Na school voor mama zorgen
BRUSSEL
Voor de allereerste keer is het aantal 'jonge mantelzorgers' in Vlaanderen in kaart gebracht. Zo'n 40.000 tieners en prille twintigers moeten na schooltijd voor hun zieke ouder(s) zorgen. 'Een gigantisch aantal', zegt An
Piessens van onder- zoekscentrum Kind en Samenleving. 'We hopen dat scholen hun de ruimte geven om hun taken te spreiden.' Om het fenomeen van de 'jonge mantelzorgers' in de kijker te zetten, lanceert het
onderzoekscentrum Kind en Samenleving vandaag een grootschalige campagne.
Het centrum focust op kinderen en jongeren tussen 10 en 24 die na hun schooldag een tweede taak wacht: hun zieke ouder(s)
verzorgen. "Dat fenomeen is al die jaren fel onderschat en
onderbelicht gebleven", zegt Piessens.
"Omdat kinderen er niet mee te koop lopen, omdat ze geen compassie willen, omdat ze het normaal vinden dat ze 's avonds voor papa of mama moeten zorgen, of ze zwijgen over hun thuissituatie omdat ze geen 'etiket' willen. Net daarom weten schooldirecties haast nooit hoeveel leerlingen mantelzorgers zijn. We hopen dat onze campagne voor begrip zorgt, en scholen aanzet tot flexibiliteit.
We rekenen ook op erkenning bij artsen. In te veel gevallen
bekommeren die zich enkel om de gezondheid van de ouders, hun patiënten, zonder één keer aan de kinderen te vragen hoe het met hen gaat, of ze zelf niets tekortkomen, en of ze de verzorging wel
aankunnen. Tegelijk hopen we dat de artsen ook de ouders wijzen op de zware druk die op de schouders van hun kind(eren) rust."
Bed opmaken
In de meeste gevallen moeten
jonge zorgdragers thuis instaan voor de verpleging van hun chronisch zieke vader of moeder.
"Dat kunnen MS-patiënten zijn, een gehandicapte ouder, mensen die langdurig bedlegerig zijn of met psychische of alcoholproblemen kampen. Maar telkens ligt de druk bij de kinderen of tieners: zij staan in voor de verzorging, het eten, de afwas, het poetsen en het opmaken van de bedden."
Thuiskomen, boekentas meteen aan de kant en zich om moeder of vader bekommeren, dus. In een filmpje van 8 minuten dat vandaag via YouTube online gezet wordt, getuigen verschillende jonge mantelzorgers over het werk dat ze thuis verrichten. Eén constante: ze vinden het 'normaal' dat ze na de schooldag de handen uit de mouwen steken, maar gewoon worden ze het niet.
De meeste kinderen zoeken ook een manier om zo zorgeloos mogelijk om te gaan met de situatie. "Na het eten begin ik spontaan aan de afwas", getuigt een meisje in het campagnefilmpje.
"Zo zadel ik mijn ouders niet met schuldgevoelens op. Het is een subtiele manier van helpen, maar ze werkt. En als we naar de winkel moeten, ga ik automatisch mee want er kan altijd iets gebeuren. Ik stel geen vragen meer, ik doe het gewoon. Al zou het een enorme steun voor me zijn als ik eens een dag niét naar school moet gaan.
Dat ik zou zeggen 'Ik kom vandaag niet, want ik moet op mijn broertje passen' of zo. Dan zou ik eindelijk de keuken eens deftig kunnen opruimen. Maar die kans krijgen we niet. Elke ochtend opstaan, naar school gaan, en thuis werken."
'Alles valt uit elkaar'
Een andere tiener vertelt hoe de druk nooit weggaat. "Zelfs toen ik op internaat zat, bleef dat door mijn hoofd malen: ik kon elk moment gebeld worden, omdat papa of mama in het ziekenhuis lag. Als ik andere gezinnen zie, lijkt het alsof
alles er perfect is, terwijl ik het gevoel heb dat bij ons thuis alles uit mekaar valt."
Opvallend nog: bij geen enkele jonge zorgverlener valt onbegrip te noteren. "De situatie is zoals ze is", zeggen twee broers. "We proberen net een zo goed mogelijke band met papa op te bouwen, omdat we weten dat het zó gedaan kan zijn.
Als we één tip mogen geven aan al wie in onze situatie is: denk ook aan jezelf, hoe moeilijk ook. De verzorging van je ouders is belangrijk, maar cijfer jezelf niet weg."
Kinderrechtencommissaris Bruno Vanobbergen is blij met de
duidelijke cijfers van het rapport. "In onze jaarverslagen stipten we dat fenomeen al een paar keer aan, maar we konden nooit de vinger leggen op de reële omvang. Nu wel. Die 40.000 kinderen zitten uiteraard niet allemaal in dezelfde situatie: sommigen beginnen thuis aan een tweede dagtaak terwijl anderen maar op beperkte wijze meehelpen. Maar in elk geval werpt het een heel ander licht op het fenomeen 'opgroeien'. Iedereen denkt dat kinderjaren gelijk staan aan een onbezorgde leefwereld, waarin schoolgaan en spelen het belangrijkst zijn. Eindelijk is er nu een campagne die aantoont dat zo'n zorgeloos leven niet voor alle kinderen geldt."
Kinderrechtencommissaris
Vanobbergen zal de conclusies van het onderzoek aan de Vlaamse regering bezorgen, "in de hoop dat er middelen gevonden worden om de druk op hun schouders te verlichten". "Dat hoeft niet eens veel geld te kosten. Scholen die zich flexibel opstellen, of extra hulp in het huishouden tijdens de examenperiode: het lijkt vanzelfsprekend, maar is het helaas niet. Een béétje hulp van buitenaf betekent voor jonge verzorgers een wereld van verschil."
© De Morgen donderdag 06 maart 2014 Pagina 9 (1)