• No results found

SIG ATUU C OVORM:

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "SIG ATUU C OVORM:"

Copied!
29
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Signatuur van origineelIShelf number of original copy:

M cc 734 N

I

MM69L-000S5

Mas-Ranoe

Tweeërlei liefdeIdoor Mas-Ranoe. - Utrecht: A.W. Bruna, (ca. 1906]. - 47 p.

;20cm

MOEDERNEGATIEF OPSLAGNUMMER:

MASTER NEGATIVE STORAGE NUMBER:

BIBLIOGRAFISCH VERSLAG BIBLIOGRAPHIC RECORD

Signatuur microvormIShelf number microform:

M META 0893

MMETA 0893

SIG ATUU

C OVORM:

SHELF NUMBER MICROFORM:

Filmsoort / Size offilm :

Beeldplaatsing / Image placement:

Reductie moederfilm / Reduction masterfilm:

Startdatum verfilming / Date filming began : Camera-operateur / Camera operator:

16mm COMIC/IIB

1'6 :

1 2~-6- 2000

C'~

(2)
(3)

C 190b ]

ROTTERDAM, Westnieuwland 6 en 7.

:.: DOOR :.:

MAS·RANOE.

DEN HAAO, Hoogstraat 16.

Permanente Tentoonstelling van Complete

*

Ameublementen in hunne Tapijt·Magazljnen.

UTRECHT.

Juskerkhof 12.

*

TWEEËRLEI LIEfDE,

't Sneeuwde.

Dichte, donzige vlokken dwarrelden omlaag en hoopten zich op bij mas.a·s.

In ongerepte witheid sluimerde den Haag onder bet rein blanke kleed, dat straks door de voetgangers zal Tertreden worden en besmeurd.

»Mama, wij gaan naar buiten, een sneeuwpop ma·

ken, ja? 't is heusch niet koud en 't is zoo prettig;

Jan en Koos zijn ook buiten."

Mama zuchtte en zag met toornige blikken van haar werk op.

»Alweer de deur uit, 't is het eenige wat jullie weten; hier Toet, is je sllhort, to bat, wat een ga.ten, jullie denken maar, dat mama niet anders te doen beeft, je schijnt er pleizierj.l.l;-:tft.:Mbbe~toe meel'

...\...UJl

''''rli:

l' ,.0

(fq,,:'~

'! ; VOCIIl lel I

"i.,. ..~~}

'" ,"IJ'"

VO\.f.~'"/ '

ALL AN

&

Co.

*

Utrechtsche Levensverzekering-

Maatschappij

Maliehuis",

Verzekerd Bedrag:

Maliebaan 2, te Utrecht.

Bijkantoor voor N ederlandsch

Oost-Indi~ te Soerabaia.

circa vijf-en~twintig millioen Gulden.

. . . Zie 3e pagina van den Omslag. ~

(4)

gaten hoe liever, hier ajo trek aan en dan naar school."

"Ma, ik kan er toch niks aan doen dat dié schorten scheuren. Jet krijgt aHes nieuw en dan mag ik 't later afdragen, ik heb 't nog geen week aan of 't is kapot,"

pruilde Toet.

"SoedahI hou je brutale mond, is 't dan al niet erg genoeg, dat mama hier voor jullie pleizier zit in dit beroerde land Als ik geen kinderen had, zou iklek~

kertjes in Indië zijn en nou? Ik heb veel lust om den heelen boel door elkaar te smijten, alles komt neer op mama, nog ergér dan een slavin, en dan moet alles netjes zijn v6órdat die meneer van Jet komt, 'n' jongen om 'n duit te geven en geen cent op zak, maal' toch vrijen, dat zit in den aard van het beestje.

Zoo'n onderkruipsel bestaat er niet of toch vrijen."

"Nou, mama heeft 't toch ook gedaan met papa."

"WaJS papa dan een onderkruipsel, brutale jongen ?"

"Neen ma; maar Piet van Jet ook niet. ma,"

waagde Keesje "Piet is alleen een beetje zwart ... "

Jet kwam de kamer binnen, een aardig Indisch meisje, met vriendelijke bruine oogen, ze zuchtte.

"Alweer over Piet," dacht ze en trachtte zich zooveel mogelijk goed te houden en te doen of ze er niets van merkte.

Mevrouw stak haar naald en draad op 'n groot speldekussen, voor zich op tafel en wierp 'l'oetie haal' schort toe.

"Ziezoo, nou opgehoepeld, ja je kunt sneeuwballe!1 gooien, als ik maar rnst heb en jullie maken g en ongelukken."

"Toetie hoest zoo, ma," zei Jet bezorgd en de ct baar zusje een bouffante om.

..

"Gekheid, ze lIuchen allemaal om drop te krijgen, ik ken die streken, laat ze maar de deur uit gaan."

Met een luiden slag viel de voordeur dicht.

"Ik ben al bingoeng van al die drukte, kijk 's even in de kast, non, of er DOg rijst staat, ik ben zoo ke·

pingin en brand dan even een stukje geréh voor mama."

Jet begaf zich naar de kast en wendde zich even om, .'t zal zoo stinken ma, en dan nu Piet . . ."

"Allah! wat kan mij dien lummel schelen, hij zal wel eens meer onder zijn neus gehad hebben wat niet precies naar rozen rook. Ik kan me heusch niet begrijpeIl, wat je in dien jongen ziet, non. Je bent dol, zeg ik je, dol I daar! daarI"

Mevrouw was bezig zich op te winden.

Jet zette een bordje koude, gekookte rijst op tafel en roosterde een stuk gedroogde visch op het petro·

leumstel, steelsgewijze een traan wegwisschend met haar zakdoek.

"Na 1 natuurlijk weer grienen, hé? Kom, ajo, niet kinderachtig zijn, je weet wel, dat mama 't goed met je meent. Ik zou je zoo graag goed getronwd zien, kind. Je kan immers wel wat anders krijgen, zoo'n mooi klein ding als mijn non."

:Mevrouw Straalman was opgestaan en streelde haar dochter langs de kin.

"Maar Ik boud nu eenmaal veel van Piet, maatje."

"Nou ja, wat zou dat? Luister liever naar mama.

Later zal je wel zeggen, "die mama, die mama" en dan ben je dankbaar, dan gaan wij heerlijkjes amen toeren en inkoopen doen in de fijnste winkels. Zoo'n mooi kleedje van Michels of de Lyonnaise, nou kunnen we

(5)

4

{jat niet koopen en Piet later ook niet, maar als je een rijke man hebt, oeah 1"

Mevrouw keerde het stukje visch eens om, na het even tegen haar neus gedrukt te hebben om van den reuk reeds te genieten.

- "Heerlijk jà! Eet je mee? Kom er is rijst genoeg.

voor twee. Of ben je bang voor Piet? Kom, je moet hem niet verwennen, da.ar in mijn secretaire staat de flesch met gardemon, eet er een pa{J.r, dan ruik je er heelemaal niets meer van."

Jet schudde van neen.

"Soedah ma, eet maar gauw op, dan ruim ik alles op en kan mama zich aankleeden, mama kan Piet toch niet in sarong kabaja ontvangen."

"Nou stil maar, geef mij even de lombok ketjap."

Het volgende oogenblik' zat mevrouw Straal man haar portie rijst met de vingers te verorberen.

"Eigenlijk niet goed, altijd rijst, ik word veel te {jiki maar ik ben er aan verslaafd, ik ging dood als

ik geen rijst kreeg."

Jet zag met onrustige oogen naar den wekker, die op den schoorsteenmantel stond.

Over een kwartier kon Piet er zijn, ze begon met een veger en blik het karpet bij te schuieren en stof af te nemen.

Mevrouw Straalman bewoonde een benedenhuis in de Obrecbtstraat met baar drie kinderen. Henriêtte was baar oudste, dan volgde Ámy, bijgenaamd Toetie, een meisje van twaalf jaar, vijf jaar jonger dan Hen·

riette en ten slotte Keesje, een ondeugende jongen van acht jaar, ,een ecbte Straal man", zooals zijn moeder lachend pleegde te zeggen, als de buren

kwamen klagen, omdat hij hun honden en katten acbterna had gezeten of met een catapult per ongeluk de ramen bad ingegooid en net precies de lamp in de kamer had geraakt.

Jet vormde een uitzondering op bet gebeele gezin.

Met haar kalme, bedaarde manieren en zorgzaam karakter, paste ze al heel weinig in dit kader en niet zelden kwamen de karakters van moeder en dochter in botsing, als het de verdediging van een ernstige aangelegenheid betrof . . .

Niet zoodra had mevrouw het bordje met rijst leeg gegeten of Jet spoorde haar aan om zich te gaan kleeden.

Als een centenaarslast drukte haar het gewicht van Piets liefde. Ze had zich zoo lang mogelijk goed gehouden om zijnentwille; maar nu kàn 't niet langer.

't Was niet uit te bouden, zooals mama steeds op hetzelfde aambeeld sloeg en baar het leven vergalde met allerlei treurige vooruitzicbten voor de toekomst.

Ze zou eens ernstig met Piet praten, wel was 't haar bijna een onmogelij~heid, maar 't moest. ZÓÓ kon 't niet langer.

De bel ging over en buiten stond hij, in zijn hand een bouquetje viooltjes, dat hij van het weinige dat bij op zijn budget had weten uit te sparen, gekocht had voor Jet.

Met een zucht snelde ze naar de deur. ,,'t Moet nu maal' uit zijn," dacht ze bij zichzelf. "Heeiernaai uit."

Piet zag 't, zoodra bij binnenstapte.

"Is el' iets niet in orde, Jet?

Ze gaf bern koeltjes zijn kus terug en de viooltjes legde ze voor zich neer op tafel, in plaats van ze

(6)

zorgvuldig in een vaasje te zetten.

"Soedah Piet, ik kan er ook niks aan doen, maar·

't moet nu maar uit zijn tusschen ons, trouwen kunnen we toch niet, en wat geeft 't op den duur, of we nu al altijd blijven loopen; je kan misschien wel een ander meisje krijgen, dan zal je wel gelukkig worden en mij vergeten." Jet voeldö, dat ze zich geweld moest aandoen om zich goed te houden.

"Zeg maar liever dat je niet meer van me houdt,"

steunde hij en iets vochtigs glinsterde in zijn oog.

't Is zeker weer mama, die je opgestookt heeft, hè?

En omdat je geen liefde genoeg voor me hebt, luister je naar haar, maar ik laat me zóó niet afschepen. Ik heb me in m'n hoofd gezet dat jij m'n vrouw wordt en dat zal gebeuren ookI"

"Ja, je vrouw, maar heb je geld genoeg om te tronwen?" vroeg Jet nu ongeduldig.

Hij sloeg zijn arm om haar schouders 'dn kuste naar.

"Eens zal ik genoeg verdienen voor ons beiden, dan kunnen we trouwen en wil je zoolang niet op me wachten?"

Jet begon te huilen. "Ma zegt, dat we armoe zullen lijen, als we veel kinderen krijgen in datzull~n

we zeker, want dat zit in onze familie en hoe dan als we geen geld hebben ?"

Piet bleef eenige oogenblikken in gepeins verzonken.

"Weet je wat Jet, ik zal zien een andere betrek·

king te krijgen, misschien gelukt 't me wel heel gaaw, 't kan niet uit zijn tusschen ons, 't kan niet zeg ik je, ik kan niet leven zonder jou, je weet, dat je 't eenige bent wat ik heb in mijn leven, ik zou ..."

,,'t Mankeerde d'r nog maar aan, dat ze de eenige

niet was Piet, waarlijk wel iets om je op te beroemen."

Met deze woorden stapte mevrouw Straalman de kamer binnen.

Wie haar eenige oogenblikken te voren nog achter haar bordje rijst had zien zitten, zou haar moeielij k in de elegante dame herkennen.

Mevrou w Straalman had toilet gemaàkt, dit d~ed

ze altijd als ze imponeeren wilde. "De kleeren maken den man, als je niet opgedirkt ben verslijten ze je voor een slons," placht ze te zeggen.

En inderdaad stond Piet eenigszins bedremmeld op van de kanapé, waar hij nu juist zoo goed op weg was Jtlt voor zijn toekomstplannen over te halen.

Tegenover de gevulde rijzige gestalte van zij n aan·

staande schoonmama voelde hij zich nietig, heelemaal niks, neen verdwijnen als sneeuw voor de zon

Mevrouw Straal man zag er uit à. croquer met een soupçon van rouge, dat ze heel artistiek wist aan te brengen en dat een zekere fraicheur gaf aan haar matbleek gelaat, waaruit een paar donker bruine fonkelende oogen brutaal de wereld inzagen.

Van het zedige oogenspel, waannee de kuische middeleeuwsche jonkvrouw het mannelijk geslacht op afstand wist te houden had mevrouw Straal man nooit gehoord.

Lutter et vaincre was steeds haar leuze geweest en ze zag niet tegen een kleine strubbeling op als ze eenigen kans van slagen had.

En op dit oogenblik, ze voelde dit zelf wel, hàd ze dat.

"Hoor eens Piet, 't wordt nou een beetje al te erg lDet jou en non, ik als moeder kan zoo iets niet lan·

(7)

8

ger permitteeren. Ik heb de verantwoordelijkheid

"oor haar geluk, voor haar t.1ekomst, voor alles. 't Is voor. jou wel heel aanlig om hier 's middags een uurtje !e komen trekkebekken; maar daar heb je geen rook van in de schoorsteen, geld moet er ver·

diend worden, dat is alles, zie je daar kans V001'

goèd, nièt, dan moet alles uit zijn. Ik weet veel te goed wat er komt kij ken. Probeer of je een toekomst kunt makenj en anders maar een end er aan."

"Mevrouw, ik heb al overal moeite gedaan, maar U weet zelf wel, dat 't niet gemakkelijk is om een mooie positie te krijgen," stamelde Piet nog kleiner wordend.

"I~ weet er alles van. Of denk je soms, dat ik voor mijn plezier geld op mijn piano heb opgenomen om non en mij weer eens in de kleeren te steken.

Er moet een eind aan komen zeg ik je. Als non een goeie partij doet zijn we uit de soesah."

Een donkere gloed vloog over Piet&' gebronsd aan·

gezicht.

"U wil Jet toch niet opofferen ter wille van een beetje geld? Een rijkere man zult U misschien wel voor haar vinden j maar nooit een, die haar meer lief heeft dan ik."

Mevrouw schaterde het uit.

"Hoor me nu zulke praatjes eens aan. Wat een nonsensI In welk boek heb je die mooie frases ge·

lezen? Wie praat er al niet over de liefde, je komt pas kijken. Moet je nou haar hoofd op hol maken met al die gekke redeneeringen. Ik geef om de liefde niet zóóveel, dáár, dáár '"

Mevrouw knipte even met haar nagel en zag hem

,.

vertoornd aan. Piet voelde tegenover deze sceptische levensopvatting zijn moed wegzinken. Al 't mooie van zijn gevoel voor Jet, 't heilig teere werd daar met ruwe hand in één slag vernietigd. .

Verlamd, gebroken voelde hij zich tegenover de toornende vrouw.

God, was dan waarachtig wáár, moest 't dan komen, waar hij zoo lang voor gevreesd had. Zijn voorge'foel had hem dus niet bedrogen.

Maar niet zoo gedwee zou hij zich laten verjagen van Jet's zijde.

"Mevrouw, één ding mag ik toch zeker vragen. Is er een ander, die meer geld heeft dan ik, bestemd voor Jet? In dat geval moet zij zelf be . . . ."

"Wat zeg je daar! Wil je mij de wetten voor·

schrijven. Denk je, dat ik niet vrij ben om mijn kind te geven aan wie ik wil. 't Moet er nog bij komen, dat ik die complimenten af zal wachten in mijn huis, Nog één woord en voor goed is mijn huis gesloten voor je."

Piet verrees thans van de kanapé.

"Ik ben. beleedigd mevrouw, ik mag 't zoo niet voorbij laten gaan, zelfs niet uit liefde voor Jet,"

stotterde hij en met onzekeren gang richtte hij zijn schreden naar het meisje, dat aan 't raam stond en wachtte, wat 't noodlot, een speeltuig in de ha.nden harer moeder, over haar zou beslissen.

"Mag ik terugkommen Jet," vroeg hij schuw om- ziende naar mevrouw Straalman, wier fonkelende oogen en hoogroode kleur niet veel goeds spelden.

Jet begon in tranen los te barsten.

"Ik kan er niets aan doen Piet, je hoort:. zelf hoe

(8)

mama is, soedah, "ga nu maar weg."

"Ja, ik zal gaan. zelfs jij jaagt me weg. omdat ik....

geen geld heb. Niets zou me te veel geweest zijn VOGr jou Jet, ik wil voor je werken als een koelie;

als je me maar niet verstoot."

"Kom alweer een grien partij, maak er een eind aan Koende\' I non raakt heelemaal van streek."

Mevrouw zag even op den wekker, die luid tikkend elke seconde, die veHiep aangaf, en 't viel haar ineens op, dat Piets gelaatskleur aschgrauw was geworden.

Z'n oogen schoten v~nken, en instinktmatig trad ze een trede terug, toen zij ze op zich gevestigd voelde, uitstralend gloeienden haat, en nauw te be- toornen woede.

Piet voerde een hevigen strijd in zijn binnenste, zijn meisje prijsgeven, dat deed hij in geeh geval'

.

'

maar Zich de deur te laten wijzen als de eerste de beste straatlooper •.. , 't was ontzettend.

Niemand verbrak hJt stilzwijgen, tot Piet plotseling in een opwelling van woede, zijn hoed greep en woest Jet haar hand drukte.

"Ik zal gaan, ik beb wel geen geld, maar ik ben toeh te fatsoendelijk om me zoo te laten behandelen, dit eene wil ik je alleen nog zeggen Jet. Als een ander hier bij jou mijn plaats komt innemen ver·

moord ik hem."

En ziedende van drift vloog hij langs mevrouw Straalman, die eenige schreden achteruit was getreden en in doodangst over zijn onstuimige drift begon te schreeuwen: "M'n huis uit, moordenaarI D'r uit, of

ik roep de burenI" ~

"Non, maak open 't raam. 0 God, ik k~ijg 't zoo

benauwd. Ik stikI zeg ik je." Jet was verlamd van schrik.

ZÓÓ bad ze haar goedigen Piet nog nooit gezien.

't Was of de duivel was losgebroken uit de bel.

llZie je nou non? Wat heeft mama gezegd? Wegl wegI m'n buis uit. Maak 't raam toch open nonI"

Met een smak viel de voordeur dicht en langs de ramen zag ze voortsnellen de donkere gedaante van Piet. Blauw was zijn verwrongen gelaat en 't bloed teruggeweken uit de volle lippen.

Ziezoo dat hebben we lekkertjes in orde gemaakt,

" ,

.

die eeDe is al vast de deur uit, 'n pak van m'n hart.

Kom ga je nu gauw een beetje netjes maken dan

, . '

gaan we uit. Ik had al lang plan om Je een mooie rooie blouse te koopen. Bij à la Parisienne maken ze die binnen de vier en twintig uren; vlug, anders wordt 't weer te laat voor 't middageten."

Diep voorover gebogen, de handjes voor 't gezicht, zat Jet. Haar lichaam trilde met kleine zenuwscbokjes van ingebouden verdriet.

Ze bad hem toch wel lief gehad, haar Piet, op wien mama altijà zoo kon afgevf\n en gewend was ze ge- worden aan zijn liefkozingen, zijn vriendelijk be- moedigend spreken, als doodmoe van de huiselijke bezigheden hij haar kwam opzoeken en verblijden met de een of andere kleinigheid, die bij had weten uit te sparen van zijn schraal inkomen.

Zoo hadden ze al een paar jaren doorgebracht, beiden niet meer dan groote kinderen. Mevrouw Straalman bad 't toegestaan en zelfs aangemoedigd, ze hield wel van jongelui in huis, 't gaf eenige kleur aan haar eentonig bestaan, tot plotseling aspiratiên

(9)

Piet tot een gebaat voorwerp in baar oogen maakte.

Gehoorzamend met loome bewegingen ging Jet naar boven.

Daar stond zijn portret met de donkere ernstige oogen, die haar zoo menigmaal van uit het vergulde lijstje hadden aangestaard. .

Hij mocht daar niet la.nger blijven staan. 't Voegde immers niet aan een meisje om een portret van een jongen man, met wien zij niet verloofd is, in haar bezit te hebben.

Zij nam 't voorzichtig uit de omlijsting en bleef 't aandachtig beschouwen. He' daal' was weer mama's geroep om voort te maken. Ze schrok er van.

Even nog een langen innigen blik op het portret, toen 't aan de lippen gedrukt en weg was 't tusschen haar stapeltje hemden in de kleerkast. Nu spoedig zich wat opgeknapt en dan naar beneden.

God, 't was of een centenaarslast haar drukte op het hart, telkens sprongen de tranen opnieuw haar in de oogen.

"Ja ma ik kom, soeda, laat me toch met rust."

Neen, daar had mevrouw Straalman geen plan op.

Allemaal gekheid dat grienen. Kom nu maar gauw mee, als je in de lucht komt zal je wel opknappen.

Eerst even een blouse bestellen en dan naar de Bon Marché' Mama heeft je nog altijd een paar mooie handschoenen beloofd. Ik zou je wel alles willen geven non, nu je die jongen heb afgedankt.

Zeur nu niet langer over hem. 't Eenige middel om een ouwe liefde te vergeten is een nieuwe liefde. Je zult eens zien hoe John Riemsdijk die donkere ge·

dachten weet te verdrijven.

Jet trok pruilend de schouders op. ..

Mama weet zeker al precies wie ma voor mIJ kan be;temmen. John is verliefd op Amy Kraus."

Ach wat zou dat, verliefd' verliefd! Kinderpraat.

W~t weten jullie daar van. John heeft 't alleen ~e­

daan om }OU jaloersch te maken. Je zul~.eens .z:en hoe gauw of hij bij je terug is, ik k~n Ul.~n lUitJes, laat maar aan mij over. En de RlemsdlJks heb~n veel doelwit. Wel niet in hun zak, ma~:' ze zIJn pienter, ze kunnen veel verdienen. ~ou, ZIJ? mam~

. zalleelijk op haal' neus kijken als hIJ .met. JOu VOOI den dag komt. Zij was altijd mijn vnendm j. m~ar in haal' hart kan ze me niet luchten. Als.Je Dl.~t van de pokken geschonden en krom ben, heb Je altiJd

·vIjandinnen. 't Is toch mijn schuld nie~, dat ~.e h~eren mij altijd 't hof maakten en Kitty RIemsdijk heten zitten. Als je haal' hoorde was 't altijd, dat z~ er niet van hield zich zoo aan te stellen, nou, de druiven waren een beetje zuurj mijn eenige illu~ie ~as, dat haar zoon zou trouwen met een van miJn kmderen.

Zij moet bij mij komen soeb~tten vo.or John. Ze weet wel, dat. hij al lang verhefd op Je w~sj m~~r natuurlijk, als zoo'n uilskuiken van een Plet altijd in buis is kan d'r natuurlijk niks van komen."

:Mevrou~ Straalman voelde weer opnieuw de nauw overwonnen verontwaardiging opborrelen.

Gedwee liet Jet zich een nieuwe blouse aanmeten.

en met een glimp van genoegen beschouwde ze d~

mooie lichte handschoenen, die zij in de Bon Marche

voor haar etaleerden. -

Onder 't uitzoeken, waaraan Jet al haar aandacht wijdde, hoor deze in eens een blijden uitroep van mama.

(10)

"Hier non, mevrouw de Bruyn."

"Wat is dat? Waarom zoo'n bedroefd gezichtje?

Wat scheelt er aan ?" vroeg deze, nauwlettend het jonge meisje gadeslaande.

Mevrouw SLraalman fluisterde de spreekster iets in 't oor.

"Wat zeg jeI al poetoes. Kassian . . . Wie heeft 't uitgemaakt?

"Hij of jij."

Jet begon weer de handschoenen uit te zoeken en

ne

dames spraken fluisterend met elkaar.

"Daar loopt Lien Yerhoff ook buiten' even roepen ja?"

"Ja' JaI"

Mevrouw Yerhoff stak 't hoofd even door de deur naa.r binnen. "Wat is er?1'

De beide dames wenkte04

"Kom binnen, gauwI"

Verwonderd zag Lien Yerhoff rond.

"Wat voor nieuws?"

,,'t Is uit met Piet en Jet, zeg."

Mevrouw Yerhoff slaakte deil kreet die al de koopers om deed zien.

"TobatI En waar is de ",,,,rliefde landjonker. Ligt die ergens dood te bloeien ~~ I z'n hartwond ?"

Snert1I

Ze keken verschrikt op en Jet kree{;' etln kleur.

Enfin 't was mama haar sf" ·ordtje- als ze in- of uit haar humeur was. "Goè 1I0n, ik had je nog niet gezien, heb je erg sakkit hati?"

"Ach mevrouw, 't is ill''llers goed zoo als mama 't wil" en dan fluisterend: Laten we liever naar buiten gaan, alle mensche:1 kijken ons aan, 't lijkt

wel een societeit hier".

Ze gingen naar buiten en Lien Yerhoff liep door.

"Ik geloot, dat ze nog een visite moet maken", fluisterde mevrouw de Bruijn.

"Zeker wel. Zag je, dat ze tranen in baar oogen kreeg? Een nobel mensch die Lien".

Ze knikten en Jet worstelde met haar ingehouden verdriet.

"Nu moeten we afscheid nemen, ik heb non be- loofd nog een visite te maken."

Mevrouw de Bruijn wisselde veelbeteekenende blikken met mevrouw Straalman. Toen ze met haar moeder alleen bleef, vroeg Jet: "Mama wil toch niet naar .• ."

"De Riemsdijks? Wel zeker, waarom niet. Kitty is mijn beste vriendin, wa: zal ze zeggen als ze 't

"''',n de andere dames hoor~ en ik heb haar niets verteld".

Jet zuchtte.

Alles was haar goed als :::;e maar niet John op dit oogenblik moest ontmoe~en.... Zijn verwijtenden blik zou ze niet kunnen doors'r , en daarbij zich goed to moeten houden.

"Daar heb je 't al ma. ;lrl... .;toof dat mevrouw Riems·

l1ijk aan 't raam zit, hoe -orvelend om er juist nu te men", zei Jet, scbuw opzionde naar de ramen van een huis in de Regentessó ' •'''1.

"'t Kan me beusch nik.:. Ischelen, 't is of je een mi daad hebt begaan. Iemand, die zijn engagement verbreekt behoeft. dat niet C'!lder stoelen en banken te steken. Je voelt je immers verlicht van de soe ah ontslagen te zijn, en 't is voor je toekomst heel noodig,

(11)

maar moedertje zijn is niet goed, je moet ook aan je eigen denken. Enfin, als je zoons nu eens goed ge·

trouwd zijn, kan je op nieuw beginnen."

Even een rimpeltjll op Kitty's voorhoofd.

De gedachte aan een mogelijk huwelijk liet haar zelden met rust. Ze wist haar kinderen zoo goed, zoo rein. Waar zou ze iemand vinden waardig om John's vrouw te worden. Ze had zich herhaaldelijk het moederhoofd suf gedacht, zonder ooit tot een op- lossing te komen.

Wel had ze heel in 't diepste schuilhoekje van zijn hart een neiging voor Henriêtte ontdekt; en zich afgevraagd of ze hem mocht weerstreven in zijn ge·

voel; maar even snel had ze zich verlucht gevoeld en was een dankgebed hare lippen ontstegen toen ze Jets verloving vernam met Piet.

Voor haar geestesoog zweefde zoo vaak mevrouw Straal mans gestalte, over marmerbevloerde danszalen, en vastgekneld in de armen van dezen of genen, weinig kieschen 1ion, met wien ze schaterlachte over diens e q u i v0q u e galante gesprekken, waarbij hij haar aanzag IPet een blik, die Kitty 't bloed in de aderen deed stollen. Zij zwierend met breed gebaar van dikke ontbloote armen, een waaier à. la Pompadour.

Heel vast kneep Kitty haar oogen dicht om dat alles niet meer te zien, wat zoo lang geleden was, wat eigenlijk door den tijd reeds was uitgewischt.

Ze wilde er niet meer aa.n denken. Ze wilde zich mevrouw Straalman voorstellen als een lieve moeder te midden harer drie kinderen. Z '6 zag ze baar gaarne in den gee t, tot plots met luid gejuich een groepje fietsrijders voorbijreed, en de corpulente verschijning

Tweeericl Liefde. 2

dat de menschen 't weten. Als iemand nu plan op je heeft kan hij er mee voor den dag komen."

Aan 't raam zat een donkergelokt vrouwenhoofd.

Gestreng was de blik waarmee ze naar buiten zag naar de voorbijgangers langs haar ramen. Hoe kon deze ernstige matrone een vriendin zijn geweest van mevrouw St.raalman , Hier eenvoud en hooge ernst, dáár louter wulpsche dartelheid en ijdele spotzucht.

Mevrouw Riemsdijk liep naar de deur om haar beo zoeksters te ontvangen.

Zij wist, dat een relaas van onbeteekenende nieuw- tjes, voor een oogenblik de strakke trekken van haar voorhoofd zou wegvagen, en soms vond ze 't niet onaangenaam mevrouw Straalman te Volgen in haar gehuppel, met lichten tred, over de meest sombere levensomstandigheden.

Ze waren hartelijk welkom, als altijd.

"Je ziet bleek non, misschien een beetje vermoeid"

zoi ze even glimlachend. '

"Is John niet thuis?,.

"Eerst nog niks zeggen, anders roept ze hem mis- schien niet binnen," dacàt slim mevrouw Straal man kenn.end

?U

intuïtie Kitty's vreeze voor een

mOgelijk~

verbmteOls tusschen beide kinderen.

. "John komt dadelijk binnen, hij weet, dat 'jullie gekomen zijn, hij was juist bezig met een teekening

die af moet." '

"Kassian, die goeie jongen, altijd maar werken. Je heb lieve kinderen, Kitty. Ik heb ze altijd dol graag mogen lijden. Niemand heeft zulke oppassende jongens als jiji maar je heb ook je heele leven aan ze opge.

offerd, jij zelf ben verloren voor de samenleving: altijd

(12)

van mevrouw Straalman, gehuld in een ftetspak, dat opgeblazen wapperde om haar heupen, het liefelijke visioen verdreet, en Kitty eenige schreden van het venster trad, niet behoevend te beantwoorden zoo 't tapageus handgezwaai en gejuich van daar buiten.

Zou haar John in deze omgeving, in deze atmosfeer ooit leeren te ademen, te leven? Zij hoopte het niet en dankend had ze 't hoofd gebogen bij Henriëttes verloving met een ander; wel met onderzoekend oog John beschouwend in stille oogenblikjes, als zij samen waren. Zij wist, dat hij lijden moest, te weten ge·

liefkoosd door anderen, 't geen hij het zijne achtte;

en trachtend door moederteederheid te vergoeden, wat zij wist door niets te vergoeden was. Zoo hadden ze geleefd samen, moeder en zoon, beiden wetend, dat 't zóó 't beste was, maar hij lijdend aldoor aan de diep geslagen wond, tot dit te voelen een gewoonte was geworden,. bijna een behoefte, waarvan afstand te doen gelijk zou staan met een verlies. Maar meer en meer had zich de waarheid aan mevrouw Straal- mans scherpziend oog geopenbaard.

"God, John hondt van Jet", had ze tot zich zelf gezegd en van het oogenblik dezer ontdekking af, liet 't haal' geen rust, dat ze Piet de deur uit moest jagen, goedschiks of kwaadschiks, 't kwam er niet op aan; maar d'r uit zou hij. Da.t Jet hèm liefhad en Jobn's gevoelens in haar hart geen weerklank vonden, legde geen gewicht op de schaal van cynische be- rekening.

't Zou wel in orde komen, zij, de vrouw van expe·

rience, had zoo veel gezien in haar veel bewogen leven. Niet altijd waren de huwelijken, uit liefde

gesloten, de gelukkigste geweest. Een flinke geld·

buidel, dien zij zelve altijd zoo zeer had moeten missen, was het eerste vereischte. "Waar armoede aanzat bleef de liefde geen dischgenoot" was zij gewoon te zeggen, en zoo had zij zich niet ontzien haar Jet den geweldigen slag toe te brengen, argumenteerend, dat Piets donker uiterlijk haar steeds contrarieerde, en uit 't oog verliezend dat John Riemsdijk, als de zoon zijner moeder, zeer zeker niet minder het type van een Indischen jongen vertegenwoordigde.

Maar wat kwa.m 't er op aan. Zij had zich eenmaal voorgenomen haar vriendin Kitty deze kool te stoven.

't Kon een zoete wraakoefening zijn op Ki tty's preutsch gedoe. 't Zou haar zelfs heel wat kosten om zich goed te houden als deze zou komen smeeken om haar zoon, haar lieveling niet te verstooteni en dat Kitty dit doen zou, hiervan was ze overtuigd. Geen gang zou haar te zwaar vallen voor het geluk van John, zelfs al zou ze zich moeten toegeven, dat een geheime stem haar daarbij waarschuwde.

Dit alles en de zorgen hiervoor meende mevrouw Riemsdijk al sedert jaren van haar weggenomen.

. .

,

. . . . . . . . . . . . . . . .

John kwam beneden, opgeruimd zooals altijd.

Hij excuseerde zich, dat hij weer heel gauw weg zou moeten gaan, en dus niet lang van het gezelschap der bezoeksters zou kunnen genieten.

"Waar. ga je heen?" vroeg mevrouw Straalman, die zich hierdoor de kans zag ontglippen om haar troeven uit te spelen.

"Ik geef teekenles vlak in uw buurt mevrouw",

(13)

z~i hij, eenige teekeningen verschikkend en die samen.

bIDdend tot een rol.

't Viel hem op dat Jet geen deel aan het gesprek nam en. al haar aandacht wijdde aan een paar kin- deren, dle voor de ramen speelden.

ll?an, ~~'eng je o.ns thuis John, wij zien je haast noolt, t IS een mOOle gelegenheid om eens ov r non haar schilderlessen te praten, ze heeft aanleg weet je?"

John juichte beleefd het voorstel toe.

!n den gang fluisterde mevrouw Straalman haar vn~ndin wat in 't oor. De jongelui waren al op straat.

"Dle mama's hebben altijd geheimen te behandelen"

zei John met Jat voort stappende. ' Een ~ogel!blik bleef Kitty als aan den grond genageld

~aar vl'lendm aan staren. Haar toen reeds bloedlooze llppen verfden donkerblauw, en zich geweld aandoende om niets van haar emotie te doen blijken, greep ze naar de knop van de parapluie in àen standaard.

"Arme Jet," kwam 't nauw hoorbaar van haar lippen ll~k geloof wel, dat zij heel veel heeft gehouden van Plet, ze zag er vroeger zoo gelukkig uit en" . • . .

"Ach, 't komt terecht, ze weet niet wat liefde is later zal ze dankbaar zijn, zoo'n engagement

zondel~

vooruitzichten, je weet wat daar van komt <7efor.

• h . h ' Co

ceerae UlS oudens allemaal mis."

Kitty boog het hoofd en opende de deur. Groet

Jet van me wil je?" II

Mevrouw Stl:aalman zag baar aan met fonkelende oogen. Geen kwaad voorteeken dus, dat ze de groeten deed aan Jet . . . .

. Buiten liepen John en Jet, beiden vervuld van hun elgen gédachten, stilzwijgend been en weer, in afwac1J·

ting dat mama zou komen.

"Heb je 't 'm al verteld, non?" vroeg mevrouw Straá.lman geheimzinnig, zich voegend bij hen.

Jet kleurde met Dauwen blos en John zag even op, van Jet8 zijde weggaande om haar moeder in het middon te laten loopen.

,/t Is uit met Koenders en Jet, John," zei nu me·

vrouw Straalman, het oogenblik gunstig wanend en voortstappend met tapagens beweeg, zooals zij altijd deed wanneer zij haar doel hoopte te bereiken.

John voelde een lauwe weeë pijn, een oogenblik maar, die hem 't spreken b3lette: een bloedgolf, die opklotste naar zijn bart. "Waarom dan niet maar alles gelaten zooals het was," toornde het in hem op.

Maar één blik op het zwijgende bleeke kind, hergaf hem :Gijn zelfboheersching. "Was 't misschien wel niet tegen haar zin verbroken? bij wist immers wel, daL Jets liefde voor Piet dieper wortE'1 had geschoten, dan deze zoo maar eensklaps te kunnen uitrukken.

Zijn zwïgen hinderde mevrouw Straalman, die had gehoopt en verwacht, dat hij juichend haar zou ·tijn tegemoet getreden, in stede daarvan merkte ze niets aan John, eerder nog zou ze zeggen, dat 't hem I.eed deed het te hooren.

Had ze dan niet goed gezien? Zou ze zich vergist hebben in Johns gevoelens voor Jet, of was 't ten slotte Kitty gelukt haar zoon diens neiging voor non uit het hoofd te praten. Ze wilde er meer van weten..•

Je komt ons nu zeker een keer meer opzoeken,

"

hè John, wij hebben alle twee aDeiding noodig j vroe- ger was 't strijk en zet, dat er '5avonds jongelui kwamen en we dl\nsten op de barmonic,\jbij mevrouw

(14)

Straalman was de zoete in val .

leven we als kl uizenaars ... ,maar al sedert lang animo in komen breng ,}IJ moet er maar eens wat

J h en,

o n trok wrevolig zijn schouders 0 .

aandoende om vriendelijkt bI" . p, zich geweld over de inpertinentie N e 1J~~nen mnerlijk kokend overhalen om maar

i~

een, hiJ zou zich niet laten in te gaan nemen h" deens de pl~ats van dien jongen

V ' IJ acht er Olet ove'

n an avond wil ik heel 1 maar. . . . een uurtje als het u schikraag

ko~en,

tenminste

wer~

onder handen dat af

m~e~~nt

Ik heb nog een

ZIJ namen afscheid, mevrou

Jet stil en in zichzelve gek 'dW druk, opgewonden,

H" d eel .

IJ rukte Jet even llauwt'

't niet merken dat h" h .

~es

de hand, ze moest lang. , I J aar lIefhad, al zooveel jaren

Onder de wandeling had h" .

hoe gelukkig ze samen zo IJ el over loopen peinzen eerst die Piet uden geweest zijn als niet

Met geweld

dr~~f

bii db' d ..

weg . . . • e 10 erllJke gedachte telkens Jet ging thuis gekome h l '

naar de kast waar ~ n

hee stl1 naar baar kamertje

, \lUSSC en haar hemd p' '

tret lag. Uiterlijk k l ' en let's por·

slagen. Ik 1 h a m Joeg baar hart met snelle

. n za em vermoorde l '

Je krijgt," bruiste het t Ik

n~

a s Iemand anders zou ie 't doen 't zo eens op10haar hooM. nGod

, u vrees 1" k .. '

Zou hij op den loer

r

eIJ zIJn, .al te vreeselijk.

uit. en ingingen en

~::~h.om ~e

zIen wie bij hen boos plan volvoeren d len. s avonds laat zijn

, an was Plet haa' p' een moordenaar" Ze kr . . .. I let....

maar een briet1e ... omp Ineen, ze zou hem even J schlIJven, even maar smeeken om

het niet te doen, om haal' tenminste te sparen als hij werkelijk van haar hield.

Maar hoe zou ze schrijven, zou ze misschien sla- pende honden wakker maken en met welk recht zou ze hem zulk een vraag durven doen?

Angstig nerveus drukte ze haar beide bandjes tegen 't hoofd en tranen vielen bij stroomen neer langs de kleine dunne vingertjes. 0, als Piet toch eens wist hoeveel verdriet ze had, hoe zou hij haar . . . maar 't was immers uit tusschen hen. En mama had gezegd dat er nooit. iets van komen kon, dat ze hem moest vergeten, er was immers geen toekomst voor hen beiden. De deur van de kamer werd met een ruk

geopend. .

nKom liever beneden, non, dan hier te zitten grie- nen, als John vanavond komt kan je niet te voor·

schijn komen met die rooie oogen, ik ben hier alleen om 't eten klaar te maken, kom mama liever helpen, aanstonds komen de kleintjes thuis, ik begrijp al niet waar ze zijn, als ze maar niet naar Piet zijn gegaan ..

.o'

Dit was te veel voor Jet, nu barstte ze uit in een luiden snik.

nWaarom heeft mama daal' tenminste niet voor gezorgd? 0, wat zullen we nog een verdriet krijgen.

Mama kent Piet niet, hij heeft mij gezegd, dat hij hem zal vermoorden, die Ot waagt naar mij om te zien, en Piet zal zij n woord houden."

Mevrou\V stond als aan don grond genageld. Daar had ze nog niet aan gedacht, en in eens kliefde een snelle gedachte haar brein.

nGa jij naar beneden en zorg voor 't eten, dan ga

(15)

ik even uit, vlug wat, ik ben toch nog gekleed."

Jet gehoorzaamde en mevrouw ijlde, na vlug hoed opge~et en mantel omgehangen te hebben, het huis uit.

BUiten zag ze een agent. Dien eenen had ze daar al meermalen zien staan, soms groette hij haar wel nu liep ze regelrecht op hem af. '

"Meneer, help mij toch, ze willen iemand vermoor- den in mijn huis, ik durf niet zonder hulp te blij ven de vorige galant van mijn dochter weet u hij wil zijn opvolger doodsteken, hoe toch als 't va~ avond gebeurt en we zijn alleen, ik heb geen mannelijke hulp in huis, geef u toch raad,"

De dienaar van den heiligen Hermandad bleef een oogenblik nadenken. Ja, hij mocht hier niet weg of el' moest iets ernstigs gebeuren . . . .

"Is dat soms niks ernstigs als er een moord ge.

beurt ?"

Mevrouw Straalman voelde haar bloed koken tegen.

over dit flegma.

,,'t Is wel erg, ziet u, maar nu nog niet, ik wil maar zeggen, zoolang als er niets gebeurd is,"

,,0 ja hé, als hij zoo dood is als 'n pier, kom je hard geloollen, dan is 't te laat, daar is mijn doch.

ter niet mee geholpen."

Hij was het geheel met haar eens.

"Weet u wat, mevrouw, uw huis is immers dat hier schuin tegenover? Nu ik zal daar voortdurend op letten en zien wie er uit en in gaat. Als me kameraad me komt aflossen zal ik 't hem ook zeggen.

Vertel u maar hoe die gevaarlijke liefhebber d'er uit ziet,"

"Zwart, heel donkor van huid, een Indische jongen

en .niet groot, hij is gemakkelijk te kennen,"

De agent knikte. "Wees u gerust, mevrouw, zood ra ik zoo'n gevaarlijk persoon in den omtrek van uw huis zie, zal ik hem in 't oog houcten, laat u 't maar aan mijn over,"

Mevrouw Straalman's gelaat helderde op en met een zucht van verlichting dankte zij, vriendelij.k uit·

noodend om eens een borrel bij haar te komen dnnken.

"Soedah non, maak je nou maar niet meer onge·

rust, er zal niets gebeuren, daar heeft mama voor

gezorgd." ' .

Met deze woorden en een zucht wierp mevlOUW Straalman hoed en mantel af en zette zich in haar versleten fauteuil aan 't raam.

"GodI God! Wat zag 't er hier uit. Hoog tijd, d.~t

er een vernieuwing komt. Of John nu ook dadel~k

over de brug zou komen? Enfin, Kitty zou wel Dlet willen, dat 't er bij haar niet netjes uitzag, 'n echt huismoedertje, die Kitty."

Mevrouw Straalman m.oest er innerlijk om lach~n.

"Nou maar gauw, gauw eten, non en da~ de km- deren naar bed, ik wil nog even een dutje maken, zulke emoties pakken me vreeselijk aan."

Maar wat heeft mama dan toch gedaan?" vroeg Jet, die niet begreep hoe de zaak in orde was ge- komen.

Laat maar aan mij over, ze zullen John geen

» d .

haar krenken. Mama moet maar overal voor op raaIen, als ik toch niet altijd raad wist, hé!"

De kinderen moesten in allerijl hun rijst eten..?p hun geroep om Sambel en Atjar kregen ze een oorvijg.

In den kortst mogelijken tijd ruimde Jet de tafel

(16)

af en brandde een beetje doepah voor de etenslucht.

Die geur herinnerde haar weer ineens aan Piet.

Hoe dikwijls had ze niet doepah gebrand om het trassie luchtje voor hem te maskeeren. Nou was dat allemaal gedaan. . . .

Werktuigelijk deed ze haar bezigheden, de dingen moesten dan maar komen zooals ze komen wilden.

't Eenige wat John, in haal' oogen, op Piet voor had, waren zijn capaciteiten. Piet zou wel altijd een suk·

keI gebleven zijn, maar wat kwam dat er op aan, als ze maar samen gebleven waren.

"Zou John 'n mooien grooten hond meebrengen?

Ze wist, dat 't dier hem overal vergezelde. Waar die van morgen geweest zou zijn?

Toen de kamer opgeruimd en het theegoed gereed ge.

zet was, liet Jet haal' oog over alles nog eens rond gaan.

In den grooten stool lag mama te snurken. Ze was nog gekleed. Voor Piet was 't nooit noodig geweest.

Zij zag even in den spiegel ba Ten den schoorsteen, ze vond, dat ze er goed genoeg uitzag.

Om acht uur werd mevrouw wakker. "Hij zal direct komen, non, deftig om laat. te komen, hij weet 't wel."

Ze wachtte . . . 't Werd half negen, kwart voor negen. . . .

"Die thee zal wel inkt worden.')

Mevrouw stond op om 't licb!je er onder weg te nemen, toen luid rumoer buiten baar naar 't raam deed snellen; de blinden waren dicht, maak open non, wat zou dat zijn?"

"Neen, ik laat je niet, meer los, om de bliksem niet.

Vertel jij maar, dat je bij mevrouwStraalman

moet zijnI"

Zwaar hondegeblaf met schor gebrom verge~elde het rumoer.

God nont Misschien Sultan van John !"

" p' t?"

Jet kromp in elkaar. "Zou Ie

In één sprong was ze de straat op Bij het licht van een lantaarn zag za twee agenten, die John stevig vasthielden.

Wat was dat nou?

Mevrouw vloog ook naar buiten en begon "moord·, te roepen, ziende Sultan, die brommend ~ond)jep~ ~n er alles van denkend, vooral met P;et, dIe zoo dnftlg kon zijn. Ze ijlden beiden op John toe. Deze stond zich nog woedend te verweeren tegen de agenten.

AhI daar is mevrouwt" dep er een. We hebben he~ Juist ingepikt toen hij bij u kwam aanbellen."

't Was of 't helder dag werd voor haar brein.

nBen je gekI Ik heb je juist gewaarschuwd o~

dezen meneer te beschermen, laat bern toch los, hij komt bij mij op visite."

Een heel toeloopje op straat.

De agenten zagen elkaar verbaasd aan en liet~n John los, die ziedend van toorn met een zakdoek zijn polsen afveegde.

Neen, dat was een mooi gevalletje. - Ze hadden dus den verkeerde . . . maar mevrouw bad toch ge·

zegd dat ze moesten lotten op iemand. die zwart en klein wal:! en dat wàs deze toch . . .

Xevrou\V Straal man stond een oogen blik besluiteloos . het tooneel gado te slaan. Schelden en zich boos maken hielp geen zier. 't Ergste was 't voor John, Joho, die daar nog altijd stond ziedende van woede.

(17)

yoor geen schatten gouds zou ze haar plannen in dUIgen hebben laten vallen en toch diende John een opheldering te krijgen. Een blik op Jet, die noO' altijd sprak.eloos.~oezag, bracht haar tot bezinnin;

"Kom, RIemsdIJk, ga mee naar binnen,

,

beroerd

,

zoo n scène, die stommerikken van agenten doen altijd alles verkeerd."

John, nog zenuwachtig, stapte na mevrouwen Jet naar binnenj hij had maar een uurtje willen blijven en . . . even keek hij op zijn horloge dat uurtje was

al bij na om. '

"Jet, om zich een houding te geven, begon thee te schenken.

"Suikor en melk, John?" vroeg ze, even opziende van onder haar donkere wimpers, die ze nog niet tot John had durven op lalm. Snoezig vond hij haar zoo.

.."Moet je.. niet zolf iets kalmeerends nemen ?, vroeg hIJ, toen hIJ zag, dat ze nog geweldig beefde.

't Is niets, mama ook altijd met haar angstI" zei ze knorrig en reikte hem zijn kopje van japansch porcelein toe.

Mevrouw Straal man, opgewonden, zocht en zocht een opheldering voor het zonderlinge feit. Ze kreeg een kleur van het overspannen denken, aldoor haar hersens uitputtend in folterond piekeren. Ze moest John toch vertellen wat dit te beteekenen bad en zij kon bern niet vertellen dat ze tegen Piet maat- regelen had genomen.

Weet je, John, 't is heel dwaas van me, maar ik ben tegenwoordig bang voor inbrekers, en nu heb ik aan de agenten gevraagd of ze een ooO'je op mijn huis wilden houden." el

.1

John zag haar verbaasd aan. "Inbrekers komen toch niet op dit uur, mevrouw." • • • .

Hij had 't land, vreeselijk 't la~d, nett~ Jongen als hij was met de politie in aanrakll1g te Zijn geweest.

Als iemand 't gehoord en gezien had, dan zouden er heel wat praatjes van komen. 't Meest hinderde ~et hem nog voor :i;'n moeder. 't Zou dan meteen Uit- komen, dat hij bij de Straalmans was geweest en hij had dit nog zoo graag wat verborge~ geho~den.

Wel had bij Jet liefgehad en in haar zIJn brUid ~n toekomstige vrouw gedroomd; maar hij wist datz~Jn moeder eene verbintenis met hem en Jet verschnk·

kelijk vond en zij een steen van haar hart had ge·

wenteld, bij Jets verloving met Piet. Nu.. zou z~

weer opnieuw in angst gaan verkeeren en hlJ zou el toe meewerken, zonder dat het besluit bij hem tot rijpheid was gekomen Jet te vragen.

Hij kon 't niet van zich afzetten, 't voorafgegane, Jets verloving met Piet, haar liefde voor hem. 't Was nu wel uit·, maar was niet een klein sprankje gene- genheid voor den vorigen minnaar in h~.ar hart achtergebleven? Was 't niet een doordnJven .en dwingen van mevrouw Straalmangewees~'? Jets stl.lle en sombere manieren, het droeve trekje Ol~ halen anders zoo lachenden mond. Waren het met even zoo vele bewijzen voor een liefde, die nog niet was uitgedoofd?

Met gretige teugen dronk hij zijn thee, dan opstaande en zich veront cllUldigende omdat hij weer wegmoe~t, . hij ha.d nog te werken vanavond, nam bij afscheld Beloof me nou heel gauw terug te komen, John.

" b .

Wij zijn altijd zoo alleen en J t moet een eetJe

(18)

afleiding hebben, 't Is voor haar een uitkomst als jij komt."

John trok zijn schouders op.

"J~, je weet 't wel, dat ze veel van je houdt. Hoe kan. t ook anders, we kennen elkaar al zooveel jaren en Je moe~er is m.ijn intiemste vriendin geweest."

"Ik zal ~len, wat Ik doe," zei hij weinig beleefd en nog altIJd een beetje ontstemd over de gepasseerde scène. "U ontvangt immers altijd 's Zondags avonds?"

"Ja . '.. zoo heel een voudig, weet je, dan komen de kenmssen en dansen we op de muziek van de harmonika."

. John fronste de wenkbrauwen. "Enfin, ik beloof mks, u moet maar niet op mij wachten" . • .

"Groet je moeder, RiemsdijkI"

Hij drukte Jet de hand en nauwelijks meel' hoorend de vriendelijke woorden waarmede mevrouw Straalman hem uitgeleidde liep hij nog met vlugge passen in schaduw van vooruitspringende geveltjes in de lange een~ame straat, zenuwachtig strompelend telkens in strUlkelpassen over z'n eigen voeten schuw voor z'n oplaaiende passie voor Jet en 't

g~zanik

thuis als

z'n moeder 't te hooren kwam, dat 't weer aan was tusschen bern en Jet . . . .

. Mevrouw Straalman had met een schok de deur dicht geploft nijdig van onvoldane illussies. Eigenlijk

was er niets aan dien John, niks heelemaal niks, 'n vervelend uilskuiken met een hoop pretentie daar je van om viel.

Ze schommelde puffend naar binnen waar Jet was neergezonken in een stoel, de handen voor de oogen.

"Allah! tobat! alweer grienen, ga je eerst maar gauw uitkleeden. Wat een percàra. daar str~ks, Hoe kunnen die agenten John nu aanZIen voor Plet.

Jet huilpe nog harder nu bij opgewekte herinnering aan Piet

,

aan ze'u toegeeflijke zachtheid en stille

,

aanhaligheid, z'n haar liefkozen met z n oog~n zoo heel anders als John, die zelfbewust vormelijk zoo correct op een afstand was geweest. Jet had behoefte aan liefde aan aanhaligheid, vooral nu, nu ze zoo eenzaam

e~

verlaten zich voelde met die pijn in haar binnenste. Physieke pijn als van een versch open- gereten wond die telkens begon te bloeden als ze dacht aa Piet.

Vindt mama John nu zooveel beter?" barstte ze uit met een snik.

Mevrouw Straalman stoof woedend op. "Niets beter, heelemaal niet, alleen verdient deze een beetje en wordt de toekomst beter en vooral om Kitty, z'n moêder, dat trotsch nest, wil ik, dat hij met jou trouwt.

Ha.l ha! haI je had moeten zien vroeger op Padang, hoe ze voor mij haar neus optrok, omdat de heeren mij het hof maakten. Camille deugde nie~, Camille moest geschuwd worden als de pest, Camllle verfde zich en God weet wat nog al meer' En nou, nou ik oud geworden ben en mijn haar verf vindt ze mij nog vreeselijker, alsof 't beter is om uren en uren te besteden met het uitplukken van witte haren zooals

(19)

zij doet e.n er ten slotte uit te zien als een kaal geplukte kip. Dan maar beter zooals ik."

"Ach ~ama stil toch. Mevrouw van Riemsdijk heeft nooit. wat va~ u gezegd," suste Jet met onder- drukt gesmkt en smkte met telkens wilder stroomende tranen.

... "Wat weet jij d'r van onnoozel kindI Wat kan JIJ beseffen van mijn verdrietI 0 hoe heeft

. Id"'t 1 ze me

In n Ie even verbitterd die Kitty, met haar kwasie

?eugd, alleen. maar omdat niemand naar haar omkeek.

t Zou ook met de moeite waard geweest zijn om 'n oog te slaan op die botten van haar, al lokte ze met haar tournure, die ze in sarong kabaja wel had wil.

l~n aanhouden, sommige oogen, als ze't op de keper gmgen..bes~houwen, bantal kapokI Nou is de beurt aan ~IJ, mijn grootste triumf, nu moet ze heel dee.

moedig. aan miJ,.. Caml1le, komen vragen of ze mijn. km~ voor h~ar Johu, haar hartlap mag hebben. En ze IS zo~. Idolaat van die lummel. dat zij er alles voor op Zl~ z~t. 0 jaren lang heb ik er naar gesnakt, van toen Jullie ~og kinderen waren zag ik 't aankomen met J?hn e~. JOu, en altijd, altijd dacht ik - stil maa.I:! leder. ZIJ n beurt - en nou is de mij ne gekomen, als JIJ tenmmste niet alles bederft."

IIMaar maatje hoe kan ik er nu iets aan doen?

Mama weet toch wel, dat ik van Piet houd."

11Praat me niet van dien snoeshaan I Kal verliefde

~nders niet. Net of er voor een vrouw verschil is

In een man. Ze zijn allemaal monsters tirannen bangsats, daar! 'n Portie verbeelding

0;

knapheid'

we~ens~hap.

en

ande~'s

niks. De hoofdzaak is of

zoo'~

kelel flink m de dUIten zit, je wat nalaat als hij je

als weduwe achterlaat, de kinderen niet verrekken van gebrek." . . . .

,,0 mamaI Houd toch opIHoud toch opI Ik kan 't niet aanhooren, dat u zoo spreekt, laat mij dan maar liever nooit trouwen, werk zoeken liever, ik wil niet, ik wil niet," weeklaagde Jet nu in zenuwschokken uitsnikkend haar leed; gewond in haar heiligst voelen voor Piet, haar Piet dien ze zoo had liefgehad om hem zelf. Zich overgevend aan haar droefheid wrong ze zich voorover gebogen tegen de kanapé leuning in kramptrekkingt3n.

"Stil non, wees niet zoo'n malle meid. 't Is mis·

schien niet goed, dat ik je al die dingen zeg, maar mama heeft zooveel verdriet gehad, non, z66veel ver·

driet om Kitty."

En vegend met de vlakke band de verwarde, uit friseerkrullen weggezakte haren, uit het gezicht, stond zij op met een zucht, driftig, opgewonden van nieuwgewekten haat, waggelend naar Jet, zich geweld aandoende om troostwoorden te vinden voor 't kind.

nAjo, ga mee ons uitkleeje, dan drinken wij dadelijk samen nog eens thee, mijn COl'set hindert mij, ik stik er nog eens in en jij ook, zonde van je kleedje, nog wel a.angetrokken voor John."

Gewillig liet ze zich kalmeeren, op van vermoeid·

heid en inspanning. Ze hield van haar moeder, die trotsche, ruwe vrouw, verbergde onder haar hard·

vochtig mom, nog altijd sluimerende gevoelens van liefde en teederheid, verstikt en afgestompt in te nauwe aanraking met menschenwee, beklagend in haar hart haar kind, 'n zieltje nog zonder levens- ervaring, alleen zich latende gaan op de vleugelen

Tweeêrlel Liefde. 8

(20)

van de, liefde, die zij, rijpe vrouw, voor de levens- tocht met bestand bad geweten.

"Ko~ maar mee, mama zal je belpen, soeda, buil

~aar met mcer, perktoema allemaal mama weet 't

Immers," ,

Jet knikte, beaamde baar hoogere wijsheid en ging mee. naar boven, ~aar zij in baar slaapkamertje een gaspit .aans~ak, dIe verspreidde dun en spichtig een rood flikkerlicht in 't rond.

Naast ~aar, in een kabinetje, sliepen Kees en Toetie, snurkten.m vasten slaap, spele~smoe na winterpret.

Gelukkig, ze hadden niets bemerkt van 't voorge- vallene. Jet zag even naar ze, toetrekkend over ze heen de gelige wollen dekens, afgegleden van de blozende lichamen van gezonde kinderen.

In. haal' eigen kamer zich vlug ontkleeden nu, in a~atlsch ~oelen een voor een afdoende de sieraden, dIe.~eel Ultmaakt~n van haar toilet, toen slank Indisch meISJe nam ze een sarong uit den voorraad in ,haar kast, eene met draken en slangen en duizendpooten aangeb~acht tegen zachtkleurigen grond. Ze groef heul' hoofd In de plooien, even om op te snuiven geuren :a~ doepa en rozen blaren, waarvan doortrokken ha:J.I' mdl~che kleeren waren. Even kijken naar de grillige re~~Ielen, met zachte aaiïng van handen er overheen strijken als in een droom, dan fluks op geroep van mama hem overgooien over 't hoofd rond de slanke heupen plooiend 't ka tbaar

kleeding~tuk,

erfenis van :eel geslachten, 'n Kimona van geel crêpe, met vuur.

lOode Chrysanten, onverschillig omgeworpen in wijden o~v.ang neerplooi~nd tO,t bijna op de kleine voetjes.

dIe In veel te WIJIe vIlten muiltjes gestoken, wel

kindervoetjes leken. Tusschen de hemden lag 't por·

tret van Piet. Ze dwong zich er niet naar te zien, de lamp uit te draaien, maar dan ineens zich bezin·

nend nam ze het er uit, nog eens, zette zich er mee op den rand van haar kleine ledikant en bleef staren in de donkere droomerige oogen, die haar aanstaarden van 't portret alleenlijk- voor haar gemaakt, terwijl gedurende de opname hij had gedacht aan haar, met z'n groote, allesomvattende liefde.

Ik heb in iedachten je aangekeken, toen ik me liet fotografeeren, Jet, omdat je me dan altijd bij je hebt, zooals ik in werkelijkheid ben," had ie gezegd.

Nu zag ze er naar met een glimp van wantrouweu om haar lippen. Als 't eens waar was wat mamàzei?

En heel langzaam scheurde ze het carton in kleine stukken, 't laatst nog zijn oogen overhoudend, dwars weggescheurd boven den neus. 't Was of er een verwijt uit oplichtte, uit de oogen alleen, nu uit den verminkten kop, door haar hand verminkt, haar aan- starend.

Een lichte siddering gleed langs haar heen, beroerde haar innigste innerlijk. Ze sloot de oogen even . . . dan met eer;. sprong stond ze op, zich losrukkend uit haar soezerig weg-zijn. En één voor één oprapend de stukjes carton, die haar van de hellende dijen wa, ren gegleden, en ze stoppend in den vasten greep van haar kleine hand, ging ze naar beneden, gooide de stukjes in het voorbijgaan in de kachel.

Nooit moesten ze haar meer onder de oogenkOIDt'lI.

Ze zou hem ook om het hare vragen on dan wasalll-:;

gedaan t,usschen hen, dan zou ze probeeren om au John te houden . . . . omdat, mama het zoo wilde, om

(21)

Kitty, zijn moeder, te straffen.

Geen plooi van wrevel ontsierde Jets donkeretr~k.

ken, zich gewillig onderwerpend aan het noodlot dat dit van haar eischte, boog ze zich er ·voor, gehoor.

zame dochter als zij was, smorend in haar hart de eens zoo diepgewortelde liefde 't eenvoudig als plicht beschouwde den smaad haar 'moeder aangedaan te wreken, eigen lijden te verstikken door de stem van den plicht.

Alleen . . . Alleen . . . . Ze zou J ohn eenmaal zeggen, als 't zoover kwam hoe 't was' hoe ze van Piet had gehouden als van baar

ma~,

hoe ze hem

b~treur~e als een afgestorvene, dien zij terug te beo zitten met meer verlangde; maar wieR zij had toebe.

hoord met hart en ziel . . , . . . .

In. de huiskamer lag mevrouw Straalman in sarong kabaja op d,e kanapee sluimerslapend na inspanning 'VannaU~Slulte~de kleeren en mislukt visite ontvangen, paf na ultbarstmg van hevigen zenuwaanvaI.

Voorzichtig sloop Jet naar binnen in benauwd pieterig kamertje, waar stijf de stoelen stonden rond de vierkante tafel.

Aan 't raam tegenover de kanapee stond een kleine fauteuil, overtrokken met afgesleten trijp, rammelend van gebroken veeren als ze zich er op neerzette.

Geruischl60s liet ze zich er in neerglijen, starend onafgebroken naar de volle gestalte harer moeder die ze zoo lief had, die kon doen net wat ze wilde. : , ..

Alles maalde Jetje door 't hoofd; 't was als 't raderwork van 'n groot machine, dat er doorheen knarst, soms lichtelijk, goed gesmeerd doorschuivend dan weer knersend, knerpend als om olievraag. '

Afgerekend had Jet met zich zelfheelemaal. 't Was uit nu met haar zelf; alleen mama nou moest ze gelukkig maken, mama . . . , . en .. , . John~ John ook voor z'n zorgen voor haar. Zij wenschte nu maar dat John haar vragen mocht, h66pte het nu, want ze 'Voeld dat ze 't nou niet lang meer uit zou houwen Werkelijk beeldschoon moet mama geweest zijn,"

Haar gedachten gingen naar vroeger. Nog zooals ze daar lag was ze mooi voor de veertig jaren. Wa 't dat nou waarom John's moeder haar zoo had gehaatI Was mooi zijn dan een vloek voor die 't hadden. ~et zocht en zocht in haar moede hoofd rond, neen met een was er die ze 't misgunde alleen . . . zou ze haar haten, die haar heur liefde van d'r man ontstal, als ze er een had. Een liefde ontsta), die van haar was die aftroggelen met allerlei kUJlstmiddeltjes van kok~t zijn, dit zou Jet verfoeien,. zulk eene zou ze vitriool in 't gezicht kunnen gOOIen, zooals ze zoo vaak gehoord had dat gebeurde. Een liefde ontfutselen was 't eenige wat Jet afschuwelijk leek in d'r . brein. Zou mama mevrouw Riemdijks . , .. liefde? .

Ze vloog overeind met een schrik.

Mama! Mamal sta toch op word wakker, u zult va~nacht niet slapen, als u niet opstaatI"

Opgeschrikt, verwilderd, met verglaasde oogen hief mevrouw Straalman zich op.

Ik was ook zoo moe non, zoo vreeselijk moe, geef m: maar een kop thee, dan word ik wel weer wakker. ' En streelend met baar blik langs de tengere gestalte van Jet, teer afgeronde vormen verradend onder de ruime plooien van geel crèpen kimona, kwam ze weer tot bewustzijn.

(22)

"Nergens over spreken maar" overlegde ze met zich zelf, ziende haar kind weer schijnbaar opgeruimd tevreden nu.

nHe wat huilt de wind in de kachel, zeker vreese- lijk koud."

Mevrouw Straalman rekte zich uit en liet haar lenige vingeren kraken.

,,'t Vriest alweer, misschien morgen schaatsen," zei Jet trekkend over elkaar de JUtte gordijnen.

Glimp van vreugde gleed ongemerkt over mevrouw Straalmans aangezicht.

,,'t Zou wel terecht komen weer! Jammer, die ge.

schiedenis met de agenten; maar John was dol genoeg geweest op haar non, dat ie zich nou door zoo'n kleinigheid zou laten afschrikken. Hij was verliefd' op 'r. Van zijn prille jeugd. Oeah! en ze wist, dat de liefde bergen kon verzettenI Als je er maar van wist te protlteeren op het juiste oogenblik.

"Zijn je schaatsen nog in orde non?" zeide ze g'3- nietend met gulzige slokken, haar kopje geurige thee, dat Jet opnieuw nu was gaan zetten.

"Ik heb ze gisteren nagezien, omdat morgen de vijfers worden opengesteld voor het publiek; heerlijk nu ik lid van de ijsclub ben, verleden jaar ging ik altijd maar zoo. 't Kost ook altijd zooveel geld, niets heb je hier zonder geld,"

Mevrouw Straalman zuchtte. En voelde maar al te wel de waarheiJ van deze opmerking.

"Laat maar! Er zal wel eens een tijd komen, dat 't beter voor ons wordt; Toet en Kees moeten maar voor een betrekking worden opgeleid. ACh God, luxe is niet noodig; maar zoo, zonder meid, alleen maar

die werkvrouw 'n halve dag in de week en dan n~g koken voor andere menschcD, indische schotels, die maken dat je handen naar uien stinken. Ik had ook nooit

~edroomd,

dat ik voor geM uien zou

~oet~n

schillen dag in dag uit. Had ik maar betel' Ult mijn oogen gekeken, vroeger, dan zou j ij nu een ander leven

hebben" . . . .

Jet bang, dat. mama opnieuw zou terugvallen10haal woedevlagen van verongelijkte vrouw, poogde een vrooiij ken toon aan te slaan, paaide haar met assem·

boekjes, die een vriendin uit Indie had gezonden ...

'n lIooie winterdag. Helder luid klingelden bell~.n van omnibussen en trams door de ijle vrieslucht, grijs toepelend over grauw beschenen straten, waarvan bonkig opklonk voetstap van mensch en paard, neer·

gestampt op hard bevrore~ bo~em. .

Met kleine pasjes, voorZiChtig om gladh~id, kwam een t.enger persoontje de Obrechstraat uit~eloopen, bengelden een paar schaatsen aan haar arm.

(23)

Rechts en links om zich heen ziende in de stille straat versnelde ze haar stap. 't Fluitje van de tram heel in de verte scherp doordringend in ijle winter.

lucht, deed haar verlangend harder loopen nog. Toch berekende ze, dat 't te duur zou zijn om 'm te nemen tln naar den ingang van het bosch te tremmen vooral twee maal kön niet. Straks bij bet terugkodten als ze moe was en warm, zou ze liever 't doen en als 't niet hó6g noodig was nog niet.. '

:t Kwam elken dag terugj misschien bleef 't lang vnezen en ze zou liever haar geld gebruiken als 't eens heel erg noodig was.

Heel verlangend zag ze naar de volle trams die al maar afreden naar -'t bosch. '

Ze had haar vriendinnetjes willen halen; maar 't zou te laat geworden zijn dan. Kon zij ze maar aan.

treffen op de vijvers. Te schaatsen zoo heel alleen leek haar weinig aantrekkelijk. Anders was het ge.

weest verleden jaar toen Piet haar was komen halen alle dagen en thuis bracht. Ze was aan hem ge.

woon geworden.

»Dag Jet."

Ze zag op verschrikt bij plots hooren noemen van haar naam.

"Dag Amy'"

Jet voelde langzaam opstij~en een gloeiend rood.

Hadden ze haar niet verteld, dat John met Amy zich zou engageeren?

. 't Was of haar keel werd dicht geschroefd bij de herinnering aan haar moeders plannen.

"We kunnen wel samen loopen als je ook naar het ijs gaat," verbràk Amy de stilte, vermijdend te

.

I

vragen naar Piet, dien ze tegen was gekomen op haar weg, hen volgde misschien op een afstand.

Jammer dat 't zoo ver is," antwoordde Jet ver-

" ,

strooid.

Ze haddtln flink doorgeloopen en waren nou al op het Buitenhof.

Fijn doorzichtig weefden sluiers door de bladerlooze boomen van den vijverberg, enkelen schaatsten langs de kanten van het spiegelvlak om het eilandje.

Dreunend over hard bevroren vloer, grommelde de omnibus door de gevangenpoort.

We schieten al flink op, ik vind 't dol om zoo in de" kou te loopen en jij?" vroeg Amy kijkend naar Jets dunne manteltje, dat haar nog slanker ~aakte, en nauw beschutte tegen den fellen oosten Wind.

't Warme bonten mutsje met een bosje paarse viooltjes aan den linkerkant dekte warm het donkere boofdje.

Ik heb 't liever warm." zuchtte Jet zich geweld

aa~

doende om niet te bibberen, straks met 't rijden zou ze weer warm worden opnieuw; de vijvers lagen zoo beschut in het bosch.

Piet was de meisjes op een afstand gevolgd, toen vooruitgeloopen naar het bosch, bond zijn schaatsen onder en reed weg.

Joelende stemmen klonken al op uit de menigte, in wild beweeg zwart dooreen krioelend op de veel te kleine banen, slierden in krasgeluiden tusschen elkaar in, bonkend soms met geweld tegen den har- den bodem.

"Hoe gezelligI"~ juichte Amy, afdalend de brokkelige kanten.

(24)

Jet, staande nog boven a.an den kant, zag haar na, bestudeerde haar lenigen gang van Indisch meisje, zooals zij. Haar gitzwarte haar wrong glanzend onder 'n coquet hoedje van fijn castoor, reebrUln als 't tailor- made kleedje, dat onberispelijk sloot om de meer vollere gestalte en omzoomd met bruin bont, warm deed in de sombere winterkou. Van 't zolfde bont een parure en mof, leek Amy een popje van de modeplaat, zooals Jet zoo vaak te bewonderen zat, als de oude buisnaaister, om haar een kleed te maken, ze bad meegebracht.

Onwillekeurig vergeleek ze Amy met zichzelf en 'n klein trekje van spijt, van zich minder weten, kwam over haar gezichtje.

Amy paste beter bij John, peinsde ze, soezend aldoor nog aan den kant en zij•.. boorde eigenlijk bij Piet.

Ze schudde onwillig het kleine hoofd, zich betl'ap- pend op verkeerd terrein. Hé, waar was Amy nou gebleven? Nergens dan op 't ijs raak je elkaar zoo licht uit 't oog. Waarom stond ze ook nog aldoor te suffen in d~ kou. Met vlugge passen ging ze naar beneden nu, voegde zich tusschen de volte om haar schaatsen aan te binden. Ze klappertandde van kou.

'n Galante jongen had haar aangeboden om te helpen en toen gevraagd een baantje te mogen rijden. Ze was hem zeker vergeten, bij had haar ontmoet op een avondje bij de Krauses.

,,0 jaI" herinnerde ze zich ineens en lei rustig haar hand in de zijne.

Praten konden ze niet door den fellen wind en de menschenmassa, die opletten bij het rijden vereischte.

Heerlijk genietend liet ze zich gaan in sierlijke

wendingen, onafgebroken voortzwiel'end t~sschen de velen haar hoofd frisch na dagen van lOspannend denk~n, even opschrikkend soms als ze Piet zag in de Yerte, in 't volgend oogenblik weer vergetend door den zwiependen wind, door de vele gezichten indruk·

ken verjagend de een na den ander... . Met grooten zwaai hiel~?n ze op n~ bij een te~t~e, waar drassig nat, water Sijpelde rond t lappenhUIsJe.

"Hier even uitblazen, we zijn hier beschut tegen den wind."

"Nou met mij een toertje, Jet," boorde door de kou e n stem.

Ze zag om en herkende John, die bijdraaide naar hen toe.

Blij gaf ze hom haar hand. "Even rusten nog John, ik ben zoo moe, we hebben het11 wat baantjes afgelegd."

Haar cavalier dankend nu, trok zich terug, begon te rijden alleen zoekend in de menigte naar een kennis.

"Kom,

wi11e~

we

nu~1"

Ben je

~l

uitgerust 1" Zij knikkend, nam John'!, hand en opmeuw reden ze weg.

Langzaam dichter weefde de mistsluier in de boom·

kruinen druilde neer omlaag, lekkend de stammen, die somber bruinden in omhulsel van ruigen schors, waarin letters. oudere en jongere tezamen, stonden in geloften van oneindige trouw, langer voortbestaande dan in de harten van menschenkinderen, die ze er in sneden.

Lichtelijk, bijna onmerkbaar als sch~chter o~ te . storen zooveel vreugd, daalde de duisterms. SommIgen gingen weg, anderen bonden af nog de s~haatsen, weer anderen slierden voort heen en weer 10 onver·

zaadbaar genot.

(25)

"Ik moet ook naar hui!!, 't is

zoo

ver," zei Jet ge- we.\{t uit haar vreugderoes.

"Als we de tram nemen kan 't nog wel even, ik breng je thuis," besloot John haar meevoerend op- nieuw.

Ze vond 't goed in zwijgend toegeven en weer reden ze door . . . .

. "Nou is 't tijdI Laat me maar gauw je schaatsen afbinden," verzocht hij en knielde neer aan haar voet. Dan ze te zameo bindend met de zijne. hielp hij haar opklimmen, haar steunend om de weinig zekere voeten, zoo lichtvoelend van schaatsen ontdaan.

Ze gingen in de tram.

"Nog juist een paar plaatsen binnen," riep de con.

ducteur.

'tWas overvol.

Vast tegen elkaar aangedrongen, blij een plaatsje te hebben ging 't voort.

J ohn voelde z'n bloed sneller jagen op klotsen in z'n slapen. 't Had 'm geen rust gelaten de gedachte aan Jet; en z'n moeder eerst geschokt had kalm beo rust in 't geen zij vreesde, dat komen moest, in stilte wegpinkend een traan, die John niet mocht zien.

Eerst wachtend wat hij zeggen zou, was ze er zelf, over begonnen, liever te weten zeker te weten dan die vreeselijke onzekerheid. .

"Neen mama, ik denk niet aan Jet," had hij ge- antwoord pogend haar gerust te stellen; maar tever- geèfs had hij getracht iets te \'erbergen voor haar liefdevol moederoog.

Heel ernstig had ze hem aangezien haar bE'ide handen op z'n schouders.

.A.ls je haar liefhebt laat 't dan niet om mij John, je weet, hoe ik over Camille denk, maar Jet kan 't niet helpen; ze is een goed kind geloof ik,"

--

Woest had hij haar daarop in de armen gesloten, tranen stortend om haar lieve toegeefelijkheid, om 't raden van z'n innigsten hartewensch.

En van toen af was een stil verbond ontstaan, beiden vermeden te spreken over wat hen bezighield.

Dit alles woelde door z'n hersens, terwijl vlak naast Jet gedrongen, de aanraking van haar lijf hem door·

gloeide met woest begeeren.

Z'n moeder vond 't goed toch, liet ie nou maar spreken . . .

Met een bons stopte de tram aan de Laan van Meerdervoort. Zittend nog vlak naast elkander had- den ze niet opgemerkt, dat de tram bijna leeg was nu.

Hij hielp haar uitstijgen en trok haar hand door z'n arm, vast haar aandringend tegen zich aan, hin·

derlijk voelend stroomen lichts uit enkele winkels en van lantarens in de straten.

Zwijgend aldoor liepen ze voort, voelend elk voor zich zonderlinge sensatie, tot vlak bij haar woning in eens met schor geluid hij 't vroeg:

"Jet wil je ?"

Ze bleef sprakeloos zoekend naar steun, haar handen onbewust uitstrekkend naar hem.

"Ik heb al zoo lang van je gehouwen lieveling, altijd, m'n leven lang. Zeg nou of je wil?"

. Hij nam de uitgestoken handen in de zijne, haar trekkend naar zich toe.

Jet sprakeloos leunde haar boofd tegen bem aan, liet toe, dat hij baar kuste en in z'n armen nam.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

geweld door het geopende cabine-deurtje dringende, zijn woorden overstemmende, - dat de mécano een laatste in- spectie behoorde te maken, om alle onderdeelen van

Mrs. &#34;Vrouwtjelief, de man is nu eenmaal gek - ofschoon niet gek genoeg voor een krankzinnigenge ticht - en Audrey. IIoward zich voor haar vriendin op te komen. Toch

lni perd, besar adu terbit deri satce baglau awal dan satoe baglau achir, jung diwatasin aatoe deri lain dengan titi k doewa, Hoe bag, aW:11 nda soewatoe kuoe m deri

.Lavarede ada teroesi perdjalanannja, tetapi sablonnja sampe di Colon ia it oe hilang dengen koenjoeng-koenjoeng. Menoer0et doegahankoe, tida bole sala, ia misti ada naek ka darat

&#34;Manakala sampe kedjadian begitoe, itoelah namanja terpaksa,&#34; saoet Ong Sam, ..dan akoe mengarti begimana ha roes berboeat.&#34; Dan ia moelai adoek itoe arak di

pada Siokhoe, I&lt;oko pocnja batin jang soetji dan bening soeda djadi linjap dan berbal ik d engen... prangi jang kedjem. Doeloe, koetika ajah masi idoep, boekan sadja Koko

Sedeng begitoe pada itoe hari djoega Thian Lay dapet trima satoe soerat dari Kong Taydjin, jang menitaken itoe orang moeda brangkat poe- lang sadja ka Kwitang, kerna begitoe lekas

Soei-seng lantes pegang tangannja Hoaij Koen dan berkata: &#34;Koetika akoe bertemoe pada nona di roema The Han Goan, di Hoe waktoe akoe poenja rasa tjinta pada kaoe telah