Vraag nr. 408
van 4 september 2000
van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN Verkeersdichtheid – Perifere gebieden
Het hoeft geen betoog dat de overbelasting van de Belgische wegen een prangend probleem is. De da-gelijkse files van en naar de economische en admi-nistratieve centra van ons land zijn hiervan het be-wijs.
Vooral de verkeersintensiteit op de autosnelwegen in de excentrisch gelegen gebieden in V l a a n d e r e n lijkt verhoudingsgewijs enorm te zijn toegenomen. Allicht is het zwak uitgebouwde openbaarver-voersaanbod in deze regio's en de toenemende af-stemming van deze gebieden op de Vlaamse Ruit hiervoor mee verantwoordelijk.
1. Is de verkeersdichtheid in de excentrisch gele-gen gebieden in Vlaanderen verhoudingsgewijs inderdaad meer toegenomen dan in het cen-trum van het land ? Wat is de evolutie op de au-tosnelwegen in We s t-V l a a n d e r e n , de A n t w e r p s e Kempen en Limburg ?
2. Welke maatregelen heeft de Vlaamse overheid gepland om de toegenomen verkeersstromen richting Vlaamse Ruit beter te begeleiden van-uit deze regio's ?
Antwoord
1. Verkeersdichtheid
Om de evolutie van de verkeersintensiteiten op au-tosnelwegen en gewestwegen te kunnen meten, werd in Vlaanderen een net van meetpunten met automatische detectoren uitgebouwd.
Bij het bepalen van evolutiecoëfficiënten krijgt elk van deze meetpunten een gewichtsfactor mee, d i e gebaseerd is op de representatieve lengte van het m e e t p u n t , met daaruit voortvloeiend het aantal af-gelegde voertuigkilometers.
Sinds 1995 zijn er voldoende telposten beschikbaar om Vlaanderen in verschillende kleinere regio's te kunnen opsplitsen met relevante evolutiecijfers. D e bijgevoegde t ab e l geeft dan ook jaarlijkse cijfers vanaf 1995, maar overbrugt de periode 1990-1995 in één keer, omdat er vóór 1995 te weinig perma-nente telposten waren op de minder drukke auto-s n e l w e g e n . Uitgebreide tellingen gebeurden wel vijfjaarlijks.
De evolutiecoëfficiënten worden hieronder opge-splitst voor vijf regio's. Drie ervan worden beschouwd als "excentrisch" gelegen (Limburg, We s t -Vlaanderen en de Antwerpse Ke m p e n ) , één als "centraal" gelegen (centrumzone gelegen tussen A a l s t , M e c h e l e n , A a r s c h o t , L e u v e n , Overijse en Halle) en één omvat gans Vlaanderen.
Voor elk van deze regio's worden evolutiecoëffi-ciënten gegeven voor zeven periodes, b e g i n n e n d e in 1990. De coëfficiënten zijn bepaald op basis van het aantal afgelegde voertuigkilometers op de au-tosnelwegen in de vijf regio's.
A. Bepaling van de in aanmerking genomen auto-snelweggedeelten per regio
1. Limburg
– E314 – A2 vanaf Nederlandse grens tot Halen
– E313 – A13 vanaf Tessenderlo tot To n g e-ren
2. West-Vlaanderen
– E17 – A14 (Antwerpen-Rijsel) en E40 – A10 (Brussel-Jabbeke) op grondgebied West-Vlaanderen
– E40 – A18 vanaf Nieuwpoort tot Jabbeke – E403 – A17 Kortrijk-Brugge
– A19 Kortrijk-Ieper 3. Antwerpse Kempen
– E19 – A1 Antwerpen-Nederlandse grens – E313 – A14
Massenhoven-Kwaadmeche-len
– E314 – A2 Leuven-Aarschot – E411 – A4 Brussel-Overijse – A12 Brussel-Londerzeel 5. Vlaanderen
– alle autosnelwegen (ringwegen niet inbe-grepen).
B. Periodes waarover de coëfficiënten werden bepaald
– periode januari-juni 2000 ten opzichte van januari-juni 1999 (jan-jun '99 = 100) – 1999 ten opzichte van 1998 (1998 = 100)
– 1998 ten opzichte van 1997 (1997 = 100) – 1997 ten opzichte van 1996 (1996 = 100) – 1996 ten opzichte van 1995 (1995 = 100) – 1995 ten opzichte van 1990 (1990 = 100)
– eerste helft 2000 ten opzichte van 1990 (1990 = 100) Tabel met evolutiecoëfficiënten per regio, per periode
Periode Regio Regio Regio Regio Regio
Limburg West- Antwerpse Centrum- Vlaande-ren
Vlaanderen Kempen zone
Jan-jun 2000 t.o.v. jan-jun 1999 101,5 106,6 103,9 102,4 104
Uit deze tabel kan worden afgeleid dat :
– de sterkste aangroei in de periode sinds 1990 werd opgetekend in Limburg (iets meer dan 70 % ten opzichte van 1990) ;
– de toename in de "centrumzone" in de periode 1990-1995 boven het Vlaamse gemiddelde lag, maar dat deze nadien procentueel afzwakt ; – West-Vlaanderen in 1998 een explosieve groei
k e n d e, en dat de stijging in de eerste helft van 2000 ook de hoogste is van de beschouwde re-gio's ;
– de Antwerpse Kempen een minder stabiel evo-lutiebeeld vertonen : laagste aangroei in de pe-riode 1990-1995, zelfs een lichte terugloop van het verkeer in 1997 (werken op de E313) en in 2000 dicht bij het Vlaamse gemiddelde.
2. Maatregelen
De Vlaamse overheid heeft ondertussen reeds heel wat maatregelen genomen om de congestie op de wegen te verminderen.