar afname via het netwerk van de netbeheerder ook al is dit maar over een korte afstand. Dus veroorzaakt de afnemer kosten voor de netbeheerder (figuur 4). Deze stromen mogen niet gesaldeerd worden: als bijvoorbeeld 10 MW op het net wordt gezet en er wordt tegelijkertijd 30 MW van het net afgenomen, dan is de basis voor het transporttarief 30 MW en niet 30 – 10 = 20 MW wat bij salderen het geval zou zijn. Dit standpunt is ook in overeenstemming met artikel 29, lid 1 E-wet waar is bepaald dat het transporttarief onafhankelijk is van de afgelegde afstand. Om gebruik van het netwerk te voorkomen staat het de producent vrij zelf een verbinding tussen zijn verschillende productie-eenheden of tussen productie en afname aan te leggen.

Afname Productie Meter

Stroomrichting Legenda bij figuren

A2 P2 MS net Afnemer A1 P2 MS net Afnemer A1 P2 Figuur 4

(23)

4.2.6 4.2.64.2.6

4.2.6 Verlagen van de grens waarop op voorcalculatorische basis de aansluiting wordt gerealiseerd

Netbeheerder Artikel 2.3.3A

Producent Bezwaar neen

Afnemers Beroep neen

Overig Situatie

58. De TarievenCode en het Toetsingskader Aansluittarieven bepalen dat aansluitingen boven 10 MVA op voorcalculatorische wijze worden vastgesteld. Dit houdt in dat een de factuur gebaseerd is op de projectkosten van de specifieke aansluiting. Netbeheerders mogen zelf hun aansluitcategorieën indelen. Hierdoor is de grens in sommige gevallen verlaagt van 10 tot 3 MVA.

Probleem

59. Boven 10 MVA kan door afnemers in overleg met de netbeheerder een oplossing worden ontworpen die goed aansluit op de behoefte van de afnemers. Onder 10 MVA is in het Toetsingskader Aansluittarieven een standaard aansluitconfiguratie vastgesteld gekoppeld aan een maximum prijs, waarin wordt vastgesteld uit welke componenten de aansluiting is opgebouwd. Deze oplossing is niet voor alle afnemers de meest efficiënte oplossing. In die gevallen vragen sommige afnemers of ze ook beneden 10 MVA een aansluiting op voorcalculatorische basis kunnen krijgen.

Oplossing

(24)

4.2.7 4.2.74.2.7

4.2.7 Verandering afname

Netbeheerder Artikel 2.3.3, 3.7.3

Producent Bezwaar neen

Afnemers Beroep neen

Overig Situatie

61. Artikel 3.7.3 bepaalt dat de indeling van de categorieën aansluitcapaciteit en transportcapaciteit per netbeheerder gelijk dient te zijn. Netbeheerders en afnemers interpreteren dit artikel in sommige gevallen als volgt: bij een aansluiting in een bepaalde categorie dient de gecontracteerde

transportcapaciteit ook daadwerkelijk in dezelfde categorie te vallen. Dit is niet correct want aansluitcapaciteit en transportcapaciteit hoeven niet in dezelfde categorie te vallen. Bij een bepaalde aansluitcategorie is het in ieder geval mogelijk de bijbehorende transportcategorie te contracteren. Een lagere transportcategorie kan als de afnemer dat wenst ook worden gekozen.

Probleem

62. Een te rigide interpretatie van dit artikel kan problemen opleveren bij verandering van de benodigde capaciteit. Hierbij kunnen twee situaties worden onderscheiden:

Stijging afname

63. Het wordt soms niet toegestaan dat een afnemer met een grote aansluiting een kleinere

transportcapaciteit dan behorend bij die aansluiting heeft. Dit levert een knelpunt op indien de afnemer met het oog op een verwachte groei in de afname een grote aansluiting laat aanleggen(zodat niet binnen enkele jaren een nieuwe investering nodig is), maar nog niet de bij deze aansluiting behorende capaciteit nodig heeft. De afnemer wordt nu geconfronteerd met een hoog transporttarief omdat een deel van het transporttarief is gebaseerd op kWgecontracteerd en dus onafhankelijk van de daadwerkelijke afname is. Dit

probleem is groter bij hogere aansluitniveaus omdat het aandeel kWgecontracteerd in het transporttarief

toeneemt naarmate hetaansluitniveau groter wordt. Daling afname

64. Een lager transportcategorie dan aansluitcategorie kan bijvoorbeeld ook gewenst zijn als de afnemer in het verleden een grote aansluiting heeft laten aanleggen (of een pand heeft overgenomen met een grote aansluiting) maar nu geen behoefte meer heeft aan de bijpassende grote transportcapaciteit. Het wordt soms niet toegestaan dat een afnemer de transportcapaciteit verkleint zonder de aansluiting te

veranderen in een kleinere. De afnemer wordt nu geconfronteerd met hogere kosten omdat hij kWgecontracteerd hoger is.

Oplossing

(25)

afnemers maar één maal per jaar de transportcapaciteit veranderen, zodat afnemers hierdoor niet steeds hun kWgecontracteerd aan kunnen passen zodra kWmax hoger wordt. De capaciteit voor de aansluiting kan dus

(26)

4.2.8 4.2.84.2.8

4.2.8 Inpassen van delen van het Toetsingskader Aansluittarieven in de TarievenCode

Netbeheerder Artikel -

Producent Bezwaar nee

Afnemers Beroep nee

Overig Situatie

66. Naast de TarievenCode bestaat het DTe document “Toetsingskader Aansluittarieven” (zie bijlage 7) uit mei 2000. In dit document is nader uitgewerkt op welke wijze de aansluittarieven dienen te zijn opgebouwd. Als voorbeeld kan genoemd worden de wijze waarop de lengte van de aansluiting wordt bepaald. DTe ontvangt hier regelmatig klachten over. In het toetsingskader wordt bepaald of de aan te leggen aansluiting langer is dan 25 meter en derhalve of en zo ja hoeveel, extra meters meerlengte de afnemer moet betalen.

Probleem

67. Het probleem van het bovengenoemde Toetsingskader is dat er onduidelijkheid bestaat over de juridische status van het document. Hierdoor ontstaan er discussies omtrent de handhaafbaarheid van de in het Toetsingskader bepaalde. Terugkomend op bovengenoemd voorbeeld houdt dit in dat er discussies ontstaan tussen afnemers en netbeheerders over de bepaling van de meerlengte van de aansluiting.

Oplossing

68. Door opname van delen uit het Toetsingskader in de TarievenCode zal naar de mening van DTe een einde komen aan de onduidelijkheid omtrent de juridische status en derhalve de handhaafbaarheid. In het geval van het gebruikte voorbeeld zou dit ertoe kunnen leiden dat de bepaling omtrent het vaststellen van de lengte van de aansluiting, zoals vermeld in het toetsingskader, wordt opgenomen onder artikel 2.1 van de TarievenCode.

Consultatievraag 2

(27)

4.3

Transport

4.3.1 4.3.14.3.1

4.3.1 Verschil berekeningsbasis (kW en kWh) tussen netvlakken

Netbeheerder Artikel 3.7

Producent Bezwaar neen

Afnemers Beroep neen

Overig Situatie

70. Binnen de cascadesystematiek is er sprake van een aantal verschillende tariefdragers. Op hogere netvlakken wordt met name gerekend in capaciteit (kW) terwijl op lagere netvlakken veel wordt gerekend in verbruik (kWh). Centraal binnen deze cascade staat dat de hogere netvlakken deels betaald worden door de gebruikers van de lager gelegen netten. Netbeheerders van lager gelegen netvlakken krijgen via de cascade een deel van de kosten van de hoger gelegen netten, uitgedrukt in kW, doorbelast. Deze tariefdragers zijn vastgesteld door de Ministerie van Economische Zaken (artikel 29 lid 3 E-wet). Probleem

71. Er is geen één op één relatie tussen de gebruikte capaciteit (kW) en gebruikte energie (kWh). Hierdoor is het moeilijk te bepalen hoeveel euro per kWh in het tarief dat de netbeheerder in rekening brengt bij haar afnemers moeten worden doorbelast om aan de kosten van het hoger gelegen net, gemeten in capaciteit (kW) te voldoen.

Oplossing

72. Binnen de regulering wordt inkoop transport beschouwd als niet-beïnvloedbaar, omdat verandering in deze kostenpost wordt veroorzaakt door verplaatsing van de productieinzet. Deze verplaatsing is een direct gevolg van de liberalisering van levering en productie. De netbeheerders hebben hier dus geen invloed op. Aangezien netbeheerders met een systeem van voor- en nacalculatie voor eventuele

(28)

4.3.2 4.3.24.3.2

4.3.2 Tarief voor blindlast is niet effectief

Netbeheerder Artikel 3.9.1/2/3

Producent Bezwaar neen

Afnemers Beroep neen

Overig Situatie

73. Artikel 2.1.5.6 van de NetCode stelt regels met betrekking tot de uitgewisselde blindenergie, ook wel blindlast genoemd. Deze blindlast dient, in de ogen van de netbeheerder, zoveel mogelijk door de gebruiker zelf te worden opgelost. De resterende blindlast wordt door de netbeheerder verholpen. Hiervoor bepaalt artikel 3.9.1 van de TarievenCode een blindenergietarief, waarbij kVArh als tariefdrager wordt gebruikt.

Probleem

74. Een aantal netbeheerders brengt geen, of een laag, tarief voor blindlast in rekening. Gebruikers lijken over het algemeen geen of weinig moeite te doen om hun blindlast onder controle te krijgen, waardoor het aan de netbeheerders is de blindlast op te compenseren. Hierdoor kunnen de totale lasten voor het compenseren van blindlast hoger uitvallen dan noodzakelijk. Aangezien de gemaakte kosten voor het tenietdoen van blindlast onder de zogenaamde niet-beïnvloedbare kosten van de netbeheerder vallen, worden deze kosten uitgesmeerd over alle gebruikers en niet toegerekend aan de veroorzakers. Oplossing

75. Mochten de tarieven te laag zijn om de afnemers te motiveren zelf de blindlast op te lossen, dan kan de netbeheerder tarieven instellen of verhogen totdat dit wél het geval is. Hiervoor is geen aanpassing van de TarievenCode noodzakelijk. Het staat de netbeheerders namelijk vrij tarieven voor blindlast in hun tarievenmandjes op te nemen. Hierdoor kunnen afnemers geprikkeld worden om zelf de blindlast problemen op te heffen.

(29)

4.3.3 4.3.34.3.3

4.3.3 Blindlast per richting

Netbeheerder Artikel 3.9.3

Producent Bezwaar neen

Afnemers Beroep neen

Overig Situatie

77. De uitgewisselde blindenergie, ook wel blindlast genoemd, wordt voor tarifering onderscheiden in inductieve en capacitieve blindlast. De tarieven die voor het veroorzaken van blindlast in rekening worden gebracht worden weergegeven in kVArh. Kenmerkend is dat inductieve en capacitieve blindlast tegengesteld zijn en daardoor elkaars effecten grotendeels teniet doen.

Probleem

78. Een netbeheerder, die met name verbruikers heeft die inductieve blindlast produceren, zal per saldo meer blindlast krijgen indien een verbruiker met capacitieve blindlast deze zelf oplost om het tarief voor capacitieve blindlast te vermijden. Hierdoor dalen enerzijds tariefinkomsten van de netbeheerders voor blindlast en zullen anderzijds de kosten voor het teniet doen van de blindlast toenemen. Het gevolg is dat er hogere kosten voor blindlast zullen ontstaan, waardoor per saldo de tarieven zullen toenemen. Oplossing

79. De netbeheerder kan, op basis van de eigen omstandigheden, positieve of negatieve blindlasttarieven per netvlak voorstellen voor respectievelijk inductieve en capacitieve blindlast. Hiermee worden de werkelijke kosten voor blindlast doorberekend aan de afnemer waardoor de juiste prikkels worden afgegeven. Vooralsnog ziet DTe dan ook geen reden hiervoor de TarievenCode aan te passen.

80. In de volgende reguleringsperiode is DTe van plan om de kosten voor blindlast die nu als

niet-beïnvloedbaar worden aangemerkt, als beïnvloedbare kosten te verwerken. Hierdoor zal de netbeheerder geprikkeld worden om de aanwezige blindlast op zo efficiënt mogelijke wijze af te handelen. Vooralsnog ziet DTe dan ook geen reden hiervoor de TarievenCode aan te passen. Over de behandeling van deze kosten wordt in het vierde kwartaal van 2002 geconsulteerd in het kader van de tweede

(30)

4.4

Systeemdiensten

4.4.1 4.4.14.4.1

4.4.1 Teveel kosten van het koppelnet worden doorbelast

Netbeheerder Artikel 4.2.1.c, 4.3.1.

Producent Bezwaar ja – ongegrond

Afnemers Beroep ja – ongegrond

Overig Situatie

81. De kosten van het handhaven van de robuustheidfunctie van het 220/380 kV net worden meegenomen in het Systeemdienstentarief. Dit is circa de helft van de kosten van het landelijk hoogspanningsnet. Het landelijk hoogspanningsnet is dubbel uitgevoerd (‘n-1’) zodat het reserve netwerk de taak van het primaire netwerk kan overnemen in het geval van een storing. De andere helft wordt toegerekend aan het Transporttarief. De tariefdrager voor het systeemdienstentarief is het verbruik in kWh. Het verbruik betreft hier de afname van elektrische energie van het net. Voor zelfproducenten betreft het ook het verbruik dat gedekt wordt door het bij de afnemer opgestelde eigen elektriciteitsproductiemiddel, doch exclusief het bedrijfsverbruik van dit productiemiddel.

Probleem

82. Een aantal zelfproducenten vindt dat deze kostenpost in het Transporttarief thuis hoort. In het huidige systeem zouden ze teveel moeten betalen voor een dienst waar ze naar eigen zeggen niet van profiteren. Zij moeten immers ook systeemdiensten – en dus voor robuustheid – betalen over de zelf opgewekte elektriciteit.

Oplossing

(31)

5

Specifieke knelpunten – correctie

5.1

Samenvatting hoofdstuk

In dit hoofdstuk worden knelpunten besproken waardoor aanpassing van de TarievenCode gewenst is. 5.1.1

5.1.15.1.1

5.1.1 Aansluiting

84. Voor twee soorten aansluitingen voldoet de huidige tariefstructuur niet doordat zij teveel verschillen van standaard aansluitingen:

a. tijdelijke aansluitingen: er is geen apart tarief voor tijdelijke aansluitingen. Hiervoor zou een oplossing moeten komen, hetzij met een speciaal tarief, hetzij door het permanent beheren van de

aansluiting;

b. aansluiting openbare verlichting en overige straatmeubilair: aanleg en onderhoud van deze

aansluitingen hebben een ander kostenniveau dan normale aansluitingen. Hiervoor zou een apart tarief kunnen komen.

85. Twee knelpunten zouden worden opgelost door meer gedetailleerde regulering:

a. intransparantie van tarieven die op voorcalculatorische wijze worden vastgesteld::facturen voor

aansluitingen waar geen standaard tarief voor is, vertonen grote verschillen in hoogte en opbouw. In eerste instantie zou de opbouw kunnen worden vastgelegd in een aantal standaardcomponenten. Indien nodig zou ook het tarief voor die componenten gereguleerd kunnen worden;

b. niet gereguleerde tarieven: de oplossing zou gelijk aan bovenstaande oplossing kunnen zijn. 86. Bij verzoeken voor meerdere aansluitingen, bijvoorbeeld voor concrete afnemers, of te ontwikkelen

gebieden, is niet goed geregeld hoeveel kosten voor rekening van de netbeheerder komen:

a. uitbreiding van het netwerk bij meerdere verzoeken: een netbeheerder kan het netwerk uitbreiden en dan korte aansluitingen leggen, of meerdere langere aansluitingen leggen. Door alle netten buiten het perceel van de afnemers te rekenen tot de infrastructuur van de netbeheerder wordt hier duidelijkheid geschapen. Hiervoor is wel een wijziging van de wet nodig;

b. investeringsrisico bij ontsluiting van Vinex-locaties en bedrijventerreinen: de netbeheerder die het netwerk aanlegt, draagt mede het risico van falen van de Vinex-locatie of het bedrijventerrein. Een deel van dit risico kan worden overgeheveld naar de projectontwikkelaar.

5.1.2 5.1.25.1.2

5.1.2 Transport

(32)

88. Weekdefinitie voor 600 uur regeling: de weekdefinitie voor afnemers die minder dan 600 uur per jaar gebruik maken van elektriciteitstransport sluit niet aan bij de praktijk in de sector. Dit zou aangepast kunnen worden.

5.1.3 5.1.35.1.3

5.1.3 Systeemdiensten

(33)

5.2

Aansluiting

5.2.1 5.2.15.2.1

5.2.1 Tijdelijke aansluitingen

Netbeheerder Artikel 2.2.2, 2.4.1, 2.4.3, 3.10.1

Producent Bezwaar neen

Afnemers Beroep neen

Overig Situatie

90. Er zijn tarieven vastgesteld voor het aansluiten van een afnemer op het net. Tevens is bepaald dat bij het afsluiten van de aansluiting de kosten éénmalig bij de afnemer in rekening worden gebracht.

Transportcontracten worden per jaar afgesloten. Probleem

91. In het geval een tijdelijke aansluiting is gewenst, bijvoorbeeld bij een kermisexploitant, worden afnemers geconfronteerd met dezelfde tarieven als voor een permanente aansluiting. Tevens worden zij

geconfronteerd met een jaarcontract voor transport dat (gedeeltelijk) is gebaseerd op capaciteit, terwijl maar gedurende maximaal enkele weken elektriciteit wordt afgenomen. Netbeheerders geven aan dat zij voor de éénmalige aansluiting geen andere tarieven mogen rekenen dan in tabel 2.3.3.C van de

TarievenCode worden vermeld om niet te discrimineren. Oplossing

92. DTe is van mening dat een oplossing kan worden gevonden in afspraken tussen gemeenten,

organisatoren van evenementen, elektrotechnische installatiebedrijven en netbeheerders. Zij dienen te overleggen over een oplossing van dit probleem, waarbij DTe denkt aan de mogelijkheid dat gemeenten of derden permanent een aansluiting beheren op het betreffende evenemententerrein. Van dit kastje kan in geval van een tijdelijk evenement elektriciteit worden afgenomen. De gemeente kan de kosten van de aansluiting en de transportkosten (en de afgenomen elektriciteit) bijvoorbeeld doorberekenen aan de organisator van het evenement in de huur van het evenemententerrein. In verscheidene gemeenten in Nederland is al een soortgelijke regeling getroffen, waarbij gemeenten, exploitanten zelf of derden de aansluiting permanent in beheer hebben.

93. DTe ziet in dat bovenstaande oplossing niet op korte termijn overal in Nederland gerealiseerd zal worden. Derhalve wordt momenteel in samenspraak met EnergieNed gewerkt aan een tijdelijke oplossing.

(34)

5.2.2 5.2.25.2.2

5.2.2 Aansluiting openbare verlichting en overig straat meubilair

Netbeheerder Artikel -

Producent Bezwaar neen

Afnemers Beroep neen

Overig Situatie

95. Net als bij reguliere aansluitingen wordt er bij het aansluiten van openbare verlichting (OV) en straatmeubilair geen onderscheid gemaakt naar de complexiteit van aansluitingen met een zelfde capaciteit. De huidige TarievenCode gaat er van uit dat OV en straatmeubilair als normale aansluitingen behandeld kunnen worden.

Probleem

96. Er doen zich grote verschillen voor in de onderhouds- en aanlegkosten van OV en straatmeubilair en normale aansluitingen en tussen verschillende soorten OV en straatmeubilair onderling. Voorbeelden hiervan zijn:

a. de (onderhouds-)kosten die worden veroorzaakt door het regelmatig herprofileren van straten en de daarmee verbonden verplaatsingen van straatmeubilair;

b. de kosten voor het doorkruisen van kunstwerken;

c. het onderscheid dat wordt gemaakt tussen een seriematige aansluiting (een rij lantaarnpalen in een straat) en maatwerkaansluitingen (een abri). Seriematige zullen, zoals reeds betoogd in het vorige punt veelal goedkoper zijn te realiseren dan maatwerkaansluitingen;

d. de keuze tussen de verschillende aansluitwijzen zoals per lantaarnpaal rechtstreeks op 0,4 kV, de aansluiting op de OV-draad in de 0,4 kV kabel en het aparte OV-net aangesloten op een hogere spanning met één aansluiting;

e. het eventueel doortrekken van de doorlaatwaarden naar 1*6A. Oplossing

97. DTe onderzoekt of het implementeren van een apart aansluit- en transporttarief voor openbare

verlichting en overig straatmeubilair in de TarievenCode en het Toetsingskader aansluittarieven wenselijk is. Eventueel kan dit worden onderverdeeld naar de verschillende soorten straatmeubilair en de

verschillende wijzen waarop deze zijn aangesloten. Hierbij dient dezelfde afweging gemaakt te worden als bij het onderscheid tussen seriematige aansluitingen en maatwerkaansluitingen.

Consultatievraag 3

(35)

5.2.3 5.2.35.2.3

5.2.3 Intransparantie van tarieven die op voorcalculatorische wijze worden vastgesteld

Netbeheerder Artikel 2.3.3A

Producent Bezwaar neen

Afnemers Beroep neen

Overig Situatie

98. Tarieven voor aansluitingen boven de 10 MVA worden op voorcalculatorische wijze vastgesteld. Probleem

99. Bij zowel de éénmalige als de periodieke vergoeding van de aansluiting geschiedt de vaststelling van het tarief niet op transparante wijze. Derhalve hebben afnemers onvoldoende inzicht in de opbouw van het tarief en dus onvoldoende de mogelijkheid de juistheid van de tarieven te beoordelen. Tevens is het door het ontbreken van transparantie er het gevaar dat er geschoven wordt met kosten tussen verschillende groepen afnemers. Dit zou tot ongewenste kruissubsidiëring kunnen leiden.

Oplossing

(36)

5.2.4 5.2.45.2.4

5.2.4 Niet gereguleerde tarieven

Netbeheerder Artikel 2.4

Producent Bezwaar neen

Afnemers Beroep neen

Overig Situatie

101. Voor een aantal wettelijke taken van de Netbeheerder zijn geen gereguleerde tarieven. Dit geldt voor het verbreken of aflopen van het aansluitcontract. Het tarief hiervoor is gebaseerd op de voorcalculatorische projectkosten. Er geldt een maximum dat gelijk is aan het aansluittarief van een nieuwe aansluiting plus een eventuele éénmalige bijdrage voor het verwijderen van de oude aansluiting.

Probleem

102. In de praktijk leidt het gebruik van voorcalculatie van projectkosten tot veel onduidelijkheid en klachten van afnemers van netbeheerders analoog aan het knelpunt 5.2.3.

Oplossing

103. Er zijn naar de mening van DTe twee mogelijkheden: a. reguleren van standaard gevallen;

b. opstellen van standaardcomponenten waaruit een voorcalculatie moet bestaan.

104. Door het reguleren van standaard gevallen ontstaat duidelijkheid met betrekking tot de in rekening te brengen kosten. Op basis van de reacties op dit document kan een lijst worden samengesteld met de wettelijke taken waarvoor een standaard tarief zou kunnen worden bepaald. Hiervoor kunnen dan, in overleg met de sector, de randvoorwaarden voor en de hoogte van de initiële standaardtarieven worden bepaald. In het vervolg kunnen deze tarieven dan worden opgenomen in het zogenaamde

tarievenmandje. Deze tarieven worden dan, tezamen met de overige maximale nettarieven, gepubliceerd op de internetsite van DTe.

(37)

5.2.5 5.2.55.2.5

5.2.5 Uitbreiding van het netwerk bij meerdere verzoeken

Netbeheerder Artikel -

Producent Bezwaar neen

Afnemers Beroep neen

Overig Situatie

106. Een netbeheerder is op grond van de wet verplicht iedereen die daarvoor een verzoek indient een aansluiting te geven op het net. De netbeheerder kan naar eigen inzicht invulling geven aan de wijze waarop de aansluiting wordt gerealiseerd.

Probleem

107. In het geval dat buiten een bestaand net meerdere verzoeken tot aansluiting komen heeft de

netbeheerder de keuze tussen het uitbreiden van het netwerk of het apart aansluiten van iedere afnemer op het bestaande netwerk. De netbeheerder kan de kosten voor het maken van de aparte aansluitingen direct doorbereken aan de afnemer. Uit het Toetsingskader Aansluittarieven volgt dat als de verbinding tussen de afnemer en het net meer dan 25 meter is de kosten voor de meerlengte door de netbeheerder kunnen worden doorberekend aan de afnemer. De kosten voor de uitbreiding van het netwerk

daarentegen zijn diepte investeringen en dienen via de transporttarieven terugverdiend te worden. 108. Het probleem is dat de opbrengsten van het transporttarief in beide gevallen (aparte aansluitingen en

uitbreiding netwerk) evenveel toenemen, omdat de hoeveelheid getransporteerde elektriciteit in beide gevallen evenveel toeneemt. Indien de netbeheerder de aparte aansluitingen realiseert, genereert deze dus dubbele inkomsten (éénmalig aansluittarief meerlengte en transporttarief). De netbeheerder heeft dus een prikkel om het netwerk niet uit te breiden. Dit kan leiden tot inefficiënte oplossingen en hoge kosten voor afnemers.

Oplossing

109. Binnen de huidige definitie van aansluiting in de wet ziet DTe vooralsnog geen toepasbare oplossingen voor dit probleem. De definitie in de Elektriciteitswet van een aansluiting luidt: “één of meer

verbindingen tussen een net en een onroerende zaak als bedoeld in artikel 16, onderdelen a tot en met d, van de Wet Waardering onroerende zaken…”. Als dit wordt veranderd in “één of meer verbindingen tussen de grens van het perceel en een onroerende zaak als bedoeld in artikel 16, onderdelen a tot en met d, van de Wet Waardering onroerende zaken…”, volgt hieruit dat het net loopt tot aan de rand van het perceel van de afnemer (figuur 1). Voor aanleg en onderhoud van het net is de netbeheerder

verantwoordelijk. Dit zou naar de mening van DTe ertoe kunnen leiden dat aan netbeheerders de prikkel wordt gegeven om op efficiënte wijze afnemers apart aan te sluiten of het netwerk uit te breiden. DTe zou deze oplossing als advies aan de Minister van Economische Zaken over kunnen nemen.

Consultatievraag 4

(38)

5.2.6 5.2.65.2.6

5.2.6 Investeringsrisico bij ontsluiting Vinex-locaties en bedrijventerreinen

Netbeheerder Artikel 2.1.1

Producent Bezwaar neen

Afnemers Beroep neen

Overig Situatie

111. Een netbeheerder is op grond van de wet verplicht iedereen die daarvoor een verzoek indient een aansluiting te geven op het net. Bij uitbreiding van of de komst van een nieuwe woonwijk of

bedrijventerrein dient de netbeheerder zorg te dragen voor de aansluiting van iedereen die dat wenst op het transportnet (artikel 23 E-wet).

Probleem

112. Op voorhand is niet met zekerheid te bepalen hoeveel capaciteit op de nieuwe locaties benodigd is. Derhalve is er een investeringsrisico. Dit vormt op zich geen probleem, maar de uit de Elektriciteitswet voortvloeiende plicht aan de netbeheerders om iedereen die daartoe een verzoek indient aan te sluiten volgt dat de netbeheerder niet kan afwegen of de investering opweegt tegen de opbrengsten en het risico dat hij loopt. Als voorbeeld kan gedacht worden aan de vestiging van zogenaamde data-warehouses op bedrijventerreinen. Deze warehouses hebben veel elektriciteit nodig. De netbeheerder dient ervoor te zorgen dat de capaciteit in het net voldoende is om de vraag van het warehouse te voldoen, met mogelijk grote investeringen voor rekening van de netbeheerder. Deze investeringen in het net dienen te worden terugverdiend door het TAVT. Als het data-warehouse echter na enkele jaren de locatie verlaat kan de netbeheerder de gedane investeringen niet terugverdienen. Het risico voor de netbeheerder is dus groot. Dit probleem geldt niet voor aansluitingen boven 10 MVA, omdat deze op het net moeten worden aangesloten daar waar capaciteit beschikbaar is. De afnemer is in die situatie verantwoordelijke voor de benodigde diepte-investeringen in het netwerk.

Oplossing

113. Een mogelijke oplossing is om het risico naar de projectontwikkelaar te verleggen. Bij de aanleg van een bedrijventerrein of Vinex-locatie dient de projectontwikkelaar de uitbreidingskosten voor niet

herbruikbare activa dan in zijn geheel aan de netbeheerder te vergoeden, waarna de projectontwikkelaar deze kosten kan doorberekenen aan de afnemers bijvoorbeeld door ze te verdisconteren in de prijzen van de te verkopen kavels. Probleem hierbij is dat de netbeheerder tweemaal de investeringskosten kan terugverdienen. Eenmaal via netuitbreidingskosten en eenmaal via de transportkosten. Dit zou kunnen worden opgelost door de netbeheerder een evenredig deel van de vergoedde netuitbreidingskosten te laten betalen aan de afnemers die zich vestigen. Vervolgens kan de netbeheerder door middel van de transporttarieven de investering terugverdienen. Voordeel van deze oplossing is dat het initiële investeringsrisico grotendeels verschuift van de netbeheerder naar de projectontwikkelaar.

(39)

projectontwikkelaar. Bovendien zal er een grens dienen te worden gesteld, bijvoorbeeld x aansluitingen of x MVA afname, waarboven de projectontwikkelaar het risico overneemt.

(40)

5.3

Transport

5.3.1 5.3.15.3.1

5.3.1 Differentiatie in dag en nacht tarieven is wellicht achterhaald

Netbeheerder Artikel 3.7.13/ 14

Producent Bezwaar neen

Afnemers Beroep neen

Overig Situatie

116. Na de splitsing van netwerk en levering is het mogelijk zowel voor levering als voor netwerk gebruik te maken van dubbele tarifering. Hierbij kan op verschillende netvlakken gekozen worden voor een enkel tarief of voor meerdere tarieven op verschillende tijdstippen (dag-tarief, nacht-tarief, weekendtarief). Verschillende tarieven per dagdeel geven prijsprikkels om bepaalde activiteiten uit te stellen tot de daluren, waardoor er efficiënter gebruik gemaakt kan worden van de aanwezige capaciteit.

Probleem

117. Bij netbeheerders bestaan twijfels of de kostenbasis voor het onderscheid tussen dag- en nachttarief op de lagere netten (nog) wel bestaat. Het hanteren van dubbele tarieven is duurder dan het hanteren van een enkel tarief. Allereerst zijn dubbele meters nodig, ten tweede leiden dubbele tarieven tot hogere administratieve lasten aangezien er meerdere volumes moeten worden opgevraagd en meerdere tarieven moeten worden bijgehouden. Dit leidt in veel gevallen tot een hoger vastrecht voor de gebruiker. De netbeheerder kan van mening zijn dat deze kosten hoger zijn dan de besparingen als gevolg van de hogere efficiëntie van het net. Overigens kan het leveringsbedrijf wel profijt hebben van een dubbele tariefstelling, doordat hierdoor een deel van het elektriciteitsgebruik naar relatief rustigere en dus ook goedkopere tijdstippen verplaatst kan worden.

Oplossing

(41)

5.3.2 5.3.25.3.2

5.3.2 Weekdefinitie voor 600 uur regeling

Netbeheerder Artikel 3.7.5.A.b

Producent Bezwaar ja

Afnemers Beroep neen

Overig Situatie

119. Een tariefdrager voor verbruikers met een maximale verbruikstijd van 600 uur per jaar op alle netten boven MS is kWmax per week. De week is gedefinieerd als een kalenderweek die loopt van maandag 0:00

uur tot zondag 24:00 uur conform internationaal geaccepteerde standaarden (ISO). Probleem

120. Elektriciteitsproducenten nemen stroom af om de generatoren weer op te starten, bijvoorbeeld na onderhoud. Het onderhoud vindt in de regel plaats in het weekeinde en begint in de nacht van vrijdag op zaterdag, bijvoorbeeld in week n op zaterdag om 01:00 uur. Het weer aanzetten gebeurt vlak voordat de vraag naar elektriciteit hoog wordt, dus bijvoorbeeld in week n+1 op maandag om 05:00 uur. Door de huidige weekdefinitie is er dus twee maal een hoge kWmax, terwijl het werk feitelijk wel binnen een week

wordt gedaan. Oplossing

121. In besluit 100498/12 heeft de directeur DTe reeds aangegeven: “De directeur DTe vindt geen extra argumenten in de zienswijze van de elektriciteitsproducenten met de definitie van de week aan te passen bij de gangbare, operationele bedrijfspraktijk, waarbij de week dient te beginnen en eindigen op maandag 06.00 uur. Naar aanleiding van een opmerking van de sectie Productie van EnergieNed wijst de directeur DTe in dit verband op het feit, dat het partijen vrij is om in individuele aansluitovereenkomsten aspecten van de bedrijfsvoering te regelen, mits deze niet in strijd zijn met hetgeen is bepaald in de wet dan wel in de door de directeur DTe vastgestelde Codes.”

122. Uit de recente ontwikkelingen lijkt naar voren te komen dat er voor de producenten onvoldoende ruimte is tot het sluiten van individuele aansluitovereenkomsten. Hierdoor krijgen de netbeheerders extra inkomsten die niet gerelateerd zijn aan extra afgenomen diensten. DTe gaat er van uit dat de grens van 600 uur goed is gedefinieerd. De implementatie van een meer gebruikersvriendelijke weekdefinitie lijkt dan het beste alternatief.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Alle betrokkenen vanuit het peuterspeelzaalwerk zijn het eens met de gemeente en de partners binnen het netwerk 12 min, dat vroegsignale- ring een taak is die mede door

De oppervlakte onder de grafiek tussen 70 s en 160 s kan worden bepaald door een zodanige horizontale lijn te trekken dat de oppervlakte onder die lijn gelijk is aan de

Om te voorkomen dat de kloof tussen onderwijsinstellingen (en opleidingen en onderzoekers) die bij kennisnetwerken aangesloten zijn en scholen die dat niet zijn, te groot

Over de eigen wensen en zorgen, over kerst ver van huis, maar vooral ook over de jongeren die de kaartjes hadden gemaakt: ‘Speciaal voor ons!’ Dat kwetsbare mensen,

We maken een programma, in samenwerking met verschillende instellingen met als doel jeugd en jongeren in de gemeente Beuningen meer te betrekken op het gebied van kunst,

Als u hierop klikt, gaat u naar de pagina 'Onze klanten' waar u uw uitgenodigde en verbonden klanten kunt beheren en bekijken. Als u een klant zonder Corrigo wilt uitnodigen om

Door de goede passing van DYKA AIR buis en hulpstukken kan er tevens voor een steekverbinding worden gekozen, mits deze lucht- en betonwaterdicht wordt getaped. Wikkel de

afschenken/bezinken: Bij een SUSPENSIE zakken de vaste deeltjes naar de bodem indampen: Bij een OPLOSSING verdampt de vloeistof, de opgeloste deeltjes blijven achter. destilleren: