• No results found

ONTWERPBESLUIT Nederlandse Mededingingsautoriteit

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "ONTWERPBESLUIT Nederlandse Mededingingsautoriteit"

Copied!
28
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

ONTWERPBESLUIT

Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in 12f, eerste lid van de Gaswet per 1 januari 2009.

Nummer 102490 / 11

Nederlandse Mededingingsautoriteit

(2)

Inhoudsopgave

1 Inleiding ... 3

2 Leeswijzer ... 6

3 Wettelijke basis van dit besluit ...7

4 Context van dit besluit...10

4.1 Inhoudelijk context... 10

4.2 Wettelijke context ...17

5 Beoordelingskader van de Raad... 25

6 Toetsing voorstel gezamenlijke netbeheerders...28

6.1 Voorstel gezamenlijke netbeheerders ... 28

6.2 Beoordeling van de wijzigingen ten behoeve van de invoering van het leveranciersmodel.31 6.3 Beoordeling van de wijzigingen als gevolg van de wetswijziging grens tussen grootverbruik en kleinverbruik ... 36

6.4 Beoordeling van de overige wijzigingen... 41

7 Procedure... 46

8 Dictum ... 49

(3)

1

1. Met dit besluit geeft de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: de Raad) uitvoering aan artikel 12f, eerste lid van de Gaswet. Op grond daarvan stelt de Raad de (gewijzigde) tariefstructuren (hierna: de TarievenCode Gas) vast met inachtneming van het voorstel van de gezamenlijke netbeheerders (artikel 12f, eerste lid, onderdeel a van de Gaswet) en de belangen en regels als genoemd in artikel 12f, eerste lid, onderdeel b tot en met h van de Gaswet. Artikel 12f, eerste lid van de Gaswet is derhalve voor de Raad de

bevoegdheidsgrondslag voor dit besluit.

2. Aanleiding van dit besluit vormt een door de gezamenlijke netbeheerders ingediend voorstel tot wijziging van de TarievenCode Gas (hierna: het wijzigingsvoorstel). Het wijzigingsvoorstel heeft betrekking op artikel 12a, onderdeel a van de Gaswet. De voorgestelde wijzigingen houden verband met de tariefstructuren van regionale netbeheerders gas. Deze wijzigingen vloeien voort uit een wijziging van de Gaswet, de invoering van het leveranciersmodel en het initiatief van de gezamenlijke netbeheerders. De wijziging van artikel 43 van de Gaswet omvat een aanpassing van de grens tussen kleinverbruik en grootverbruik. [Deze wetswijziging1 is

aangenomen door de Tweede Kamer maar nog niet door de Eerste Kamer ten tijde van de terinzagelegging van dit ontwerpbesluit. In dit ontwerpbesluit, gaat de Raad er vanuit dat de onderdelen van de wetswijziging, die relevant zijn voor de TarievenCode Gas, per 1 januari 2009 in werking zullen treden.] De invoering van het leveranciersmodel is aanleiding voor het op nul

stellen van het verbruiksafhankelijke tarief. Dit vloeit voort uit de wens de administratieve processen van levering van gas in een geliberaliseerde energiemarkt te vereenvoudigen, waardoor de dienstverlening aan kleinverbruikers kan verbeteren. Daarnaast stellen de gezamenlijke netbeheerders een aantal andere wijzigingen voor.

3. In dit besluit wijzigt de Raad de TarievenCode Gas, met inachtneming van het voorstel van de gezamenlijke netbeheerders en de relevante bepalingen van artikel 12f, eerste lid van de Gaswet. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2009. Dit besluit is van toepassing op de tariefstructuren van regionale netbeheerders gas.

1 Eerste Kamer, vergaderjaar 2007-2008, 31374, A, zie www.eerstekamer.nl. Het voorbereidende onderzoek door de

(4)

2

Opbouw van het besluit

4. Dit besluit bestaat uit een aantal hoofdstukken. In hoofdstuk 5 beschrijft de Raad welk beoordelingskader hij hanteert voor dit besluit. Dit kader is van belang om de uiteindelijke keuzes van de Raad bij de totstandkoming van de gewijzigde TarievenCode Gas te motiveren. Het kader wordt onder meer bepaald door de wettelijke basis (hoofdstuk 3) en de context (hoofdstuk 4) van dit besluit. In hoofdstuk 6 toetst de Raad, aan de hand van het

beoordelingskader als beschreven in hoofdstuk 5, het voorstel van de gezamenlijke netbeheerders. [Bij deze toetsing worden tevens door partijen ingebrachte zienswijzen op het

ontwerpbesluit betrokken(bijlage 1).] Hoofdstuk 7 heeft betrekking op de procedure die de Raad

(5)

3

5. In dit hoofdstuk beschrijft de Raad de bepalingen die gezamenlijk de wettelijke basis vormen voor dit besluit.

6. Artikel 12f, eerste lid van de Gaswet luidt:

“De raad van bestuur van de mededingingsautoriteit stelt de tariefstructuren en de voorwaarden vast met inachtneming van:

a. het voorstel van de gezamenlijke netbeheerders als bedoeld in artikel 12a, 12b of 12c en de resultaten van het overleg, bedoeld in artikel 12d;

b. het belang van het betrouwbaar, duurzaam, doelmatig en milieuhygiënisch verantwoord functioneren van de gasvoorziening;

c. het belang van de ontwikkeling van het handelsverkeer op de gasmarkt; d. het belang van de bevordering van het doelmatig handelen van netgebruikers; e. het belang van een goede kwaliteit van dienstverlening van netbeheerders, en

f. het belang van het op een objectieve, transparante en niet-discriminatoire wijze in evenwicht houden van het landelijk gastransportnet en op een wijze die de kosten weerspiegelt;

g. de in artikel 12 bedoelde regels; h. de verordening.”

7. Artikel 12i, eerste lid van de Gaswet luidt:

“De tariefstructuren en de voorwaarden treden in werking op een door de raad van bestuur van de mededingingsautoriteit te bepalen datum en gelden voor onbepaalde tijd.”

8. Artikel 12i, tweede lid van de Gaswet luidt:

“Van de besluiten betreffende de vaststelling van de tariefstructuren en de voorwaarden alsmede de wijziging daarvan wordt mededeling gedaan door plaatsing in de Staatscourant.”

9. Artikel 12i, derde lid van de Gaswet luidt:

(6)

4

10. In dit hoofdstuk beschrijft de Raad de inhoudelijke en wettelijke context van dit besluit. Door deze context te beschrijven, plaatst de Raad dit besluit in een breder perspectief. Het breder perspectief bestaat uit een korte beschrijving van hoe het beheer van gasnetten past binnen de totale gasmarkt en hoe dit besluit samenhangt met andere besluiten van de Raad, namelijk de tariefbesluiten.

Het beheer van gasnetten

11. De Raad houdt onafhankelijk toezicht op de gasmarkt met als doel deze markt zo effectief mogelijk te laten werken. De gasmarkt bestaat uit de segmenten productie, opslag, levering en transport van gas. Bij productie, opslag en levering van gas is sprake van een vrije markt. Voor de bijbehorende diensten op deze segmenten kunnen handelaren, zakelijke gebruikers en consumenten zelf bepalen met welk bedrijf zij een contract willen afsluiten. Bij het transport van gas is dit niet het geval. Afnemers met een aansluiting op een bepaald gasnet kunnen niet zelf bepalen door welk bedrijf zij het transport willen laten verrichten. Zij zijn gebonden aan de netbeheerder die het gasnet beheert waarop zij een aansluiting hebben.

12. Degene aan wie een gasnet toebehoort, is verplicht voor het beheer daarvan één of meer naamloze of besloten vennootschappen als netbeheerder aan te wijzen. De aanwijzing van een netbeheerder behoeft instemming van de Minister van Economische Zaken. Gas Transport Services B.V. is aangewezen als beheerder van het landelijk gastransportnet. De meeste afnemers zijn echter niet op dit landelijk gastransportnet aangesloten, maar op een fijnmazig gasdistributienet met een regionaal karakter en veelal met een lager drukniveau (hierna: distributienet). Via het landelijk gastransportnet en het distributienet stroomt het gas uiteindelijk naar de afzonderlijke afnemers. Beheerders van dergelijke fijnmazige, regionale gasnetten worden ook wel regionale netbeheerders genoemd.

Samenhang TarievenCode Gas en tariefbesluiten

13. Jaarlijks stelt de Raad in afzonderlijke tariefbesluiten de maximum transporttarieven vast die individuele regionale netbeheerders in rekening mogen brengen, op basis van een door de netbeheerder ingediend tarievenvoorstel2.

(7)

14. Netbeheerders dienen bij het doen van hun tarievenvoorstel rekening te houden met hetgeen in de TarievenCode Gas is bepaald, op grond van artikel 81b, eerste lid, onderdeel b van de Gaswet. Dit betekent concreet dat het niet alleen zo is dat de tarieven van netbeheerders aan een maximum gebonden zijn. Ook moeten de verschillende tarieven, die de netbeheerders voor de verschillende typen afnemers voorstellen, voldoen aan een aantal aanvullende eisen uit de TarievenCode Gas3.

15. Het doel van de TarievenCode Gas is om de elementen en wijze van berekening van de tarieven die een netbeheerder jegens zijn afnemers hanteert onafhankelijk en uniform vast te stellen4. Het gaat dan bijvoorbeeld om de elementen en wijze van berekening van de tarieven waarvoor een afnemer wordt aangesloten op het net van de netbeheerder en de tarieven waarvoor de netbeheerder het transport van gas verzorgt ten behoeve van deze afnemer5. In de Regeling inzake tariefstructuren en voorwaarden gas, vastgesteld op grond van artikel 12, eerste lid van de Gaswet, zijn nadere regels gesteld waaraan de TarievenCode Gas (ten minste) moet voldoen6.

Aanleiding en procedure wijzigingsvoorstel

16. Zowel de Raad als de gezamenlijke netbeheerders kunnen het initiatief nemen om de

TarievenCode Gas te wijzigen7. In onderhavig geval hebben de gezamenlijke netbeheerders een verzoek tot wijzigen van de TarievenCode gedaan als gevolg van de invoering van het

leveranciersmodel en de wijziging van artikel 43 van de Gaswet8. Deze wijzigingen zullen per 1 januari 2009 in werking treden. Het wijzigingsvoorstel beoogt de TarievenCode Gas tijdig consistent te maken met hogere regelgeving. De Raad toetst in onderhavig besluit of het voorstel van de gezamenlijke netbeheerders past binnen de bij of krachtens de Gaswet gestelde regels en randvoorwaarden aan de TarievenCode Gas. Dit wordt nader toegelicht in hoofdstuk 5 van dit besluit (beoordelingskader van de Raad).

3 Artikel 12a van de Gaswet.

4 Zie ook: Tweede Kamer, vergaderjaar 1997-1998, 25621, nr. 3, pagina 14.

5 Op 19 augustus 2005 is het besluit met kenmerk: 101928/22 tot vaststelling van de TarievenCode Gas genomen. Dit besluit

is bekrachtigd op 30 augustus 2005 met kenmerk: 101928/25. De oorspronkelijke TarievenCode Gas is gewijzigd bij besluiten van 8 maart 2006 met kenmerk 102186/7, 30 maart 2006 met kenmerken 102113_1/11, 102113_2/12, 102113_3/13, 102113_4/11 en 102113_5/13, 22 mei 2006 met kenmerk 102206/11, 7 juni 2006 met kenmerk 102249/5, 15 juni 2007 met kenmerken 102113_8/15 en 102113_9/13, 12 december 2007 met kenmerk 102754-8, 19 december 2007 met kenmerk 102673/17, 20 februari 2008 met kenmerk 102411/31 en 18 juni 2008 met kenmerk 102879/6.

6 Regeling inzake tariefstructuren en voorwaarden gas van de Minister van Economische Zaken van 9 januari 2005, Stcrt.

2005, 9, p.8.

(8)

17. De voorgestelde wijziging betreft het op nul stellen van de verbruiksafhankelijke tarieven van de regionale netbeheerders en de aanpassing van de grens tussen grootverbruik en

kleinverbruik. Daarnaast stellen de gezamenlijke netbeheerders enkele andere wijzigingen voor. Deze omvatten een wijziging om de huidige praktijk vast te leggen, een redactionele aanpassing en een aanpassing van de overschrijdingsvergoeding ter bevordering van de consistentie. Hieronder worden de wetswijzigingen weergegeven.

Invoering leveranciersmodel

18. Het leveranciersmodel beoogt de administratieve processen van levering van elektriciteit en gas in een geliberaliseerde energiemarkt te vereenvoudigen, de dienstverlening aan de klant te verbeteren en kosten te besparen. Het leveranciersmodel houdt onder meer in dat een leverancier het aanspreekpunt wordt voor de klant. De leverancier ontvangt de meetgegevens zonder tussenkomst van de netbeheerder en factureert voor de netbeheerder. Hierdoor vermindert het berichtenverkeer, wat kostbaar en foutgevoelig is.

19. De invoering van het leveranciersmodel is aanleiding voor het op nul stellen van de

verbruiksafhankelijke tarieven van de regionale netbeheerders. De netbeheerder heeft daardoor voor het opstellen van de transportrekening geen meetgegevens meer nodig.

Wetswijziging grens tussen grootverbruik en kleinverbruik

20. De wijziging van artikel 43 van de Gaswet omvat een aanpassing van de grens tussen kleinverbruik en grootverbruik. De grens wordt gebaseerd op capaciteit en niet meer op het verbruik. Deze aanpassing van de grens tussen kleinverbruik en grootverbruik moet consistent worden doorgevoerd in de TarievenCode Gas.

Samenhang TarievenCode Gas en tariefbesluiten

21. Iedere netbeheerder moet in zijn jaarlijkse tariefvoorstel rekening houden met de TarievenCode Gas op grond van artikel 81b, eerste lid, onderdeel b van de Gaswet:

“Iedere netbeheerder die het transport van gas verricht dat bestemd is voor de levering aan afnemers zendt jaarlijks voor 1 oktober aan de raad van bestuur van de mededingingsautoriteit een voorstel voor de tarieven die deze netbeheerder ten hoogste zal berekenen voor voor het transport van gas aan die afnemers en de dat transport ondersteunende diensten, met inachtneming van:

a. (…),

(9)

Procedure wijzigingsvoorstel

22. De gezamenlijke netbeheerders kunnen het initiatief nemen om de TarievenCode Gas te wijzigen op grond van artikel 12c, eerste lid van de Gaswet:

“ De netbeheerder van het landelijk gastransportnet of ten minste een derde van het aantal overige netbeheerders kan de gezamenlijke netbeheerders verzoeken met inachtneming van de in artikel 12 bedoelde regels een voorstel te doen tot wijziging van de tariefstructuren of de voorwaarden bedoeld in de artikelen 12a en 12b onder opgave van de redenen die naar zijn oordeel een dergelijke wijziging noodzakelijk maken.

23. De gezamenlijke dienen in het wijzigingsvoorstel aan te geven op welke onderdeel van artikel 12a van de Gaswet het wijzigingsvoorstel betrekking heeft op grond van artikel 12c, derde lid van de Gaswet:

“In een voorstel of een ontwerp van een besluit tot wijziging van de tariefstructuren of de voorwaarden worden die onderdelen bedoeld in artikel 12a of 12b opgenomen waarvan wijziging wordt verzocht.”

24. De gezamenlijk netbeheerders dienen een wijzigingsvoorstel te overleggen met representatieve organisaties en aan te geven wat daaruit is voortgevloeid op grond van artikel 12d van de Gaswet:

“1. De gezamenlijke netbeheerders voeren overleg met representatieve organisaties van netgebruikers op de gasmarkt over de voorstellen met betrekking tot de tariefstructuren en de voorwaarden, bedoeld in de artikelen 12a, 12b en 12c, eerste lid.

(10)

25. De Raad beoordeelt het wijzigingsvoorstel en stelt de tariefstructuren vast op grond van artikel 12f, eerste lid van de Gaswet:

“De raad van bestuur van de mededingingsautoriteit stelt de tariefstructuren en de voorwaarden vast met inachtneming van:

a. het voorstel van de gezamenlijke netbeheerders als bedoeld in artikel 12a, 12b of 12c en de resultaten van het overleg, bedoeld in artikel 12d;

b. het belang van het betrouwbaar, duurzaam, doelmatig en milieuhygiënisch verantwoord functioneren van de gasvoorziening;

c. het belang van de ontwikkeling van het handelsverkeer op de gasmarkt; d. het belang van de bevordering van het doelmatig handelen van netgebruikers; e. het belang van een goede kwaliteit van dienstverlening van netbeheerders, en

f. het belang van het op een objectieve, transparante en niet-discriminatoire wijze in evenwicht houden van het landelijk gastransportnet en op een wijze die de kosten weerspiegelt;

g. de in artikel 12 bedoelde regels; h. de verordening.”

26. De Raad stelt de datum vast waarop het besluit in werking treedt, op grond van artikel 12i, eerste lid van de Gaswet:

“De tariefstructuren en de voorwaarden treden in werking op een door de raad van bestuur van de mededingingsautoriteit te bepalen datum en gelden voor onbepaalde tijd.”

27. De Raad geeft kennis van het besluit in de Staatscourant, op grond van artikel 12i, tweede lid van de Gaswet:

“Van de besluiten betreffende de vaststelling van de tariefstructuren en de voorwaarden alsmede de wijziging daarvan wordt mededeling gedaan door plaatsing in de Staatscourant.”

28. Iedere netbeheerder legt in al zijn vestigingen een exemplaar van de tariefstructuren ter inzage, op grond van artikel 12i, derde lid van de Gaswet:

(11)

Invoering leveranciersmodel

29. Bij de wijzigingen in verband met de invoering van het leveranciersmodel moet rekening worden gehouden met de Regeling inzake tariefstructuren en voorwaarden gas9. In de TarievenCode Gas moet onderscheid worden gemaakt tussen verbruiksafhankelijke

tariefelementen en capaciteitsafhankelijke tariefelementen, op grond van artikel 2, tweede lid van de Regeling inzake tariefstructuren en voorwaarden gas:

“2. In de tariefstructuren wordt onderscheid gemaakt tussen:

a. transportafhankelijke en transportonafhankelijke tariefelementen;

b. verbruiksafhankelijke tariefelementen en capaciteitsafhankelijke tariefelementen.” Wetswijziging grens tussen grootverbruik en kleinverbruik

30. De grens tussen kleinverbruik en grootverbruik is aangepast door een wijziging van artikel 43 van de Gaswet10. Artikel 43 van de Gaswet luidt:

“1. Het is verboden zonder vergunning gas te leveren aan afnemers die beschikken over een aansluiting op een net met een totale maximale doorlaatwaarde van ten hoogste 40 m3 per uur. 2. Het verbod geldt niet ten aanzien van het leveren van gas:

a. door een buiten Nederland gevestigde leverancier van gas aan ten hoogste 500 afnemers, als bedoeld in het eerste lid, die wonen in gebieden aan de Nederlandse landsgrens of

b. indien het gas anders dan bedrijfsmatig wordt geleverd overeenkomstig bij ministeriële regeling te stellen regels;

c. indien het gas wordt geleverd in het kader van een overeenkomst als bedoeld in artikel 52c.”

9 Regeling inzake tariefstructuren en voorwaarden gas van de Minister van Economische Zaken van 9 januari 2005, Stcrt.

2005, 9, p.8.

(12)

5

31. In dit hoofdstuk beschrijft de Raad welk beoordelingskader hij hanteert voor het vaststellen van de (gewijzigde) TarievenCode Gas. De doelstellingen van de wetgever en van de Minister van Economische Zaken (hierna: de Minister) zijn voor de Raad leidend geweest bij het opstellen van dit kader. De Raad geeft hiervan een samenvatting. Ook geeft hij aan hoe hij deze passages interpreteert.

Doelstelling TarievenCode Gas en interpretatie door de Raad

32. Zoals eerder aangegeven heeft de TarievenCode Gas als doel de elementen en wijze van berekening van de tarieven die een netbeheerder jegens zijn afnemers hanteert onafhankelijk en uniform vast te stellen. Bij de vaststelling van de (gewijzigde) TarievenCode Gas dienen de belangen van artikel 12f, eerste lid van de Gaswet door de Raad te worden afgewogen.

33. De Raad heeft bij het afwegen van de belangen van artikel 12f, eerste lid van de Gaswet discretionaire bevoegdheid. Dat wil zeggen dat de Raad, afhankelijk van het met het (wijzigings)besluit te bereiken doel, het ene belang, bijvoorbeeld het belang van de

bevordering van de ontwikkeling van het handelsverkeer op de gasmarkt, zwaarder kan laten wegen dan het andere belang, bijvoorbeeld het belang van het doelmatig handelen van afnemers. Deze afweging wordt vervolgens in het besluit gemotiveerd.

34. Om te toetsen of partijen van mening zijn dat de Raad deze belangenafweging op zorgvuldige wijze maakt, is het gebruikelijk dat de Raad de uniforme openbare voorbereidingsprocedure11 van toepassing verklaart. Ook op de voorbereiding van het onderhavige besluit heeft de Raad deze procedure van toepassing verklaard (zie randnummer 69 van dit besluit).

35. Bij de vaststelling van de (gewijzigde) TarievenCode Gas dienen ook andere relevante bepalingen uit de Gaswet in acht te worden genomen die invloed kunnen hebben op de TarievenCode Gas. Zo kan het zijn dat een bepaalde wet of een ministeriële regeling wijzigt, die een wijziging van de TarievenCode Gas noodzakelijk maakt.

(13)

6

36. In dit hoofdstuk beschrijft de Raad op welke wijze hij bij de vaststelling van dit besluit rekening heeft gehouden met de Gaswet en de Regeling inzake tariefstructuren en voorwaarden gas. Daarbij toetst de Raad in het bijzonder of het voorstel van de gezamenlijke netbeheerders de belangen in acht neemt, genoemd in artikel 12f, eerste lid van de Gaswet.

37. De gezamenlijke netbeheerders stellen voor om een aantal nieuwe artikelen en een paragraaf toe te voegen. Daarnaast wordt voorgesteld om een aantal titels van paragrafen en artikelen aan te passen en een aantal artikelen en een paragraaf te laten vervallen. In onderstaande tabel is dit samengevat weergegeven.

Tabel: overzicht van voorgestelde wijzigingen in de TarievenCode Gas

Soort wijziging Artikelen en paragrafen

Toevoeging 1.2.4, 2.3.6.2, 2.3a

Aanpassing 2.3, 2.3.2.1, 2.3.2.3, 2.3.4.1, 2.3.5.1, 2.3.5.2, 2.3.5.3, 2.3.6.1, 2.4, 2.4.1, 2.4.2, 2.4.3, 2.4.3.9, 2.4.4, 2.4.5

Verwijdering 2.3.4.2, 2.3.4.3, 2.3.7, 2.3.7.1, 2.3.7.2,

38. De aanleiding van het wijzigingsvoorstel is drieledig. Ten eerste de invoering van het leveranciersmodel. Ten tweede de wijziging van artikel 43 van de Gaswet en ten derde het initiatief van de gezamenlijke netbeheerders voor een aantal andere wijzigingen.

39. De Raad merkt op dat het wijzigingsvoorstel voldoet aan artikel 12d van de Gaswet. Het wijzigingsvoorstel is besproken in vergaderingen van het Gebruikersplatform elektriciteits- en gasnetten (hierna: GEN)12. De relevante passages uit de verslagen van deze overleggen zijn met het wijzigingsvoorstel aan de Raad gezonden. Hieronder volgt de nadere beoordeling van het wijzigingsvoorstel.

(14)

40. De voorgestelde wijzigingen hebben betrekking op de aanpassing van artikel 2.3.4.1, de verwijdering van artikelen 2.3.4.2 en 2.3.4.3, de aanpassing van artikelen 2.3.5.1 en 2.3.5.2, de toevoeging van artikel 2.3.6.2 en de verwijdering van paragraaf 2.3.7 met daarin de artikelen 2.3.7.1 en 2.3.7.2. Deze voorgestelde wijzigingen zijn het gevolg van de invoering van het leveranciersmodel. Deze wijzigingen betreffen drie onderwerpen:

a. Het op nul stellen van het transportafhankelijke verbruikstarief-volume kleinverbruik (hierna: TAVTv) (artikelen 2.3.4.1, 2.3.4.2 en 2.3.4.3);

b. Uitbreiden van het transportafhankelijke verbruikstarief-capaciteit kleinverbruik (hierna: TAVTc), zodat dit tarief alle transportafhankelijke kosten voor kleinverbruikers dekt (artikelen 2.3.5.1 en 2.3.5.2);

c. Indelen van onbemeten aansluitingen in een afnemerscategorie (artikel 2.3.6.2 en paragraaf 2.3.7 met daarin de artikel 2.3.7.1 en 2.3.7.2).

Hieronder volgt de beoordeling van deze wijzigingen per onderwerp.

TAVTv gelijk stellen aan nul

41. Een van de doelen van de invoering van het leveranciersmodel is het vereenvoudigen van de administratieve processen. Door het TAVTv gelijk te stellen aan nul kan dit doel worden bereikt. Dit leidt er namelijk toe dat de netbeheerder niet meer op de meterstand van een kleinverbruiker hoeft te wachten voor het opmaken van de rekening. De leverancier, die zal gaan factureren voor de netbeheerder, kan op eenvoudige wijze het transport afrekenen met de netbeheerder en de afnemers, zonder gebruik te maken van meterstanden.

42. De Regeling inzake tariefstructuren en voorwaarden gas schrijft voor dat de TarievenCode Gas onderscheid maakt tussen verbruiksafhankelijke tariefelementen en capaciteitsafhankelijke tariefelementen13. Dit staat niet in de weg aan het gelijk stellen aan nul van het TAVTv. Hierdoor wordt de rol van het TAVTc vergroot.

43. In artikel 2.3.4.1 wordt het TAVTv gelijk gesteld aan nul. Artikel 2.3.4.2 en 2.3.4.3 vervallen, omdat deze nu overbodig zijn.

(15)

Uitbreiden van het TAVTc

44. Nu het TAVTv gelijk wordt gesteld aan nul, speelt het TAVTc een grotere rol. Het TAVTc dekt na deze wijziging de totale op basis van capaciteit aan kleinverbruikers toegerekende transportafhankelijke kosten. Dit wordt opgenomen in artikel 2.3.5.1. Hieruit voort vloeien redactionele aanpassingen van artikel 2.3.5.2.

Indelen van onbemeten aansluitingen in een afnemerscategorie

45. Aangezien verbruik geen rol meer speelt in de facturering voor de netbeheerder, is de

toekenning van een bepaald verbruik aan onbemeten afnemers overbodig geworden. Derhalve wordt paragraaf 2.3.7 met daarin artikel 2.3.7.1 en 2.3.7.2 verwijderd. Wel is het nodig

onbemeten aansluitingen in te delen in een afnemerscategorie, hiervoor wordt artikel 2.3.6.2 toegevoegd. Onbemeten afnemers worden in dit artikel ingedeeld in de afnemerscategorie met de laagste rekencapaciteit.

Conclusie van de Raad

46. De wijzigingen zijn naar het oordeel van de Raad van belang voor de invoering van het leveranciersmodel. Met deze wijzigingen wordt invulling gegeven aan een drietal criteria uit artikel 12f van de Gaswet, te weten:

a. Het belang van het doelmatig functioneren van de gasvoorziening (artikel 12f, eerste lid, onderdeel b van de Gaswet), omdat de leverancier de facturering overneemt van de netbeheerder;

b. Het belang van de ontwikkeling van het handelsverkeer op de gasmarkt (artikel 12f, eerste lid, onderdeel c van de Gaswet), omdat leveranciers niet meer afhankelijk zijn van netbeheerders voor het krijgen van meterstanden;

c. Het belang van een goede kwaliteit van dienstverlening van netbeheerders (artikel 12f, eerste lid, onderdeel e van de Gaswet), omdat netbeheerders eenvoudig en correct, zonder schattingen, kunnen facturen (via de leverancier) waardoor fouten worden voorkomen.

(16)

48. De voorgestelde wijzigingen hebben betrekking op de aanpassing van de titel van paragraaf 2.3, de aanpassingen van artikelen 2.3.2.1 en 2.3.6.1, de toevoeging van paragraaf 2.3a en de aanpassingen van de titels en inhoud van paragraaf 2.4. De voorgestelde wijzigingen brengen de TarievenCode Gas in overeenstemming met het gewijzigde artikel 43 van de Gaswet. De voorgestelde wijzigingen betreffen drie onderdelen:

a. Aanpassing van de grens tussen kleinverbruik en grootverbruik (titel van paragraaf 2.3, artikelen 2.3.2.1 en 2.3.6.1);

b. Toevoeging van een nieuwe categorie grootverbruikers (paragraaf 2.3a);

c. Redactionele aanpassingen voor de oude categorie grootverbruikers (titels van en in paragraaf 2.4).

Hieronder volgt de beoordeling van deze wijzigingen per onderwerp.

Aanpassing van de grens tussen kleinverbruik en grootverbruik

49. Artikel 43 van de Gaswet betreft de grens tussen kleinverbruik en grootverbruik. Door de wetswijziging wordt de groep kleinverbruikers niet meer begrensd door een verbruik van maximaal 170.000 m3 gas per jaar, maar door een aansluiting op een net met een totale maximale doorlaatwaarde van ten hoogste 40 m3 per uur. De grens wordt derhalve gebaseerd op capaciteit en niet meer op het verbruik.

50. Deze aanpassing van de grens tussen kleinverbruik en grootverbruik moet consistent worden doorgevoerd in de TarievenCode Gas. Hiervoor moet de titel van paragraaf 2.3 en de artikelen 2.3.2.1 en 2.3.6.1 worden aangepast. In artikel 2.3.6.1 worden kleinverbruikers opgedeeld in afnemerscategorieën op basis van capaciteit en verbruik. In artikel 2.3.6.1 krijgen deze onderscheiden afnemerscategorieën een rekencapaciteit toegekend. Door de wetswijziging vervalt er een aantal afnemerscategorieën.

(17)

Toevoeging van een nieuwe categorie grootverbruikers

52. Doordat de grens tussen kleinverbruik en grootverbruik is veranderd, gaat een groep afnemers van kleinverbruik over naar grootverbruik. Voor deze groep afnemers is er een nieuwe categorie grootverbruik gemaakt, genaamd profielgrootverbruikers. Dit leidt tot de toevoeging van paragraaf 2.3a. Hierin wordt de tariefstructuur van de transporttarieven voor

profielgrootverbruikers vastgelegd. Deze paragraaf is gebaseerd op paragraaf 2.3.

53. Het begrip profielgrootverbruiker wordt toegevoegd aan de Begrippenlijst Gas.

Redactionele aanpassingen voor de oude categorie grootverbruikers

54. Doordat er een nieuwe categorie grootverbruik, genaamd profielgrootverbruikers, is ontstaan is het nodig de titels van en in paragraaf 2.4 aan te passen. Deze paragraaf zag op alle

grootverbruikers, maar heeft nu alleen nog betrekking op de reeds bestaande grootverbruikers. De reeds bestaande grootverbruikers krijgen de naam telemetriegrootverbruikers.

Telemetriegrootverbruikers onderscheiden zich van de nieuwe profielgrootverbruikers door gebruik te maken van een dagelijks of uurlijks op afstand uitleesbare meetinrichting. De titels worden aangepast om dit onderscheid duidelijk te maken. Daarnaast past de Raad in lijn hiermee de tekst in paragraaf 2.4 aan door de term grootverbruiker te vervangen door telemetriegrootverbruiker.

55. Het begrip telemetriegrootverbruiker wordt toegevoegd aan de Begrippenlijst Gas. Daarnaast worden een aantal begrippen in de begrippenlijst aangepast. In de omschrijving van het begrip poolfactor wordt het woord grootverbruikers vervangen door telemetriegrootverbruikers. Het begrip profielfactor grootverbruiker wordt vervangen door het begrip profielfactor

telemetriegrootverbruiker, waarbij de omschrijving tevens wordt aangepast.

Conclusie van de Raad

(18)

57. De overige voorgestelde wijzigingen hebben betrekking op de toevoeging van artikel 1.2.4 en de aanpassing van artikelen 2.3.2.3, 2.3.5.3 en 2.4.3.9. De voorgestelde wijzigingen betreffen drie onderwerpen:

a. Wijziging om de huidige praktijk vast te leggen (artikel 1.2.4); b. Redactionele aanpassing (artikelen 2.3.2.3 en 2.3.5.3);

c. Aanpassing van de overschrijdingsvergoeding (artikel 2.4.3.9). Hieronder volgt de beoordeling van deze wijzigingen per onderwerp.

Wijziging om de huidige praktijk vast te leggen

58. Artikel 1.2.4 is bedoeld om de huidige praktijk vast te leggen. Hierin wordt vastgelegd dat indien een aansluit- en transportovereenkomst met de regionale netbeheerder in de loop van de maand wordt aangegaan, gewijzigd of beëindigd, de maandelijks verschuldigde

vergoedingen voor die maand op dagbasis worden bepaald en in rekening gebracht.

Conclusie van de Raad

59. Dit artikel zorgt ervoor dat bij invoering van het leveranciersmodel de leveranciers ter zake op dezelfde manier zullen handelen als thans praktijk is bij de netbeheerders. Met de toevoeging van dit artikel wordt invulling gegeven aan een drietal criteria uit artikel 12f, eerste lid van de Gaswet, te weten:

a. Het belang van het doelmatig functioneren van de gasvoorziening (artikel 12f, eerste lid, onderdeel b van de Gaswet), omdat het doelmatig handelen van netbeheerders en, na de introductie van het leveranciersmodel, ook van de leveranciers wordt bevorderd;

b. Het belang van de ontwikkeling van het handelsverkeer op de gasmarkt (artikel 12f, eerste lid, onderdeel c van de Gaswet), omdat de transparantie toeneemt;

c. Het belang van een goede kwaliteit van dienstverlening van de netbeheerders (artikel 12f, eerste lid, onderdeel e van de Gaswet), omdat het duidelijkheid schept.

60. De Raad is van oordeel dat deze wijziging niet in strijd is met overige belangen genoemd in artikel 12f, eerste lid van de Gaswet.

Redactionele aanpassing

(19)

Conclusie van de Raad

62. De Raad is van oordeel dat deze wijzigingen niet in strijd zijn met de belangen genoemd in artikel 12f, eerste lid van de Gaswet.

Aanpassing van de overschrijdingsvergoeding

63. Artikel 2.4.3.9 heeft betrekking op de overschrijdingsvergoeding. De aanpassing van artikel 2.4.3.9 is bedoeld om qua bewoording aan te sluiten bij artikel 2.4.3.4. De aanpassing voorziet erin de overschrijdingsvergoeding te berekenen over het kalenderjaar in plaats van het

contractjaar. Deze aanpassing heeft geen financiële gevolgen. De Raad past in lijn met boevengenoemde wijzigingen de tekst aan door de term grootverbruiker te vervangen door telemetriegrootverbruiker.

Conclusie van de Raad

64. Met de toevoeging van dit artikel wordt invulling gegeven aan een tweetal criteria uit artikel 12f, eerste lid van de Gaswet, te weten:

a. Het belang van het doelmatig functioneren van de gasvoorziening (artikel 12f, eerste lid, onderdeel b van de Gaswet), omdat de consistentie van begrippen toeneemt;

b. Het belang van de ontwikkeling van het handelsverkeer op de gasmarkt (artikel 12f, eerste lid, onderdeel c van de Gaswet), omdat de eenvoud toeneemt.

(20)

7

66. In dit hoofdstuk beschrijft de Raad de procedure die hij heeft gevolgd bij de totstandkoming van dit besluit.

67. Per brief van 23 juli 2008 met kenmerk 2008-151, hebben de gezamenlijke netbeheerders een voorstel tot wijziging van de TarievenCode Gas ingediend, op grond van artikel 12c, eerste lid van de Gaswet.

68. Het wijzigingsvoorstel heeft betrekking op artikel 12a,onderdeel a van de Gaswet.

69. De Raad toetst in dit besluit of het voorstel van de gezamenlijke netbeheerders past binnen de bij of krachtens de Gaswet gestelde regels en randvoorwaarden aan (wijziging van) de

TarievenCode Gas. Dit is nader toegelicht in hoofdstuk 5 van dit besluit (beoordelingskader van de Raad).

70. Ingevolge artikel 12f, eerste lid van de Gaswet stelt de Raad de (gewijzigde) tariefstructuren vast met inachtneming van het voorstel van de gezamenlijke netbeheerders (artikel 12c, eerste lid, van de Gaswet) en de belangen en regels als genoemd in artikel 12f, eerste lid, onderdeel b tot en met h van de Gaswet.

71. De Raad heeft de uniforme openbare voorbereidingsprocedure zoals bedoeld in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing verklaard op de totstandkoming van dit besluit.

72. [Als onderdeel van deze voorbereidingsprocedure heeft de Raad op […] een ontwerpbesluit ter inzage gelegd en gepubliceerd op de internetpagina van de Energiekamer

(www.energiekamer.nl). Voorafgaand aan de terinzagelegging heeft de Raad in de

Staatscourant van […] kennis gegeven van het ontwerpbesluit. Gedurende een periode van zes weken na de terinzagelegging hebben belanghebbenden op grond van artikel 3:15 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid gekregen om hun zienswijze op het

ontwerpbesluit naar keuze schriftelijk en/of mondeling naar voren te brengen. Op […] heeft ten kantore van de Raad een hoorzitting plaatsgevonden. Tijdens de hoorzitting hebben

vertegenwoordigers van […] het woord gevoerd. Het verslag van de hoorzitting heeft de Raad gepubliceerd op de internetpagina van de Energiekamer. De Raad heeft schriftelijke

(21)

8

73. Het voorgaande overwegende, stelt de Raad op grond van artikel 12f, eerste lid van de Gaswet de volgende wijziging van de TarievenCode Gas vast:

Wijzigingen ten behoeve van de invoering van het leveranciersmodel:

74. Artikel 2.3.4.1 wordt gewijzigd en komt te luiden:

75. Artikelen 2.3.4.2 en 2.3.4.3 vervallen.

76. Artikel 2.3.5.1 wordt gewijzigd en komt te luiden:

77. Artikel 2.3.5.2 wordt gewijzigd en komt te luiden:

78. Artikel 2.3.6.2 wordt toegevoegd en komt te luiden:

79. Paragraaf 2.3.7, met daarin artikelen 2.3.7.1 en 2.3.7.2, vervalt.

Wijzigingen als gevolg van de wetswijziging met betrekking tot de grens tussen kleinverbruik en grootverbruik:

80. Paragraaftitel 2.3 wordt gewijzigd en komt te luiden:

(22)

81. Artikel 2.3.2.1 wordt gewijzigd en komt te luiden:

(23)
(24)
(25)
(26)

84. Paragraaftitel 2.4 wordt gewijzigd en komt te luiden:

De tariefstructuur van de transporttarieven telemetriegrootverbruikers

85. Paragraaftitel 2.4.1 wordt gewijzigd en komt te luiden:

Structuur van de transporttarieven telemetriegrootverbruikers

86. Paragraaftitel 2.4.2 wordt gewijzigd en komt te luiden:

Het transportonafhankelijke verbruikstarief voor telemetriegrootverbruikers

87. Paragraaftitel 2.4.3 wordt gewijzigd en komt te luiden:

Het transportafhankelijke verbruikstarief voor telemetriegrootverbruikers

88. Paragraaftitel 2.4.4 wordt gewijzigd en komt te luiden:

Tarief voor afschakelbare contracten voor telemetriegrootverbruikers

89. Paragraaftitel 2.4.5 wordt gewijzigd en komt te luiden:

Tarief voor dagcontracten voor telemetriegrootverbruikers

90. De Raad past de tekst in paragraaf 2.4 aan door de term grootverbruiker te vervangen door telemetriegrootverbruiker.

Overige wijziging:

91. Artikel 1.2.4 wordt toegevoegd en komt te luiden:

(27)

93. Artikel 2.3.5.3 wordt gewijzigd en komt te luiden:

94. Artikel 2.4.3.9 wordt gewijzigd en komt te luiden:

95. Het voorgaande overwegende, stelt de Raad op grond van artikel 12f, eerste lid van de Gaswet de volgende wijziging van de Begrippenlijst Gas vast:

Wijzigingen van de Begrippenlijst Gas

96. Het begrip profielgrootverbruiker wordt toegevoegd en komt te luiden:

een afnemer met een aansluitcapaciteit groter dan 40 m3 (n)/uur en met een gemiddelde jaarafname over de laatste 36 maanden van ten hoogste 170.000 m3 (n;35,17) of met een afname over het laatste kalenderjaar van ten hoogste 250.000 m3 (n;35,17) zonder een dagelijkse of uurlijkse afstanduitlezing van de meetinrichting op zijn aansluiting

97. Het begrip telemetriegrootverbruiker wordt toegevoegd en komt te luiden:

een afnemer met een aansluitcapaciteit groter dan 40 m3 (n)/uur en met een dagelijkse of uurlijkse afstanduitlezing van de meetinrichting op zijn aansluiting

98. Het begrip poolfactor wordt gewijzigd en komt te luiden:

factor, kleiner of gelijk aan 1, die de ongelijktijdigheid in de afname van de verschillende telemetriegrootverbruikers per shipper per exitpunt representeert

99. Het begrip profielfactor grootverbruiker wordt vervangen door profielfactor telemetriegrootverbruiker en komt te luiden:

factor die is afgeleid van de relatie tussen de door de netbeheerder van het landelijke gastransportnet ontvangen uurlijkse allocaties aan de telemetriegrootverbruikers en de gerealiseerde effectieve etmaaltemperatuur, waarbij het maximum van allocaties per maand zijn geëxtrapoleerd tot de voor de betreffende maand geldende

(28)

100. Van dit besluit wordt kennis gegeven in de Staatscourant. Voorts wordt dit besluit gepubliceerd op de internetpagina van de Energiekamer van de Nederlandse Mededingingsautoriteit

(www.energiekamer.nl) en ter inzage gelegd ten kantore van de Raad. Daarnaast is iedere netbeheerder verplicht om een exemplaar van de tariefstructuren en de voorwaarden voor een ieder ter inzage te leggen in al zijn vestigingen.

101. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2009.

Den Haag, Datum:

De Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit:

P. Kalbfleisch

Voorzitter van de Raad van Bestuur

R.J.P. Jansen

Lid van de Raad van Bestuur

G.J.L. Zijl

Lid van de Raad van Bestuur

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Naar het oordeel van de Raad is het oorspronkelijke voorstel gebaseerd op artikel 12c, eerste lid van de Gaswet door wijziging te voor te stellen van de tariefstructuren en de

Naar aanleiding van diverse reacties van marktpartijen in verband met de naderende inwerkingtreding van de afbouw van de dagmarge en een gezamenlijke brief van de

De gezamenlijke netbeheerders hebben conform de gewijzigde Regeling tariefstructuren wijzigingen (artikel 4.4.1 en 4.4.4) in de TarievenCode Elektriciteit voorgesteld, waardoor het

Enkele respondenten zijn van mening dat een expliciete regeling voor tijdelijke aansluitingen in de TarievenCode dient te worden opgenomen, waarbij de mogelijkheid tot het afnemen

Op grond daarvan stelt de Raad de (gewijzigde) tariefstructuren (hierna: de TarievenCode Gas) vast met inachtneming van het voorstel van de gezamenlijke netbeheerders (artikel

Indien een netbeheerder, zoals bedoeld in artikel 2.3.8.1, gederfde inkomsten verrekent, dan dient deze netbeheerder in het jaar van het einde van het faillissement van de betreffende

Indien een kleinverbruiker op grond van zijn benodigde maximale (gesommeerde) transportcapaciteit van mening is dat hij in aanmerking komt voor indeling in een andere

Ingevolge artikel 36, eerste lid van de E-wet stelt de Raad de (gewijzigde) tariefstructuren vast met inachtneming van het voorstel van de gezamenlijke netbeheerders zoals bedoeld in